32 627 (Glas)tuinbouw

Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2017

Hierbij stuur ik u bijgaand de tussentijdse evaluatie van de Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014–20201. In dit convenant hebben overheid en glastuinbouwbedrijfsleven afspraken gemaakt over CO2-doelen en -ambities, de aanpak middels het innovatie- en actieprogramma Kas als Energiebron en de financiering. In de brief van 3 juli 2014 (Kamerstuk 32 627, nr. 17) is uw Kamer hierover nader geïnformeerd.

De evaluatie betreft de voortgang bij de gestelde doelen en ambities en de inhoudelijke prioriteiten: versnelling van de energiebesparing, versnelde toepassing van aardwarmte, energiewinst in de regio en het bevorderen van innovatie doorbraken. De convenantspartijen, het Ministerie van Economische Zaken en LTO Glaskracht Nederland, hebben de tussenevaluatie opgesteld.

Daarnaast heeft de Universiteit van Utrecht het programma Kas als Energiebron vanuit innovatie- en transitieperspectief geëvalueerd. Ook dit is toegevoegd als bijlage.

Ambities en doelen van de meerjarenafspraak

In de meerjarenafspraak is de ambitie vastgelegd dat in 2020 in nieuw te bouwen kassen klimaatneutraal geproduceerd wordt en dat voor bestaande kassen teelttechnieken zijn ontwikkeld waarmee op een economisch rendabele manier met de helft van de fossiele brandstof ten opzichte van 2011 geproduceerd kan worden. Aangegeven is dat in 2050 de ambitie is dat de glastuinbouw een volledig duurzame en economisch rendabele energievoorziening heeft. De doelen voor 2020 zijn een maximale CO2-uitstoot van 6,2 Mton en een energiebesparing van 11 PJ, zoals afgesproken in het energieakkoord.

Voortgang doelen en ambities en inhoudelijke prioriteiten

In het kader van de evaluatie is geconstateerd dat de gemaakte afspraken door de partijen zijn nagekomen. De CO2-emissiereductie, voortgang bij de ambities, de kennis- en techniekontwikkeling en de kennisuitwisseling verlopen volgens plan, zoals beschreven in het convenant. De glastuinbouw ligt daarmee momenteel op koers om uiterlijk 2050 klimaatneutraal te zijn. Ook PBL en ECN2 hebben dit geconstateerd.

Enkele te noemen tussentijdse resultaten zijn:

  • In 2015 realiseerde de glastuinbouw3 een CO2-emissie van 5,7 Mton. Over het aanscherpen van het CO2-doel voor 2020 van 6,2 Mton naar 4,6 Mton in 2020 heeft uw Kamer op 6 juli 20174 een brief ontvangen.

  • De energiezuinige teeltstrategie Het Nieuwe Telen (HNT) is grotendeels ontwikkeld en is via leergroepen en trainingen, kantinebijeenkomsten, webinars en het handboek HNT in de praktijk geïntroduceerd. HNT is op weg om de nieuwe standaard te worden.

  • Er zijn 4 nieuwe energiezuinige kastypen ontwikkeld en beproefd.

  • Aardwarmte als duurzame energiebron is door de glastuinbouw op de kaart gezet. Van de 16 projecten die in Nederland actief zijn, zijn 15 projecten operationeel in de glastuinbouw, waarmee bijna 5% van het areaal op deze duurzame energiebron is aangesloten. Er is een professionaliseringsslag gerealiseerd en een kennisontwikkelingstraject opgestart en actief.

Aandachtspunten voor het vervolg zijn het versterken van de samenwerking en synergie met regionale overheden en andere partijen uit de greenportregio’s en het groene onderwijs.

Evaluatie Universiteit van Utrecht

De Universiteit van Utrecht (prof. dr. Hekkert) is vanuit innovatie- en transitieperspectief positief over het programma Kas als Energiebron en constateert dat er zeer helder en consistent richting is gegeven aan het innovatie zoekproces in de glastuinbouw sector en op consistente wijze gewerkt is aan meerdere oplossingsrichtingen in intensieve interactie met de glastuinbouwpraktijk. Ook is in ruime mate aandacht besteed aan alle sleutelprocessen die gestimuleerd moeten worden voor het opbouwen van een innovatie-ecosysteem. Een belangrijke succesfactor is onder andere de publiek-private samenwerking. De Universiteit van Utrecht constateert dat het voor het succesvol doorlopen van de energietransitie belangrijk is dat het programma gecontinueerd wordt.

Verder geeft de Universiteit van Utrecht aan dat Kas als Energiebron in een nieuwe fase is gekomen waarin het toepassen van innovaties veel aandacht vraagt, parallel aan het ontwikkelen van weer nieuwe innovaties. Die combinatie vraagt om het uitbouwen van de samenwerking met andere partijen zoals gemeenten en provincies en een goede afbakening van taken.

Aanpak in de periode 2018–2020

De convenantspartijen willen de aanpak en financiering voor de resterende convenantperiode 2018–2020 baseren op de resultaten van de tussenevaluatie.

De richting voor het vervolg is geschetst. Daarnaast zal ook invulling gegeven worden aan het formuleren van concretere doelen en aanpak voor de periode ná 2020.

De vervolgafspraken over inhoud, aanpak en financiering laat ik aan de nieuwe bewindspersoon.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 34 535, nr. 8

X Noot
3

Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2015, Wageningen Economic research, oktober 2016, Rapport 2016–099, ISBN 978-94-6257-974–3

X Noot
4

Kamerstuk 32 813, nr. 149

Naar boven