32 623 Actuele situatie in Noord-Afrika en het Midden-Oosten

Nr. 221 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 juni 2018

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 14 april 2018 inzake het standpunt van het kabinet over de reactie van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk op de aanval in Douma, Syrië (Kamerstuk 32 623, nr. 210).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 13 juni 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

De griffier van de commissie, Van Toor

1

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) naar de aanval in Douma? Wanneer zullen naar verwachting resultaten van het onderzoek bekend worden gemaakt? Wanneer worden de (eerste) resultaten van het OPCW-onderzoek verwacht? Bent u bereid de Kamer hierover te informeren?

De Fact Finding Mission (FFM) van de OPCW heeft het onderzoek naar mogelijk gebruik van chemische wapens in Douma op 7 april jl. inmiddels afgerond. De door de FFM genomen biomedische- en omgevingsmonsters zullen in opdracht van de OPCW door verschillende laboratoria worden onderzocht. Naar verwachting zullen de resultaten eind juni bekend worden gemaakt door de Directeur-Generaal van de OPCW. Het kabinet zal uw Kamer daarover informeren.

2

Kunt u toelichten wat het verschil is tussen «begrip» en «(politieke) steun» voor de militaire actie van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk?

Het kabinet weegt in zijn beoordeling altijd alle factoren mee. Daarbij spelen beschikbare inlichtingen, volkenrechtelijke aspecten, omstandigheden en de reikwijdte en het doel van de acties onder andere mee. In dit geval heeft het kabinet er de voorkeur aan gegeven begrip uit te spreken boven het uitspreken van politieke steun (zie tevens het antwoord op vraag 13 en de kamerbrieven «Standpunt kabinet inzake acties VS, VK en Frankrijk», Kamerstuk 32 623, nr. 210 en «Ontwikkelingen EU, NAVO en VN Veiligheidsraad na actie VS, VK en Frankrijk», Kamerstuk 32 623, nr. 211 van 14 april jl.).

3

Heeft u op enigerlei wijze juridisch advies ontvangen, vooraf of achteraf, met betrekking tot de militaire actie van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk? Zo ja, bent u bereid deze met de Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?

Het kabinet heeft na de militaire actie van de VS, het VK en Frankrijk, juridisch advies ontvangen. Dit kan niet met de Kamer worden gedeeld. Politieke besluiten steunen op ambtelijke adviezen. Daarom hecht het kabinet eraan dat ambtenaren onbevangen en in vertrouwen kunnen adviseren. Over haar beleid en haar besluiten legt de regering verantwoording af aan het parlement.

4

Onder welke voorwaarden acht u militair optreden in lijn met het internationaal recht als een mandaat van de Veiligheidsraad van de VN ontbreekt, er geen uitnodiging daartoe van een ander land is en er geen sprake is van zelfverdediging? Kunt u uw antwoord toelichten?

In de Kamerbrief «alternatieve volkenrechtelijke mandaten» van 19 september 2013 (Kamerstuk 32 623, nr. 110) zette het vorige kabinet de rechtsgronden voor geweldgebruik uiteen. Wanneer geweldgebruik niet is gebaseerd op een van deze rechtsgronden, is het niet in overeenstemming met het internationaalrechtelijke geweldsverbod.

5

Kunt u een overzicht geven van schendingen van het internationaal recht, zoals de inzet van chemische wapens, die in uw ogen militair optreden rechtvaardigen als een mandaat van de Veiligheidsraad van de VN ontbreekt, er geen uitnodiging daartoe van een ander land is en er geen sprake is van zelfverdediging?

Dit zal van geval tot geval zorgvuldig moeten worden beoordeeld, zie ook de kamerbrief «alternatieve volkenrechtelijke mandaten» van 19 september 2013 (Kamerstuk 32 623, nr. 110).

6

Kunt u een overzicht geven van de inzet van chemische wapens door het Assad regime en per geval aangeven hoe onafhankelijk is vastgesteld (en zo ja, door welke organisatie) dat het Assad regime verantwoordelijk was voor de aanval?

Volgens cijfers van de OPCW zijn er sinds de start van het conflict in Syrië in 2011 tot 7 maart 2018 390 meldingen van mogelijke inzet van chemische wapens geweest. OPCW Fact Finding Missions (FFM) zijn 33 keer ingezet waarbij onderzoek is gedaan naar 74 incidenten. Hierbij zijn 376 mensen geïnterviewd en 257 monsters genomen. De OPCW-FFM heeft in dertien gevallen met zekerheid of grote mate van zekerheid kunnen vaststellen dat er sprake was van de inzet van chemische wapens. Het meest recente rapport van 16 mei jl. stelt dat op 4 februari 2018 in Saraqib, provincie Idlib, waarschijnlijk chloorgas is gebruikt. Het rapport gaat niet in op de vraag wie verantwoordelijk is voor het gebruik, daarvoor heeft de FFM geen mandaat.

Het Joint Investigative Mechanism (JIM), dat wel het mandaat had om de schuldvraag te beantwoorden, heeft tot zijn opheffing (door een Russisch veto in de VNVR) in november 2017 in vier gevallen kunnen vaststellen dat het Syrische regime verantwoordelijk was en in twee gevallen dat ISIS verantwoordelijk was.

De door de Mensenrechtenraad in 2011 opgerichte Independent International Commission of Inquiry komt tot 34 bevestigde aanvallen sinds 2013, waarvan de Commissie het grootste deel toeschrijft aan het Assad-regime. Een groot deel van de meldingen van aanvallen met chemische wapens kon niet bevestigd of onderzocht worden.

7

Kunt u een overzicht geven van de inzet van chemische wapens door tegenstanders van het Assad regime en per geval aangeven hoe onafhankelijk is vastgesteld (en zo ja, door welke organisatie) dat tegenstanders van het Assad regime verantwoordelijk waren voor de aanval?

Het Joint Investigative Mechanism (JIM) heeft in twee gevallen (Marea in augustus 2015 en Umm Hawsh op 15 en 16 september 2016) vast kunnen stellen dat ISIS verantwoordelijk was voor inzet van mosterdgas. Dat ISIS over chemische wapens beschikte en ook in staat was deze te produceren, kan derhalve worden aangenomen. Een aantal andere oppositiegroepen is met name door Syrië en Rusland beschuldigd van het bezit en gebruik van chemische wapens. Tot dusver is daarvan geen sluitend bewijs geleverd.

8

Is het aannemelijk dat tegenstanders van het Assad regime beschikken over chemische wapens? Zo ja, welke groepen?

Zie het antwoord op vraag 7.

9

Kunt u aangeven of bij de aanval van de VS, Frankrijk en het VK op onder andere een of meerdere opslagplaatsen van chemische wapens schadelijke gassen zijn vrijgekomen? Zo nee, waarom niet?

Het Kabinet beschikt niet over deze informatie.

10

Hoe verhoudt een aanval op onder andere een of meerdere opslagplaatsen van chemische wapens zich tot het internationaal recht, aangezien door zo’n aanval gifgas kan vrijkomen met vergaande gevolgen voor de bevolking ter plaatse?

Aanvallen tijdens een gewapend conflict dienen in overeenstemming te zijn met het humanitair oorlogsrecht. Het humanitair oorlogsrecht vereist onder andere dat alleen militaire doelen worden aangevallen. Hieronder vallen ook opslagplaatsen van chemische wapens. Bij het uitvoeren van een aanval dient onder andere het beginsel van proportionaliteit in acht te worden genomen. Het oorlogsrechtelijke beginsel van proportionaliteit verbiedt aanvallen, waarbij het te verwachten bijkomend verlies van mensenlevens, verwonding onder burgers, schade aan burgerobjecten of een combinatie daarvan buitensporig is in verhouding tot het verwachte tastbare en rechtstreekse militaire voordeel. Of hiervan in een concreet geval sprake is moet van geval tot geval worden beoordeeld, op basis van de informatie die degene die de aanval uitvoerde of er de opdracht toe gaf op dat moment had.

11

Is het juist dat het Syrische regime nooit volledige openheid van zaken heeft gegeven over het chemische wapenprogramma? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot de eerdere, succesvolle inspanningen van de OPCW om chemische wapens in Syrië te vernietigen? Waar is naar uw oordeel geen openheid over gegeven?

De OPCW heeft in 2014 verklaard dat alle door Syrië bij toetreding tot het Verdrag Chemische Wapens (Chemical Weapons Convention, CWC) in 2013 opgegeven voorraden chemische wapens, munitie en productiefaciliteiten waren vernietigd. Over niet opgegeven voorraden heeft de OPCW geen informatie en kan daar derhalve ook geen mededelingen over doen.

Echter, het Declaration Assessment Team (DAT) van de OPCW dat bij toetreding van een land tot de CWC onderzoek doet naar de volledigheid en juistheid van de opgave die iedere nieuwe toetreder moet doen, is in Syrië niet klaar met zijn werk. Syrië heeft nog altijd geen volledig overzicht gegeven van de omvang van zijn chemisch wapenprogramma. Er valt niet uit te sluiten dat Syrië ofwel voorraden chemische wapens (of hulpstoffen) verborgen heeft gehouden voor de OPCW, ofwel clandestien is doorgegaan met het produceren van chemische wapens nadat het was toegetreden tot het CWC. Het kabinet dringt er bij iedere gelegenheid bij Syrië op aan om zo snel mogelijk alle informatie te verstrekken aan de OPCW.

12

Heeft u inmiddels bewijzen gezien dat het Assad regime verantwoordelijk is voor de inzet van gifgas in Douma? Zo nee, waarom niet?

De resultaten van het onderzoek van de OPCW naar de aanval op en het mogelijke gebruik van chemische wapens in Douma zijn nog niet bekend gemaakt (zie vraag 1). De OPCW zal geen schuldige aanwijzen, omdat zij hier geen mandaat voor heeft. Pogingen om onderzoek in te stellen naar attributie worden door Rusland stelselmatig geblokkeerd in de VN Veiligheidsraad.

13

Is het juist dat Nederland begrip heeft uitgesproken voor de militaire actie van de VS, Frankrijk en het VK op basis van het gegeven dat het Assad regime in het verleden chemische wapens heeft ingezet? Kunt u uw antwoord toelichten?

Voor een toelichting op het standpunt van het kabinet over de reactie van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk op de aanval in Douma, Syrië, wordt verwezen naar de Kamerbrief «Standpunt kabinet inzake acties VS, VK en Frankrijk», Kamerstuk 32 623, nr. 210 van 14 april jl.

14

Wat is naar uw oordeel de waarde van een veto in de VN-Veiligheidsraad?

In de interventie in de Veiligheidsraad van 17 mei jl. is door de Minister van Buitenlandse Zaken aangegeven dat Nederland het vetorecht erkent, maar ook dat dit bijzondere voorrecht komt met een bijzondere verantwoordelijkheid: het veto is geen «licence to kill».

Nederland sluit zich dan ook aan bij de Accountability, Coherence and Transparency (ACT) Group Code of Conduct, dat permanente leden van de Veiligheidsraad oproept om het vetorecht niet in te zetten in gevallen van internationale misdrijven. Het vetorecht in die gevallen inzetten betekent een bedreiging voor de geloofwaardigheid van de Veiligheidsraad. In het geval van Syrië heeft het herhaaldelijk inzetten van het veto door Rusland met betrekking tot chemische wapens (zie het antwoord op vraag 23) geleid tot een onacceptabele «normalisering« van de inzet van chemische wapens, straffeloosheid en erosie van essentiële normen van internationaal recht.

15

Vindt u dat een veto in de VN-Veiligheidsraad terzijde geschoven kan worden als door zo’n veto, al dan niet middels een «cirkelredenering» dan wel «perfecte knoop», militair optreden wordt geblokkeerd? Hoe verhoudt deze opstelling zich tot het internationaal recht?

Zie het antwoord op vraag 14.

16

Welke effecten hebben de bombardementen van de VS, het VK en Frankrijk geresulteerd? In hoeverre zijn de doelen geraakt waarmee de capaciteiten van het Syrische regime om chemische wapens in de toekomst opnieuw te gebruiken werkelijk zijn uitgeschakeld?

De gebombardeerde doelen betroffen een chemisch-biologisch onderzoekslaboratorium en twee opslaglocaties die worden toegeschreven onderdeel te zijn van het Syrische chemischewapensprogramma. De inschatting van het Kabinet is dat de Syrische locaties zodanig beschadigd zijn dat ze niet meer functioneel zijn. Hoewel niet met zekerheid te zeggen, is naar verwachting een zware slag toegebracht aan de capaciteit van Syrië om chemische wapens in te zetten.

17

Op welk moment is Nederland door de VS, het VK en Frankrijk op de hoogte gesteld van de bombardementen van 14 april jl.?

De Nederlandse Commandant der Strijdkrachten (CDS) is op zaterdagochtend 14 april, kort na afloop van de actie op de hoogte gesteld door zijn Amerikaanse collega’s.

18

Hoe verloopt het huidige onderzoek van de OPCW naar de recente gifgasaanval in Douma momenteel? Wordt de onderzoekers toegang tot alle getroffen gebieden en het aanwezige bewijs geboden? Zo ja, welke aanwijzingen heeft u hiervoor? Zo nee, op welke wijze wordt het Syrische regime hierop aangesproken?

Zie het antwoord op vraag 1.

19

Hoe duidt u het gegeven dat het gebruik van chemische wapens steeds normaler lijkt te worden, met het oog op de gifgasaanvallen in Syrië en de recente gifgasaanval op de oud-spion Skripal in Salisbury?

De erosie van de norm die het gebruik van chemische wapens onder alle omstandigheden verbiedt baart het kabinet zorgen. Nederland staat daar niet alleen in. Het Verenigd Koninkrijk heeft, gesteund door meer dan 80 lidstaten van de OPCW (waaronder Nederland), de Directeur-Generaal van de OPCW verzocht om op 27 en 28 juni a.s. een extra Conferentie van Lidstaten van de OPCW te organiseren, om (onder meer) maatregelen te bespreken om deze ontwikkeling een halt toe te roepen.

20

Kunt u zich de uitkomsten van het OPCW-onderzoek naar de gifgasaanval van april 2017 in Syrië herinneren, waaruit bleek dat inderdaad sarin was gebruikt? Welke vervolgstappen zijn genomen naar aanleiding van deze uitkomsten? Is op enige wijze onafhankelijk onderzoek gedaan naar wie verantwoordelijk was voor deze aanval?

Onderzoek naar de aanval op Khan Sheikhoun op 4 april 2017 is verricht door het Joint Investigative Mechanism (JIM). Het JIM concludeerde in zijn laatste rapport dat het Syrische regime verantwoordelijk is voor deze aanval. Door de Russische blokkade kon de Veiligheidsraad geen actie ondernemen naar aanleiding van dit rapport. Naar aanleiding van de ontwikkeling en het gebruik van chemische wapens zijn enkele hoge Syrische functionarissen en wetenschappers en ook leden van ISIS op EU-sanctielijsten geplaatst.

21

Hoe vaak zijn sinds de start van het conflict in Syrië in 2011 chemische wapens ingezet? Is naar aanleiding van iedere aanval onafhankelijk onderzoek door de OPCW ingesteld? Zo ja, wat zijn de uitkomsten van deze onderzoeken? Zo nee, waarom niet?

Zie het antwoord op vraag 6.

22

Klopt het dat bij eerdere gifgasaanvallen in 2014, 2015 en 2017 door onafhankelijk onderzoek via het Joint Investigation Mechanism het Syrische regime als verantwoordelijk voor de aanvallen is aangewezen? Welke gevolgen zijn aan deze conclusies gegeven jegens het Syrische regime?

Ja, dat is correct. Zie ook het antwoord op vraag 6, 20 en 21.

23

Klopt het dat Russische acties consequent onderzoek naar het gebruik van chemische wapens blokkeren, waaronder het OPCW-onderzoek uit 2013 naar de vernietiging van chemische wapens door het Syrische regime, het veto tegen de VN-resolutie over het Joint Investigation Mechanism uit 2017 en het recente veto in de VN Veiligheidsraad tegen de resolutie over onafhankelijk onderzoek naar de gifgasaanval in Douma, Syrië? Hoe duidt u deze opstelling van Rusland? Bent u het eens dat deze acties leiden tot het uithollen van internationaal rechtelijke normen, te weten het voorkomen van gebruik van chemische wapens? Waarom wel of waarom niet? Welke acties bent u bereid hiertoe te ondernemen en op welke termijn?

De Russische houding met betrekking tot het gebruik van chemische wapens door Syrië, in de Veiligheidsraad, bij de OPCW en breder zoals bijvoorbeeld in de media, leidt tot veel frustratie bij landen die alle strijdende partijen in Syrië verantwoordelijk willen stellen voor het gebruik van chemische wapens. Nederland spreekt Rusland hier consequent op aan, zowel in de Veiligheidsraad en de Uitvoerende Raad van de OPCW, als bilateraal. Ook landen als de VS, het VK en Frankrijk uiten stevige kritiek op Rusland vanwege de voortdurende obstructie van onafhankelijk onderzoek naar het gebruik van gifgas in Syrië, inclusief onderzoek naar de schuldvraag. De Russische positie in de Veiligheidsraad over Syrië is echter niet nieuw. Op 10 april jl. heeft Rusland voor de twaalfde keer zijn veto gebruikt tegen een resolutie over Syrië, waarvan zesmaal tegen een resolutie die beoogt de inzet van chemische wapens in Syrië te stoppen, zoals bij de Sarin-aanval op Khan Sheikhoun in april 2017. Overigens heeft Rusland in 2013 samengewerkt met de VS om Syrië te dwingen het Chemisch Wapenverdrag te ondertekenen. Later heeft Rusland een andere positie ingenomen en alles gedaan om bondgenoot Syrië en president Assad in bescherming te nemen tegen maatregelen door de internationale gemeenschap.

24

Hoe beoordeelt u het parlementaire rapport in Duitsland dat stelt dat de luchtaanvallen op Syrië in strijd waren met het internationaal recht? (http://www.dw.com/en/syria-airstrikes-violated-international-law-german-parliamentary-report/a-43476594) Waarom weigert u een standpunt in te nemen over de legaliteit van de luchtaanvallen?

Het kabinet heeft kennis genomen van het genoemde rapport van de wetenschappelijke dienst van de Duitse Bondsdag. Het betreft niet een stellingname van de Bondsdag zelf, noch van de Duitse regering. Het kabinet heeft begrip voor de reactie van de VS, het VK en Frankrijk, die onder de toenmalige omstandigheden weloverwogen en proportioneel was. Het optreden van onze drie bondgenoten was gericht op het uitschakelen van capaciteiten van het Syrische regime voor de inzet van chemische wapens om op die manier het gebruik van chemische wapens zoveel mogelijk te voorkomen. Het kabinet acht het van groot belang dat de internationale gemeenschap pal blijft staan voor de volkenrechtelijke norm dat chemische wapens nooit mogen worden gebruikt.

25

Hoe beoordeelt u de berichtgeving dat de rebellenbeweging Jaish al-Islam, die actief was in Douma, toegegeven heeft zelf in het verleden verantwoordelijk te zijn geweest voor een chemische aanval, op de Koerden bij Aleppo? (https://mobile.almasdarnews.com/article/jaish-al-islam-takes-responsibility-chemical-attack-kurds-aleppo/) Acht u het mogelijk en/of waarschijnlijk dat deze rebellenbeweging nog over chemische wapens beschikte ten tijde van de mogelijke chemische aanval op Douma?

Het kabinet beschikt hieromtrent niet over eigen informatie.

26

Waarom vindt u het optreden van de coalitie «weloverwogen», als er nog niet eens officieel vastgesteld is dat er een chemische aanval heeft plaatsgevonden en het onderzoek door de OPCW nog moest beginnen?

Het kabinet weegt in zijn beoordeling altijd meerdere factoren mee. Daarbij spelen beschikbare inlichtingen, volkenrechtelijke aspecten, omstandigheden en de reikwijdte en het doel van de acties onder andere mee. In de huidige omstandigheden, waarin Rusland iedere poging om Syrië via de VNVR ter verantwoording te roepen blokkeert met een veto, het mandaat van de eerdere onderzoekscommissie die wél de schuldvraag onderzocht niet verlengde, en ook in de OPCW alles in het werk stelt om besluitvorming ten aanzien van Syrië te frustreren beschouwt het kabinet de reactie van VS, VK en Frankrijk als weloverwogen en proportioneel.

27

Hebben de VS, het VK en Frankrijk inlichtingen gedeeld met Nederland en/of bewijzen verschaft voor het feit dat Assad schuldig zou zijn aan een chemische aanval op Douma? Heeft de regering hierom gevraagd? Waarom wel/niet?

De VS, het VK en Frankrijk hebben gesteld over voldoende eigen informatie en inlichtingen te beschikken om tot actie over te gaan. Nederland heeft verzocht waar mogelijk inlichtingen met ons te delen. Er worden in het openbaar geen uitspraken gedaan over de inlichtingenpositie van de diensten noch over de samenwerking met buitenlandse diensten.

28

Herinnert u zich de reactie van de Nederlandse regering op de chemische aanval in Khan Sheikhoun, waarbij gesteld werd dat het Assad regime «zeer waarschijnlijk» verantwoordelijk was? Waarom acht u het in het geval van Douma niet «zeer waarschijnlijk», maar slechts «waarschijnlijk» dat het Assad regime verantwoordelijk is? Ziet u het risico van een glijdende schaal, waarbij steeds sneller «begrip» wordt uitgesproken voor militaire acties, zelfs zonder overtuigend bewijs?

Bij de beoordeling van de chemische aanval in Khan Sheikhoun kon een hogere waarschijnlijkheidsuitspraak worden gedaan omdat op dat moment meer betrouwbare informatie beschikbaar was over die aanval dan in het geval bij het recente incident in Douma. Het Kabinet herkent zich niet in de formulering «glijdende schaal» omdat het Kabinet telkenmale een eigenstandige en zorgvuldige afweging maakt.

29

Welk type gifgas is er waarschijnlijk gebruikt? Valt chlorine gas onder de officiële definitie van chemische wapens?

Berichten die via verschillende kanalen naar buiten zijn gekomen, wijzen op het gebruik van chloorgas, alhoewel in sommige berichten ook sprake is van andere chemische wapens. Het OPCW rapport zal hier naar verwachting meer duidelijkheid over geven. Bezit en productie van en handel in chloor voor civiele doeleinden is in beginsel niet verboden onder het Chemisch Wapenverdrag. Activiteiten in dit kader hoeven daarom niet te worden opgegeven aan de OPCW. Chloor(gas) komt dan ook niet voor op de lijst van verboden stoffen. Het gebruik van chloor als (chemisch) wapen is uiteraard wel verboden.

30

Heeft de Nederlandse regering wel of geen politieke steun uitgesproken voor de luchtaanvallen op Syrië, door de NAVO-verklaring te steunen? Kunt u deze vraag met een eenvoudig «ja» of «nee» beantwoorden?

Voor een toelichting op het standpunt van het kabinet ten aanzien van de verklaring van de Noord-Atlantische Raad (NAR) van 14 april jl. wordt verwezen naar de Kamerbrief van 14 april jl. over ontwikkelingen EU, NAVO en VN Veiligheidsraad na actie VS, VK en Frankrijk(Kamerstuk 32 623, nr. 211 van 14 april jl.)

31

Heeft de regering andere mogelijke acties overwogen als reactie op de gifgasaanvallen?

Het kabinet heeft zowel in de Veiligheidsraad, de Uitvoerende Raad van de OPCW en via verklaringen van de EU zijn grote bezorgdheid uitgesproken over de berichtgeving met betrekking tot de gifgasaanvallen op Douma en deze aanvallen veroordeeld. Ook heeft Nederland in de Veiligheidsraad ingezet op een attributiemechanisme, wat door een Russisch veto gestrand is. Daarnaast wordt dit onderwerp ter sprake gebracht tijdens bilaterale contacten met Rusland. Zo is de Russische Minister van Buitenlandse Zaken Lavrov tijdens het bezoek van 13 april jl. door de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken gewezen op de verantwoordelijk die Rusland draagt, ook als permanent lid van de VN Veiligheidsraad.

32

Hoeveel doden en gewonden zijn er als gevolg van de aanval op Douma officieel vastgesteld? Is er bij hen tot nu toe enig spoor gevonden van chemische wapens?

Het vaststellen van het aantal slachtoffers bij een aanval zoals in Douma is complex vanwege de instabiele situatie ter plaatse. Naar verwachting zal in het rapport van de OPCW over de aanval op Douma meer informatie worden bekendgemaakt, waaronder of er al dan niet sporen van chemische wapens zijn gevonden bij de slachtoffers.

33

Acht u een «valse vlag» operatie door jihadisten denkbaar en/of uitgesloten?

Alle tot nu toe bekende informatie, in combinatie met het chemisch wapengebruik van Syrië in het verleden, wijzen in de richting van het Assad-regime. Het is op dit moment niet helemaal uit te sluiten dat een andere partij dan het Syrische regime verantwoordelijk is. Het kabinet acht dit echter onwaarschijnlijk.

34

Welke schade is toegebracht met de bombardementen van VS, Frankrijk en VK?

Zie het antwoord op vraag 16.

35

Hoe beoordeelt u de uitspraken van een arts in Damascus, op de afdeling spoedeisende hulp: «Ja, er waren mensen met ademhalingsproblemen, maar dat kwam door de rook en het stof van een ingestort gebouw. Maar opeens doken er figuren op die schreeuwden dat er chemische wapens waren gebruikt en een complete chaos creëerden. Maar wij wisten dat het niet waar was», alsmede uitspraken van andere ziekenhuismedewerkers die vertelden dat er niets aan de hand was: «Er werden alleen wat mensen afgespoeld met water omdat ze onder het stof zaten», en «Er zijn ook helemaal geen doden of gewonden gevallen» (https://www.volkskrant.nl/archief/er-was-geen-gifgas-moet-11-jarige-hassan-bewijzen~a4596096/?utm_source=twitter&utm_medium=social&utm_campaign=shared%20content&utm_content=free)

Duiding van specifieke verschijnselen of anekdoten zijn niet te verifiëren of te onderbouwen met de thans beschikbare informatie.

36

Klopt het dat een van de «bewijzen» voor de mogelijke chemische aanval op Douma een filmpje is waarin het 11-jarige jongetje Hassan een hoofdrol speelt? Hoe kan het dat dit jongetje nog leeft als er daadwerkelijk een chemisch wapen ingezet is? https://www.volkskrant.nl/archief/er-was-geen-gifgas-moet-11-jarige-hassan-bewijzen~a4596096/?utm_source=twitter&utm_medium=social&utm_campaign=shared%20content&utm_content=free

Rondom de aanval op Douma – en overigens ook rondom eerdere aanvallen met chemische wapens – is veel desinformatie verspreid, onder meer door het regime en zijn supporters. Dat lijkt in dit geval ook zo te zijn. Het rapport van de OPCW zal hierover naar verwachting meer duidelijkheid geven. Overigens leidt blootstelling aan een chemisch wapen niet zonder meer tot overlijden; het kan dus zijn dat iemand een aanval overleeft.

37

Hoe beoordeelt u de uitspraken van de Amerikaanse Minister van Defensie Mattis, die op 12 april jl. toegaf dat de Amerikaanse regering op dat moment géén bewijs had voor een chemische aanval op Douma, noch voor wie daarvoor verantwoordelijk was, afgezien van informatie uit openbare bronnen, zoals social media: https://www.c-span.org/video/?443542-1/secretary-mattis-general-dunford-testify-defense-budget-request?

De uitspraken waar u naar refereert zijn gedaan op 12 april jl., en zijn daarom niet representatief voor de informatiepositie van de VS op het moment van de aanval op 14 april, twee dagen later. De VS, het VK en Frankrijk stelden op dat moment over voldoende eigen informatie en inlichtingen te beschikken om tot actie over te gaan.

38

Hoe kan een adequate reactie van de internationale gemeenschap op mogelijk volgende aanvallen met chemische wapens in het vervolg worden gewaarborgd? Wat doet u om dit te bevorderen?

Nederland vindt het van groot belang dat de internationale gemeenschap pal blijft staan voor de volkenrechtelijke norm dat chemische wapens nooit gebruikt mogen worden. Daarom blijft Nederland zich in de VN Veiligheidsraad, in de OPCW en andere fora hard maken voor onafhankelijk onderzoek en het aansprakelijk stellen van degenen die verantwoordelijk zijn voor de inzet van chemische wapens.

39

Hoe beoordeelt u de acties van Russische en Syrische zijde om de slachtoffers van de chemische aanval verantwoordelijk te stellen voor het in scene zetten van de aanval?

Zoals eerder genoemd in vraag 36, is er rondom de aanval in Douma veel desinformatie verspreid en zal het rapport van het OPCW hier naar verwachting meer duidelijkheid over geven.

40

Heeft het onthouden van Nederlandse steun aan de vergeldingsactie de door Rusland gezaaide publieke twijfel over de verantwoordelijkheid voor de aanval met chemische wapens versterkt?

Het kabinet beschikt niet over informatie om dit te kunnen beoordelen.

41

Meent u dat dankzij de vergeldingsactie de capaciteit van Assad om chemische wapens in te zetten is aangetast?

Zie het antwoord op vraag 16.

42

Meent u dat dankzij de vergeldingsactie de kans op nieuwe aanvallen met chemische wapens is verminderd?

Zie het antwoord op vraag 16.

43

Hoe verhoudt in uw optiek een aanval met chemische wapens zich tot het concept van de Responsibility to Protect?

Het leerstuk «verantwoordelijkheid om te beschermen» (Responsibility to protect) benadrukt dat staten verantwoordelijk zijn voor de bescherming van hun eigen bevolking tegen genocide, oorlogsmisdrijven, etnische zuivering en misdrijven tegen de menselijkheid. Het spreekt voor zich dat een aanval met chemische wapens door een staat op zijn eigen bevolking hier lijnrecht tegenin gaat. In dergelijke gevallen heeft de internationale gemeenschap een verantwoordelijkheid. Zoals het kabinet eerder heeft aangegeven in Kamerbrief «alternatieve volkenrechtelijke mandaten» van 19 september 2013 (Kamerstuk 32 623, nr. 110), vormt Responsibility to Protect geen alternatieve rechtsgrond voor het gebruik van geweld.

44

Heeft u contact met bondgenoten over de mogelijke reacties indien Assad nogmaals chemische wapens inzet?

Volgens de Amerikaanse Minister van Defensie, Mattis, betrof het een eenmalige actie om het vermogen van het Syrische regime om chemische wapens te gebruiken te verminderen. De VS heeft gewaarschuwd dat nieuwe acties mogelijk zijn als het Syrische regime opnieuw chemische wapens inzet. Verder contact met bondgenoten over chemische wapens vindt voornamelijk plaats in diverse internationale fora, zie vraag 38.

45

Heeft de (vermeende) inzet van chemische wapens Assad strategisch voordeel opgeleverd in de strijd tegen de rebellen?

Uit de tot nu toe bekende feiten en omstandigheden komt het beeld naar voren dat het Syrische regime tamelijk arbitrair aanvallen met chemische wapens heeft uitgevoerd.

46

Heeft u inmiddels actie ondernomen om de Nederlandse informatiepositie te verbeteren?

Er worden in het openbaar geen uitspraken gedaan over de inlichtingenpositie van de diensten.

47

Kunt u op basis van de informatie waarover u nu beschikt in retrospect wel steun voor de vergeldingsactie uitspreken?

Nee.

48

Deelt u de opvatting dat het onafhankelijk onderzoek van de OPCW naar de toedracht van de aanval in Douma ook aanknopingspunten zou kunnen bieden voor de attributievraag, bijvoorbeeld als duidelijk wordt welk type munitie en gifgas is gebruikt? Waarom is bovendien niet meer tijd genomen voor onderzoek en analyse door inlichtingendiensten naar de toedracht en de schuldvraag?

Er worden in het openbaar geen uitspraken gedaan over de inlichtingenpositie van de diensten. Als uit het onderzoek van de OPCW aanknopingspunten naar voren komen met betrekking tot de mogelijke verantwoordelijken voor het gebruik van chemische wapens in Douma, zal het kabinet die uiteraard niet negeren. Dat ligt echter niet in de lijn der verwachting omdat de OPCW zich strikt houdt aan het mandaat en dat is – uitsluitend – het beantwoorden van de vraag óf er chemische wapens zijn gebruikt.

49

Bent u bereid om aanvullend bewijs te vragen bij de VS, het VK en Frankrijk, dit te voorzien van een nadere appreciatie en, al dan niet vertrouwelijk, met de Kamer te delen?

Nederland heeft de bondgenoten verzocht om waar mogelijk inlichtingen te delen. Het is een afweging van VS, het VK en Frankrijk in hoeverre zij bondgenoten hierover informeren. Indien er nieuwe ontwikkelingen zijn die gedeeld kunnen worden, dan zal de Kamer hierover geïnformeerd worden. Leidend in de bewijsvraag is echter het onderzoek van het OPCW, waarvan de uitslagen eind juni bekend worden gemaakt. (zie vraag 1).

50

Waarom is in de Veiligheidsraad kennelijk niet naar een compromis gezocht met Rusland over het onderzoek naar de aanval in Douma, maar zijn er over en weer ontwerp-resoluties gevetood? Waarom achtte u kennelijk een diplomatieke oplossing niet mogelijk?

Er is veelvuldig naar een compromis met Rusland gezocht in de VN-Veiligheidsraad over het instellen van een onafhankelijk onderzoek met een attributiemechanisme naar de aanval in Douma van 7 april jl. De stemming over de conceptresoluties die leidde tot veto’s was hier slechts de uitkomst van. Ook voor de aanval in Douma is er consequent gezocht naar een diplomatieke oplossing. Reeds in oktober 2017 heeft Rusland een veto ingezet tegen het verlengen van het mandaat van het JIM. Ook in de maanden daarna heeft Rusland zich actief verzet tijdens onderhandelingen over het instellen van een nieuw mechanisme dat voldeed aan basale normen m.b.t. onpartijdigheid en onafhankelijkheid. De vele pogingen, zowel binnen als buiten de Veiligheidsraad en zowel in groepsverband als bilateraal, hebben Rusland niet kunnen overhalen in te stemmen met een diplomatieke oplossing. Nederland blijft, samen met gelijkgezinde partners, actief in discussie met Rusland over dit vraagstuk.

Naar boven