Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 mei 2016
Hierbij informeer ik u dat het kabinet heeft besloten om een extra bedrag van EUR
260 miljoen ter beschikking te stellen voor opvang van vluchtelingen in de Syrië-regio.
De inzet is om de extra middelen te gebruiken voor steun in Turkije, Jordanië, Libanon
en Irak – vooral door te investeren in werkgelegenheid, onderwijs, basisvoorzieningen
en infrastructuur. De steun draagt bij aan het verhogen van de weerbaarheid van de
bevolking en aan stabiliteit in de regio.
Er zijn additionele middelen beschikbaar gesteld voor opvang in de Syrië-regio, zoals
aangekondigd in de Kamerbrief van 8 september 2015 over Europese asielproblematiek
(Kamerstuk 19 637, nr. 2030) en in de aanvullende artikel 100-brief van 29 januari 2016 in het kader van de anti-ISIS
coalitie (Kamerstuk 27 925, nr. 572). Aanvullend hierop zijn de ontwikkelingen in de Europese Raad van 7 maart 2016 van
belang. In het kader van de zogenoemde Turkey Refugee Facility fase I is in totaal EUR 3 miljard aan aanvullende middelen toegezegd. Het Nederlands
aandeel daarin is circa EUR 94 miljoen.
Steun voor de regio is een cruciaal onderdeel van de kabinetsvisie op asielopvang.
De druk op Turkije, Libanon en Jordanië is enorm toegenomen, aangezien de meerderheid
van de Syrische vluchtelingen daar verblijft. Door die druk is het perspectief op
onderwijs en werkgelegenheid onvoldoende aanwezig, zowel bij de vluchtelingen als
bij de gastgemeenschappen zelf. Dit draagt volgens de UNHCR bij aan de Europese asielinstroom.1 In Irak is de situatie de afgelopen maanden verslechterd. De wederopbouw en stabilisatie
van op ISIS heroverde gebieden is prioriteit en essentieel om de terugkeer van de
3,4 miljoen ontheemden mogelijk te maken. UNDP speelt hierbij een belangrijke rol
via de snel inzetbare Funding Facility, dat zich richt op (eerste) wederopbouw. Het kabinet wil uit de extra middelen een
bedrag van EUR 20 miljoen voor dit fonds reserveren.
De extra EUR 260 miljoen voor opvang in de regio komt bovenop het bedrag van EUR 50
miljoen per jaar in 2016 en 2017, dat reeds binnen de ODA-begroting voor deze regio
was gereserveerd. De extra middelen worden in 2016 toegevoegd aan de begroting van
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Hierover zult u nader bij de Voorjaarsnota
worden geïnformeerd.
Vooralsnog ziet de verdeling van de extra middelen er als volgt uit:
Turkey Refugee Facility fase I
|
circa EUR 94 miljoen
|
Jordan Response Plan
|
circa EUR 60 miljoen
|
Lebanese Crisis Response Plan
|
circa EUR 86 miljoen
|
Stabilisatie Irak
|
circa EUR 20 miljoen
|
De genoemde bedragen zijn indicatief, en kunnen mogelijk aangepast moeten worden,
afhankelijk van de ontwikkelingen ter plaatse.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen