32 563 Oostvaardersplassen

Nr. 29 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 april 2013

Mede naar aanleiding van een aanhoudende reeks van koude perioden in het winterseizoen 2012–2013, informeer ik u tussentijds over de stand van zaken van het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen (Heckrunderen, konikpaarden, edelherten) en over mijn eigen beleidsuitgangspunten voor dit onderwerp.

Op uw verzoek van 9 april 2013 ga ik ook kort in op de situatie in de Gemeentelijke Waterleidingduinen van Amsterdam met betrekking tot de damherten.

Uitgangspunten beleid

Zoals eerder aangegeven (onder andere: Kamerstukken 32 563, nrs. 25 en 28), waren de algemene uitgangspunten voor het beleid voor de grote grazers dat:

  • met name de adviezen voor de kortere termijn van de commissie-Gabor (2010) grotendeels een goed richtsnoer zijn voor het beheer;

  • daarbij massale sterfte van dieren door verhongering of afschot moet worden voorkomen;

  • er met de Beheeradviescommissie Oostvaardersplassen (hierna: de beheeradviescommissie) weer maatschappelijk vertrouwen moet komen in het beheer van de grote grazers in de Oostvaardersplassen.

Ik onderschrijf deze uitgangspunten.

Naar aanleiding van een advies van de commissie-Gabor over het Hollandse Hout, merk ik verder nog het volgende op.

Ik heb u aangegeven1 dat ik me realiseer dat onder meer de gemeenteraad van Lelystad zich heeft uitgesproken tegen het toelaten van – alle drie soorten – grote grazers in het Hollandse Hout, maar dat ik graag bereid ben om met de gemeente Lelystad in overleg te gaan over het ten dele toelaten van de dieren.

Ik ben daarover inmiddels in gesprek met Lelystad.

Vroegreactief beheer

Eerder meldde mijn ambtsvoorganger u de cumulatieve sterfte- en afschotcijfers voor het winterseizoen 2011–2012, dat wil zeggen, de periode 1 november 2011–29 april 2012 (Kamerstuk 32 563, nr. 28). De tussentijdse cijfers van het winterseizoen 2012–2013 over de periode 1 november 2012–30 maart 2013 zijn aldus

 

Sterfte door afschot

Sterfte door natuurlijke dood

Aandeel afschot in de totaal waargenomen sterfte (%)

Heckrunderen

65

22

75

konikpaarden

205

38

84

edelherten

946

92

91

Totaal

1216

152

89

Onder «sterfte door natuurlijke dood» vallen de dieren die door Staatsbosbeheer dood zijn gevonden en niet waren afgeschoten..

Het winterseizoen 2012–2013 kende tot nu toe een aantal koude perioden. Mede daardoor bleef tot nu toe ook de voorjaarsgrasgroei uit. Staatsbosbeheer geeft aan het protocol «vroeg-reactief beheer» strikt uit te voeren. Pas tegen het eind van het seizoen zal duidelijk zijn wat de sterfte over het hele winterseizoen is geweest, mede in vergelijking tot eerdere seizoenen. De beheeradviescommissie zal mij daarover nog rapporteren. Ik zal op mijn beurt de Kamer daarover informeren. Verder publiceert Staatsbosbeheer maandelijkse situatierapporten over de grote grazers, inclusief afschotcijfers, in het dossier over de Oostvaardersplassen op de website www.staatsbosbeheer.nl .

Tellingen

Zoals mijn ambtsvoorganger meldde (Kamerstuk 32 563, nr. 28), heeft Staatsbosbeheer in het winterseizoen 2011–2012 alleen in de herfst tellingen van de grote grazers vanuit een helikopter kunnen verrichten. Omdat de provincie Flevoland geen vergunning verleende voor een aansluitende helikoptertelling in het voorjaar van 2012, heeft de beheeradviescommissie een voorlopige next best-methode geadviseerd (helikoptertellingen in de herfst en grondtellingen in herfst en voorjaar). Mijn voorganger heeft de beheeradviescommissie daarop nog eens om advies gevraagd, nu over een telwijze die ook een langere termijn stand kan houden. Ik ben nog in afwachting van het advies en zal de Kamer daarover nog informeren.

Verder heeft Staatsbosbeheer ook in het najaar van 2012 per helikopter een reeks tellingen uitgevoerd. Net als voor het najaar van 2011 (Kamerstuk 32 563, nr. 26), treft u hierna de betreffende resultaten aan2:

 

Stand per 5/6 november 2012 (helikoptertellingen)

Heckrunderen

306

(± 3)

 

konikpaarden

1099

(± 13)

 

edelherten

3269

(± 40)

 

Een eerste vergelijking met de vorige telling suggereert dat de herfststand van 2012 wat lager was dan de herfststand van 2011. De gegevens moeten nog wel tezamen met andere gegevens nader worden geduid in een meerjarencontext.

Voor het overige zal ik de Kamer later in het jaar nader informeren over het verloop van het huidige winterseizoen in zijn totaliteit en over andere aspecten over de grote grazers.

Situatie in de Amsterdamse Waterleidingduinen

Op 9 april jl. heeft u mij per brief verzocht ook in te gaan op de situatie van de damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen. De gemeente Amsterdam is grondeigenaar en Waternet is de beheerder van dit gebied. Het gebied is ongeveer 3400 hectare groot en gedeeltelijk omheind. Voor dit gebied is een goedgekeurd faunabeheerplan van kracht, dat geldt voor het beheer van damherten in de duinen van Noord- en Zuid-Holland. Het is in eerste instantie aan de grondeigenaar en de beheerder om te waken over het welzijn van de dieren in hun gebied en om onnodig lijden te voorkomen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Bijvoegsel bij de Handelingen TK 2012–2013, 44, item 4

X Noot
2

Afgeronde getallen van rekenkundige gemiddelden met tussen haakjes een indicatie van de nauwkeurigheid van de gemiddelden, de zogeheten standaardfout.

Naar boven