32 433 Wijziging van de Monumentenwet 1988 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in verband met de modernisering van de monumentenzorg

J BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2014

Graag informeer ik uw Kamer over de planning van de toezegging over de monumentenzorg.

Op 31 januari 2013 heb ik aan de Eerste Kamer het rapport aangeboden over normen voor cultuurhistorisch onderzoek in de ruimtelijke ordening (Kamerstukken I, 2012–2013 nr. 32 433, I). Ik heb u daarbij toegezegd dat ik zal monitoren op welke wijze gemeenten omgaan met cultuurhistorie in bestemmingsplannen. Tevens heb ik toegezegd dat ik drie jaar na het verschijnen van het rapport van de Erfgoedinspectie «Verantwoord Moderniseren» (Kamerstukken I, 2010–2011 nr. 32 433, H) uw Kamer zal informeren over het effect van het beleid en de vraag of er verbeteringen nodig zijn. Ik zal deze toezegging gestand doen in 2016.

Met de digitale Erfgoedmonitor van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, die on-line te raadplegen is, houd ik de vinger aan de pols wat betreft het ingezette beleid in het kader van onder andere de monumentenzorg. Periodiek bezie ik de resultaten uit de Erfgoedmonitor in relatie tot het staand beleid en informeer ik u door middel van de Erfgoedbalans over de effecten van dit beleid.

De Erfgoedbalans was voorzien eind 2015, maar omdat de monitor nog in ontwikkeling is, zijn niet voor alle thema’s de juiste gegevens op tijd beschikbaar. De Erfgoedbalans zal in 2016 worden uitgebracht. Dit heeft consequenties voor de toezegging die aan uw Kamer is gedaan, aangezien daaraan wordt voldaan in deze Erfgoedbalans.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven