32 417 Kabinetsformatie 2010

32 500 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2011

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2010

In uw brief van 23 november j.l. heeft u mij een stenografisch verslag van het ordedebat van 23 november 2010 gezonden (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2010–2011, nr. 25, Regeling van werkzaamheden).

Het verslag bevat het verzoek van het lid Heijnen om een brief van de minister van Defensie en van mij waarin wordt ingegaan op de noodzaak van een regeling die voorziet in de melding van alle nevenfuncties. Dhr. Heijnen heeft zijn verzoek gedaan in verband met een nevenfunctie van de heer Hillen, die hij vervulde ten tijde van zijn lidmaatschap van de Eerste Kamer. De heer Heijnen verzoekt in de brief ook in te gaan op de relatie tussen het vervullen van een nevenfunctie en het vervullen van een politiek ambt.

De verplichting tot het melden van nevenfuncties is met ingang van 24 maart 2010 van kracht geworden voor leden van de Eerste Kamer (Staatsblad 2010, 122). Hiertoe is in de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer artikel 3b toegevoegd, waarin de verplichting is opgenomen. De ratio van deze plicht is gelegen in de gewenste transparantie rondom het vervullen van een politiek ambt en het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling.

Ten aanzien van de wijze waarop het vervullen van een nevenfunctie wordt gecombineerd met het lidmaatschap van de Eerste Kamer ben ik van oordeel dat dit de volksvertegenwoordiging zelf regardeert.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven