Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2011
Naar aanleiding van uw verzoek u te berichten over de uitvoering van de moties 19 en 24 van het lid Ouwehand (2011Z03129/2011Z03137), stuur ik u, mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, deze brief.
Uitvoering motie 32 372, nr. 19
Ik heb ter uitvoering van deze motie het College ter Beoordeling van Gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) verzocht een plan van
aanpak op te stellen voor de herbeoordeling van neonicotinoiden op de effecten voor bijen, met speciale aandacht voor sublethale
effecten.
Het Ctgb stelt in haar plan voor, van de 6 neonicotinoiden alleen de stoffen met een grote toxiciteit voor honingbijen, opnieuw
te beoordelen. Het betreft de werkzame stoffen imidacloprid, chlothianidin en thiamethoxam. Daarnaast wordt voorgesteld ook
de stof fipronil, dat geen neonicotinoide is, maar wel toxisch voor bijen, te herbeoordelen. Er zijn op dit moment 27 gewasbeschermingsmiddelen
toegelaten op basis van een van deze vier stoffen. Van deze 27 middelen zullen alleen die toelatingen worden herbeoordeeld,
die eerder niet volgens de laatste normen zijn beoordeeld. Het gaat dan om middelen die al langere tijd een toelating hebben.
Het Ctgb zal deze herbeoordeling op mijn verzoek met hoge prioriteit uitvoeren. Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomsten
Uitvoering motie 32 372, nr. 24
In motie 24 vraagt de Kamer de regering om zich er voor in te zetten dat probleemstoffen zo snel mogelijk aan de Europese
toetsingslijst worden toegevoegd. De Europese Commissie is al geruime tijd bezig met de voorbereiding van de herziening van
de richtlijn prioritaire stoffen, een dochterrichtlijn van de Kaderrichtlijn Water. Bij die herziening kan het gaan om wijziging
in status of normstelling van de stoffen die nu op de lijst staan, maar ook om een toevoeging van nieuwe stoffen aan de lijst.
De lidstaten hebben hiervoor meetgegevens aan de Commissie gestuurd. Eén van de criteria die de Commissie voor plaatsing van
een stof op de lijst hanteert, is dat de stof in minstens 3 lidstaten een probleem vormt. Binnenkort wordt een voorstel van
de Commissie verwacht.
Overigens is de Europese prioritaire stoffenlijst niet het enige kader om een stof extra in de aandacht te plaatsen. Op stroomgebiedniveau
worden ook lijsten van probleemstoffen vastgesteld. Nederland zal de stoffen die in Nederland een probleem zijn, onder de
aandacht brengen van de internationale stroomgebiedcommissies.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker