32 372 Wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met de implementatie van Europese regelgeving op het gebied van het op de markt brengen en het duurzame gebruik van gewasbeschermingsmiddelen

Nr. 19 MOTIE VAN HET LID OUWEHAND

Voorgesteld 15 februari 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat wetenschappers een verband zien tussen bestrijdingsmiddelen die behoren tot de klasse neonicotinoïden en de voortgaande bijensterfte;

constaterende, dat bij de toelating van bestrijdingsmiddelen onvoldoende rekening is gehouden met de (cumulatieve) effecten van deze middelen op de gezondheid van de bijenpopulatie;

overwegende, dat de regering aangeeft dat er meer onderzoek nodig is om dit verband inderdaad vast te stellen;

verzoekt de regering de reeds toegelaten bestrijdingsmiddelen die behoren tot de klasse neonicotinoïden opnieuw te toetsen op de effecten op de gezondheid van bijen, en hierbij ook expliciet eventuele sublethale effecten mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ouwehand

Naar boven