Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 32317 nr. 436 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 32317 nr. 436 |
Vastgesteld 9 augustus 2016
De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft op 8 juni 2016 overleg gevoerd met de heer Dijkhoff, Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, over:
– de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie d.d. 2 juni 2016 inzake aanbieding geannoteerde agenda JBZ-Raad 9 en 10 2016 en monitoringsoverzicht JBZ-dossiers 2e kwartaal 2016 (Kamerstuk 32 317, nr. 420);
– de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie d.d. 30 mei 2016 inzake verslag Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 20 mei 2016 (Kamerstuk 32 317, nr. 416);
– het voorstel van de Europese Commissie d.d. 4 mei 2016 inzake EU-voorstel: verordening hervorming Dublinsysteem COM (2016) 270 (Engelstalige versie);
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 13 mei 2016 inzake fiche: Slimme grenzenpakket 2016 (Kamerstuk 22 112, nr. 2136);
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 20 mei 2016 inzake fiche: Mededeling visumreciprociteit: stand van zaken en aanpassing mechanisme (Kamerstuk 22 112, nr. 2139);
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 27 mei 2016 inzake fiche: Wijziging Dublinverordening (Kamerstukken 22 112 en 34482, nr. 2143);
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 27 mei 2016 inzake fiche: Verordening EU-agentschap voor asiel (Kamerstukken 22 112 en 34482, nr. 2144);
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 27 mei 2016 inzake fiche: Wijziging EURODAC-verordening (Kamerstukken 22 112 en 34482, nr. 2145);
– de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 27 mei 2016 inzake fiche: Wijziging verordening afschaffing visumplicht Oekraïne (Kamerstukken 22 112 en 34481, nr. 2142);
– de brief van de Europese Commissie inzake verslag van een politieke dialoog over het EU-voorstel: Verordening Europese grens- en kustwacht COM (2015) 671 (Kamerstuk 34 370, nr. 4).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de commissie, Ypma
De griffier van de commissie, Nava
Voorzitter: Gesthuizen
Griffier: Loeffen
Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Azmani, Fritsma, Gesthuizen, Kuiken, Sjoerdsma, Voordewind en Voortman,
en de heer Dijkhoff, Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
Aanvang 14.09 uur.
De voorzitter:
Ik heet de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de collega's, de aanwezigen op de publieke tribune en de mensen die meeluisteren van harte welkom. Het is een wat bijzonder algemeen overleg. We beginnen tien minuutjes te laat, omdat we moesten stemmen. Dat geeft ons van 14.10 uur tot 16.00 uur de tijd om de geagendeerde onderwerpen inhoudelijk te bespreken. Het laatste uur van deze vergadering, van 16.00 uur tot 17.00 uur, moet gereserveerd worden voor het bespreken van de informatieafspraak over de behandelvoorbehouden. Ik stel voor om de spreektijd in de eerste termijn van dit eerste deel van het algemeen overleg zeer beperkt te houden, tot drie minuten, in de hoop dat u daarmee uit de voeten kunt. Als u een heel klein beetje uitschiet, dan ga ik daar coulant mee om. Ik stel wel voor om het echt binnen de perken te houden, zodat we een goede gedachtewisseling met de Staatssecretaris kunnen hebben.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Voorzitter. Hoewel wij het vaak met elkaar oneens zijn, vind ik het fijn om de heer Fritsma weer in goede gezondheid in ons midden te zien. Fijn dat u er weer bent.
Om te beginnen wil ik stilstaan bij alle nieuwe slachtoffers die op de Middellandse Zee zijn gevallen. Zij zochten een nieuw bestaan met een hoopvolle toekomst, maar vonden de dood. Er spoelen de laatste tijd regelmatig lijken aan op het Libische strand en de wereld reageert murw en verdoofd. Kan de Staatssecretaris hierop reflecteren? Hoe staat het met de reddingscapaciteit die beschikbaar is op de Centraal-Mediterrane route?
In plaats van te reageren met een daadkrachtig nieuw asielsysteem hebben de Europese regeringen besloten tot het creëren van een halfslachtig noodmechanisme. Waarom, zo vraag ik de Staatssecretaris. Waarom komen wij niet tot een echte daadkrachtige hervorming? Wat moet er nog gebeuren voordat Europa zichzelf in beweging weet te brengen? Nederland is nog altijd de tijdelijk voorzitter. Ik hoop dat de Staatssecretaris dat voorzitterschap alsnog wil benutten om tot een meer daadkrachtige oplossing te komen. Het verbaast mij dat in de reactie op het weinig daadkrachtige voorstel dat voorligt het kabinet zelfs hier en daar op de rem wil trappen. Zo moet natuurlijk wel eerst geregeld worden dat niet alleen het inwoneraantal, maar ook de landoppervlakte moet worden meegenomen in de verdeling van de middelen, want stel je voor dat Nederland een paar mensen te veel krijgt. Lukt het dit kabinet de noodzaak van deze hervorming wel in het perspectief van het enorme drama op de Middellandse Zee te zien? Oplossingen zijn dringend nodig. Elke dag dat we niet wat doen, is er een te veel.
Ook wat Turkije betreft zou GroenLinks graag meer daadkracht zien. Ik lees in het verslag van het vorige beraad dat het voorzitterschap aldaar bezorgdheid heeft uitgesproken over de rapporten van Human Rights Watch en Amnesty over mensenrechtenschendingen, gedwongen uitzettingen, kinderarbeid en beschieting aan de grenzen, en dat het voorzitterschap de Europese Commissie heeft opgeroepen om deze kwestie actief te blijven volgen. Kan de Staatssecretaris aangeven wat het voorzitterschap precies heeft verstaan onder dat «actief volgen»? Wat houdt dat concreet in? Wanneer kan de Kamer een onafhankelijk en gedegen rapport verwachten over de situatie voor vluchtelingen in Turkije? Misschien kan de Staatssecretaris een tandje bijzetten om te voorkomen dat Nederland als onderdeel van de Europese Unie indirect verantwoordelijk wordt voor zaken als kinderarbeid.
Tot slot wil ik graag de aandacht van de Staatssecretaris vragen voor de opvang van asielzoekers in Griekenland. Onlangs is het kamp in Idomeni ontruimd. De vraag is waar deze mensen terecht zijn gekomen. Mij bereiken signalen dat een aantal van deze mensen in onwaardige opvangsituaties terecht is gekomen, in kampen met te weinig sanitair, geen privacy en slechte afvoer van afval. Is de Staatssecretaris bereid de kwaliteit van opvang in Griekenland aan te kaarten bij de JBZ-Raad en met zijn collega's een plan van aanpak op te stellen om Griekenland te helpen om de situatie snel te verbeteren? Dit gebeurt immers wel op EU-grondgebied en daarom zijn wij medeverantwoordelijk. Graag een reactie.
De heer Azmani (VVD):
Voorzitter. In het vorige AO JBZ-Raad hebben wij al kunnen vaststellen dat de agreement met Turkije werkt. De asielinstroom daalt fors, het aantal in de Egeïsche Zee omgekomen mensen is drastisch gedaald en er is een grote slag geslagen met de aanpak van mensensmokkelaars. Ik vraag aan de Staatssecretaris hoe de ontwikkelingen in de afgelopen weken zijn. Ik heb toen al aangegeven dat ik mij daar uitvoeringstechnisch zorgen over maak.
Ik vraag mij ook af wat de laatste stand van zaken is van het aanbod dat lidstaten hebben gedaan om extra besliscapaciteit naar Griekenland te brengen.
Hoe zit het met het een-op-een opnemen, nu een beperkt aantal landen daarvoor verantwoordelijkheid heeft getoond? Is die verantwoordelijkheid al verder gegroeid?
Hoe varen de zaken van de Griekse beroepscommissies die gegrond zijn verklaard? Wordt er al hard aan gewerkt om dit ongunstig tij te keren?
Wat is de laatste stand van zaken van de Libiëroute? Ik begrijp uit het verslag dat Egypte is benaderd. Hoe staat het met andere landen in Noord-Afrika zoals Tunesië? Hoe verlopen de gesprekken met Libië? Hoe verhoudt dit zich tot het voorstel van Oostenrijk afgelopen week dat iedereen maar opgevangen zou moeten worden op een eiland?
Gisteren was er een groot artikel in de Volkskrant over terugkeer met de kop «Straf voor land dat migranten niet terugneemt». De Europese Commissie wil landen in Afrika en in het Midden-Oosten straffen, als ze niet meewerken om hun kansarme migranten uit Europa terug te nemen. Dat klonk mij als muziek in de oren. Ik voer dat pleidooi al jaren op dit dossier in het kader van het terugkeerbeleid. Er wordt niet langer alleen maar gesproken over de wortel, maar ook over de stok. Ik vraag mij af hoe dit verder gaat. Er is veel kritiek vanuit het Europees Parlement. De koppeling met het Turkije-agreement wordt ook gelegd met landen als Libanon en Jordanië. Gaat de Europese Commissie hier slagvaardig mee verder? Wat is de eerste appreciatie van de Staatssecretaris?
Over het Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem (GEAS) en visumliberalisatie komen we straks te spreken. Ik wil kort iets zeggen over het noodmechanisme in het kader van de visumliberalisatie. Wanneer is een akkoord met het Europees Parlement te verwachten? Kan daar al iets over worden gezegd? Wat gebeurt er met landen die later niet voldoen aan de criteria? Ziet het mechanisme daar ook op?
Wat is de stand van zaken van de Europese grens- en kustwacht? Is het akkoord in zicht onder het Nederlands voorzitterschap? Welke hobbels moeten nog worden genomen? Wat zijn de belangrijkste pijnpunten, bijvoorbeeld in de triloog?
Wat is de stand van zaken van het EES (inreis-uitreissysteem)? Wat zijn daar op dit moment de controversiële punten? Het is een verbetering van een voorstel dat we in het verleden hebben gezien. Ik heb er wat vragen over. Blijft een hit in zo'n systeem bewaard of leegt het hele systeem zich automatisch na elke vijf jaar, gelet op de bewaringstermijn in het kader van privacy?
Er is een fiche over visumreciprociteit. Ik vind het opmerkelijk dat de Verenigde Staten en Canada geen visumvrijheid willen geven aan Polen, Bulgarije, Roemenië, Cyprus en Kroatië. Waarom is dat zo?
De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. De JBZ-Raad van 9 en 10 juni is in ieder geval de laatste formele raadsvergadering die Nederland in dit kader voorzit. Die zal, vermoed ik, voor een groot deel toch weer over de EU-Turkijedeal gaan: dé oplossing, althans volgens het kabinet, voor het vluchtelingenvraagstuk. Er zijn zorgen over de mensenrechten in Turkije, er zijn zorgen over detentiekampen in Griekenland, er is grote ruzie over de versoepeling van de vereisten voor visumliberalisatie en er is een toenemend aantal sterfgevallen op weg naar Italië op de Centraal-Mediterrane route. Ik kan niet zeggen dat we er al zijn. Volgens mij kan de Staatssecretaris dat ook niet zeggen.
Ik wil het hebben over de visumliberalisatie. De Staatssecretaris zei in het vorige overleg dat de controle daarop toch echt ligt bij de Europese Commissie. We gaan daar nog een keertje met een wat soepele blik doorheen, maar we gaan het niet voorwaarde voor voorwaarde controleren, aldus de Staatssecretaris. Hoe is het mogelijk dat Turkije van 19 voldane voorwaarden van de 72 in maart sprong naar 65 in mei, in slechts twee maanden tijd? Ik vraag de Staatssecretaris – dat hoeft niet maatregel voor maatregel en criterium voor criterium – hoe realistisch het is dat deze hervormingen grondig en blijvend zijn. Hoe kijkt de Staatssecretaris naar opnieuw een poging tot chantage van Turkse zijde dat als de visumliberalisatie er niet komt, de Turkijedeal van tafel is? Het zijn blijvende pogingen tot chantage.
Ik vraag de Staatssecretaris ook om ervoor te waken dat wij niet midden in de zomer opeens worden geconfronteerd met een deal over de visumliberalisatie met Turkije zonder dat het parlement van tevoren daarover heeft kunnen spreken. Bij dezen roep ik de Staatssecretaris op om ervoor te zorgen dat voordat met visumliberalisatie wordt ingestemd, de deal alsnog wordt voorgelegd aan de Tweede Kamer. Als hij dat niet kan toezeggen, overweeg ik een motie op dit punt.
Het is uitermate treurig dat het aantal doden op de Middellandse Zee in 2016 met 35% is gestegen ten opzichte van 2015. 2.814 mensen bereikten de overkant niet en verdronken. Dat zijn alleen maar de mensen van wie we het weten. Wat gaat de Staatssecretaris tijdens deze laatste JBZ-Raad onder zijn voorzitterschap doen om ervoor te zorgen dat dit aantal snel daalt? Welke voorstellen gaat het kabinet doen om de reddingscapaciteit in de buurt van Italië te vergroten?
Dan kom ik op de miljarden die de Europese Commissie wil besteden aan Afrikaanse migratielanden. Ik wil graag inzoomen op de serieuze geluiden die mijn fractie bereiken via privékanalen en ook vanuit de media dat de Europese Unie bijvoorbeeld detentiekampen zou willen financieren in Sudan om oorlogsvluchtelingen uit Eritrea te laten opsluiten. Kan de Staatssecretaris uitsluiten dat wij met een genocidair, Bashir, en met een dictator, Afewerki uit Eritrea, gaan samenwerken op dit terrein en dat wij ons op die manier verbinden aan mensen die onwaarschijnlijke hoeveelheden bloed aan hun handen hebben? Graag krijg ik een toezegging.
Tot slot kom ik op de herplaatsing. Kan de Staatssecretaris vertellen hoeveel asielzoekers er vandaag de dag naar Nederlands zijn herplaatst, wat de planning is voor de komende tijd en hoeveel alleenstaande kinderen op dit moment nog onder erbarmelijke omstandigheden vastzitten in Griekenland?
De heer Fritsma (PVV):
Voorzitter. Er komt uit Brussel weer veel slecht nieuws op ons af. Ik begin met de visumliberalisatie. Terwijl dit kabinet zo'n beetje alle asiel- en immigratierecords heeft gebroken die je kunt bedenken, wordt het nu voor grote groepen vreemdelingen weer makkelijker gemaakt om deze kant op te komen. Voor onder meer alle Kosovaren en alle Turken moet straks de visumplicht komen te vervallen. Als dat onverhoopt doorgaat, vervallen daarmee straks heel belangrijke controles, bijvoorbeeld de controle op het hebben van voldoende geld tijdens een verblijf in Nederland en de controle op mogelijk gevaar voor de openbare orde. Denk ook aan de controle op het hebben van een medische reisverzekering, om er maar een paar te noemen. Daar wordt straks in één keer een dikke streep door gezet. Alleen al in het geval van Turkije worden daarmee de poorten naar Europa voor ongeveer 80 miljoen mensen opengezet. Dat leidt tot grote problemen. Daar waarschuwt ook Frontex voor. Uit analyses van onder meer Frontex blijkt dat steeds meer illegale vreemdelingen afkomstig zijn uit visumvrije landen. Het probleem van de illegaliteit wordt straks dus groter. Ik roep het kabinet natuurlijk op om dit niet te laten gebeuren en niet in te stemmen met die visumvrijstelling voor Turken, Kosovaren, Georgiërs en Oekraïners.
De visumvrijstelling voor Turken is onderdeel van de vreselijke deal die de EU met dat land heeft gesloten. Ik heb er nog een paar vragen over. Hoeveel Syrische asielzoekers zijn er inmiddels teruggestuurd van Griekenland naar Turkije? Ook wil ik graag weten hoeveel EU-landen inmiddels Syriërs van Turkije hebben overgenomen. De premier heeft in april nog gezegd dat veel andere landen meedoen, ook Oost-Europese landen, dus ik ben benieuwd naar de stand van zaken. Graag krijg ik een update.
Het zijn juist Oost-Europese landen als Hongarije die zich geen asielzoekers door Brussel laten opdringen. Die landen hebben daar natuurlijk groot gelijk in. Het kabinet zou daar een voorbeeld aan moeten nemen in plaats van een gemeenschappelijk Europees asielbeleid aan te hangen dat toch niet werkt. Dat Europese asielsysteem is bovendien gericht op het faciliteren van de asielinstroom in plaats van het stoppen ervan. Wie weigert om asielzoekers op te nemen, krijgt zelfs een boete van een kwart miljoen euro per asielzoeker aan de broek, zo is het voorstel. Ga hier niet langer in mee, vraag ik het kabinet, en zorg ervoor dat we het toelatingsbeleid niet aan Brussel overlaten, maar in eigen hand houden. Sluit daarbij ook de Nederlandse grenzen voor asielzoekers. Dat blijft de fractie van de PVV vragen, temeer nu steeds weer blijkt dat terroristen als asielzoeker naar de EU komen en ook naar Nederland, gelet op de recente berichten hierover. De Staatssecretaris heeft dit keer op keer gebagatelliseerd. Het zou volgens hem onwaarschijnlijk zijn dat terroristen met de asielinstroom meeliften. Die naïviteit is nu afgestraft, dus het is tijd voor daadkracht.
Ik rond af met een vraag over toegenomen aantallen illegalen in Nederlandse havens. Dat zouden er 500 zijn in de laatste vier maanden. Wat is er met die groep illegalen gebeurd? Zijn ze al uitgezet, zijn ze overgedragen als Dublinclaimant of zijn ze nog hier?
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Verdrinkingen, gevaarlijke overtochten, het tevergeefs zoeken naar een beter leven in Europa; hoe begrijpelijk ook, het vraagt een gezamenlijk antwoord van alle Europese lidstaten. Het is dan ook goed dat de Europese Commissie gisteren een pakket maatregelen presenteerde in een poging om hierop een antwoord te verzinnen. Dat antwoord kan nooit hetzelfde zijn als de Turkijedeal, maar er moeten wel andere oplossingen worden gevonden.
De maatregelen van de Europese Commissie bestaan uit financiële sancties, zoals minder ontwikkelingshulp, het terugdraaien van handelsvoordelen, het stoppen van studentenuitwisselingen en het weer invoeren van visumbeperkingen. Wij zijn nog niet gerust op de uitvoering van deze maatregelen, met name omdat je moet voorkomen dat je de armsten van de armsten raakt in plaats van dat je bereikt wat je wilt realiseren, namelijk terugkeer bevorderen. Ik vraag de Staatssecretaris om ons op de hoogte houden van de ontwikkelingen die plaatsvinden en ervoor te zorgen dat de Kamer hier op haar eigen manier een zeg in heeft.
Het EU-Turkijeakkoord heeft geleid tot een substantiële daling van het aantal verdrinkingen, zo is in het vorige algemeen overleg ook al gezegd. Dat was het primaire doel, maar we zijn nog niet klaar met de uitvoering. Zowel de afhandeling van het aantal asielverzoeken als de wijze waarop asielzoekers en vluchtelingen worden gehuisvest blijft onze voortdurende aandacht houden. Ik verzoek de Staatssecretaris wederom toe te zeggen dat het kabinet vooral in deze periode als voorzitter van het Europese gezelschap, maar ook daarna hierop blijft hameren.
Ik heb begrepen dat er op 15 juni een voorstel zal komen over de Dublinverordening in relatie tot Griekenland. Mijn fractie kan zich niet voorstellen dat we weer op grote schaal gaan «Dublinverordenen», als de asielprocedures in Griekenland zelf niet op orde zijn en als er ook geen grote stappen worden gezet op het terrein van relocatie en de afspraken die we daarover hebben gemaakt. Graag krijg ik een reactie.
De heer Sjoerdsma (D66):
Ik heb een vraag over de verschrikkelijke aantallen doden die op de Middellandse Zee blijven vallen. Mevrouw Kuiken zegt dat het heel mooi is dat ze niet meer tussen Turkije en Griekenland vallen, maar er is natuurlijk wel het verschrikkelijke getal van plus 35% op de hele Middellandse Zee in dit jaar. Wat is het antwoord van de PvdA op die verschrikkelijke cijfers? Gaan we iets doen aan reddingscapaciteit, gaan we iets doen aan opvang op het Europese vasteland? Waar ziet de PvdA de oplossing voor die verschrikkelijkheden?
Mevrouw Kuiken (PvdA):
In ieder geval niet in niets doen, maar in zoeken naar alle antwoorden die we maar kunnen verzinnen. De Turkijedeal was de eerste stap. De problematiek rond Italië en wellicht ook Egypte moeten we op een andere manier zien te ondervangen. Dat vraagt om een veelheid aan afspraken. Dat vraagt om afspraken met herkomstlanden, dat vraagt om extra geld, dat vraagt om ondersteuning, dat vraagt wat mij betreft om extra reddingscapaciteit. Het vraagt ook dat wij over onze eigen schaduw heen stappen om te bekijken hoe we deze problematiek het beste kunnen aanpakken. Ik hoop dat we iets verder komen dan alleen maar de suggestie van meer reddingscapaciteit, want ik denk dat dat alleen te beperkt is. Ik stel de vraag graag terug, maar het is misschien leuk om er in tweede termijn nog wat verder over te debatteren.
De heer Sjoerdsma (D66):
Dan had mevrouw Kuiken moeten interrumperen. Zij suggereert dat andere partijen niets zouden willen doen. Dat is natuurlijk een beetje treurig. Ik heb hier plannen gehoord van de SP tot en met het CDA met alternatieven voor datgene wat nu op tafel ligt. Als mevrouw Kuiken denkt dat je met Libië een deal kunt sluiten, dan wil ik haar wijzen op de politieke situatie in Libië met het aantal regeringen daar. Dat is niet mogelijk. Vandaar mijn vraag en vandaar ook mijn focus op de reddingscapaciteit, gezien het aantal bootjes dat vertrekt uit Libië. Je zult het niet voor elkaar boksen om met Libië een afspraak te maken. Je kunt tot nu toe niet in de territoriale wateren van Libië komen. Dus mevrouw Kuiken bevestigt dat dit kabinet meer moet inzetten op reddingscapaciteit op de Middellandse Zee. Klopt dat?
Mevrouw Kuiken (PvdA):
De heer Sjoerdsma voelt zich heel erg aangesproken door iets wat ik niet heb gezegd en ook niet suggereer. Ik zeg alleen dat we er niet komen met alleen maar meer mensen uit de zee vissen, die dan waarschijnlijk al dood zijn. Dat vraagt dus om een heel breed pakket van afspraken van de Europese Commissie met landen van herkomst; dat vraagt om middelen en geld. Ik vind ook dat er veel meer moet gebeuren dan er tot heden is gebeurd. Het is eigenlijk absurd: we hebben dagelijks contact met Turkije, maar ik denk niet dat Tunesië al is gebeld, om maar een voorbeeld te noemen. Het vergt echt meer denkwerk. Ik ben zeer voor het redden van mensen, maar ik denk dat er echt meer nodig is. Ik had de heer Sjoerdsma zeker kunnen interrumperen, maar ik heb het gevoel dat we samen aan een gezamenlijk eind trekken van een strijd die we gezamenlijk voeren. Daarom had ik die behoefte niet zo.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb een vraag over het bredere plaatje en de investeringen die in Afrika nodig zijn om de mensen niet die oversteek te laten maken. We hebben gisteren de plannen van Commissaris Timmermans gezien. Hij stelt voor – dat is hier in het parlement ook al voorgesteld – om op ontwikkelingssamenwerkingsgelden te korten, wanneer landen niet meewerken aan het terugnemen van vluchtelingen. Voelt de Partij van de Arbeid daar ook voor? In het verleden was dat niet het geval.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ten eerste heb ik niet het idee dat je met Libië dezelfde afspraken kunt maken als met Turkije. Dat gaat simpelweg niet, want er is daar geen regering. Ten tweede ben ik zeer kritisch over de «less for less»-aanpak. Ik kan mij vormen daarvan voorstellen, maar ik heb ook het idee dat de Europese Commissie nu in een overdrive zit. Dit vraagt echt om zorgvuldig nadenken en een aanpak. Het kabinet heeft in een reactie van november 2015 daarover een aantal heel genuanceerde uitspraken gedaan, met name omdat de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) hierover ook buitengewoon kritisch was. Wij delen die kritiek en die zorgen.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Kan ik het zo samenvatten dat als het kabinet wel met de plannen van Timmermans in zee wil, het dan de PvdA tegenover zich ziet?
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ik probeer altijd genuanceerd te blijven, omdat er voor dit soort ingewikkelde kwesties geen 100% gemakkelijke oplossingen zijn. We strijden voor een gezamenlijk doel, maar ik ben er niet van overtuigd dat de wijze waarop de Europese Commissie nu de «less for less»-methode inzet per se leidt tot een heilzame weg. Het is goed dat de Europese Commissie met voorstellen komt. Wij zullen veel van die voorstellen met een open blik benaderen, maar ik ben wel kritisch. We moeten niet in de overdrive. Dit vraagt om zorgvuldige besluitvorming, met name omdat die geen averechts effect moet hebben in plaats van datgene wat we juist willen bewerkstelligen.
Ik kom bij de hervorming van het Gemeenschappelijk Europees Asielbeleid, GEAS. Kortheidshalve verwijs ik naar datgene wat ik in het vorige AO al heb ingezet. Ik wil dat doen op een manier die van belang is. Ik wil ook nog aandacht vragen voor het commentaar van UNICEF dat we in de verdere ontwikkeling van het asielbeleid ook het belang van het kind goed moeten verdedigen en bestendigen. Dat beogen wij onder andere met het initiatiefwetsvoorstel dat we samen met GroenLinks hebben ingediend.
Over visumliberalisatie hebben we standpunten gedeeld. Straks gaan we nog in op het behandelvoorbehoud.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik begin met de wijziging van de Dublinverordening. We zien dat de ambitieuze plannen van de Commissie niet tot uitvoering komen. Ik lees nu dat er een billijke verdeling moet komen, een werkend herverdelingssysteem, maar het lijkt een beetje op het overdrukventiel waar de premier het voorheen over had als het ging over de vluchtelingen in Turkije die eventueel naar Europa zouden mogen komen. Pas als landen te veel vluchtelingen zouden hebben, zou er een verdeling moeten komen. Het is wel het smalste van het smalste, zou je denken van de eerdere herverdelingsplannen. Ik vraag de Staatssecretaris dan ook of dit het nu is. Mogen vluchtelingen die bij de buitengrenzen van Europa aankomen nog gewoon vrijelijk binnenkomen? Misschien wordt er nog een vingerafdrukje genomen, maar vervolgens mogen ze dan doorlopen en zich aanmelden bij het land van voorkeur. Mochten er zich een keer te veel vluchtelingen aandienen, dan treedt de regeling in werking, zo heb ik begrepen. Is dat goed samengevat? Ik wil het graag goed begrijpen.
Slowakije neemt straks het voorzittershamertje over en heeft nu al gezegd de herverdeling niet te zien zitten en onder aan de agenda te zetten. Spreekt de Staatssecretaris hierover met Slowakije in het kader van de overdracht van dit dossier? Hoe wordt dat voortgezet?
Ik kom bij de gezinsleden. Ik lees dat de Staatssecretaris niet zo enthousiast is over «zwaan kleef aan». Ik had het nog niet zo toegepast gezien op de vluchtelingenproblematiek. Hij is bang dat broers en zussen ook weer broers en zussen hebben en dat het een heel lange trein van familieleden oplevert die naar hetzelfde land willen. Ik mag toch aannemen dat er rekening wordt gehouden met familiebanden en niet alleen met het primaire gezin. Ik hoor graag een reactie.
Er zijn inderdaad nog grote zorgen over de 50.000 mensen die in Griekenland vastzitten. Ik begrijp dat er een asielprocedure nodig is. We horen er niets over dat deze mensen herplaatst worden in Europa. Zit daar schot in? Het staat even los van de mensen die op de eilanden zitten. Daar gaat het ook supertraag, maar ik hoor eigenlijk niets over de herverdeling van al die mensen die in de blubber zitten in die tentjes voor de grens met Macedonië. Kan de Staatssecretaris er nog iets over zeggen?
Wat de Turkijedeal betreft, begrijp ik dat Europa netjes betaalt, maar dat de Turken flink achterlopen met de uitvoering, bijvoorbeeld als het gaat om de werkvergunningen. Vorige keer hebben wij gehoord dat er van de 2,7 miljoen vluchtelingen 1.000 een werkvergunning hebben gehad. Dat waren alleen nog maar Syrische vluchtelingen. Kan de Staatssecretaris een update geven? Wat hebben de Turken gedaan aan hun kant van de Turkijedeal? Zij nemen ons steeds de maat, maar in hoeverre komen zij hun beloften aan Europa na?
Ik vraag ook naar de stand van zaken van de visumliberalisatie. Ik ben ook verbaasd dat het zo snel loopt. Ik begrijp nog steeds dat die antiterreurwetten niet van tafel gaan. Klopt het dat de deadline inmiddels is verschoven van 1 juli naar 1 oktober? Kan de Staatssecretaris er iets over zeggen?
Ik neem aan dat we in de tweede ronde spreken over de Europese grens- en kustwacht. Of is dat ook in deze ronde?
De voorzitter:
We gaan in de tweede ronde alleen in op de behandelvoorbehouden. Ik raad u aan om in uw tweede termijn van dit deel van het algemeen overleg nog iets te zeggen over de kustwacht, als dat u belieft.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dan doen we dat in de tweede termijn.
Voorzitter: Fritsma
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Voorzitter. Ik begin met Hongarije, omdat de NRC afgelopen week een bijzonder interessant artikel publiceerde: «Excessief geweld» bij Hongaars hek. Hoe moet dat nou, vraag ik de Staatssecretaris. Hoe moet het nu als Europese landen hun eigen rechtsregels met voeten treden? De UNHCR zegt bij monde van een woordvoerder dat datgene wat Hongarije uithaalt met vluchtelingen niet conform internationale of Europese rechtsregels is. Mensen zien nauwelijks kans om asiel aan te vragen. Ze komen in gevaarlijke situaties terecht. Er is zelfs een vluchteling overleden toen hij de oversteek waagde. Kortom, er is van alles mis. Hoe pakken we zoiets in Europees verband aan? Kan de Staatssecretaris in dit verband reflecteren op de Nederlandse opstelling in dezen: zo min mogelijk vluchtelingen, aansturen op steeds strengere controles en het maar mondjesmaat nemen van de verantwoordelijkheid voor het herverdelen van vluchtelingen uit die landen waar de vluchtelingen in groten getale binnenkomen? Dat veroorzaakt mede die doortocht door de andere Europese landen.
Het einde van het Nederlands voorzitterschap is in zicht en Slowakije zal het hamertje overnemen. Ik vraag mij af wat dit zal betekenen voor de relocatie van vluchtelingen uit Griekenland. Die vordert uiterst langzaam. De Commissie heeft geoordeeld dat op dat vlak onvoldoende voortgang is geboekt. Aangezien Slowakije destijds tegen de verdeling van vluchtelingen stemde en zelf nog niemand heeft opgenomen, wil ik graag weten wat de Staatssecretaris verwacht dat er gaat gebeuren met de herplaatsing van de afgesproken 160.000 mensen.
Ik vind het jammer dat de herziening van de Dublinverordening voortborduurt op een falend systeem. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe de verdeling van lidstaten was? Wie waren er voor een compleet nieuw stelsel en wie tegen? Een punt uit het nieuwe Dublinsysteem dat wordt voorgesteld maar dat mij zeer tegenstaat, zijn de strenge sancties die worden opgelegd als mensen toch naar een andere lidstaat doorreizen. Graag krijg ik een reactie op dit punt.
Helaas wordt de discretionaire clausule voor individuele lidstaten ingeperkt. Waarom is dit? Ziet de Staatssecretaris nog een kans om dit te veranderen? Welke landen zouden in dezen onze medestander zijn?
Wat betreft de alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv's), was in juni 2014 voorgesteld dat de lidstaat waar de amv zich bevindt verantwoordelijk is. Dat zou nu de lidstaat worden waar de asielaanvraag is ingediend. Waarom is dit veranderd en welk doel dient dit? Ook vraag ik mij af of beter kan worden gekeken naar de rechten van kinderen. Ik pleit er net als UNICEF voor dat er geen kinderen worden opgesloten. In dat licht vraag ik welke gevolgen de uitspraak van het Europees Hof van Justitie heeft dat migranten die doorreizen binnen de EU niet mogen worden gedetineerd.
Tot slot zeg ik nog iets over de gisteren verschenen plannen voor nieuwe migratiepartnerschappen met derde landen. Ik vraag mij af over welke derde landen het gaat, of er al gesprekken gaande zijn en of die afspraken zullen lijken op de afspraken met Turkije. Hoe staat het nu met de mensenrechten van vluchtelingen in Turkije en hoe vordert het onderzoek van de Commissie naar de situatie aldaar? Is dat onderzoek überhaupt al gestart? Kan de Staatssecretaris een eerste tipje van de sluier oplichten? Kan hij in detail ingaan op de ontwikkelingen in het Middellandse Zeegebied? Welke kant kijken de Commissie en de Raad op om het toenemende dodenaantal te beperken?
Voorzitter: Gesthuizen
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Voorzitter. Ik begin met een paar hoofdvragen van de Kamer over de door de Commissie voorgestelde herziening van het GEAS, het Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem. Ik zou die vragen kunnen samenvatten in de vraag waarom er niet een beter voorstel voorligt. Mevrouw Voortman vroeg verder waarom Nederland niet laaiend enthousiast is over wat er is voorgesteld. Die twee hangen samen, want Nederland is voorstander van een veel verdergaande wijziging van het systeem. Dat is optie 2, de optie waarover de Commissie de lidstaten polste voordat ze met haar officiële voorstellen kwam. Natuurlijk is wat er nu ligt, beter dan niks. We zullen de voorstellen dan ook positief benaderen en steunen door er zo veel als maar mogelijk is van te maken. Als je eigenlijk veel meer wilde, is het ook weer niet zo heel gek dat je nog wat vragen hebt bij dit traject. Overigens is Nederland met zijn vragen niet de vertragende factor.
Dat de Commissie de oorspronkelijk optie 2, evenredige herverdeling over alle lidstaten, niet heeft gepresenteerd, heeft volgens mij vooral te maken met pragmatisme door de Commissie en de haalbaarheid van dat voorstel. Het zou een mooier voorstel zijn geweest, maar wel een voorstel dat is gedoemd om in schoonheid te sterven. Dit minder vergaande en minder oplossende voorstel, dat overigens wel een verbetering is ten opzichte van de huidige situatie, is minder mooi en dan moet je bepalen of het kansrijker is en of het minder bezwaren oproept. Daar zit het ergens tussen. Ik heb gevraagd wie precies wat vond, maar zo is het niet behandeld. Ik heb ook al eerder aangegeven dat ongeveer een derde van de lidstaten voorstander was van heel vergaande aanpassingen. Dat zijn grofweg de landen waar de meeste asielzoekers Europa binnenkomen en de landen waar ze het liefst naartoe gaan. Die club landen wil de regels het liefst herzien, want die voelen de problemen het meest. Dan is er nog een groep landen die het probleem zelf niet kennen, maar wel bereid zijn te praten over wat er nu voorligt, omdat ze wel inzien dat er een probleem is. Ten slotte is er een groep landen, ook ongeveer een derde van de lidstaten, die dit voorstel ook niet willen omdat ze het probleem niet willen zien en er op dit moment ook niet zo veel last van menen te hebben. Ook in het geval van dit voorstel wordt het dus niet makkelijk om tot een besluit te komen dat breed wordt gedragen. Ik voorzie daarom dat er nog heel wat discussies zullen plaatsvinden. Er is gevraagd of Nederland iets zou kunnen forceren. Ik kan een stemming forceren, maar die zal negatief uitvallen en dan zijn we alleen maar verder van huis.
Hoe gaan we met de Slowaken om? Het voorzitterschap duurt een halfjaar en daarom kennen we de constructie met het triovoorzitterschap. De drie landen die na elkaar het voorzitterschap op zich nemen, werken daarin samen. Wij zitten aan het begin van de cyclus, samen met Slowakije en Malta, en wij zullen onze rol spelen als lidstaat, niet zijnde voorzitter, en in dat triovoorzitterschap overleggen en sparren over de vraag hoe we het het beste kunnen doen. Het lijkt mij het verstandigst om te kiezen voor een soort ritssluitingaanpak. Dat wil zeggen dat je begint met de onderdelen waarover je wel makkelijk tot overeenstemming kunt komen en vervolgens beziet of je daardoor bij de andere onderdelen steeds meer naar elkaar toe groeit. Dat is een proces waar je je aan vast kunt houden, maar ik vrees dat het nog niet betekent dat we heel snel positieve resultaten zullen boeken in Europa.
De heer Voordewind vroeg of je in dat voorstel mag doorreizen. Dat is niet het voorstel. Het voorstel is juist bedoeld om definitief een einde te maken aan de doorwuifaanpak. Als iemand met veel pijn en moeite toch door weet te reizen naar een land van voorkeur, dan kan die persoon geen aanspraak maken op alle rechten die hij zou hebben als het zijn eerste land van binnenkomst was. Dat is bedoeld om doorreizen te ontmoedigen. Als een land op grond van de verdeelsleutel van de totale instroom naar Europa hoger uitkomt dan 150% van het toegewezen contigent, zou er sprake moeten zijn van herverdeling naar andere landen, om te beginnen tot 100% van de verdeelsleutel voor dat land. Wat ik zeg is nogal technisch, maar het betekent dus niet dat het uitgangspunt is dat mensen zelf het land van bestemming kunnen kiezen. Het is juist expliciet de bedoeling om dat te voorkomen. Lidstaten die te kampen krijgen met een overmatige belasting van hun systeem doordat ze mensen niet meer informeel kunnen herplaatsen, worden geholpen met de overdracht van mensen naar lidstaten die voor deze mensen ruimte moeten maken.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik wil het even goed scherp krijgen. Werkt het herverdelingsmechanisme uit scenario A nu wel of niet aan de buitengrenzen? Of treedt het pas in werking op het moment dat mensen zich aanmelden? Treedt het herverdelingsmechanisme met andere woorden pas in werking als daar die 125% wordt overschreden? Zo niet, dan krijg je toch weer te maken met dat heen en weer lopen.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Heel concreet: als er iemand in Italië of Griekenland aankomt die vandaar niet kan doorreizen en Griekenland of Italië onverhoopt met een onevenredige instroom te maken hebben, zullen mensen vanuit die twee landen herplaatst worden naar andere landen.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ze moeten daarvoor dus in de buitengebieden Italië en Griekenland asiel hebben aangevraagd of in procedure zijn genomen. Als ze zich daar wel registreren maar in die landen geen procedure starten omdat ze dat in Duitsland willen doen, worden ze dan wel of niet doorgelaten?
Staatssecretaris Dijkhoff:
Nee. Als je een vluchteling bent, gaat het je om asiel en veiligheid. Je doet dan je aanvraag zodra je in Europa bent. Je kunt dan niet zeggen: ik wil dat alleen maar in Duitsland doen. Dat kan dus niet. Het is dus niet zo dat iemand zich wel in Italië kan laten registreren, zodat bekend is wie hij is, maar daar geen asiel hoeft aan te vragen. Als het iemand lukt om toch stiekem door te reizen en in Duitsland asiel aan te vragen, kan Duitsland een claim leggen op terugkeer naar Italië. Als Italië op dat moment te maken heeft met een bovenmatige instroom kan Italië vervolgens wel weer op een andere manier worden geholpen met herplaatsing.
Voorzitter. Ik ga door van de plannen naar de situatie nu. De heer Sjoerdsma vroeg hoeveel personen er inmiddels zijn herplaatst. Uit het overzicht van de Commissie bleek dat er op 31 mei van dit jaar 1.800 personen zijn herplaatst, 1.142 vanuit Griekenland en 718 vanuit Italië. Daarnaast zijn er 7.920 plaatsen concreet aangeboden voor herplaatsingskandidaten.
De heer Fritsma vroeg hoeveel mensen vanuit Griekenland naar Turkije zijn teruggekeerd. Sinds begin april de afspraken van kracht zijn geworden, zijn dat circa 745 migranten, van wie er 20 uit Syrië kwamen. De heer Fritsma vroeg ook naar het aantal hervestigde personen vanuit Turkije. Uit mijn hoofd gezegd zijn dat er 170.
De voorzitter:
Ik meen ook een specifieke vraag over de opvang van het aantal kinderen te hebben gehoord.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Uit mijn hoofd zeg ik tegen de heer Fritsma dat het om 130 tot 170 mensen gaat. In ieder geval zijn er meer mensen hervestigd vanuit Turkije naar Europa dan er Syriërs vanuit Griekenland naar Turkije zijn teruggegaan. De reden daarvan is dat we met Turkije hebben afgesproken dat we op andere manieren aan hervestiging zullen doen als de stroom echt opdroogt. We zullen het dan niet alleen maar een-op-een doen. Verder willen we ook niet dat Turkije met recht van spreken kan zeggen: we nemen nu even geen mensen terug uit Griekenland omdat jullie achterlopen.
De heer Fritsma (PVV):
Misschien kan de Staatssecretaris het iets specificeren. De achtergrond van mijn vraag is dat de premier tijdens het debat in april heeft gezegd dat veel landen, waaronder Oost-Europese landen, meedoen met het overnemen van mensen uit Turkije. Omdat de premier dat heeft gezegd, hoop ik dat de Staatssecretaris het nu wat meer kan concretiseren. Ik doel dan vooral op de vraag hoeveel mensen de Oost-Europese landen hebben overgenomen.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Dat antwoord is 3. Inmiddels zie ik overigens dat het aantal hervestigingen vanuit Turkije is opgelopen naar 449; het loopt dus. Drie Oost-Europese landen nemen hier nu concreet aan deel.
Dan de vraag over de opvang van kinderen in Griekenland. Griekenland is daarvoor de eerstverantwoordelijke en het vult die verantwoordelijkheid in door de ngo's hierbij te betrekken. De ngo's hadden een tijdje problemen met de opvang, maar ze werken er nu meer en meer aan mee. In sommige gevallen worden de amv's op de eilanden onder voogdij geplaatst van ngo's en in speciale huizen ondergebracht. Op Lesbos is er een open faciliteit voor kwetsbare personen, onder wie kinderen die niet opgevangen kunnen worden in de andere geschikte locatie, kamp Moria op Lesbos. Verder worden er ook migranten overgebracht naar opvangcentra op andere Griekse eilanden als de faciliteiten op een bepaalde plek te vol raken. Ten slotte wordt er in diverse opvangcentra gewerkt aan speciale voorzieningen voor kinderen.
Het precieze aantal amv's in Griekenland is niet bekend. Het merendeel van de in Griekenland aanwezige minderjarige vreemdelingen bevindt zich op Lesbos. Deze minderjarigen zijn vaak afkomstig uit Afghanistan.
Dan de vragen over Turkije en de mensenrechtensituatie aldaar. Nogmaals, die verantwoordelijkheid is bij de Commissie belegd. Wij vragen daar natuurlijk wel naar en we vragen het ook na. Bij de UNHCR benadrukken wij ook steeds dat wij het prettig vinden dat de UNHCR erbij betrokken wordt en onderzoek doet naar dat soort gevallen. De Kamer heeft hierover van gedachten gewisseld met mijn collega Minister Koenders. Hij heeft de Kamer ook geïnformeerd over de stand van zaken en aangegeven welke informatie hij met de Kamer zal delen. We verwachten verder dat het EASO een breder rapport zal uitbrengen, maar ik weet niet precies wanneer dat rapport naar de Kamer komt.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Mijn vraag was inderdaad wanneer dat rapport naar de Kamer komt, maar de Staatssecretaris heeft al gezegd dat hij dat niet weet. Ik ben wel benieuwd te horen wat er in de tussentijd gebeurt. Vooralsnog gaat het namelijk niet verder dan de situatie volgen. Ik vind dat, gezien de ernst van de misstanden, vrij ernstig. Kan de Staatssecretaris mij concreet aangeven wat er verder nog gebeurt?
Staatssecretaris Dijkhoff:
Misschien hebben wij een ander beeld van hoe het gaat. Er komt niet op een gegeven moment een lijvig rapport van de UNHCR. De UNHCR werkt meer hands-on: ze onderzoekt zaken en bespreekt die met de autoriteiten. De Commissie bespreekt het dan ook met de autoriteiten. Er zit dus niet een heel bureaucratisch proces tussen. Het is een constant proces dat bestaat uit het aanspreken van mensen op vermeende incidenten. Men zoekt uit hoe het zit, spreekt instanties aan op wat er gebeurd is en zorgt voor verbeteringen. Dat is het dagelijkse werk van de UNHCR en we hoeven daarvoor niet eerst te wachten op een rapport van de UNHCR of iets dergelijks.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Maar het punt is natuurlijk wel dat wij geluiden horen van Amnesty en Human Rights Watch dat vluchtelingen beschoten worden en dat er sprake is van kinderarbeid. Dat zijn misstanden in het land van een partner met wie wij een deal hebben gesloten over die vluchtelingen. Wij zijn indirect dus wel degelijk verantwoordelijk. Zegt de Staatssecretaris nu dat hij daar niet verantwoordelijk voor is en dat de UNHCR af en toe bekijkt wat er gebeurt? Ik vind het gewoon te weinig en ik mis de urgentie om er wel wat aan te doen.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Volgens mij voelen wij een behoorlijke urgentie. Wij, maar niet alleen wij, ook de Commissie, spreken dagelijks en wekelijks samen met de UNHCR derde regeringen, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, aan op hun gedragingen en op wat er in hun landen gebeurt. Wij doen dat, ook al zijn we daar niet verantwoordelijk voor. Het gevoel van urgentie is in mijn ogen dan ook zeer groot. Die urgentie wordt bovendien niet alleen gevoeld maar ook in daden omgezet.
Voorzitter. Ik ga verder met de vragen van de heer Voordewind. Ik kan bevestigen dat Turkije nog steeds doorgaat met het verlenen van arbeidsvergunningen. Dat wil natuurlijk ook weer niet zeggen dat Turkije bezig is met een programma om 3 miljoen mensen allemaal een arbeidsvergunning te geven, want daar gaat wel een aanvraag aan vooraf. De aanvragen van zowel Syriërs als niet-Syriërs worden in behandeling genomen en die aanvragen leiden zeker ook tot arbeidsvergunningen. De Turken hebben verder hun capaciteit bij de asielprocedures en de andere procedures vergroot om de achterstanden weg te kunnen werken. En de heer Voordewind zei het al: ze vangen wel 3 miljoen mensen op. Ze zorgen zo goed mogelijk voor zorg, opvang en voedselhulp. Die inspanningen vergroten ze ook, mede met behulp van het Europese geld dat nu steeds meer beschikbaar komt en de projecten die de Europese Unie financiert. Die projecten zijn met name gericht op onderwijs en zorg aan minderjarigen. Ten slotte is Turkije zeer actief bezig met de bestrijding van de mensensmokkel.
De heer Sjoerdsma vroeg hoe het kan dat Turkije ineens aan alle benchmarks voldoet. Je kunt natuurlijk, zoals de heer Sjoerdsma deed, de twee aantallen noemen, maar als iemand nog niet aan alle eisen voldoet, wil dat natuurlijk ook niet zeggen dat het op nul staat. Het kan het ook net niet zijn. Als je dan gewoon hard doorwerkt, voldoe je op een gegeven moment wel aan de eisen. Dat Turkije in korte tijd van 19 naar een getal in de 50 gaat, is niet onmogelijk. En op zichzelf is het natuurlijk ook lovenswaardig dat men zo hard werkt dat er nu aan bijna aan alle benchmarks wordt voldaan. Ik zie daar, eerlijk gezegd, dus niet meteen een probleem in.
Ook de signalen die door vrijwel alle Europese lidstaten, de Commissie en het Europees Parlement zijn afgegeven, zijn duidelijk: wij vinden echt dat het pas kan doorgaan als aan de benchmarks is voldaan. Het is niet gek dat die signalen leiden tot nog meer inspanningen om aan de benchmarks te voldoen. We zeggen daarmee namelijk dat we geen ruimte geven aan een houding van «als je een beetje aardig rapport hebt, mag je toch wel over». Dat Turkije hard werkt om de benchmarks te halen, is dus niet zo gek. Ik kan niet voorspellen of Turkije het per 1 juli zal halen. De oorspronkelijke afspraak is overigens natuurlijk ook niets nieuws. De afspraak was oktober en die afspraak is naar voren gehaald. Ik verwacht daarover een nieuw rapport van de Commissie te krijgen. Ik kan niet voorspellen of Turkije wel of niet aan de eisen zal voldoen. Ik heb in ieder geval nog geen rapport gezien dat men er wel aan voldoet.
De heer Sjoerdsma vroeg: als er dan een deal is met Turkije over visumliberalisatie, gaan we dan …? Er komt geen deal. Er zal worden geconstateerd of Turkije wel of niet voldoet aan de eisen en als Turkije dat doet, zullen wij ons aan ons woord moeten houden.
Er is ook gesproken over chantage. Volgens mij heeft Turkije niet gezegd dat men niet meer zal meewerken aan de afspraken die nu operationeel zijn. Soms wordt er wel gezegd dat men wellicht ook nog niet klaar is voor een breder akkoord dan het akkoord dat nog getekend moet worden, maar dat is niet essentieel voor wat we nu al doen met Griekenland en Turkije. Het is verder ook niet essentieel voor de afspraken die hebben geleid tot de gedaalde instroom en het gedaalde aantal verdrinkingen.
De heer Sjoerdsma (D66):
Misschien moet ik iets specifieker zijn. Mijn vraag betrof eigenlijk het moment waarop het kabinet samen met de andere kabinetten in Europa zal vaststellen dat Turkije voldoet aan alle criteria. Ik zou graag zien dat het kabinet met de Kamer spreekt over de voorwaarden voor visumliberalisatie, voordat die in de JBZ-Raad of een andere Raad in Europees verband wordt vastgesteld.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Dat zit volgens mij ook al een beetje in het tweede deel van deze middag. De Kamer zal altijd vooraf worden geïnformeerd over het voornemen van het kabinet. Ik ga verder niet over de Kameragenda. Ik heb nu nog niet het signaal gekregen dat er eind juli allemaal extra vergaderingen zullen zijn, maar ja: je weet het nooit. De Kamer zal geïnformeerd worden en het is vervolgens aan de Kamer om te bepalen hoe zij daarmee omgaat en op welke manier zij daarover met de regering wil spreken. Eerst zal de Commissie moeten vaststellen dat zij van mening is dat Turkije aan de benchmarks voldoet. Als wij daarover worden geïnformeerd, hoort de Kamer dat natuurlijk ook. Wij zullen de Kamer dan ook informeren over welk gevolg de regering daaraan moet of wil geven.
De heer Sjoerdsma (D66):
Oké. Volgens mij vinden we elkaar op dit punt. Het kabinet gaat inderdaad niet over de agenda van de Kamer. Ik hoor de Staatssecretaris verder heel duidelijk zeggen dat het parlement wordt geïnformeerd, voordat Nederland een positie inneemt over de constatering dat Turkije al dan niet voldoet aan alle criteria die zijn gesteld voor de visumliberalisatie.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Ja, dat klopt.
Voorzitter. De heer Azmani vroeg naar de visumvrijheid en de visumreciprociteit. Waarom hebben bepaalde landen daarover geen afspraken gemaakt met de VS en Canada? De reden is dat die landen simpelweg niet voldoen aan de voorwaarden die de VS en Canada stellen aan hun visa waiver programs. De VS en Canada hebben aangegeven hier inhoudelijk naar te willen kijken en strikt maar fair te willen zijn. De lidstaten die hiervan nog niet kunnen genieten, blijven met de VS en Canada in gesprek. Wij stimuleren dat ze eruit komen. Wij hopen dat het lukt, maar het gaat er wel om dat die lidstaten nog niet voldoen aan bepaalde inhoudelijke eisen.
De heer Azmani vroeg wanneer wij verwachten dat het Europees Parlement met het noodremmechanisme in kan stemmen. De verwachting is nu dat het EP hierover in juli zal stemmen. Wij verwachten dat we eruit kunnen komen, voordat de voorstellen voor de visumliberalisatie ingaan. In de voorliggende voorstellen over visumliberalisatie wordt die expliciete link met de conditionaliteit van de noodremprocedure ook gelegd. Het staat bijvoorbeeld ook in het voorstel over Georgië.
De stemmingen, met heel veel amendementen, over de Europese grens- en kustwacht hebben inmiddels plaatsgevonden en daardoor kunnen we nu echt aan de slag. Het bevat veel technische punten en die zou ik niet allemaal willen opnoemen. Er heeft een technische triloog plaatsgevonden en er blijkt ruimte te zijn voor een gemeenschappelijk compromis over gedeelde verantwoordelijkheden, definities, informatie-uitwisseling en risicoanalyses. In de eerste politieke triloog werden er ook oplossingsrichtingen zichtbaar voor de liaisons, de European Border Guard Teams, de uitrusting en de funding. Er resteren nog zaken waarover we verder moet spreken, zoals de binnengrenscontroles, artikel 18, Search and Rescue en de vulnerability assessment die van de lidstaten zal worden gemaakt. Maar goed, dit is allemaal work in progress. In ieder geval weet het Europees Parlement zelf nu ook wat het wil en waar er ruimte ligt. Dat maakt het mogelijk om de triloog vanaf nu goed te voeren.
Ik ben gevraagd om een appreciatie van een voorstel dat wij ook nog niet officieel hebben ontvangen, de mededeling van de Commissie over de externe dimensie. We zullen de Kamer natuurlijk via een fiche informeren. Grof gezegd ben ik er in eerste instantie positief over dat er voorstellen komen. Het erkent dat we er nog lang niet zijn. Het erkent dat de oplossing voor dit vraagstuk niet alleen maar ligt in afspraken tussen de Europese lidstaten, omdat we ook buiten ons clubje moeten kijken. Het erkent ook het belang van de terugkeer naar en de samenwerking met landen van herkomst, iets waar Nederland altijd op heeft gehamerd. Nu we zo vaak de Commissie hiertoe hebben aangespoord, kunnen we er alleen maar tevreden over zijn dat er nu plannen liggen. We erkennen hiermee verder dat je moet voorkomen dat mensen met de reis beginnen als je echt iets wilt doen aan het voorkomen van nog meer verdrinkingen. Zolang er mensen op die bootjes stappen, zullen er, hoeveel reddingsmissies er ook zijn, mensen blijven verdrinken. Het wrange en paradoxale effect is dat we met de verdrievoudigde inspanning van vorig jaar op die route wel meer mensen hebben gered maar dat we er niet mee hebben voorkomen dat er meer mensen zijn verdronken. Het is ongrijpbaar en je kunt niet zeggen dat … Je moet daar een humanitaire missie hebben, want je kunt natuurlijk niet lijdzaam toezien wanneer er mensen verdrinken.
Niet te ontkennen valt dat een verhoging van de reddingsinspanningen het wrange neveneffect heeft dat er nog meer mensen te redden zijn en dat dat niet altijd lukt. Als je echt iets wilt doen aan het stoppen van de verdrinkingen, bijvoorbeeld door afspraken te maken met Turkije, is de crux van een effectief antiverdrinkingsplan – zo noemt mijn Belgische collega de afspraken met Turkije – dat je afspraken maakt met de andere kant van de zee. Je zult mensen zo snel mogelijk na hun redding terug moeten brengen en mensen moeten ontmoedigen om überhaupt aan deze reis te beginnen. Dat eist veel van ons, zeker als je je realiseert dat Italië veel meer werk heeft te doen aan de overkant dan Europa in het geval van Turkije. Het is dus goed dat de Commissie daar een breed pakket voor heeft liggen.
De Commissie heeft niet voorgesteld om morgen met de leiders van problematische en verwerpelijke regimes om de tafel te gaan zitten. Ik geloof ook niet dat de Commissie propageert dat daar de sleutel ligt. Ik gooi daarom niet op voorhand allerlei deuren dicht. Wij staan open voor suggesties voor goede oplossingen, maar afspraken maken met een regime dat de vluchtelingenstroom juist in stand houdt, doen we alleen als het afspraken zijn die tot een echte paradigmawisseling leiden. Voordat het zover is, kunnen we dergelijke afspraken niet omarmen. Ik ga nu niet bij voorbaat oplossingsrichtingen uitsluiten door alle creativiteit uit het onderhandelingsproces te halen. Als afspraken uiteindelijk helpen om de mensen daar meer perspectief te bieden en om de noodzaak om te vluchten weg te nemen, zullen we ze bekijken.
In het geval van less for less, more for more en andere creatieve zaken is het zaak effectief te zijn. In het verleden hebben we voorbeelden gezien van less for less die zo generiek vorm waren gegeven dat ze niet hielpen of niet effectief waren. Als je de hulp voor de allerarmsten verlaagt, stoppen die allerarmsten niet opeens met hun pogingen om te migreren. Je kunt het wel goed gericht doen door de mensen die hierover beslissen en die blokkeren dat mensen worden teruggenomen die geen recht hebben op asiel, met maatregelen te laten merken dat je het niet eens bent met de gang van zaken. Dan kan zo'n maatregel heel effectief zijn en in dat geval moet je die maatregel ook zeker niet achterwege laten. Wat ik nu zeg, wordt steeds vager, omdat ik nu niet al te diep wil ingaan op de concrete uitvloeisels van plannen die pas gisteren zijn gepresenteerd en die nog niet heel erg duidelijk zijn. Het verminderen van de noodzaak om te vluchten, het investeren in een betere situatie daar en in betere grens- en kustbewaking, en het dicht bij de kust van Afrika sneller redden van mensen zijn zeker elementen die op onze instemming kunnen rekenen. Wij zijn dan ook heel blij dat de Commissie stevige aandacht besteedt aan die maatregelen in combinatie met effectieve terugkeer.
Het plan van Oostenrijk. Ik heb nog geen plan van Oostenrijk gezien. Ik heb eerlijk gezegd alleen een plan gezien van een Nederlandse architect voor een eiland tussen Europa en Afrika. Hij verenigde al het talent van Nederland om land te creëren waar nu geen land is, met creatieve oplossingen. Ik wil daarmee niet zeggen dat we het morgen gaan doen, maar ik word van dat soort gedachten wel … Als je een plek kunt creëren waar mensen die geen recht hebben op verblijf in Europa op een betere manier dan nu in Afrika kunnen worden ondergebracht, is dat natuurlijk een erg goed concept. Als het praktisch uitvoerbaar zou zijn, dan ja … Maar daar heb ik dan weer geen verstand van.
Mevrouw Gesthuizen vroeg of het voorstel om alleenstaande minderjarigen terug te sturen naar lidstaten van eerste asiel in strijd is met de uitspraak van het Hof van Justitie van 6 juni 2013. Daarover is inmiddels uitvoerig met de Kamer gecommuniceerd. De Commissie heeft hierover in 2014 een standpunt ingenomen en wij vinden met de Commissie dat het in het belang van de minderjarige is dat er snel duidelijkheid wordt gegeven over de uitkomst van het verzoek en dat daar vervolgens ook snel opvolging aan wordt gegeven. Dat wil zeggen dat er bij inwilliging snel wordt begonnen met de integratie en dat er na een afwijzing wordt gewerkt aan spoedige terugkeer. Een stelsel waarbij een minderjarige na afwijzing wordt gestimuleerd om door te reizen naar andere lidstaten, is ook niet in het belang van de minderjarige zelf. Het kabinet kan zich dan ook goed vinden in het voorstel van de Commissie dat het de regel blijft dat het land van eerste asiel verantwoordelijk is en blijft voor een minderjarige.
Of dit nieuwe voorstel in strijd is met die uitspraak durf ik nu nog niet te zeggen. De Commissie doet dit voorstel en zij zal er in eerste instantie voor moeten zorgen dat het voorstel niet in strijd is met het EU-recht of de jurisprudentie. Tegelijkertijd is het ook van belang te beseffen dat de uitspraak van het hof de uitleg was vaneen niet meer van toepassing zijnde versie van de Dublinverordening. In een nieuwe verordening kun je regels stellen waarin je het principe verenigt met het belang dat je je rekenschap geeft van het belang van het kind.
Mevrouw Gesthuizen vroeg of de nieuwe plannen de mogelijkheid beperken om de discretionaire bevoegdheid te gebruiken. In het voorstel van de Commissie wordt die beperkt tot familiegerelateerde aspecten. Ik heb hierover dezelfde vragen als de Kamer en die vragen zullen we in de behandeling van de voorstellen aan de orde stellen. Wij willen bijvoorbeeld ook weten of het niet een te beperkte opvatting is van de ruimte die een lidstaat zou moeten hebben. Ik ben verder ook benieuwd om te horen waarom de Commissie die beperking heeft voorgesteld. Misschien zit er wel een heel doordacht iets achter haar motivering.
Mevrouw Gesthuizen stelde ook een vraag over Hongarije. Nederland verwacht van de lidstaten, net zoals de lidstaten dat van ons verwachten, dat zij zich aan hun verplichtingen houden en de mensenrechten respecteren. Frontex heeft duidelijke richtlijnen voor grensoverdrachten en grenswachten opgesteld en daaraan zullen landen zich moeten houden, omdat het ook onderdeel is van het handvest. De Hongaarse autoriteiten zullen dit soort berichten moeten uitzoeken en maatregelen moeten treffen om herhaling te voorkomen. Verder moet Hongarije eventueel ook maatregelen nemen tegen de mensen die de fout in zijn gegaan. Zo niet, dan kunnen er maatregelen tegen Hongarije worden genomen. Als het zover komt, zou dat niet voor het eerst zijn. Voorzitter. Ik heb nog twee punten over Griekenland. Ik begin met de huisvesting van mensen in Idomeni. Deze mensen zaten daar natuurlijk onder erbarmelijke omstandigheden. Een deel van hen is overgebracht naar Griekse centra, ook al is daar wellicht ook nog wel ruimte voor verbetering. Ik ken ze niet allemaal, maar de afbeeldingen van die centra zagen er in ieder geval een stuk beter uit dan die van Idomeni. Ik heb niet alles kunnen zien, maar het is in ieder geval van belang dat Griekenland deze mensen actief onderbrengt in faciliteiten waarvoor het de verantwoordelijkheid draagt.
In het verlengde hiervan is een vraag gesteld over een aangekondigd statement van de Commissie over Dublinclaims op Griekenland. Ik ken dat statement niet, maar ik weet dat het speelt. De verwachting is natuurlijk niet dat de Commissie in een keer kan zeggen dat het daar goed genoeg is. Aan de andere kant is het ook van belang dat we het niet opgeven. We moeten ervan blijven uitgaan dat Griekenland op een dag zijn systeem zo goed op orde heeft dat wij daar met goed fatsoen mensen kunnen laten verblijven en mensen daarheen kunnen terugbrengen als die mensen Europa via Griekenland zijn binnengekomen.
Over de stand van zaken rond de beroepscommissie kan ik aangeven dat deze commissie in een aantal zaken het beroep heeft afgewezen van mensen uit Syrië die in het geweer waren gekomen tegen de verklaring dat ze teruggezonden konden worden naar Turkije. Behalve zaken waarin de beroepscommissie heeft uitgesproken dat mensen niet terug kunnen keren naar Turkije, zijn er nu dus ook zaken waarin de beroepscommissie heeft uitgesproken dat iemand wel terug kan keren naar Turkije. De individuele beoordeling werkt dus. De Griekse Minister zal de eerste zijn om te onderstrepen dat er ruimte voor verbetering is, maar daar wordt dus ook nog steeds aan gewerkt.
De voorzitter:
De Staatssecretaris is klaar met zijn beantwoording in eerste termijn. Ik kijk naar mijn collega's om te zien of zij behoefte hebben aan een tweede termijn. Mijnheer Fritsma, u kunt het af met een interrumperende vraag?
De heer Fritsma (PVV):
Ja, er staat nog een vraag van mij open. Dat is mijn vraag over de in Nederlandse havens aangetroffen illegalen. Dat zouden er volgens de laatste berichten 500 zijn geweest in de eerste maanden van het jaar. Mijn vraag is wat er met die illegalen is gebeurd. Zijn ze wel of niet al het land uitgezet?
Staatssecretaris Dijkhoff:
Voorzitter, die vraag kan ik niet onmiddellijk beantwoorden.
De voorzitter:
Dan ga ik eerst de andere vragen inventariseren in een soort korte tweede termijn.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Ik heb al een interruptie geplaatst over het vervolg op de rapporten van Amnesty International en Human Rights Watch. De Staatssecretaris reageerde daarop met de opmerking dat de UHNCR het in de gaten houdt. Kunnen wij ook informatie krijgen over de precieze punten waarop Turkije wordt aangesproken? Ik vraag dat omdat het nu voor ons niet inzichtelijk is wat er concreet gebeurt.
De heer Voordewind (ChristenUnie):
Mijn vraag over familieleden, broers en zussen, in verband met de gewijzigde Dublinverordening is nog niet beantwoord. Wordt er rekening gehouden met die familieband? Broers en zussen kunnen onder die nieuwe regeling voor de herverdeling namelijk naar verschillende landen worden gestuurd.
De voorzitter:
Ik heb zelf één allerlaatste vraag, met het oog op Hongarije. We hoeven niet op de tijd te letten en daarom stel ik deze vraag als woordvoerder en niet als voorzitter.
Het is overigens niet zozeer een vraag, want ik wil vooral opmerken dat ik wat dat betreft vind dat de Europese Unie, gezien de situatie die ontstaat aan haar grenzen en soms in landen van de Europese Unie zelf, eigenlijk afglijdt naar misschien wel de situatie van voor de Europese eenwording, maar zeker naar de situatie van voor het Vluchtelingenverdrag. Misschien kan de Staatssecretaris reflecteren op de vraag of hij dat beeld al dan niet herkent of deelt. De regels die we met elkaar hebben afgesproken, of het nu in VN-verband is of in Europese Unie-verband, worden met voeten getreden. Ik maak me daar grote zorgen over.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Voorzitter. In de eerste vier maanden van dit jaar zijn er 480 verstekelingen aangetroffen in Hoek van Holland. Vorig jaar waren het er 504. Ik teken daar wel bij aan dat we vooral in de tweede helft van vorig jaar de controle hebben geïntensiveerd en dat er daardoor meer mensen zijn tegengehouden. Het is dus de voortzetting van een ontwikkeling die al langer aan de gang is. Ik kan niet per individu aangeven wat er met hem of haar is gebeurd, want dat hangt af van de status die die persoon heeft. Als iemand al in een ander land is geregistreerd omdat hij daar Europa is binnengekomen, kun je een Dublinclaim leggen, maar het kan ook gebeuren dat mensen alsnog asiel aanvragen wanneer ze worden aangetroffen. Ik heb geen overzicht van het aantal mensen dat in procedure is genomen en van de conclusies die daarna zijn getrokken. Ik kan dus ook niet zeggen hoeveel mensen zijn uitgezet. Ik weet wel dat een groot deel van deze mensen de Albanese nationaliteit heeft en dat wij hen – ik kan me geen uitzonderingen herinneren – snel door de procedure kunnen halen en dat ze snel kunnen worden afgewezen en uitgezet, omdat Albanië wordt erkend als een veilig land van herkomst. We hebben daarvoor een speciale vlucht geregeld en een aantal mensen op die vlucht heeft in interviews in de media ook gezegd dat zij een poging hadden gedaan om via Hoek van Holland Engeland te bereiken en dat zij nu door ingrijpen van Nederland op het vliegtuig van Nederland naar Albanië zaten.
De heer Voordewind sprak over gezinsleden. Hierbij spelen twee mogelijke situaties. De Commissie stelt nu voor – wij hebben daar moeite mee – om het familiebegrip uit te breiden, niet alleen voor de herverdeling maar ook voor Dublin. Dat betekent dat als iemand ooit asiel in Nederland heeft aangevraagd, nadat het hem gelukt was om zich hierheen te laten smokkelen, hij een familielid dat in Italië aankomt naar Nederland kan laten komen, omdat die persoon dan ook bij Nederland zou horen. In het systeem zie je immers dat familieleden van degene die in Italië aan is gekomen, in Nederland verblijven. Wij vinden dus dat je die kring niet breder moet maken dan de kern van het gezin. Bij de herverdeling is het natuurlijk een factor waarmee je rekening kunt houden, maar dat is allemaal nog erg onuitgewerkt, laat ik het zo maar zeggen.
In de huidige systematiek voor de herverdeling mag het wel worden aangegeven, maar is het geen doorslaggevende factor. Er wordt dan gewoon bekeken of mensen al een band hebben met een bepaald land en of die band voldoende reden is om iemand aan dat land te koppelen. Uiteindelijk moet het herverdelingsmechanisme wel zo werken dat alle landen kunnen bijdragen en dat wordt voorkomen dat een land waar nog geen vluchtelingen zijn en waar dus ook geen familie van vluchtelingen woont, niemand hoeft op te nemen. Zo moeten we het niet doen.
De UNHCR stuurt ons geen rapporten en wat ik niet heb, kan ik niet verstrekken. Formele stukken waarover wij hier een gesprek zouden kunnen hebben, kan ik mevrouw Voortman dus niet bieden. De UNHCR werkt hands-on door sterk aanwezig te zijn in die landen. De UNHCR is gezaghebbend, ook omdat ze zaken meteen aankaart bij een overheid en met die zaken onmiddellijk aan de slag gaat. In de jaarrapportages zegt de UHNCR er vervolgens wel iets over, maar dat laat onverlet dat dit een andere manier van werken is dan van ngo's, want die moeten het vaak toch hebben van het schrijven van rapporten. De UNHCR gaat wanneer ze zaken constateert onmiddellijk aan verbetering werken door de autoriteiten onmiddellijk stevig aan te spreken. De UNHCR heeft dus een andere werkwijze dan veel ngo's. En rapporten die er niet zijn, kan ik ook niet met de Kamer delen.
Mevrouw Gesthuizen vroeg naar Hongarije. Glijden we af naar of gaan we terug naar een situatie uit het verleden? Ik denk dat we in ieder geval van de situatie afkomen dat landen die eigenlijk totaal geen zin hadden om zich aan hun verplichtingen te houden en om hun werk te doen, daar ongezien mee wegkwamen. Ik denk dat dat vooral is veranderd. Ik denk niet dat de situatie in de landen die er nu problemen mee hebben, vroeger beter was. Wij accepteerden in het verleden dat ze niks deden, ook omdat ze zelf niet zo lang geleden in een moeilijke situatie zaten en uit die situatie aan het opklimmen waren. Door onze steun gaat het in die landen beter; ze hebben daar natuurlijk ook zelf hard aan gewerkt. Het gaat economisch beter en dan wil je dat ze zich met hun normen en waarden conformeren aan het niveau van de Unie waarvan ze lid zijn geworden. Daar hoort bij dat ze mensen opvangen. Ik denk dat we nu zien dat dat tot spanningen leidt, maar ik durf niet te zeggen dat het vroeger beter was. Ik wil hiermee niet zeggen dat het probleem nu weg is, maar tot voor kort was het aantal landen dat mensen echt goed opving, beperkt en die landen vonden dat wel prima. Landen als Nederland zijn nog steeds bereid om mensen die voor oorlog hebben moeten vluchten, op te vangen, maar deze landen willen wel dat de andere landen dan ook hun verantwoordelijkheid nemen. Dat wordt niet altijd leuk gevonden, maar het moet wel.
De voorzitter:
Dat was de beantwoording in tweede termijn. Daarmee is het eerste gedeelte van dit algemeen overleg afgerond. We gaan nu door naar het tweede deel over 1. het behandelvoorbehoud visumliberalisatie Turkije, Oekraïne, Kosovo en het opschortingsmechanisme visumvrijstelling en 2. het behandelvoorbehoud herziening van het gemeenschappelijk Europees asielbeleid. Het doel van dit deel van het algemeen overleg is om voor beide voorstellen te komen tot afspraken met de regering over de wijze van informatieverstrekking door de regering, het verloop van de onderhandelingen, de wetgevingsprocedure en eventuele vervolgoverleggen.
Ik geef het woord aan mevrouw Voortman die de vergadering moet verlaten, wegens een andere verplichting.
Mevrouw Voortman (GroenLinks):
Het spijt me, voorzitter, maar ik ben ook woordvoerder zorg en moet daarom naar de bijeenkomst over stamceldonatie.
De voorzitter:
Dat is ook heel interessant; ik wens u daarmee veel succes.
Dan geef ik als eerste in dit deel van het algemeen overleg het woord aan de heer Azmani van de VVD. Ik stel voor om een spreektijd van ongeveer anderhalve minuut te hanteren. Als we dat doen, moeten we het net binnen de tijd kunnen redden.
De heer Azmani (VVD):
Ik ga mijn best doen, voorzitter.
Ik vind het opmerkelijk dat er geen impactassessment wordt uitgevoerd wanneer de Europese Commissie zo'n ingrijpend voorstel doet als het GEAS-pakket. Ik heb verder al eerder aangegeven dat ik de timing heel bijzonder vind. De timing is gewoon niet goed en daardoor gaat het een langdurig proces worden.
Het fiche en de kabinetsinzet op de Dublinverordening als onderdeel van het GEAS-pakket. De VVD heeft bijzondere interesse in de voortgang van de informatie over het correctiemechanisme en de verdeelsleutel. Die is nu gesteld op 50% van het bnp en 50% van het inwonersaantal. Dat is bijzonder, want het lijkt er toch op dat het gekozen systeem vooral bedoeld is om landen te straffen die het economisch goed doen en wel hervormd hebben. Bevolkingsdichtheid lijkt mij het minste dat meegenomen moet worden, maar nog beter is het uit te gaan van de oppervlakte van een land en reeds gedane asielinspanningen. Ik denk verder ook aan financiële bijdragen voor opvang in de regio. Is de Staatssecretaris bereid om hiermee iets te doen? Ik zag hierover overigens al wel iets staan in het fiche.
Het EASO. Wordt er niet te veel ruimte gegeven aan dit agentschap? Het kan enorme juridische implicaties hebben, want soft law kan worden omgezet in nationale wetgeving. Ik vraag me af of hieraan wel ruimte moet worden gegeven. Ik ben dus in het bijzonder geïnteresseerd in de juridische implicaties van het voorstel.
Over Eurodac zal ik nu niets zeggen, maar dat geldt niet voor de Dublinverordening. Ik vind het heel belangrijk dat de kansarme zaken niet door heel Europa gaan, maar onmiddellijk worden afgedaan. Terecht kwam in het vorige deel van dit algemeen overleg al naar voren dat het draait om de definitie van wat familieleden zijn. Ik ben echter gerustgesteld door de antwoorden die de Staatssecretaris op de vragen over dat punt heeft gegeven.
Over de visumliberalisatie kan ik heel kort zijn. Klopt het dat Georgië alleen maar ter besluitvorming voorligt en de rest niet?
De voorzitter:
Ik heb mij net vergist. Ik meende namelijk dat wij om 16.00 uur moesten afronden, maar wij hebben officieel tot 17.00 uur de tijd. Die tijd hoeven we niet vol te maken, maar ik hoef dus ook niet heel strak in de tijd te gaan zitten.
De heer Azmani heeft ongeveer twee minuten spreektijd gebruikt en ik stel voor dat de andere leden van de commissie zich daar ook toe beperken.
De heer Sjoerdsma (D66):
Ik heb over de visumliberalisatie al gewisseld met de Staatssecretaris wat ik met hem wilde wisselen. De Staatssecretaris was duidelijk over de afspraak die er is over de informatievoorziening. Ik wil hem nog wel de motie-Verhoeven/Klaver (21 501-20, nr. 1097) in herinnering brengen, waarin de regering wordt verzocht om op geen enkele wijze in te stemmen met versoepeling van de vereisten voor visumliberalisatie van kandidaat-EU-lidstaten.
Eurodac. Ik vraag de Staatssecretaris of het mogelijk is om de European Data Protection Supervisor een check te laten uitvoeren op de comptabiliteit van de nieuwe Eurodac-verordening met de Europese privacywetgeving. Ik vraag dat met het oog op de uitvoerige uitbreiding van de hoeveelheid te verzamelen gegevens en de verlenging van de bewaartermijn van achttien maanden naar vijf jaar. Meer in het algemeen lijkt het mij overigens goed om een apart algemeen overleg in te plannen en daarin grondig de nieuwe GEAS-wetgeving te bestuderen en de Staatssecretaris boodschappen mee te geven voordat de onderhandelingen over GEAS in een vergevorderd stadium zijn.
De heer Fritsma (PVV):
Voorzitter. Ik kan het ook kort houden. De PVV-fractie betreurt het dat rond de toelating van vreemdelingen al zo veel macht uit handen is gegeven aan de EU. Het PVV-standpunt is bekend: Nederland moet baas zijn over het eigen toelatingsbeleid en over de eigen grenzen. Het liefst zouden we dan ook de EU verlaten.
De punten waaromtrent een behandelvoorbehoud zijn gemaakt, visumliberalisatie en de herziening van het GEAS, het gemeenschappelijk Europees asiel systeem, zijn onze fractie natuurlijk een doorn in het oog. Wij vinden het jammer dat het kabinet meegaat met de EU-voorstellen op die punten, want het zal tot grote problemen leiden. In de eerste termijn van dit algemeen overleg heb ik dat overigens al aangegeven.
Ik kan over de informatievoorziening vrij simpel zijn: de PVV-fractie wenst over elke stap die op de twee thema's worden genomen, maximaal te worden geïnformeerd middels brieven. Natuurlijk wensen wij ook dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet, zonder dat het parlement is geraadpleegd. Dat is in algemene zin mijn boodschap.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Over visumliberalisatie is al het nodige gewisseld. Ik sluit me daar kortheidshalve bij aan.
Eurodac. Ook ik wil graag hierover geïnformeerd worden en dan met name over de privacyaspecten in relatie tot minderjarigen. Verder wil ik ook geïnformeerd worden over de uitwerking van de herziening van de Dublinverordening, met name de uitwerking van de correctiemechanismes en het GEAS. Waartoe leidt het GEAS uiteindelijk? Ik wil namelijk in meer algemene zin de verschillende onderdelen daarvan nader in de Kamer aan de orde stellen.
Voorzitter: Fritsma
Mevrouw Gesthuizen (SP):
Laat ik kortheidshalve aansluiten bij de oproep van de heer Sjoerdsma om absoluut niet te marchanderen met de voorwaarden voor visumliberalisatie, niet in het geval van Turkije, maar ook niet in het geval van andere staten.
Tot slot formuleer ik nog kort een aantal aanvullende vragen. Zal het kabinet steeds melding maken van substantiële nieuwe elementen die worden toegevoegd aan het oorspronkelijke voorstel? Zal het kabinet per brief melding maken van de verhouding tussen de standpunten van het Europees Parlement en de Raad over de Europese grens- en kustwacht en over eventuele verschuivingen daarin? Zal het kabinet onmiddellijk per brief melding maken van de financiële vergoeding bij het niet overnemen van een vluchteling onder Dublin 3, zodra daarover meer duidelijkheid bestaat? Onder welke voorwaarden zou dit kunnen? Wat is hierbij de inzet van het kabinet? Wat vinden de verschillende lidstaten in de Raad en wat is de heersende mening hierover in het Europees Parlement? Zal het kabinet per brief gedetailleerd melding maken van de mensenrechtensituatie in Turkije, telkens wanneer Turkije aan een nieuw element uit een benchmark voldoet?
Voorzitter: Gesthuizen
De vergadering wordt van 15.36 uur tot 15.47 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de Staatssecretaris. Hij zal ingaan op de twee behandelvoorbehouden.
Staatssecretaris Dijkhoff:
Voorzitter. Ik kan aan vrijwel alle verzoeken tegemoet komen. Mevrouw Gesthuizen stelde een vraag over de politieke verhoudingen als het gaat om de Europese grens- en kustwacht. Ik stel voor dat we dat behandelen in het kader van de geannoteerde agenda die nog aan de orde komt. Het zit hem niet in deze behandelvoorbehouden. Ik vertaal het zo dat er behoefte aan is om op de hoogte te worden gehouden van de verhoudingen tussen lidstaten en het parlement als het gaat om de Dublinvoorstellen en het GEAS. Die zaken kunnen we expliciet meenemen in de communicatie met deze Kamer.
Hetzelfde geldt voor de vraag van mevrouw Gesthuizen over de regeling die inhoudt dat lidstaten die eigenlijk zouden moeten hervestigen, kunnen kiezen voor een financieel alternatief. De Kamer wenst daarvoor specifieke aandacht, mochten daar zaken duidelijker worden of verschuiven. Dat kan wel. Mevrouw Gesthuizen vroeg verder of de Kamer, iedere keer als aan een benchmark wordt voldaan, daarover kan worden geïnformeerd. De Commissie komt met een rapport over de stand van zaken. Over dat voortgangsrapport wordt de Kamer geïnformeerd. Het kan zijn dat er ineens vijf nieuwe bij zitten. Daar hebben we de Kamer dan niet per keer apart over kunnen informeren. Zo werkt de informatielijn namelijk niet.
De heer Sjoerdsma stelde een vraag over Eurodac en de datasupervisor. We zullen eerst vragen in hoeverre de Commissie wellicht zelf dat vraagstuk heeft bekeken. Als dat nog niet is gebeurd, zullen wij die oplossing suggereren. We moeten wel bekijken of daar steun voor is. Over aparte AO's gaat de Kamer zelf. Ik wil wel meegeven dat op het GEAS-traject nog wel iets zal gaan schuiven. Ik denk niet dat dit punt heel snel tot finale besluitvorming zal leiden.
De heer Azmani vroeg specifiek aandacht voor de verdeelsleutel als het gaat om hervestiging. Ik denk dat het goed is als we daarop ingaan in de communicatie met de Kamer. Daarbij zullen we ook ingaan op de juridische gevolgen voor c.q. de eventuele bevoegdheidsoverdracht aan het EASO.
De voorzitter:
Ik noem de afspraken op die zijn gemaakt tussen Kamer en regering, waarbij ik direct meeneem wat in het eerste deel van dit algemeen overleg is gewisseld.
– De Kamer wordt geïnformeerd over het correctiemechanisme op het GEAS.
– De Kamer wordt geïnformeerd over juridische implicaties van het overhevelen van taken aan het EASO en de verdeelsleutel.
– De regering bevordert dat een privacy impact assessment wordt uitgevoerd op Eurodac.
– De Kamer wordt maximaal op de hoogte gehouden van de twee pakketten, inclusief substantiële wijzigingen.
– De regering zet geen onomkeerbare stappen zonder de Kamer daarover te informeren.
– De Kamer wordt geïnformeerd over de Regeling financiële vergoeding opvangverplichtingen en over verschuivingen daarin.
– De Kamer zal voordat Nederland een positie inneemt geïnformeerd worden over de vraag of Turkije voldoet aan de criteria voor visumliberalisatie. Deze afspraken zullen plenair worden vastgesteld en in een brief aan de regering worden meegedeeld. Na de plenaire stemming over de brief met gemaakte afspraken is het behandelvoorbehoud formeel opgeheven.
– De Kamer zal tussentijds periodiek worden geïnformeerd over de voortgang op het punt van de visumliberalisatie van Turkije, inclusief de mensenrechtensituatie.
Sluiting 15.52 uur.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32317-436.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.