32 317 JBZ-Raad

Nr. 416 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2016

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, gehouden in Brussel op 20 mei 2016.

Derde voortgangsrapport herplaatsing en hervestiging1

Het kabinet informeert de Kamers via deze weg over het derde voortgangsrapport herplaatsing en hervestiging dat op 18 mei jl. door de Commissie werd gepresenteerd. De Commissie stelt dat op het vlak van herplaatsing onvoldoende voortgang is geboekt in vergelijking met de stand van zaken in de vorige voortgangsrapportage en roept lidstaten op om meer plaatsen beschikbaar te stellen en sneller te reageren op individuele voordrachten. Dit is des te meer van belang in het licht van de maatregelen die in Griekenland worden getroffen voor een grootschalige actie om de asielzoekers die daar nu al verblijven, te registreren. Op het vlak van hervestiging is meer vooruitgang geboekt, ook als onderdeel van de Verklaring tussen de EU en Turkije van 18 maart jl.

Het kabinet maakt tevens van deze gelegenheid gebruik om de Kamers te informeren over de toezegging die tijdens het AO JBZ-Raad van 18 mei jl. is gedaan met betrekking tot het EASO-rapport over het Commissievoorstel voor de veilige landen van herkomst, waaronder ook Turkije. Navraag leert dat EASO nog niet met zekerheid de publicatiedatum van dit rapport kan geven.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 20 mei 2016 te Brussel

Belangrijkste resultaten

Immigratie en Asiel

Migratie: Het Gemengd Comité besprak de implementatie van de EU-Turkije Verklaring van 18 maart jl., de ontwikkelingen op de Centraal Middellandse Zeeroute, de voortgang op het gebied van herplaatsing vanuit Italië en Griekenland en bijdragen van personeel aan de agentschappen.

Visumbeleid: De Raad kwam een algemene oriëntatie overeen voor de herziening van het opschortingsmechanisme.

I. Gemengd Comité

1. Migratie

a. implementatie EU-Turkije Verklaring, 18 maart 2016

De Ministers spraken over de voortgang van de asielprocedures in Griekenland en uitten hun zorgen hieromtrent. De Raad stelde met de Commissie vast dat Turkije alle benodigde stappen heeft gezet zoals neergelegd in de Commissiemededeling van 16 maart jl.2 De instroom van Turkije naar Griekenland is gedaald, maar de hotspots op de Griekse eilanden lopen tegen capaciteitsvraagstukken aan en ook op het Griekse vasteland is de druk hoog. Bovendien blijven onverkort inspanningen nodig om opvang en asielprocedures op adequate wijze uit te voeren.

De Commissie en het Voorzitterschap riepen lidstaten op om hervestiging vanuit Turkije sneller te laten plaatsvinden. De succesvolle implementatie van de EU-Turkije Verklaring in lijn met de standaarden van het Europese en internationale recht heeft voortdurend prioriteit. Enkele lidstaten wierpen hierop tegen dat de Griekse asielprocedures nog geen uitsluitsel geven. De Commissie stelde dat Turkije de achterstand in asielaanvragen significant heeft teruggebracht, wat de behandeling van asielaanvragen zal bespoedigen. De Commissie trekt samen met UNHCR op om toegang tot de opvangkampen in Turkije te verkrijgen en die te bezoeken. De eerste bezoeken hebben inmiddels plaatsgevonden. Het kabinet verwijst ook naar het verslag van de Raad Algemene Zaken van 24 mei jl. waarin wordt ingegaan op de rol van UNHCR.

Het Voorzitterschap sprak opnieuw bezorgdheid uit over de zorgelijke rapporten en beelden van internationale en non-gouvernementele organisaties en riep de Commissie op om deze kwestie actief te blijven opvolgen, samen met internationale organisaties, zoals UNHCR. Ten slotte spraken de lidstaten uit dat ook gewerkt moet worden aan een vrijwillig hervestigingsprogramma vanuit Turkije.

b. overige actuele ontwikkelingen

De Ministers spraken over de Centraal Middellandse Zeeroute alsook de voortgang met betrekking tot herplaatsingen vanuit Griekenland en Italië en de bijdragen van personeel aan de agentschappen.

Met betrekking tot de Centraal Middellandse Zeeroute spraken bijna alle interveniërende Ministers hun steun uit voor het Italiaanse plan «Migration Compact» en onderschreven hiermee het belang van het onder controle krijgen van deze instroom, het voorkomen van irreguliere migratie en een versterkte terugkeersamenwerking met derde landen. Daarnaast wezen enkele lidstaten op het belang van samenwerking met Egypte, om ontluikende mensensmokkelroutes tegen te gaan. Het Voorzitterschap kreeg steun voor de actieve inzet ook voor deze migratieroute, waarbij effectieve stappen op de korte, middellange en lange termijn nodig zijn.

De Commissie intervenieerde met betrekking tot de voortgang van de uitvoering van de herplaatsingsbesluiten en schroomde hierbij niet om de lidstaten te noemen die achterblijven in het doen van beloften of in de uitvoering van de herplaatsingsbesluiten. Daarnaast stelde de Commissie dat Griekenland de registratiecapaciteit moet verhogen en verzocht zij Italië om voor meer gesloten opvangcapaciteit en voor betere veiligheidschecks te zorgen. Verschillende lidstaten uitten hun zorgen met betrekking tot de veiligheid van hun experts in de hotspots, waarop EASO een overzicht gaf van de getroffen veiligheidsmaatregelen en lidstaten tevens uitnodigde om veiligheidsexperts te sturen ter inspectie. EASO wees bovendien op de beëindiging van de termijn van de eerste grote groep experts en verzocht lidstaten om tijdige verlenging of vervanging. Europol kondigde daarnaast een oproep aan voor een pool van antiterrorisme experts die checks kunnen uitvoeren in de hotspots. Het Voorzitterschap onderstreepte de boodschap van de Commissie en de agentschappen en wees op de gewenste aantallen experts, de lengte van de detacheringen en de kwaliteit van de uitgezonden experts.

2. Visumbeleid

= gedachtewisseling

In het Gemengd Comité vond een algemene gedachtewisseling plaats over de Commissievoorstellen ten aanzien van visumliberalisatie voor Georgië, Oekraïne, Turkije en Kosovo en het voorstel voor herziening van het opschortingsmechanisme. Voor wat betreft de voorstellen tot visumliberalisatie stellen alle lidstaten dat eerst aan alle benchmarks moet worden voldaan voordat kan worden besloten over visumliberalisatie voor een derde land. Lidstaten zullen het vervullen van de benchmarks strikt en fair beoordelen. Het Voorzitterschap heeft aangedrongen bij de Commissie om schriftelijk te rapporteren wanneer Turkije en Kosovo ook aan alle benchmarks hebben voldaan. Verschillende lidstaten stellen zich op het standpunt dat de herziening van het opschortingsmechanisme cruciaal is voor afronding van visumliberalisatie voor deze vier derde landen.

De Raad kwam tot een algemene oriëntatie voor de herziening van het opschortingsmechanisme.3 Het Europees Parlement heeft op 23 mei jl. een rapporteur aangewezen. Zodra het Europees Parlement een positie heeft bepaald, kan de triloog aanvangen.

De voorstellen voor visumliberalisatie zullen in aanloop naar de JBZ-Raad van 9–10 juni a.s. ambtelijk verder worden besproken.

3. Ontwerpverordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2007/2004, Verordening (EG) nr. 863/2007 en Besluit 2005/267/EG van de Raad

Interinstitutioneel dossiernummer 2015/0310 (COD)

= voortgangsrapportage

Het Voorzitterschap gaf een korte update van de laatste ontwikkelingen aan de hand van de voortgangsrapportage.4 Het Voorzitterschap vroeg tevens aandacht voor de implementatie van de Europese grenswacht. De Commissie stelde dat, met het oog op het nog niet-vastgestelde standpunt van het Europees Parlement, het op dit moment lastig te voorspellen is hoe de uiteindelijke Verordening eruit zal zien.

De LIBE-commissie van het Europees Parlement zal naar verwachting 30 mei a.s. stemmen over de ingediende amendementen. Hierna zal de triloog zo spoedig aanvangen ten einde voor het einde van het huidige Voorzitterschap tot een politiek akkoord te komen.


X Noot
1

COM(2016) 360.

X Noot
2

COM(2016) 166.

X Noot
3

Doc. 9117/16, 19 mei 2016.

X Noot
4

Doc. 8838/16, 12 mei 2016.

Naar boven