32 317 JBZ-Raad

Nr. 407 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2016

Graag bieden wij u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 7 april 2016 om een brief over de berichtgeving over voedseltekorten in een vluchtelingenkamp op Lesbos. In deze brief wordt eveneens ingegaan op de schriftelijke vragen van het lid Kuiken conform uw verzoek. Voor uw volledige informatie zal deze brief daarnaast ingaan op de stand van zaken omtrent de uitvoering van de Verklaring EU-Turkije en de situatie op de Griekse eilanden, mede op basis van de reis van de Minister van Buitenlandse Zaken naar Griekenland en Turkije (8–10 april) en contacten van het kabinet met internationale organisaties, het maatschappelijke middenveld en de Europese Commissie.

Stand van zaken uitvoering Verklaring EU-Turkije

Op 20 maart jl. zijn de afspraken uit de Verklaring tussen de Europese Unie en Turkije in werking getreden. De Verklaring beoogt een einde te maken aan de irreguliere migratie van Turkije naar de Europese Unie en maakt in plaats daarvan reguliere migratie van Syrische vluchtelingen vanuit Turkije naar Europa mogelijk. De Europese Commissie werkt samen met de Griekse en Turkse autoriteiten aan de uitvoering van de afspraken. Het kabinet verleent actieve steun aan de aanpak van de Europese Commissie. Het kabinet constateert dat er sinds de inwerkingtreding van de afspraken uit de Verklaring minder migranten de gevaarlijke overtocht naar de eilanden wagen. Het is te vroeg om van een trend te spreken, maar het is een aanwijzing dat we het criminele bedrijfsmodel van de mensensmokkelaars een slag toebrengen.

Zoals ook in de brief aan uw Kamer van 4 april jl. is aangegeven1, onderstreept het kabinet dat de implementatie moet gebeuren binnen de Europese en internationale juridische kaders, waarbij in het bijzonder inbegrepen het beginsel van non-refoulement. In deze context verwelkomt het kabinet dat Turkije een decreet heeft aangenomen, waarmee garanties worden geboden aan Syriërs die terugkeren vanuit Griekenland naar Turkije. Het kabinet zal er samen met de Europese Commissie bij de verschillende partners, in het bijzonder Griekenland en Turkije, op aandringen dat zij deze kaders respecteren. Daarbij zet Nederland er eveneens op in dat monitoring, toezicht en aandacht door internationale organisaties en ngo’s zo goed mogelijk is geborgd, zoals toegezegd aan uw Kamer. Dat geldt in Griekenland en eveneens in Turkije, waar UNHCR, EASO en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) actief en nauwlettend aandacht hebben voor de omstandigheden van vluchtelingen en van personen die aan het einde van een ordentelijke procedure zijn teruggekeerd naar Turkije.

Het kabinet acht het van belang dat de omstandigheden van migranten in Turkije duurzaam worden verbeterd en wijst hierbij op de noodzaak om op korte termijn te komen tot het financieren van concrete lopende en nieuwe projecten via de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije, waarmee de Europese Commissie is belast. Het kabinet hecht eraan dat projecten vanuit het maatschappelijk middenveld via de faciliteit worden ondersteund, en vindt het belangrijk dat ook andere projecten, waarvan de toegevoegde waarde vast staat of die het meest effectief kunnen bijdragen aan het op korte termijn verbeteren van de leefomstandigheden van vluchtelingen in Turkije, via deze faciliteit kunnen worden gefinancierd. Het kabinet zal voor specifieke nauw-omschreven daadwerkelijk gemaakte kosten voor opvang en onderdak instemmen met het aanwenden door de Europese Commissie van middelen vanuit de Turkey Refugee Facility via de daartoe verantwoordelijke Turkse overheidsinstantie. Dat geldt eveneens voor specifieke projecten op het gebied van gezondheidszorg en scholing. Ook UNHCR is voorstander van een dergelijke ondersteuning via nationale structuren. De Europese Commissie zal daarbij toezien op de juiste aanwending. Voorts zullen de Commissie en andere spelers toegang hebben tot de betreffende projecten. Bij deze monitoring kan ook het oordeel van UNHCR worden betrokken.

Verder zet Nederland zich ervoor in dat in Europees verband Griekenland wordt bijgestaan in het adequaat vormgeven van asielprocedures en ondersteuning bij terugkeer. Het kabinet constateert dat de Griekse autoriteiten en de Europese Commissie in een zeer korte tijd in staat zijn geweest een uiterst complexe operatie in gang te zetten. Zoals toegezegd, blijft het kabinet uw Kamer informeren over de voortgang van deze Europese ondersteuning. Door tussenkomst van de Europese agentschappen Frontex en EASO is inmiddels sprake van een gecoördineerde inzet van asielexperts en personeel voor grensmanagement op de Griekse eilanden. In de eerste weken is direct een significante hoeveelheid experts en ondersteuners ter beschikking gesteld. Die aanwezigheid zal de komende periode gaandeweg toenemen. Nederland draagt daaraan bij door de inzet van geïntegreerde Border Security Teams op de eilanden Chios en Lesbos, die mede ondersteuning zullen bieden aan het geheel van de afspraken. Niettemin blijven er in de beschikbaarheid van experts en tolkcapaciteit nog aandachtspunten. Het Nederlandse voorzitterschap bevraagt alle lidstaten actief om capaciteit beschikbaar te stellen, zodat over de volle breedte voldoende ondersteuning beschikbaar is.

Daarnaast wordt gewerkt aan de hervestiging van Syrische vluchtelingen vanuit Turkije naar Europa. In de JBZ-Raad van 21 april a.s. zal gesproken worden over het beschikbaar stellen van voldoende plaatsen voor hervestiging. Op die manier komt een georganiseerde hervestiging op gang vanuit Turkije naar de Europese Unie, waarbij de bijbehorende procedures zorgvuldig worden gevolgd. Nederland draagt daaraan bij en hervestigde in de eerste week van april ruim 30 Syrische vluchtelingen, bestaande uit verscheidene gezinnen. Het Nederlandse voorzitterschap tracht brede deelname voor deze hervestiging door de lidstaten te bewerkstelligen, zoals ook bleek bij de eerste hervestigingen vanuit Turkije, waaraan verscheidene andere lidstaten deelnamen. Zo kan de Unie laten zien dat zij in staat is om gezamenlijk op te treden en bij te dragen aan de beheersing van de migratiestromen. In de komende periode zal Nederland op georganiseerde wijze en met enige regelmaat deelnemen aan hervestiging vanuit Turkije en ook aan herplaatsing vanuit Griekenland en Italië, binnen de aantallen die daarover vorig jaar in Europees verband overeen zijn gekomen.

Tijdens deze JBZ-Raad zal aldus de voortgang van de uitvoering van de Verklaring tussen de EU en Turkije worden besproken, op basis van de stand van zaken zoals de Europese Commissie die zal opstellen. De kabinetsappreciatie van de Verklaring is uw Kamer eerder toegekomen.2

Situatie eilanden, bericht over voedseltekorten en vragen lid Kuiken

Het kabinet onderhoudt doorlopende contacten over de uitvoering van de Verklaring EU-Turkije en de humanitaire situatie. Dat is het geval met de Europese Commissie, die samen met de Griekse en Turkse autoriteiten werkt aan de uitvoering van de afspraken uit de Verklaring. Ook is er veel contact met internationale organisaties zoals UNHCR, wier betrokkenheid voor het kabinet van groot belang is. Daarnaast heeft het kabinet ook contact met diverse ngo’s over de zorgen die zij uiten. Het spreekt voor zich dat er ook veel contact is met andere EU-lidstaten, zowel bilateraal als in de Europese fora.

Het kabinet heeft de berichtgeving over voedseltekorten in de opvang op de eilanden onmiddellijk geverifieerd. Uit diverse contacten (met UNHCR zelf, maar ook met ngo’s die actief zijn op de eilanden) bleek dat er op dit moment geen aanwijzingen zijn voor het bestaan van voedseltekorten. Tijdens het bezoek aan Griekenland op 8 en 9 april van Minister Koenders van Buitenlandse Zaken werd dit beeld bevestigd in gesprekken met ngo’s en internationale organisaties. Het kabinet zal hier echter op blijven letten. Aan het eind van deze maand zal Staatssecretaris Dijkhoff opnieuw naar Griekenland reizen en hij zal dan ook specifiek aandacht hebben voor deze punten.

De Europese Commissie werkt nauw samen met de Griekse autoriteiten om de omstandigheden in de opvang op de eilanden te verbeteren. Naar het kabinet begrijpt zijn de Griekse autoriteiten begonnen met het overbrengen van de kwetsbaarste migranten naar open opvangcentra. Minister Koenders stelde tijdens zijn reis vast dat de bescherming en opvang van alleenreizende minderjarigen extra aandacht behoeft. Daarnaast staat de opvangcapaciteit op enkele locaties onder druk. Hiertoe is de Griekse overheid overgegaan tot het overplaatsen van migranten uit opvangfaciliteiten op die eilanden die onder grote druk staan, naar eilanden waar nog capaciteit beschikbaar is. Ook wordt de druk verlicht door terugkeer van migranten naar Turkije die geen asiel hebben aangevraagd of van wie is vastgesteld dat zij niet in aanmerking komen voor asiel in Griekenland. Daarnaast is er nog steeds behoefte aan extra opvangcapaciteit op het Griekse vasteland voor migranten die voor 20 maart jl. op irreguliere wijze vanuit Turkije in Griekenland zijn aangekomen.

Mede naar aanleiding van verzoeken van de Griekse regering aan UNHCR voor ondersteuning bij de humanitaire hulpverlening aan migranten heeft UNHCR – ondanks eerdere berichtgeving over het gedeeltelijk opschorten van deze ondersteuning – aangegeven zijn activiteiten in Griekenland opnieuw te zullen versterken, onder andere op het gebied van coördinatie van de hulpverlening, bescherming en het voorzien in basisbehoeften. Mede hiertoe zal UNHCR spoedig een nieuw «appeal» doen uitgaan.

Voor overige inspanningen op humanitair vlak verwijzen wij naar de Kamerbrief n.a.v. het verzoek van het lid Gesthuizen over het bericht dat hulpverleningsorganisaties niet meer in de opvang op Lesbos wensen te werken.3

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1114.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1112.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1115.

Naar boven