32 156 Monumentenzorg

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2022

Op 18 januari 2016 droeg het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) 29 monumentale complexen van het Rijk over aan de Nationale Monumentenorganisatie (NMo).

Het onderhoud en de exploitatie van de monumenten wordt uitgevoerd door de Stichting Monumentenbezit (SMB).

In 2016 was de NMo een nog zeer jonge organisatie. Ten behoeve van een zorgvuldige vervreemding van de monumenten is voor de overdracht destijds uitvoerig stilgestaan bij de vraag in hoeverre de instandhouding van de 29 monumenten bij de NMo duurzaam is geborgd. Op 4 november 2015 heeft de toenmalige Minister voor Wonen en Rijksdienst aan de Tweede Kamer toegezegd om na vijf jaar de levering van de 29 monumenten door de Staat aan de NMo op de volgende punten te evalueren1:

  • de kwaliteitstoestand van de monumenten;

  • het behaalde rendement op de instandhoudingsvergoeding;

  • de algemene financiële toestand van de NMo en de SMB;

  • de werking van de governance;

  • of er leden zijn toe getreden tot de NMo.

Het doel van de evaluatie is inzicht te geven in de stand van zaken van het NMo zowel beheersmatig als voor wat betreft de instandhoudingstoestand van de monumenten vijf jaar na oprichting. De Auditdienst Rijk (ADR) voerde deze evaluatie uit. De eindrapportage over deze evaluatie bied ik u hierbij in bijlage aan2.

Ik heb met instemming kennisgenomen van de conclusies van de ADR naar aanleiding van de evaluatie van het functioneren van het NMo en SMB.

Conclusies

Voor een volledig inzicht in de bevindingen verwijs ik naar de eindrapportage. Hieronder ga ik in op een aantal relevante conclusies en ontwikkelingen.

Er zijn geen monumenten afgestoten in de afgelopen vijf jaar. In 2018 en 2020 zijn monumenten aangekocht waardoor het pakket aan monumenten nu 31 monumenten omvat.

Met de overdracht is destijds een instandhoudingsbijdrage aan de NMo meegegeven van 61 miljoen euro. Het doel van deze instandhoudingsbijdrage is het genereren van voldoende rendement om het beheer en onderhoud van de overgedragen monumenten tot in de eeuwigheid te kunnen dekken. Bovendien heeft het Rijk bij overdracht drie miljoen euro meegegeven ten behoeve van achterstallig onderhoud. Deze bijdrage voor achterstallig onderhoud is gedurende de afgelopen jaren grotendeels uitgeput door SMB. Voor wat betreft de kwaliteitstoestand van de monumenten wordt aangegeven dat het achterstallig onderhoud inmiddels voor een significant deel is weggewerkt of is ingepland.

De afgelopen vijf jaar bleek het rendement op de instandhoudingsbijdrage voldoende om de verplichte bijdragen uit te kunnen keren. De uitzondering is 2018, toen werd een negatief resultaat behaald dat is opgevangen uit de daarvoor opgebouwde bestemmingsreserve. Er hebben geen onttrekkingen plaatsgevonden uit de instandhoudingsbijdrage gedurende de periode 2016 t/m 2020

Uit de jaarverslagen en accountantsverslagen van 2016 tot en met 2020 blijkt dat de NMo en SMB financieel stabiel zijn. Er is sprake van een positief eigen vermogen en een continuïteitsreserve.

De SMB heeft de statuten recent aangepast opdat een onafhankelijk lid van het bestuur van de NMo lid wordt van de Raad van Toezicht van de SMB. De directeur van de NMo en de directeur van de SMB staan zo op gelijke voet.

De NMo is in 2016 is gestart met zeven leden. Het ledenaantal is inmiddels uitgebreid, waardoor de NMo aan het eind van 2020 15 leden telt, waarvan één aspirant-lid.

Vervolg

Naast deze evaluatie vindt jaarlijks een externe audit plaats op het volgen van de afspraken zoals deze in de koopovereenkomst zijn vastgelegd waaronder het bijeenhouden van de instandhoudingsbijdrage3. Deze externe audits over 2016 tot en met 2020 zijn u elk jaar toegestuurd, recent de audit over 2020 (met de brief van de toenmalige Staatssecretaris van BZK d.d. 21 november 2021).4

De bevindingen in het rapport en de bevindingen in de jaarlijkse audits geven mij vertrouwen in de gemaakte afspraken en de invulling daarvan door NMo en SMB. Het RVB gaat met het NMo en SMB in gesprek over hun verzoek om de verantwoording via de jaarlijkse audit en evaluatie over de volgende vijf jaar te continueren. Ik sta daar positief tegenover. Zodoende blijf ik in staat de ontwikkelingen nauwlettend te blijven volgen en kan het Rijk vroegtijdig ingrijpen mocht dat ooit vereist zijn. Als daartoe aanleiding is of bij andere relevante ontwikkelingen zal ik uw Kamer uiteraard informeren.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 32 156, nr. 66.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Kamerstuk 32 156, nr. 60.

X Noot
4

Kamerstuk 32 156, nr. 114.

Naar boven