32 156 Monumentenzorg

Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2015

Op 4 november jl heeft een algemeen overleg met uw Kamer plaatsgevonden over de vervreemding van 29 monumentcomplexen aan de Nationale Monumentenorganisatie (NMo). Hierin heb ik toegezegd om aan te geven of het mogelijk is om in de koopovereenkomst met de NMo op te nemen of de nog op te richten Stichting Goois Erfgoed, indien deze voldoet aan de statutaire voorwaarden van de NMo, als lid kan toetreden tot de NMo. Ik kan u nu mededelen dat dit mogelijk is en zal worden opgenomen in de koopovereenkomst. Het artikel zal luiden:

«In navolging van artikel 2.5 geldt dat indien de nog op te richten Stichting Gooisch Erfgoed voldoet aan de statutaire voorwaarden van de NMo om als lid te kunnen toetreden de NMo hier open voor staat.»

De NMo heeft een open structuur en in haar statuten staat bepaald wanneer organisaties kunnen toetreden. Vanzelfsprekend staat de NMo open voor een aanvraag tot lidmaatschap van de Stichting Gooisch Erfgoed, als deze zover is. In verband hiermee vervalt de eerder afgesproken bepaling dat de Vesting Naarden niet door de NMo mag worden doorgeleverd. Aan de doorlevering aan leden stelt de koopovereenkomst, zoals eerder aan uw Kamer gemeld, beperkingen.

Daarnaast is in het overleg met uw Kamer gesproken over een evaluatie na 5 jaar. Ook deze toezegging neem ik op in de koopovereenkomst met de NMo. Dit artikel zal als volgt luiden:

«Op 4 november 2015 heeft de Minister voor Wonen en Rijksdienst toegezegd aan de Tweede Kamer der Staten Generaal om 5 jaar na de levering van de Monumenten door de Staat aan de NMo het volgende te evalueren:

  • de kwaliteitstoestand van de monumenten;

  • het behaalde rendement op de instandhoudingsvergoeding;

  • de algemene financiële toestand van de NMo en de SMB;

  • de werking van de governance; en

  • of er leden zijn toe getreden tot de NMo.

Deze evaluatie wordt openbaar gemaakt. De NMo verleent haar medewerking aan deze evaluatie.»

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven