32 123 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2010

Nr. 119 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 april 2010

De vaste commissie voor Defensie1, heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Defensie over de brief van 1 februari 2010 inzake toelagen en beloningen van de top van Defensie (Kamerstuk 32 123 X, nr. 98).

De staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 26 maart 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie

Van Miltenburg

Adjunct-griffier van de commissie

Van Toor

1, 2 en 4

Waarom zijn de politieke leiding, één ambtenaar bij de Topmanagement Groep en de bij Defensie werkzame hoogleraren buiten beschouwing gelaten?

Worden zij gerekend tot de top van Defensie en/of topfunctionarissen?

Worden de salarissen, toelagen en beloningen van die ene ambtenaar bij de Topmanagement Groep betaald door Defensie?

De genoemde ambtenaar bij de Topmanagementgroep is de Secretaris-generaal. De betaling van het salaris en de toelagen van de Secretaris-generaal is een verantwoordelijkheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op 1 april 2006 is het werkgeverschap van de Topmanagagementgroep overgeheveld van de departementen naar dit ministerie.

De bij Defensie werkzame hoogleraren zijn buiten beschouwing gelaten.

3

Worden de salarissen, toelagen en beloningen van de politieke leiding betaald door Defensie?

Ja, de salarissen van de minister en staatssecretaris van Defensie (inclusief de voor bewindspersonen gebruikelijke toelage compensatie dienstauto en een vaste onkostenvergoeding) worden betaald door Defensie.

5

Worden de salarissen, toelagen en beloningen voor de bij Defensie werkzame hoogleraren die tevens werkzaam zijn bij civiele universiteiten en hogescholen geheel betaald door Defensie of wordt de uitbetaling van bepaalde componenten gedeeld met andere organisaties?

Defensie betaalt voor de bij aanstelling vastgestelde arbeidsduur voor Defensie.

6

Welke rangen vallen er onder vlag- en opperofficieren per krijgsmachtdeel?

Per krijgsmachtdeel vallen de volgende rangen onder de vlag- en opperofficieren:

  • a. vlagofficieren bij het CZSK: bij de Vloot: commandeur, schout-bij-nacht, vice-admiraal, luitenant-admiraal en admiraal. Bij het Korps Mariniers: brigadegeneraal, generaal-majoor, luitenant-generaal en generaal;

  • b. opperofficieren bij het CLAS: brigadegeneraal, generaal-majoor, luitenant-generaal en generaal;

  • c. opperofficieren bij het CLSK: commodore, generaal-majoor, luitenant-generaal en generaal;

  • d. opperofficieren bij het CKMAR: brigadegeneraal, generaal-majoor en luitenant-generaal.

7

Waaruit bestaat de discrepantie tussen de 129 topfunctionarissen en de 98 generaals bij Defensie in dienst als antwoord op vraag 28 in Kamerstuk 32 123-X, nr. 21?

Het antwoord op vraag 28 in Kamerstuk 32 123 X, nr. 4 van 15 september 2009 betrof het aantal vlag- en opperofficieren. Het nu gerapporteerde aantal van 129 topfunctionarissen betreft het totale topsegment dat bestaat uit de militaire topfunctionarissen (98 vlag- en opperofficieren) en de burgertopfunctionarissen (31 functionarissen in schaal 16 en hoger).

8

Binnen welk tijdsbestek zullen er aanpassingen in de huidige arbeidsvoorwaardelijke regelgeving doorgevoerd worden om de beperking van toelagen en/of beloningen voor topfunctionarissen te realiseren? Welke invloed zullen deze maatregelen hebben op de CAO-onderhandelingen?

Aanpassingen in arbeidsvoorwaardelijke aanspraken zijn alleen mogelijk wanneer hierover overeenstemming is bereikt met de centrales van overheidspersoneel. In de onlangs begonnen onderhandelingen over een nieuwe CAO voor de sector Defensie is het onderwerp «beperking van de toelagen en beloningen voor topfunctionarissen» door Defensie geagendeerd. Over de uitkomsten van het arbeidsvoorwaardenoverleg wordt de Kamer als te doen gebruikelijk geïnformeerd.

9

Kan nader per functie en aangegeven worden hoe er tot een totaal bedrag van 15 miljoen euro gekomen wordt.

Het bedrag van 15 miljoen euro is het totaal aan reguliere salariskosten voor de categorie topfunctionarissen en behelst de som van de middensommen voor de rang of schaal van de desbetreffende functies.

Deze middensommen berusten op de realisatie over een heel jaar. De onderstaande bedragen zijn daarbij gebruikt:

Rang

Gemiddeld

Aantal

Subtotaal

Totaal

Brigade-generaal

€ 106 620,43

61,00

€ 6 503 846,14

 

Generaal-majoor

€ 121 268,00

23,00

€ 2 789 164,00

 

Luitenant-generaal

€ 130 205,50

13,00

€ 1 692 671,50

 

generaal

€ 139 497,00

1,00

€ 139 497,00

 
    

€ 11 125 178,64

16

€ 116 395,67

15,00

€ 1 745 935,00

 

17

€ 127 592,00

10,00

€ 1 275 920,00

 

18

€ 139 413,67

6,00

€ 836 482,00

 
    

€ 3 858 337,00

Totaal

   

€ 14 983 515,64

10, 11 en 12

Wil de regering de toelagen en/of beloningen voor topfunctionarissen in alle categorieën verlagen of gaat het om specifieke toelagen en/of beloningen?

Zullen de criteria voor toelagen en/of beloningen bij functiegebonden overwegingen aangescherpt worden? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom?

Zullen de criteria voor toelagen en/of beloningen bij arbeidsmarktoverwegingen aangescherpt worden? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom?

Defensie streeft naar een pakket van arbeidsvoorwaarden dat in de eerste plaats is gericht op het belonen van de geleverde arbeidsprestatie en bijzondere vaardigheden. Daarnaast worden in beperkte mate beloningsinstrumenten ingezet voor arbeidsmarktproblematiek, de afbouw van functiegerelateerde toelagen en buitengewone prestaties. Vooral deze laatste twee categorieën toelagen en beloningen zullen in het overleg met de centrales van overheidspersoneel in de sector Defensie aan de orde worden gesteld.

14

Kan nader aangegeven worden op grond van welke genoemde overwegingen per functie welke bedragen zijn uitgekeerd?

Zoals in de rapportage is gemeld hebben de in rubriek I en rubriek II genoemde vergoedingen en toelagen een rechtsbasis en worden deze uitgekeerd op basis van functiegebonden overwegingen. De criteria daarvoor liggen vast in de arbeidsvoorwaardelijke regelgeving. In totaal was daarmee een bedrag gemoeid van € 1 753 100.

De in rubriek IIIvermelde tegemoetkomingen en toelagen zijn niet functiegebonden, maar berusten op een discretionaire bevoegdheid. Deze beloningsinstrumenten maken het mogelijk bijzondere prestaties of inspanningen extra te belonen en waardevolle functionarissen aan de organisatie te binden. De gehanteerde criteria variëren per individuele situatie. In totaal was daarmee een bedrag gemoeid van € 139 600.

15

Kan aangegeven worden, uitgesplitst op grond van welke genoemde criteria en naar functie, het totaal van 898,100 euro is uitgekeerd?

Het bedrag betreft uitgekeerde vergoedingen in het kader van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel (DBZV). Voor het DBZV komt iedere topfunctionaris in aanmerking die in het buitenland is geplaatst bij een internationaal hoofdkwartier of op een diplomatieke post. De gehanteerde criteria zijn vastgelegd in de Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 17 januari 2007, houdende regels met betrekking tot het toekennen van vergoedingen voor en tegemoetkomingen in de noodzakelijk te maken extra kosten die verband houden met de plaatsing van de ambtenaar bij een post in het buitenland.

16

Kan aangegeven worden welke bedragen, van in totaal 183,400 euro, op grond van welke representatiekosten per functie zijn uitgekeerd?

De toekenning van representatiekosten geschiedt in beginsel op basis van een door de Secretaris-generaal uitgegeven aanwijzing (nr. SG A/941), waarin per functie de hoogte van de representatievergoeding met een puntenaantal is bepaald. Deze varieert van ongeveer € 75 per maand (25 punten) voor 44 functies tot een maximum van ongeveer € 750 per maand (250 punten) voor drie internationale functies.

17, 18, 19 en 20

U schaart de vliegtoelage onder het kopje «arbeidsmarktoverwegingen». Welke arbeidsmarktoverwegingen liggen ten grondslag aan het uitkeren van een vliegtoelage?

Worden de arbeidsmarktoverwegingen getoetst of regelmatig tegen het licht gehouden op basis van arbeidsmarktonderzoeken?

Of is de vliegtoelage in het geheel niet afhankelijk van arbeidsmarkt, zeker nu, in een tijd dat de piloten van de KLM gevraagd wordt te assisteren bij de bagageafhandeling?

Bent u bereid deze vliegtoelage wél afhankelijk te maken van de daadwerkelijke arbeidsmarktomstandigheden en dus in te zetten indien de arbeidsmarkt hiertoe aanleiding geeft en niet in te zetten indien hiertoe geen aanleiding is?

De vliegtoelage had oorspronkelijk het karakter van een gevarentoelage. Het aan het vliegen verbonden gevaar evenals de hogere verzekeringspremies die een vlieger betaalt, waren in eerste instantie de rechtvaardiging voor het toekennen van een vliegtoelage. Daarnaast verkleint de vliegtoelage het verschil tussen de inkomens van militaire en civiele vliegers. Het salaris dat een vlieger op de civiele markt kan verdienen lag en ligt, nog steeds, hoger dan het salaris dat een vlieger bij Defensie verdient.

De hoogte van een eenmaal aan een vlieger toegekende vliegtoelage is niet afhankelijk van de situatie op de arbeidsmarkt. De hoogte van de vliegtoelage heeft een progressief karakter; naarmate de vlieger meer ervaring opdoet en meer verantwoordelijkheid krijgt, wordt de vliegtoelage hoger.

21

Kunt u de Kamer volledig inzicht geven in de regelingen die ten grondslag liggen aan het al dan niet toekennen van de vliegtoelage?

De relevante regelgeving is als bijlage bij deze brief gevoegd.2 Daarbij gaat het om twee regelingen: de regeling voor vliegtoelagen en die voor garantievliegtoelagen. Dit verklaart het grote aantal tabellen.

22, 24 en 25

Klopt het dat het feitelijk voor het in aanmerking komen voor een vliegtoelage niet uitmaakt of een functionaris nog operationeel vliegt of niet vliegt?

Klopt het dat vliegers om in aanmerking te kunnen komen voor de vliegtoelage een minimaal aantalvlieguren per jaar moet vliegen? Zo ja, welke beslag legt dit vliegtoelage-vliegen op de operationele capaciteit? Hoeveel vlieguren gaan op die manier ten koste van operationele eenheden?

Wat is het nut om vliegers boven de rang van kolonel nog operationeel te laten vliegen?

Om in aanmerking te komen voor een vliegtoelage moet men op een functie zijn geplaatst die aanspraak op deze toelage geeft. Daarnaast kan de commandant van een operationeel commando bepalen dat een militair zijn vliegvaardigheid op peil moet houden. Om de vliegvaardigheid op peil te houden moeten vliegers een minimum aantal uren per jaar vliegen. De totale benodigde operationele capaciteit aan vliegers berust op vliegers bij de operationele eenheden en staf- en gastvliegers. Staf- en gastvliegers leveren dus een aandeel aan de operationele capaciteit.

Met uitzondering van één functionaris van het CLSK heeft geen vlieger boven de rang van kolonel recht op een vliegtoelage.

23

Wat is de achtergrond van het toekennen van de garantievliegtoelage indien iemand een functie vervult waarin hij niet vliegt?

De garantievliegtoelage heeft tot doel de militair die niet langer als vlieger werkzaam is te beschermen tegen een plotselinge terugval in inkomsten. De toelage wordt in de loop van de tijd geleidelijk lager.

26

Kan per vervulde functie en of missie uitgesplitst worden waaruit het totaal bedrag van 211,700 euro is opgebouwd?

Het betreft een tegemoetkoming die op grond van de Regeling Voorzieningen bij Vredes- en Humanitaire operaties (VVHO) is uitgekeerd aan:

  • a. vijftien functionarissen die in 2009 hebben deelgenomen aan de ISAF-operatie met een totaalbedrag van € 194.576,60 (bruto);

  • b. één functionaris die in 2009 heeft deelgenomen aan de Maritieme EVDB-operatie Atalanta, met een totaalbedrag van € 16.097,90 (bruto);

  • c. één functionaris die in 2009 kortstondig verbleef bij de operatie KFOR, met een totaalbedrag van € 328,59 (bruto);

  • d. twee functionarissen die in 2009 kortstondig verbleven bij de operatie EUFOR TCHAD/CAR, met een totaalbedrag van 657,18 (bruto).

27

Kan per functie de eenmalige functioneringsgratificatie of geldelijke beloning uitgesplitst worden?

In totaal is aan 21 functionarissen een geldelijke beloning of functioneringsgratificatie uitgekeerd voor het leveren van buitengewone prestaties, inspanningen of in het oog springende functioneringsresultaten. Het hoogste bedrag dat in dat verband in 2009 werd toegekend bedroeg € 2000 netto (toegekend aan twee functionarissen). De overige bedragen waren lager en varieerden van € 750 tot € 1500 netto.

28

Wat wordt door Defensie verstaan onder «verstrekte componenten van salarisbetalingen»?

Dit betreft alle elementen (salaris, eenmalige en periodieke toelagen) waaruit de maandelijkse salarisbetaling (loon) aan een topfunctionaris is opgebouwd.

29 en 30

Welke aan topfunctionarissen verstrekte componenten worden onderzocht en waarom betreft het een aantal verstrekte componenten en niet alle?

Welke acties zullen ondernomen worden, door de Audit Dienst Defensie dan wel door Defensie zelf, als blijkt dat een component van salarisuitbetalingen aan een topfunctionaris onrechtmatig is verstrekt?

Jaarlijks worden alle in een begrotingsjaar uitbetaalde looncomponenten per topfunctionaris in beeld gebracht. Volgens de gehanteerde systematiek worden periodiek accenten in het onderzoek gelegd. De Audit Dienst Defensie meldt een geconstateerde onrechtmatige verstrekking rechtstreeks aan de Secretaris-generaal. Die besluit of tot correctie, waar nodig in de vorm van terugvordering, wordt overgegaan.

13 en 31

Zullen de criteria voor toelagen en/of beloningen bij het leveren van buitengewone prestaties of inspanningen en in het oog springende functioneringsresultaten aangescherpt worden? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom?

Zullen er behalve aan leden van de Topmanagement Groep aan andere bij Defensie werkzame topfunctionarissen geen eenmalige toeslagen meer toegekend worden?

Hoewel topfunctionarissen net als andere ambtenaren in beginsel in aanmerking komen voor een extra beloning wanneer zij een buitengewone prestatie leveren, zullen de bij Defensie werkzame topfunctionarissen tot nader order niet in aanmerking komen voor een incidentele beloning. Als met de centrales van overheidspersoneel overeenstemming kan worden bereikt over de versobering van de toelagesystematiek voor topfunctionarissen kan hierin verandering komen.

32

Wie is verantwoordelijk voor de opdracht om binnen Defensie de ruimte om bijzondere beloningen te verstrekken aan topfunctionarissen te beperken?

De Secretaris-generaal treedt op als bevoegd gezag.

33

Zijn er naast de genoemde administratieve en organisatorische maatregelen gericht op het zeker stellen van de rechtmatigheid van aan bij Defensie werkzame topfunctionarissen verstrekte betalingen nog andere maatregelen getroffen? Zijn er plannen voor andere maatregelen? Zo ja, wat is de inhoud van deze plannen? Zo nee, waarom?

De aard en omvang van de bevindingen uit de onderzoeken van de Audit Dienst Defensie over de afgelopen jaren geven geen aanleiding tot aanvullende beheersmaatregelen.

34

Wanneer informeert u de Tweede Kamer over de uitkomsten van het overleg met de centrales van overheidspersoneel over in hoeverre toelagen met een rechtspositionele grondslag kunnen worden versoberd?

De Tweede Kamer wordt zoals te doen gebruikelijk geïnformeerd zodra overeenstemming is bereikt over een arbeidsvoorwaardenakkoord voor Defensie.

35

Uit welke componenten bestaat het bruto jaarsalaris van de Commandant der Strijdkrachten van 2009 en welke componenten heeft de Commandant der Strijdkrachten bovenop het bruto jaarsalaris ontvangen in 2009?

Het bruto jaarsalaris van de Commandant der Strijdkrachten bestond in 2009 uit de componenten bezoldiging, vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering, vaste vergoeding extra beslaglegging en verlenging arbeidsduur in het kader van de flexibilisering van de arbeidsduur. Daarnaast ontving de Commandant der Strijdkrachten een vergoeding voor representatiekosten.

36

Waarom zag het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geen aanleiding opmerkingen te maken over de toetsing van het salaris van de Commandant der Strijdkrachten?

De verantwoordelijke afdeling heeft geen zaken aangetroffen die aanleiding waren voor opmerkingen.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Gent, W. van (GL), Bommel, H. van (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Poppe, R.J.L. (SP), Ferrier, K.G. (CDA), Velzen, K. van (SP), Haverkamp, M.C. (CDA), Blom, L. (PvdA), ndervoorzitter, Eijsink, A.M.C. (PvdA), Miltenburg, A. van (VVD), Voorzitter, Dam, M.H.P. Van (PvdA), Schippers, E.I. (VVD), Kraneveldt-van der Veen, M. (PvdA), Griffith, L.J. (VVD) Aasted Madsen-van Stiphout, J.D.M.P. (CDA), Algra, R.H. (CDA), Irrgang, E. (SP), Knops, R.W. (CDA), Willemse-van der Ploeg, A.A.M. (CDA), Jacobi, L. (PvdA), Brinkman, H. (PVV), Voordewind, J.S. (CU), Pechtold, A. (D66), Broeke, J.H. Ten (VVD) en Thieme, M.L. (PvdD).

Plv. leden: Vendrik, C.C.M. (GL), Lempens, P.P.E. (SP), Vlies, B.J. van der (SGP), Polderman, H.J. (SP), Ormel, H.J. (CDA), Wit, J.M.A.M. de (SP), Çörüz, C. (CDA), Roefs, C.W.J.M. (PvdA), Wolbert, A.G. (PvdA), Beek, W.I.I. van (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Nicolaï, A (VVD), Arib, K. (PvdA), Blok, S.A. (VVD), Omtzigt, P.H. (CDA), Uitslag, A.S. (CDA), Roemer, E.G.M. (SP), Jonker, C.W.A. (CDA), Nerée tot Babberich, F.J.F.M. de (CDA), Samsom, D.M. (PvdA), Wilders, G. (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Ham, B. van der (D66), Teeven, F. (VVD) en Ouwehand, E. (PvdD).

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven