31 989 Wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid

Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2011

Hierbij reageer ik op uw verzoek om uw Kamer te informeren over de uitkomsten van het overleg met de VNG over de ouderbijdrage voorschoolse educatie op de peuterspeelzaal (Kamerstuk 31 989, nr. 28).

Dit overleg heeft op 11 januari jl. plaatsgevonden tussen OCW, VNG, G4, MOgroep Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening en BOinK. Naar aanleiding van dit overleg ben ik tot de conclusie gekomen te blijven bij mijn oorspronkelijke voorstel om alleen voor ouders van doelgroepkinderen een maximale ouderbijdrage voor voorschoolse educatie op de peuterspeelzaal in te stellen. Dit houdt in dat de situatie van voor 1 januari 2011 wordt gecontinueerd. Ik bereid daartoe een wetsvoorstel voor dat uw Kamer spoedig zal ontvangen.

De VNG heeft haar leden bij het intrekken van de verplichting om voor alle ouders een maximale ouderbijdrage te hanteren (Besluit van 17 december 2010, Stb. 861) een brief gestuurd met daarin het advies aan gemeenten om het (bestaande) beleid van voor 1 januari 2011 voorlopig voort te zetten. Ik vertrouw erop dat gemeenten dit advies zullen opvolgen, totdat het nieuwe wetsvoorstel in werking treedt.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven