31 934 Douane

Nr. 36 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2020

In deze Kamerbrief kom ik een aantal toezeggingen na, die ik aan uw Kamer heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg Douane van 22 september 2020 (Kamerstuk 31 934, nr. 34). Het betreft de toezeggingen met betrekking tot het concept-rapport «Als de prooi de jager pakt»(Bijlage bij Kamerstuk 31 934, nr. 29). Tevens gaat deze brief in op het onderzoek naar de aanpak van de Douane, gericht op het voorkomen van het corrumperen van de organisatie en/of haar medewerkers. Hierin wordt ook onderzocht of deze afdoende aansluit bij de ontwikkelingen binnen criminele organisaties op dit terrein. Daarnaast wordt bezien hoe de Douane haar aanpak duurzaam en toekomstbestendig kan versterken. Verder gaat deze brief in op de toezeggingen met betrekking tot versterking van de screening bij de Douane. Andere toezeggingen die in deze brief gestand worden gedaan betreffen de voortgang van het project digitale snelweg en de concrete stappen die we met het bedrijfsleven gaan zetten voor verbetering van de digitale dienstverlening. In deze brief ga ik tevens in op de verzoeken zoals deze zijn gedaan in de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van 9 oktober jl.

Toezeggingen inzake het onderzoek «Als de prooi de jager pakt»

Tijdens het AO, heeft het lid Omtzigt (CDA) verzocht om aan de onderzoekers van het onderzoek «Als de prooi de jager pakt» te vragen om hoofdstuk 1 van het conceptrapport openbaar te maken. Daarnaast heeft het lid Leijten (SP) verzocht, de onderzoekers te vragen de bevindingen te delen met de onderzoekers van het nieuwe externe onderzoek dat door de Staatssecretaris is aangekondigd.

Deze vragen heb ik bij brief van 28 september jl. aan de onderzoekers en de voorzitter van de begeleidingscommissie van het onderzoek «Als de prooi de jager pakt» gesteld. Een kopie daarvan heb ik naar uw Kamer gestuurd (Bijlage bij Kamerstuk 31 934, nr. 33). Zij hebben kennisgenomen van uw verzoeken naar aanleiding van het AO en hebben via e-mails aangegeven, onder verwijzing naar eerdere correspondentie over deze kwestie, niet op uw verzoeken te willen ingaan. Dit stelt mij uiteraard teleur, in het bijzonder ten aanzien van het nieuwe onderzoek.

In het nieuwe onderzoek is overigens wel voorzien dat de diverse ervaringen met en signalen over mogelijke corruptie bij de Douane, waaronder die uit het onderzoek «Als de prooi de jager pakt» meegenomen kunnen worden. In de onderzoeksopdracht is opgenomen dat bij het onderzoek relevante andere onderzoeken worden betrokken en deskundigen die op het terrein actief zijn en waren, worden benaderd. Ook onderzoeken waaraan Douane zelf heeft meegewerkt, zoals bijvoorbeeld de ondermijningsbeelden voor de haven van Rotterdam, de Luchthaven Schiphol en het recente onderzoek van TNO naar de criminaliteit in de zeehavens van Moerdijk, Vlissingen, Borsele en Terneuzen kunnen de onderzoekers bij het nieuwe onderzoek betrekken. Daarnaast is de Douane in contact met de bij «Als de prooi de jager pakt» betrokken THOR organisaties om er voor te zorgen dat de onderzoekers de maximale beschikking krijgen over relevante informatie.

Toezegging inzake de begeleidingscommissie onderzoek

Ik heb uw Kamer toegezegd om eveneens in deze brief terug te komen op de samenstelling van de begeleidingscommissie van het nieuwe onafhankelijke onderzoek en daarin aan te geven welke vertegenwoordigers van de Rotterdamse haven en THOR organisaties daarin deelnemen.

Ik hecht eraan te benadrukken dat ik het belang van een brede blik en inbreng van de verschillende partijen die actief zijn in de Rotterdamse haven, met uw Kamer deel. Hiervoor heb ik aangegeven op welke wijze in de onderzoeksopdracht de inbreng vanuit eerdere onderzoeken en experts in het nieuwe onderzoek voorzien is. Daarnaast is de blik van buiten naar binnen geborgd door de samenstelling van de begeleidingscommissie, wier rol het is er op toe te zien dat het onderzoek binnen de vastgestelde kaders van de onderzoeksopdracht gebeurt en als klankbord voor de onderzoekers te dienen.

De begeleidingscommissie wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. De externe leden van de begeleidingscommissie zijn de havenmeester van de Haven Rotterdam, de Inspecteur Generaal van de NVWA, de politiechef eenheid Rotterdam, een officier van justitie, een hoogleraar criminologie en de directeur Directie Veiligheid van de gemeente Rotterdam. Hiermee is voldoende afvaardiging en tegelijkertijd een werkbare omvang van de begeleidingscommissie geborgd. Vanuit de Douane nemen de directeur Bedrijfsvoering en de regiodirecteur Douane Rotterdam Haven in de begeleidingscommissie deel.

Toezeggingen m.b.t. versterking van de screening

De corruptiezaken in 2015 en 2016 hebben ertoe geleid, dat de Douane zich er meer bewust van is geworden hoe criminelen invloed op douaneprocessen kunnen hebben. Er is dan ook vanaf dat moment extra geïnvesteerd in een intensieve en integrale aanpak van integriteit zowel met zachte als harde initiatieven. Daarbij blijf ik de ontwikkelingen op het gebied van integriteit volgen en wordt aanpak van Douane – waar nodig- versterkt. De aanpak van Douane omvat drie elementen die ik hieronder uiteenzet.

1. Zachte initiatieven

Het eerste element van de aanpak van Douane bestaat uit de zogenaamde «zachte» initiatieven, zoals het vergroten van de bewustwording van medewerkers van de eigen kwetsbaarheid bijvoorbeeld in de vorm van een dilemmatraining; zowel bij indiensttreding als daarna. Ook is de weerbaarheid van medewerkers vergroot door hen te instrueren hoe te reageren op het moment dat ze worden benaderd door de criminele wereld. Daarnaast is integriteit onderdeel van de jaarlijkse gesprekscyclus tussen medewerker en leidinggevende. Dit aspect draagt bij aan het zicht op de actuele situatie van medewerkers en de risico’s die zij in de uitvoering van hun werk ervaren. Bovengenoemde initiatieven zijn reeds onderdeel van de huidige praktijk.

2. Harde initiatieven

Het tweede element van de aanpak van Douane bestaat uit de zogenaamde «harde» initiatieven. De afgelopen jaren is bijvoorbeeld ingegrepen in de werkprocessen. Zo kunnen de douaniers die werkzaam zijn in het proces risicobeheersing en de containers voor controle selecteren niet zelfstandig hun werkvoorraad bepalen. Daarnaast voeren andere douaniers, werkzaam in het proces fysiek toezicht, deze controles uit.

Verder is de onvoorspelbaarheid voor een douanemedewerker die fysieke controles uitvoert vergroot omdat pas kort voor aanvang van de controle bekend is welke goederen gecontroleerd worden. Daarnaast is het toetsingsproces voor gevoelige autorisaties versterkt waarmee het beheer van autorisaties is aangescherpt, zodat medewerkers geen autorisaties krijgen die ze niet nodig hebben voor hun taakuitvoering. Dit gebeurt bijvoorbeeld door een tweede beoordeling op toekenning van die autorisaties in het proces op te nemen. Ook bovengenoemde «harde» initiatieven zijn onderdeel van de huidige praktijk.

3. Versterking screening

Naast deze maatregelen is de aandacht ook gericht op de maatregelen rondom de screening van medewerkers. Het gaat dan om screening van hen bij binnenkomst in de organisatie, maar zeker zo belangrijk, ook gedurende hun loopbaan bij de Douane. Immers, douaniers beschikken over informatie, hebben toegang tot beveiligde terreinen en hebben bevoegdheden die potentieel interessant kunnen zijn voor mensen uit het criminele circuit. Daarom is het belangrijk dat de Douane haar medewerkers en organisatie zoveel als mogelijk beschermt tegen verleidingen en invloeden van buitenaf. Screening van medewerkers is daar een belangrijk element in. Zoals u weet werk ik aan het versterken van de screening, hieronder ga ik in op drie maatregelen die hier een belangrijk onderdeel van uitmaken en tijdens het Algemeen Overleg Douane van 22 september 2020 aan de orde kwamen. Daarbij wil ik benadrukken dat ik er aan hecht om met de ondernemingsraden en het Georganiseerd Overleg in gesprek te gaan over de uitvoering hiervan en ik hen bij de uitwerking zal betrekken. Vervolgens geef ik uw Kamer door middel van een planning de termijn waarbinnen deze versterkingen gerealiseerd worden.

3.1 VOG met politiegegevens

In het kader van versterking van de screening heb ik aan het lid Lodders (VVD) toegezegd, om terug te komen op de vraag of voor alle functies bij de Douane een uitbreiding van de VOG-screening moet plaatsvinden, door politiegegevens als een zelfstandige afwijzingsgrond te kunnen toepassen.

Ik vind het belangrijk dat politiegegevens een zelfstandige afwijzingsgrond kunnen zijn bij de VOG beoordeling van douaniers. Met deze gegevens ontstaat er een completer beeld van de gedragingen van (nieuwe) medewerkers. Hierdoor kan beter worden ingeschat of er integriteitsrisico’s bestaan. Het is duidelijk dat een organisatie als de Douane op dit punt meer kwetsbaar is dan veel andere organisaties, die de VOG ook toepassen. Er is immers een groot financieel belang vanuit criminele organisaties om douaniers te betrekken bij hun activiteiten. Vrijwel alle Douanefuncties kunnen hierom in meer of mindere mate kwetsbaar zijn voor criminele organisaties.

Het is van belang dat een organisatie als de Douane in de volledige breedte voldoet aan hoge standaarden op het gebied van integriteit. Hierom vind ik de uitbreiding van de VOG-screening door politiegegevens als een zelfstandige afwijzingsgrond te kunnen toepassen, voor in principe alle functies, een noodzakelijk onderdeel van een volwaardig integriteitsbeleid.

Ik ga in beginsel alle functies van de Douane aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid gemotiveerd voordragen voor screening conform de VOG politiegegevens, waarbij ik zal aansluiten bij de definitie van de wettelijke voorwaarde «toegang tot gevoelige informatie bij de uitvoering van wettelijke taken» en andere randvoorwaarden die in het wetsvoorstel VOG Politiegegevens zijn opgenomen, dat in uw Kamer voorligt. Dat betekent dat het zo kan zijn dat functies waarbij dit buitenproportioneel is, kunnen worden uitgesloten. Daarnaast is nog een ministeriele regeling vereist waarin functies bij de Douane worden aangewezen. Met de Minister voor Rechtsbescherming is afgestemd dat de ministeriële regeling gelijktijdig met het wetsvoorstel in werking zal treden.

3.2 Continue screening

Voorts heb ik het lid Omtzigt (CDA) toegezegd om terug te komen op zijn suggestie om voor continue screening een algemene maatregel van bestuur op te stellen om zo de maatregel snel in te kunnen laten gaan.

Continue screening levert een meer actueel inzicht op ten aanzien van eventuele risico’s bij medewerkers doordat continue een controle plaats vindt op de gegevens van medewerkers in het Justitieel Documentatiesysteem. Als daarin een relevante wijzing optreedt, informeert Justis de werkgever dat een nieuwe VOG aangevraagd moet worden door de medewerker. In het Algemeen Overleg Belastingdienst op 4 maart 2020 (Kamerstuk 31 066, nr. 622) en in mijn brief van 3 juni 2020 (Kamerstuk 31 934, nr. 28) heb ik aangegeven continue screening mee te willen nemen in het screeningspalet van Douane. Dit heb ik in de brief «Stand van zaken Douane» van 15 september jl. bevestigd (Kamerstuk 31 934, nr. 35).

Ik deel de urgentie van uw Kamer om continue screening voor medewerkers van de Douane zo snel mogelijk te realiseren. Ik heb dit onderzocht en zie mogelijkheden om dit bij AMvB te regelen. Momenteel is continue screening voor branches zoals kinderopvang en taxichauffeurs geregeld in het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens. Het ligt voor de hand om continue screening voor Douane ook te regelen in dit besluit.

3.3 Kwetsbaarhedengesprek

In het algemeen overleg Douane van 22 september 2020 is door het lid Omtzigt (CDA) opgemerkt dat de voorziene tijdplanning voor het kwetsbaarhedengesprek globaal en lang is en het wenselijk is om het kwetsbaarhedengesprek per direct in te voeren.

Invoering van het kwetsbaarhedengesprek betekent dat in het wervingsproces een separaat gesprek gevoerd gaat worden waarin diepgaander op o.a. financiële kwetsbaarheden wordt in gegaan. Daarmee wordt de screening aan de poort versterkt. Het kwetsbaarhedengesprek grijpt in op de persoonlijke levenssfeer en daarom is ook voor deze maatregel een advies van de Autoriteit Persoonsgegevens in dit kader noodzakelijk. Met u ben ik van mening dat het belangrijk is om nadrukkelijk aandacht te besteden aan integriteit in de gesprekken met kandidaten voordat zij in dienst treden. In het huidige wervingsproces wordt daar ook aandacht aan besteed, zowel in de vacaturetekst als tijdens het selectiegesprek en bij het arbeidsvoorwaardengesprek is hier aandacht voor. Zo krijgen kandidaten integriteitsdilemma's voorgelegd en zijn loonbeslagen en nevenwerkzaamheden onderwerp van gesprek. Om tegemoet te komen aan de door u en mij gevoelde urgentie wordt vooruitlopend op de invoering van het kwetsbaarhedengesprek dit proces versterkt door, met ingang van de volgende grootschalige werving, het geven van bijzondere aandacht aan het opvragen van referenten en het verkrijgen van nadere informatie naar aanleiding van de referenties.

3.4 Het tentatieve tijdpad

Ik heb lid Omtzigt toegezegd om uw Kamer door middel van een tentatief tijdpad inzicht te geven in de termijn waarbinnen bovenstaande versterkingen op het gebied van screening gerealiseerd worden.

  • VOG Politiegegevens: In Q4 2020 wordt gestart met de voorbereiding van de voordacht van in principe alle functies van de Douane aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor screening conform de VOG politiegegevens. Met de Minister voor Rechtsbescherming is afgestemd dat de benodigde ministeriële regeling gelijktijdig met het bij uw Kamer liggende wetsvoorstel VOG Politiegegevens in werking zal treden. Op het moment dat dit wetsvoorstel in werking is, zal het door JenV geïmplementeerd worden. Daarna kan de maatregel, afhankelijk van afronding van de parlementaire behandeling, toegepast worden.

  • Continue screening: Ik streef ernaar dat een algemene maatregel van bestuur waarin een grondslag wordt gegeven voor continue screening bij de douane vanaf medio 2021 kan worden toegepast. Hiervoor is nodig dat eerst een uitvoeringstoets wordt gedaan, zodat de gevolgen voor de uitvoering in kaart worden gebracht. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de benodigde automatisering. Vervolgens wordt het reguliere proces gevolgd van interdepartementale afstemming, advisering door de Autoriteit Persoonsgegevens, behandeling in de ministerraad en advisering door de Raad van State. Daarna wordt gestart met de implementatie, zodat de maatregel medio 2021 toegepast kan worden.

  • Kwetsbaarhedengesprek: Voor deze maatregel is een advies van de Autoriteit Persoonsgegevens noodzakelijk, dit adviestraject is reeds in gang gezet. Vervolgens kan de noodzakelijk werving, opleiding of inhuur plaatsvinden en implementatie volgen. Met u ben ik van mening dat spoedige invoering van het kwetsbaarhedengesprek belangrijk is. Daarom heb ik het tijdpad nogmaals bekeken en ik concludeer dat invoering hiervan medio 2021 mogelijk is. Nog eerder invoeren zou betekenen dat geen recht kan worden gedaan aan de noodzakelijke zorgvuldigheid ten aanzien van de privacyaspecten.

Toezegging inzake voortgang Digitale Snelweg Douane

Voorts heb ik toegezegd uw Kamer schriftelijk te informeren over de voortgang van het project de Digitale Snelweg Douane.

Zoals ik eerder heb aangegeven in mijn brief van 15 september over de stand van zaken Douane, zal ik de Kamer op de hoogte houden van de voortgang van het programma Digitale Snelweg Douane. Dit programma is belangrijk voor de Douane om de komende jaren de geleidelijke en omvangrijke stijging van het toegenomen aantal aangifteregels, zoals beschreven in voornoemde brief, aan te kunnen. Het programma houdt o.a. in het uitbreiden van de mainframe capaciteit en aanpassing van de software van de aangiftesystemen. Dit aan de hand van de eerdere aanbevelingen van het advies van het BIT (Bureau ICT-toetsing) over de verplaatsing van het AGS-systeem (aangiftesysteem voor in- en uitvoer) naar een mainframe met meer capaciteit (rehosting). Daarbij merk ik op dat de volumestijgingen in 2021, o.a. als gevolg van de Brexit en de nieuwe aangifteplicht voor postzendingen, al kunnen worden opgevangen met de huidige mainframecapaciteit en applicaties.

Het programma «Digitale Snelweg Douane» verkeert op dit moment in de verkennende en voorbereidende fase en wordt tevens afgestemd met het BIT. Daarbij wordt het eerder gegeven advies door het BIT als belangrijke input meegenomen. In het voorjaar van 2021 zal ik uw Kamer meer concreet informeren over het programma. Er is dan namelijk meer bekend over de inhoud daarvan en het BIT heeft dan haar advies uitgebracht.

Toezegging inzake actieplan digitale dienstverlening

Tevens ontvangt u dit jaar nog een actieplan voor digitale dienstverlening. Daarin zijn concrete stappen opgenomen die onder andere in overleg met het bedrijfsleven zijn afgesproken. Zo inventariseert de Douane momenteel de behoefte van het bedrijfsleven aan digitale diensten die kunnen worden geleverd via het digitaal portaal «Mijn Douane». Dit portaal wordt ingevoerd in het eerste kwartaal van 2021 en vanaf dan kunnen bedrijven daar accijnsaangiften indienen en verzoeken indienen voor het teruggeven van accijns. De digitale dienstverlening via dit portaal wordt geleidelijk aan verder uitgebreid, zoals het aanvragen van vergunningen en het indienen van bezwaarschriften. De datum van invoering van iedere uitbreiding wordt met het bedrijfsleven afgesproken, zodat ook zij zich daarop tijdig kunnen voorbereiden. Deze afspraken zullen worden opgenomen in het gezamenlijke actieplan dat ik u, zoals gezegd, zal doen toekomen.

Slotbeschouwing

In deze brief ben ik een aantal toezeggingen nagekomen, die ik aan uw Kamer heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg over de Douane op 22 september jl., waaronder over de maatregelen ter versterking van de screening. Uit de procedurevergadering van 9 oktober 2020 is van de vaste commissie van Financiën nog het verzoek gekomen om een brief met daarin de laatste stand van zaken inzake corruptie bij de Douane, hierbij werd tevens gerefereerd aan het politieonderzoek naar Encrochat.

Wat het onderzoek naar Encrochat betreft moet ik u verwijzen naar mijn beantwoording van schriftelijke vragen van de leden Omtzigt (CDA) en Lodders (VVD) van 21 september 2020 (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 101). In zijn algemeenheid doet het Kabinet geen uitspraken over lopende onderzoeken. Zoals ik eerder schreef geldt dat, na overleg met de Minister van J&V, ook voor dit onderzoek.

Integere medewerkers zijn essentieel voor het vertrouwen van burgers en bedrijven in de Douane en het goed functioneren van de organisatie. Daarom is het van belang om de organisatie en haar medewerkers ook, waar nodig, te beschermen. De maatregelen inzake versterking van de screening gaan daarbij helpen. Deze stellen de Douane in staat om sneller risico’s in beeld te hebben en daarop te acteren; ook ter bescherming van de eigen medewerkers. De maatregelen gelden ook voor medewerkers die recent zijn geworven voor de Brexit.

Dat ook een collega dienst als de politie haar screening versterkt, onder meer door continue screening, sterkt de Douane in haar aanpak. Ik blijf de ontwikkelingen op het gebied van beïnvloeding van de georganiseerde misdaad van de Douane nauwgezet volgen. Als daartoe aanleiding is, zal ik opnieuw een afweging maken en zal ik kijken naar risico’s, proportionaliteit en de wijze van (diepgaander) screening bij andere diensten (Koninklijke Marechaussee, politie) zoals dit ook eerder is gedaan.

Ik kijk daarbij met grote belangstelling uit naar de bevindingen uit het nieuwe externe onderzoek. In dat onderzoek komt de vraag aan de orde welke risico’s op corruptie de Douane loopt. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2021 zullen de tussenresultaten bekend zijn op basis waarvan de Douane zo nodig de eerste aanvullende maatregelen kan treffen. Ik zeg u hierbij toe om u daarover voor de zomer te informeren. Daarmee ga ik ook in op uw verzoek om een brief met daarin de laatste stand van zaken inzake corruptie bij de Douane. Daarbij ontvangt u een update in de vorm van de cijfers die dan bekend zijn over het aantal integriteitsschendingen bij de Douane in 2020, als onderdeel van de rapportage van Financiën en in dezelfde periode als de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk.

Ten slotte wil ik u mededelen dat ik op korte termijn in een aparte brief terugkom op de toezegging inzake het douanetoezicht op wapendoorvoer.

De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen

Naar boven