31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 71 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2015

Inleiding

Jaarlijks evalueert de commissie Financiën1 de behandeling van de begrotingen en van de jaarverslagen. Bijgaand treft u de evaluatie aan van de begrotingscyclus 2014 (bijlage2). In deze evaluatie ligt de nadruk op de behandeling van de jaarverslagen over 2014 (in het voorjaar van 2015). Om een totaalbeeld van de volledige begrotingscyclus 2014 te schetsen, wordt ditmaal ook op hoofdlijnen inzicht gegeven in de activiteiten van de Kamer met betrekking tot de ontwerpbegrotingen 2014 en de suppletoire wetten (Voorjaarsnota 2014 en Najaarsnota 2014). Tot slot wordt ook inzicht gegeven in de behandeling door de Tweede Kamer van beleidsdoorlichtingen. Op basis van de evaluatie komt de commissie tot de volgende conclusies en aanbevelingen.

Focusonderwerpen

Uit de evaluatie blijkt dat de door de Kamer gekozen focusonderwerpen «decentralisaties» en «fraude» in het verantwoordingsdebat 2014 slechts summier zijn besproken en ook bij veel commissies niet aan de orde zijn gesteld. Dit was ook het jaar daarvoor het geval, toen dezelfde focusonderwerpen aan de orde waren.

Relatief veel belangstelling ging in de wetgevingsoverleggen (en daarbuiten in algemeen overleggen) uit naar het bredere thema «uitvoering van beleid», waarbij de uitvoerbaarheid van bepaalde regelingen of problemen bij (grote) uitvoeringsorganisaties aan de orde werden gesteld. Dit mede naar aanleiding van het thema «tijd voor de uitvoering» uit het rapport «Staat van de rijksverantwoording 2014» van de Algemene Rekenkamer.3

De commissie stelt de Kamer voor om bij de verantwoording over 2015 te kiezen voor een nieuw focusonderwerp. De commissie beveelt aan om voor de verantwoording over 2015 (in mei 2016) het bredere thema «Tijd voor uitvoering van de hervormingstrajecten die in het jaar 2015 van start zijn gegaan» als focusonderwerp te benoemen.

De commissie stelt de Kamer voor met bovenstaande in te stemmen en aldus het onderwerp «Tijd voor uitvoering van de hervormingstrajecten die in het jaar 2015 van start zijn gegaan» voor de verantwoording over het jaar 2015 (in mei 2016) als focusonderwerp aan te merken.

De commissie beveelt aan om een afschrift van deze brief te sturen aan het kabinet en aan de Algemene Rekenkamer, met het verzoek om een reactie.

Rapporteurs

De commissie Financiën stelt vast dat ook bij de verantwoording over 2014 een aantal vaste commissies gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om rapporteurs aan te wijzen, die namens de commissies de kwaliteit van de jaarverslagen beoordelen.

Dankzij de inzet van rapporteurs zijn er in de commissie OCW, SZW, VWS en I&M verbetertrajecten gestart ten aanzien van de beleidsinformatie in de begrotingsstukken.

De commissie juicht deze actieve houding toe en zal dit proces verder stimuleren en faciliteren. Het aantal commissies dat gebruik maakt van rapporteurs is in het verleden soms groter geweest. De commissie beveelt dan ook vaste commissies en rapporteurs aan hun ervaringen te delen met andere Kamerleden. Commissies krijgen dan vooraf beter zicht op de mogelijke meerwaarde en meest geschikte wijze van invulling van een eventueel rapporteurschap bij begroting en verantwoording.

Beleidsdoorlichtingen

De commissie stelt vast dat over het algemeen het proces van beleidsdoorlichtingen goed loopt en verbeteringen zichtbaar zijn. Zo wordt bijvoorbeeld de planning (binnen 7 jaar een beleidsdoorlichting) doorgaans gehaald, wordt de Tweede Kamer tijdig geïnformeerd bij uitstel en wordt – conform een motie van de Kamer4 – sinds 2015 de opzet en vraagstelling van een voorgenomen beleidsdoorlichting vooraf aan de Kamer gestuurd.

De commissie stelt echter ook opnieuw vast dat de inhoudelijke kwaliteit van beleidsdoorlichtingen over het algemeen nog steeds te wensen over laat.

Zo zijn de beleidsdoorlichtingen in veel gevallen niet volledig en geven ze zelden echt goed inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van beleid; het hoofddoel van beleidsdoorlichtingen. Daarnaast lijken beleidsdoorlichtingen weinig concrete leerpunten op te leveren.

De behandeling van de beleidsdoorlichtingen door de Tweede Kamer laat ook nog steeds te wensen over, hoewel verbetering zichtbaar is. Beleidsdoorlichtingen krijgen niet altijd de aandacht die ze verdienen. Zo worden ze vaak betrokken bij een al gepland overleg, waarbij zij vervolgens niet expliciet aan de orde komen. De commissie herhaalt dan ook haar eerdere pleidooi aan de vaste commissies om, nadat antwoorden op feitelijke vragen zijn ontvangen, als vaste commissie te besluiten of een debat over de betreffende beleidsdoorlichting gewenst is. Indien dit het geval is, dit bij voorkeur te doen in een apart overleg waarin zowel verantwoording (terugkijken) als het maken van afspraken voor verbetering van het beleid centraal staan.

De commissie zal de ontwikkelingen rond beleidsdoorlichtingen blijven volgen en met de coördinerend Minister van Financiën in overleg treden over verdere verbeteringen van het proces en de kwaliteit van beleidsdoorlichtingen.

De voorzitter van de commissie, Duisenberg

De griffier van de commissie, Berck


X Noot
1

Voorheen: commissie voor de Rijksuitgaven (zie: Kamerstuk 31 597, nr. 9)

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 34 200, nr. 2, bijlage.

X Noot
4

Kamerstuk 34 000, nr. 36

Naar boven