31 865 Verbetering verantwoording en begroting

Nr. 53 BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

Den Haag, 5 september 2013

Hierbij doet de commissie voor de Rijksuitgaven een voorstel aan de Kamer voor het aanbrengen van focus in de verantwoordingsstukken over de uitvoering van de rijksbegroting 2013. De commissie stelt voor om volgend jaar twee onderwerpen bij de verantwoording centraal te stellen: fraude en decentralisatie. Deze onderwerpen staan centraal in de Verantwoording over 2013, te beginnen met het Verantwoordingsdebat na het aanbieden van de stukken op de derde woensdag in mei 2014.

Tevens stelt de commissie aan de Kamer voor om de komende jaren nog voor het zomerreces de focusonderwerpen vast te stellen voor de verantwoording het jaar daarop. Dat geeft het kabinet en de Algemene Rekenkamer de gelegenheid rekening te houden bij het opstellen van de verantwoordingsstukken met de wensen van de Kamer. Daartoe geeft de commissie in deze brief een toelichting op de aanpak en methodiek om te komen tot een selectie van focusonderwerpen.

Vanaf 2009 zijn initiatieven ontplooid om meer focus aan te brengen in de jaarlijkse verantwoordingsstukken en in het Verantwoordingsdebat1. Het kabinet heeft bij brief van de minister van Financiën van 1 februari 2013 (Kamerstuk 31 865, nr. 47) laten weten dat zij zich kan vinden in de aanbeveling van de commissie voor de Rijksuitgaven (Kamerstuk 31 865, nr. 43) om de komende jaren door te gaan met het benoemen van focusonderwerpen. Ook schrijft het kabinet dat zij zich aansluit bij het advies van de commissie voor de Rijksuitgaven om de komende jaren duidelijke selectiecriteria te hanteren en rapporteurs te benoemen.

Het bepalen van focusonderwerpen schept verwachtingen voor de aanpak van de verantwoording door kabinet, Algemene Rekenkamer en Tweede Kamer. Het beoogt zijn weerslag krijgen in producten als het Financieel Jaarverslag Rijk, departementale jaarverslagen, de Verantwoordingsbrief van het kabinet, rekenkamerrapporten en parlementaire activiteiten. Het veronderstelt ook extra inspanningen van de commissies bij de voorbereiding en behandeling van de verantwoordingsstukken, zoals bijvoorbeeld het inzetten van rapporteurs met specifieke aandacht voor de focusonderwerpen.

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft zich de afgelopen periode gebogen over aanpak en methodiek om te komen tot focusonderwerpen voor de komende jaren. Hiertoe heeft informele afstemming plaatsgevonden met de Algemene Rekenkamer.

Bij de selectie van focusonderwerpen hanteert de commissie de volgende criteria: majeure vraagstukken met groot financieel belang voor de Rijksbegroting, onderwerpen die kabinetsbreed aandacht vergen, grote beleidswijzigingen met risico’s voor de uitvoerbaarheid, spreiding over beleidsdossiers in meerjarig perspectief. De onderwerpen moeten zich lenen om de voortgang te monitoren. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van beleidsdoorlichtingen en interdepartementale beleidsonderzoeken. De commissie zal behalve de hiervoor genoemde criteria bij het selecteren van onderwerpen rekening houden met de meest recente evaluaties van verantwoordings- en begrotingsprocessen in de Kamer.

Focusonderwerpen voor de verantwoording over 2013

Tijdens het Verantwoordingsdebat op 16 mei 2013 heeft de minister-president in reactie op de inbreng van diverse woordvoerders toegezegd dat fraude volgend jaar een focusonderwerp zal zijn. Daarbij zal het kabinet systematisch inzicht geven in de vraag hoe de rijksoverheid omgaat met het signaleren en aanpakken van frauderisico’s, het nemen van maatregelen en het aanscherpen van regelgeving. In het Verantwoordingsdebat zijn door de minister-president voorbeelden genoemd als fraude met persoonsgebonden budgetten, fraude in de ziekenhuissector en fraude met toeslagen. Daarmee is met de Kamer in feite al één onderwerp afgesproken waarop de verantwoording in mei 2014 zal focussen.

Naast het onderwerp fraude stelt de commissie voor om in 2014 het onderwerp decentralisatie als focusonderwerp centraal te stellen. Het onderwerp voldoet aan bovengenoemde criteria. De commissie onderkent dat verschillende grote decentralisaties in uiteenlopende fasen van beleidsontwikkeling en -uitvoering verkeren. Bij decentralisaties die langer in uitvoering zijn zal de verantwoording van een andere orde zijn dan bij decentralisaties die in een aanvangsfase verkeren. In het laatste geval zal de focus meer liggen op de inrichting van de informatiehuishouding en de vormgeving van het verantwoordingsarrangement opdat het parlement zijn controlerende taak als onderdeel van het budgetrecht kan waarmaken.

De commissie beveelt aan om een afschrift van deze brief te sturen aan het kabinet en aan de Algemene Rekenkamer, met het verzoek om een reactie.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven, Harbers

De griffier van de commissie voor de Rijksuitgaven, Groen


X Noot
1

Zie Kamerstuk 31 951, nrs. 19, 20 en 21, Kamerstuk 31 428, nr. 2, Kamerstuk 32 123, nr. 30, Kamerstuk 31 428, nr. 4 en Kamerstuk 31 865, nrs. 27, 43 en 47.

Naar boven