Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 31839 nr. 989 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 31839 nr. 989 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2023
Met deze brief informeer ik uw Kamer mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane over de voortgang van de aanpak voor gedupeerde gezinnen van de kinderopvangtoeslagaffaire die te maken hebben (gehad) met uithuisplaatsing.1 In deze brief ga ik onder andere in op de resultaten van de ondersteuningsaanpak, de uitvoering van de tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT, de voortgang van de Commissie Hamer en beantwoord ik de vragen van lid Omtzigt over het PwC-onderzoek «Gegevensdeling met derden».
Inzet en resultaten
Sinds april 2022 kunnen gedupeerde ouders en kinderen die te maken hebben gehad met uithuisplaatsing extra hulp en ondersteuning krijgen als zij dat willen. Steeds meer gedupeerde ouders en kinderen weten de weg te vinden naar die ondersteuning. Regelmatig spreek ik zelf met gedupeerde ouders en kinderen die te maken kregen met uithuisplaatsing. Ik waardeer het zeer dat deze ouders en kinderen hun vaak zeer aangrijpende verhalen delen en mij daarmee ook de gelegenheid bieden daarvan te leren en hun ervaringen te benutten. De ondersteuningsaanpak is en blijft nodig voor erkenning en herstel voor deze gedupeerde ouders en kinderen en daarom wordt de aanpak ook in 2024 voortgezet.
Inmiddels hebben 722 mensen zich aangemeld bij het Ondersteuningsteam.2 Uit de meest recente voortgangsrapportage over september en oktober 2023 (zie bijlage) blijkt dat de ondersteuning door het Ondersteuningsteam onder meer bijdraagt aan persoonlijk herstel (188). Het gaat dan om erkenning, het inzetten van hulpverlening of het versterken van de regie van ouders. Ook zijn resultaten geboekt op het gebied van bestaanszekerheid (68), zoals verbetering van de financiële situatie of het realiseren van huisvesting. Concrete resultaten ten aanzien van de uithuisplaatsingen zijn bijvoorbeeld verbetering van de bezoekregeling (30), voorkomen van uithuisplaatsing (7), contactherstel met kind(eren) (25) en terugplaatsing (23). Een uitvoeriger kwantitatief beeld is als bijlage bijgevoegd.
Het Ondersteuningsteam heeft in september een enquête onder ouders gehouden om de tevredenheid te meten. De resultaten van de enquête zijn gepubliceerd op de website van het Ondersteuningsteam3 en als bijlage bijgevoegd. Een groot deel (meer dan 80%) van de ouders geeft aan tevreden te zijn over het Ondersteuningsteam en laat weten dat de ondersteuning hen (deels) heeft geholpen. Dit onderschrijft de conclusie dat er met de ondersteuning resultaten geboekt worden. Een deel (8%) van de ouders heeft aangegeven dat hulpverlening van- en contact met andere partijen (zoals gemeenten of Jeugdbescherming) moeizaam en traag verloopt. Het Ondersteuningsteam blijft hierover continue in gesprek met deze partijen om daarin verdere verbetering te brengen. Een ander deel van de ouders (8%) vindt het gebrek aan mandaat bij het Ondersteuningsteam een gemis. Hoewel ik deze wens van ouders begrijp, geven de resultaten van het Ondersteuningsteam geen aanleiding om te concluderen dat doorzettingsmacht nodig of helpend zou zijn. De procesbegeleiders van het Ondersteuningsteam zoeken op casusniveau steeds effectieve manieren om oplossingen te versnellen. Dit gebeurt met een hoge mate van doortastendheid. Het Ondersteuningsteam geeft bovendien zelf aan dat een machtspositie en doorzettingsmacht voor hen onwenselijk zou zijn. Dit zou hun onafhankelijke positie naar ouders en kinderen, maar ook de samenwerking met betrokken partijen kunnen schaden.
Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT
Op 18 september 20234 heb ik uw Kamer voor het laatst geïnformeerd over de stand van zaken van de uitvoering van de Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT (hierna: de tijdelijke wet). Begin september zijn de persoonsgegevens van erkend gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire in een beveiligde dataroom gekoppeld aan de persoonsgegevens van kinderen waarvoor een verzoek tot uithuisplaatsing is gedaan. Het aanvullend dossieronderzoek door de rechtspraak en daaropvolgende datakoppelingen in de dataroom zijn eind november 2023 afgerond.
Uit de koppeling zijn in totaal 3.104 unieke kinderen en 1.878 unieke ouders5 naar voren gekomen die gedupeerd zijn door de toeslagenaffaire én te maken hebben (gehad) met een machtiging uithuisplaatsing. Een uitgebreider cijfermatig overzicht is bijgevoegd.
Zoals ik in mijn brief van 18 september 2023 al aangaf, is het totaal aantal kinderen van gedupeerden die te maken hebben gekregen met een machtiging uithuisplaatsing groter dan eerder door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is gerapporteerd (2.090).6 Dit is verklaarbaar omdat de koppeling een langere periode beslaat dan de analyses van het CBS. Het CBS heeft om praktische redenen de analyses gebaseerd op cijfers vanaf 2015. De kinderopvangtoeslagaffaire gaat echter terug tot 2005. Om een zo goed en compleet mogelijk beeld te krijgen zijn bij de uitvoering van deze wet gegevens vanaf 2005 gebruikt.7 Daarnaast heeft het CBS een andere definitie van uithuisplaatsing gebruikt. Het CBS had namelijk geen toegang tot cijfers over uithuisplaatsing als zodanig maar heeft een benadering gemaakt door gegevens over jeugdhulp met verblijf te combineren met gegeven over kinderbeschermingsmaatregelen. Bij de koppeling op grond van de tijdelijke wet zijn gegevens gebruikt over (verzoeken tot) machtigingen uithuisplaatsing.
Met het verzenden van een brief over de beschikbare ondersteuning aan alle ouders die uit de koppeling naar voren zijn gekomen, is een belangrijke stap gezet om de beschikbare hulp actief onder de aandacht te brengen van degenen die daar recht op hebben. Tot nu toe hebben 147 ouders zich aangemeld bij het Ondersteuningsteam naar aanleiding van de brief. Daarnaast heeft mijn ministerie 31 verzoeken ontvangen die strekken tot verwijdering van de persoonsgegevens van de lijsten van UHP KOT-ouders en UHP KOT-kinderen.8 Er zijn tot nu toe geen klachten ontvangen.
In januari 2024 zal de definitieve UHP KOT-kindlijst worden gedeeld met de Raad voor de Kinderbescherming, de Gecertificeerde Instellingen (GI’s), de Commissie Hamer en de rechtspraak voor onderzoek en reflectie. De UHP KOT-ouderlijst zal dan worden gedeeld met de commissie-Hamer. Elke ouder heeft dan na ontvangst van de ondersteuningsbrief minimaal zes weken de tijd gehad om een verzoek tot verwijdering in te dienen om te voorkomen dat persoonsgegevens met andere organisaties worden gedeeld.
Onderzoek en reflectie
De commissie-Hamer doet onderzoek naar het verband tussen de kinderopvangtoeslagaffaire en uithuisplaatsingen. Zij heeft door gesprekken met experts, ouders, jongeren en ketenpartners meer zicht gekregen op de problematiek en onderliggende vraagstukken. Ook heeft de commissie onderzoeksvragen kunnen concretiseren en eerdere relevante onderzoeken geïnventariseerd en beoordeeld op gebruikswaarde voor de opdracht van de commissie. De commissie heeft vervolgens de contouren bepaald voor de invulling van haar taak en haar werkwijzen en informeert uw Kamer daar zelf over. De commissie is recentelijk gestart met haar dossieronderzoek en de verwachting is dat zij in het laatste kwartaal van 2024 tot een definitieve analyse en aanbevelingen zal komen.
Daarnaast zullen de rechtspraak, gecertificeerde instellingen (GI’s) en de Raad voor de Kinderbescherming reflecteren op het eigen handelen in zaken waarbij gedupeerde gezinnen te maken kregen met uithuisplaatsing. De rechtspraak verwacht dat de resultaten van de reflectie eind 2024 openbaar zullen worden gemaakt. Het reflectietraject van de GI’s wordt naar verwachting voor de zomer van 2024 afgerond. De Raad voor de Kinderbescherming zal naar verwachting voor de zomer van 2024 de inzichten van de reflectie delen met mijn ministerie. Een beschrijving van de wijze waarop deze organisaties zullen reflecteren is bijgevoegd. Via de reguliere voortgangsbrieven zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten.
Moties en toezeggingen
Vraag lid Omtzigt FSV-lijst
Tijdens het debat over de Tijdelijke wet uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT op 29 maart 2023 heb ik toegezegd schriftelijk de vragen van lid Omtzigt te beantwoorden over het PwC-onderzoek «Gegevensdeling met derden»9.
PwC heeft in het onderzoek gekeken naar informatie die uit de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) van de Belastingdienst is verstrekt aan andere organisaties. Het ging daarbij om verstrekkingen vanuit groepsmailboxen die volgens het onderzoek van PwC het grootste risico vormden op gegevensverstrekking aan andere organisaties. Verstrekkingen van gegevens uit de FSV die achteraf nauwelijks vast te stellen zijn, zoals telefonische verstrekkingen, zijn hier niet in betrokken. In het PwC-onderzoek en de nadere onderzoeken van de Belastingdienst is geen gegevensverstrekking aan de jeugdbeschermingsketen aangetroffen.10
In het PwC-onderzoek en de nadere onderzoeken van de Belastingdienst zijn elf verstrekkingen van FSV-informatie aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV)11 gevonden. Het Ministerie van JenV heeft de verstrekte FSV-informatie opnieuw ontvangen om uit te zoeken wat daar destijds mee gedaan is. Uit dat onderzoek volgde dat de informatie-uitwisseling steeds heeft plaatsgevonden in gevallen waarin de Belastingdienst wettelijk verplicht was om alle beschikbare en relevante informatie te leveren, bijvoorbeeld in het kader van de wet Bibob. Het Ministerie van JenV heeft geen gevolg gegeven aan de enkele vermelding van FSV in de informatie die het ontvangen heeft. Er zijn geen verstrekkingen gevonden door het Ministerie van JenV aan jeugdbeschermingsorganisaties.
Personen waarvan de FSV-informatie aan het Ministerie van JenV is verstrekt zijn hierover geïnformeerd door de Belastingdienst. Alle organisaties waaraan FSV-gegevens zijn verstrekt, zijn door de Belastingdienst verzocht om de FSV-informatie te verwijderen, zodat zeker is dat deze informatie niet gebruikt wordt. Alle verwijzingen naar FSV die gevonden zijn op basis van het PwC-onderzoek en de nadere onderzoeken van de Belastingdiensten zijn verwijderd bij de desbetreffende organisaties (voor zover deze gegevens nog beschikbaar waren).
Personen die in FSV geregistreerd stonden en die ondanks de gedane onderzoeken menen dat FSV-informatie is verstrekt aan jeugdbeschermingsorganisaties, kunnen zich melden bij de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft hiervoor op 1 juni 2023 een meldpunt geopend12. Deze personen kunnen hiervan melding maken via het FSV-portaal, telefonisch of via een videoafspraak.
Tot slot
Het belang van goede hulp en ondersteuning voor gedupeerde gezinnen die te maken hebben (gehad) met uithuisplaatsing wordt breed gedeeld en hier wordt gezamenlijk met de betrokken partijen ook naar gehandeld. Het kabinet blijft zich ook de komende periode met overtuiging voor hen inzetten. Voor de zomer van 2024 zullen wij u in een volgende voortgangsbrief informeren over de stand van zaken.
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
Steeds waar staat vermeld uithuisplaatsing worden zowel uithuisplaatsingen met ondertoezichtstelling, als uithuisplaatsingen zonder kinderbeschermingsmaatregel en gezagsbeëindigingen bedoeld, tenzij anders vermeld.
Dit betreft het alleen de gedupeerde ouders die als zodanig zijn erkend door de Dienst Toeslagen. In de meeste gevallen is dit slechts één van de twee ouders.
Vanwege de vraagstelling van lid Omtzigt zijn verstrekkingen aan uitvoeringsorganisaties in de strafrechtketen, zoals de politie of het Openbaar Ministerie, niet meegeteld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31839-989.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.