31 839 Jeugdzorg

Nr. 622 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juni 2018

Mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bied ik uw Kamer het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen aan1, waar bij motie van Bergkamp (D66) om gevraagd is.2

Dit actieplan is opgesteld door Jeugdzorg Nederland (JN) namens de Gecertificeerde Instellingen (GI), de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), en het Landelijk Netwerk Veilig Thuis (VT) namens Veilig Thuis, in nauwe samenwerking met LOC Zeggenschap in de Zorg (LOC).

Het doel van het plan is te komen tot goed feitenonderzoek en onderbouwde besluiten in de jeugdbeschermingsketen, met betrokkenheid van ouders en kinderen, zoals aangekondigd in actielijn 5 van het programma Zorg voor de Jeugd: jeugdigen beter beschermen als hun ontwikkeling gevaar loopt.

De overheid heeft tot taak de rechten van het kind te beschermen. Als een kind ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, moet de overheid ingrijpen. De rechter legt dan een kinderbeschermingsmaatregel op. Het opleggen daarvan betekent dat wordt ingegrepen in het privéleven van het kind en zijn ouders. Dit is een zware ingreep waarvoor waarborgen worden gesteld. Met andere woorden: het ingrijpen moet zorgvuldig worden voorbereid en onderbouwd, zodat de rechter op basis van de juiste feiten en omstandigheden kan beoordelen of een maatregel genomen moet worden.

Totstandkoming actieplan

Het afgelopen jaar is intensief gesproken over het verbeteren van het feitenonderzoek en rapportages in de jeugdbeschermingsketen. De RvdK, JN, de GI’s, het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, LOC, oudergroeperingen, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de beide ministeries van JenV en VWS zijn daarbij betrokken geweest.

Ook andere organisaties zoals het Advies en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ), het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), de Nederlandse Orde Van Advocaten (Nova), de inspecties (IGJ en IJenV) en de Raad voor de Rechtspraak en de Kinderombudsman hebben hieraan bijgedragen.

Dit heeft geleid tot het bijgevoegde gezamenlijk actieplan van de RvdK, GI en VT. Zij zijn reeds aan de slag om de uitvoering van de acties uit te werken, in een constructieve en actieve samenwerking met de andere partijen.

Het actieplan

Feitenonderzoek wordt nog niet altijd zorgvuldig genoeg uitgevoerd. Dat moet beter kunnen. Zeker omdat het om verregaande ingrepen gaat voor kinderen én ouders.

De uitvoering van het actieplan voorziet in circa 20 acties, die aanzienlijk kunnen bijdragen aan het verbeteren van het feitenonderzoek en de rapportages in de jeugdbescherming. Dit betekent dat de de organisaties de basisbeginselen van deugdelijk feitenonderzoek in de praktijk beter gaan toepassen: het doel van rapporten en verzoekschriften verduidelijken en in begrijpelijke taal opstellen, altijd hoor en wederhoor toepassen, foutieve informatie verwijderen of aanmerken als niet-bruikbaar, inzage verlenen en de procescriteria hiervoor naleven. De richtlijnen voor feitenonderzoek zullen waar nodig op deze punten aangepast en herijkt worden. Daarnaast zijn acties afgesproken om de informatieverstrekking aan kinderen en ouders op het gebied van cliëntondersteuning, vertrouwenswerk en klachtprocedures te verbeteren en om samenwerking tussen kinderen, ouders en professionals te bevorderen.

Uit het plan spreekt ambitie om daadwerkelijk stappen te zetten ter verbetering van het feitenonderzoek. Tegelijkertijd realiseren wij ons dat een beter feitenonderzoek tijd kost. Een duurzame verankering van het doel van dit actieplan in de werkprocessen en het professioneel handelen van de jeugdbescherming, van de RvdK en van VT vraagt langdurige en blijvende aandacht.

Praktische verbeterslag

Ik kies er voor om de acties zoals hierboven beschreven zo praktisch mogelijk in te vullen en waar nodig (financieel) te ondersteunen. Dat is in het beste belang van zowel de kinderen als de ouders.

Een aantal ouders heeft ook voorstellen aangedragen die voor een deel zijn opgenomen in het actieplan (zoals de aandacht voor cliëntondersteuning, de kwaliteitsverbetering van onderzoek en rapportages en het op peil houden van de kennis van professionals). Zij pleiten daarnaast voor het zwaar juridisch verankeren van de werkwijzen in de jeugdbescherming.

Ik denk niet dat deze juridische verankering een weg is die we moeten inslaan. De (inter)nationale wettelijke kaders bieden immers een fijnmazig systeem om de rechtspositie van kinderen en ouders in de jeugdbescherming te waarborgen. De opgave waar professionals en ouders voor staan is pedagogisch: namelijk dat kinderen, ouders en professionals zich samen inspannen om kinderen op te laten groeien in een veilige omgeving en de ontwikkelingsbedreiging voor kinderen af te wenden. Daarvoor is het nodig dat de uitvoeringspraktijk verder verbetert; de professionele basis moet op orde zijn. Het juridisch dichttimmeren van de werkwijzen in de jeugdbescherming beperkt de ruimte voor deze professionaliseringslag.

Na twee jaar wil ik de balans opmaken en laten onderzoeken of het feitenonderzoek merkbaar verbeterd is voor kinderen, ouders en professionals. De evaluatie van de Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen en het onderzoek naar de rechtspositie van de minderjarige in civiele procedures zullen respectievelijk in het najaar van 2018 en in de zomer van 2019 beschikbaar komen en aanvullende informatie hiervoor opleveren.

Er is een grote bereidheid bij de RvdK, JN en Landelijke Netwerk VT om het actieplan in uitvoering te nemen en het feitenonderzoek in de praktijk te verbeteren. Ik ben met hen in gesprek over de mogelijkheden dit zo praktisch mogelijk ter hand te nemen. Dat gebeurt steeds in afstemming met de activiteiten die voortvloeien uit de programma’s Zorg voor jeugd, Scheiden zonder Schade en Geweld hoort nergens thuis.

Het actieplan maakt onderdeel uit van actielijn 5 in Zorg voor de Jeugd, en in dat kader zult u over de voortgang geïnformeerd worden.

Tot slot

Tijdens het wetgevingsoverleg jeugd van 4 december 2017 heb ik toegezegd het belang van goede afwegingskaders te betrekken bij het actieplan (Kamerstukken 34 775 XVI en 34 775 VI, nr. 112). Tevens zegde ik u toe het thema «drang» te betrekken bij het actieplan. Beide onderwerpen komen beter tot hun recht in actielijn 5 van het programma Zorg voor de Jeugd dat uw Kamer reeds ontvangen heeft en worden in dat kader reeds opgepakt. Doelstelling van deze actielijn is dat de partijen die een rol hebben in de toeleiding naar de jeugdbescherming beter gaan samenwerken zodat kinderen eerder en effectiever en bij voorkeur nog in vrijwillig kader beschermd worden.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 86.

Naar boven