31 839 Jeugdzorg

Nr. 617 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2018

Naar aanleiding van de toezegging die ik uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (Hoofdstuk IV) en het BES-fonds (H) (Handelingen II 2017/18, nr. 18, item 9 en nr. 19, item 11) heb gedaan, bied ik u hierbij de evaluatie aan van de projecten die in het kader van versterking van de kinderrechten in Caribisch Nederland hebben plaatsgevonden. Deze evaluatie is tot stand gekomen in samenwerking met de meest betrokken departementen, UNICEF Nederland en de openbare lichamen. Tijdens de hiervoor genoemde begrotingsbehandeling is ook de motie van het lid Van der Graaf c.s. aangenomen1. In deze motie vraagt u mij uw Kamer te informeren op welke wijze voortzetting wordt gegeven aan de inspanningen om de positie van kinderen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te verbeteren, op basis van de eerder genoemde evaluatie.

In deze brief zal ik allereerst ingaan op de aanleiding voor de extra impuls vanuit de begroting van Koninkrijksrelaties om de rechten van de kinderen in Caribisch Nederland te versterken. Vervolgens zet ik uiteen hoe de drie eilanden de middelen hebben ingezet in de afgelopen jaren en de rol van UNICEF Nederland. Vervolgens laat ik u zien hoe de vakdepartementen op hun eigen beleidsterreinen de verantwoordelijkheden op het gebied van kinderen en jeugd hebben opgepakt en gaan oppakken. Ik sluit af met de conclusie.

Aanleiding

In mei 2013 bracht UNICEF Nederland de rapporten «Kind op Bonaire», «Kind op Sint Eustatius,» en «Kind op Saba» uit. In deze rapporten werd door UNICEF Nederland geconcludeerd dat de situatie waarin de kinderen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba opgroeien, niet voldoet aan de eisen die het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) stelt. UNICEF Nederland concludeerde dat dit betrekking heeft op alle leefgebieden van kinderen: gezin en opvoeding, onderwijs, gezondheid, veiligheid, recreatie, spel en vrije tijd, participatie, wonen en financiën. De overheid heeft, op basis van het IVRK, de verplichting om goed voor kinderen van het land te zorgen. Dat geldt dus ook voor de kinderen in Caribisch Nederland. Zij hebben dezelfde rechten als kinderen die opgroeien in het Europees deel van Nederland.

Over deze rapporten en de kabinetsreactie hierop bent u per brief geïnformeerd2. In deze brief wordt geconcludeerd dat voor Caribisch Nederland de verschillende vakdepartementen (VWS, JenV, SZW, OCW en BZK) verantwoordelijk zijn voor hun eigen beleid, net zoals zij dat in Europees Nederland zijn. Daarnaast is een integrale aanpak van essentieel belang voor de beleidsvorming en uitvoering.

Naar aanleiding van deze rapporten is bij de vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2015 door de leden Van Laar en Segers een amendement aangenomen om voor de jaren 2015 tot en met 2017 € 3 miljoen vrij te maken «voor de verbetering van de positie van kinderen in Caribisch Nederland door de bestrijding van (de oorzaken en gevolgen van) armoede en geweld en het verbeteren van participatie van jongeren».3 Deze middelen dienden te worden gebruikt voor programma’s die bijdragen aan de realisatie van doelen voor Caribisch Nederland in het Kinderrechtenplan. Beheer en besteding van de financiële middelen moest worden afgestemd met UNICEF Nederland. U bent vervolgens in 2015 en 2016 per brief geïnformeerd over de voortgang van de programma’s.4

Uitvoering

Voor de verbetering van de situatie van kinderrechten in het Koninkrijk is in 2014 een Taskforce Kinderrechten opgericht. De Taskforce heeft in juni 2015 de volgende speerpunten vastgesteld:

  • 1. Door integraal werken het gezin centraal stellen;

  • 2. Het tegengaan van geweld tegen kinderen;

  • 3. Safety net/het creëren van zinvolle vrijetijdsbesteding;

  • 4. De rol van ouders in de opvoeding;

  • 5. Randvoorwaarden en infrastructuur.

Voorts is specifiek voor het borgen van kinderrechten in Caribisch Nederland een Taskforce Kinderrechten en huiselijk geweld CN (Taskforce CN) opgericht. Per eiland is een actieplan opgesteld op basis van deze vijf speerpunten. Deze actieplannen zijn een toevoeging aan het actieplan kinderrechten van de interlandelijke Taskforce Kinderrechten. Bij het opstellen van de actieplannen is uitgegaan van de specifieke situatie op elk van de eilanden. De vijf speerpunten van de Taskforce komen telkens terug in de jaarlijkse opvoedconferentie die voor alle zes de (ei)landen, in samenwerking met UNICEF Nederland wordt georganiseerd. Ik kom later terug op de rol van UNICEF Nederland. Eerst ga ik in op de programma’s van de eilanden.

Bonaire

Op Bonaire is in 2016 begonnen met vier projecten zoals beschreven in het «Plan van aanpak kinderrechten Bonaire»:

  • Het instellen van een centraal dataregistratiesysteem (inclusief meldpunt kindermishandeling en huiselijk geweld);

  • Het ontwikkelen van een pedagogische visie;

  • Invoeren van het brede school concept met de nadruk op naschoolse activiteiten op school en het versterken van de kinderopvang.

Deze vier projecten tezamen moeten het hulpverleningsnetwerk versterken en de mogelijkheden voor kinderen verbreden.

Voor de professionele uitvoering van het Algemeen Maatschappelijk Werk was behoefte aan een beleidskader gericht op maatschappelijke begeleiding ten behoeve van de ontwikkeling van kinderen. Er is regie nodig op het maatschappelijk werk en de hulpverlening aan de jeugd om een integrale methodische aanpak te kunnen bieden. Om dit te ondersteunen is een sociale kaart5 uitgewerkt. Ook is een kindgericht armoedebeleid opgesteld en zijn «kind pakketten» ontwikkeld. De implementatie van de kind pakketten zal volgens planning in 2018 plaatsvinden.

Centrale registratie wordt gezien als een belangrijke randvoorwaarde om effectief samen te kunnen werken ten behoeve van de integrale jeugdhulpverlening. Rond dit thema heeft het OLB een aantal werksessies georganiseerd voor de voorbereiding van een systeem voor registratie. In 2018 zal de aanschaf van de software en volgens planning de implementatie van de centrale registratie gaan plaatsvinden.

Er is een procesbegeleider aangesteld om de eilandelijke pedagogische visie uit te werken. Deze visie richt zich op de professionalisering en het werken langs een gelijkgerichte methodiek. Er is een werkgroep Pedagogische visie Bonaire ingesteld bestaande uit leden uit het werkveld van zowel de preventieve als de curatieve jeugdketen. Daarnaast heeft er een filmproductie plaatsgevonden: «Un focus differente». De film is vertoond op de basisscholen. Doel is kinderen te inspireren en te motiveren door voorbeeldgedrag te laten zien in de sfeer van de opvoeding door rolmodellen in de samenleving.

Voor wat betreft het opzetten van een brede school, is het openbaar lichaam tot de conclusie gekomen dat iedere school haar eigen samenwerkingspartners kan kiezen en dit jaar een implementatieplan zal maken om de scholen te begeleiden bij de opzet en inrichting van een integraal kind centrum. Voorts is met de amendementsgelden een veilige omheining gebouwd rond het schoolplein van de Kolegio Rayo di Solo school en zijn met amendementsgelden schoolbussen aangeschaft om kinderen van en naar de naschoolse opvang te brengen. Daarnaast is de kinderboerderij en de naschoolse opvang Nieuw Amsterdam Stiching Kibos heringericht, waarbij een nieuwe speellocatie gecreëerd is.

Sint Eustatius

Op Sint Eustatius is deels uit de amendementsgelden en deels uit VWS budget in april 2017 een beleidscoördinator kinderrechten en aanpak huiselijk geweld aangesteld. Vanwege de bestuurlijke situatie op Sint Eustatius heeft het enige tijd geduurd voordat er daadwerkelijk aan de slag is gegaan met de kinderrechtenmiddelen. Pas in het najaar van 2017 is een aanvraag gedaan om de plannen voor de versterking van de kinderrechten te financieren. Voor die tijd is, geïnspireerd door de eerste opvoedconferentie van de Taskforce kinderrechten een «Safetynet groep» opgericht. In deze groep buigen vertegenwoordigers van de jeugdketen zich over de noden van de Statiaanse kinderen. In september 2016 en 2017 is met hulp van UNICEF Nederland en de organisaties vanuit het Safetynet de kinderrechtendag gevierd. Ook zijn op basis van het integraal jeugdbeleid en het actieplan kinderrechten een aantal activiteiten opgepakt onder andere met de GGD Haaglanden.

Met de aanvraag van 2017 wil Sint Eustatius zich richten op de participatie van kinderen aan sociale en culturele activiteiten, technische assistentie, renovatie van een jongerenhuis/buurtcentrum en de aanschaf van speeltoestellen. Het team van de regeringscommissaris steunt de projectleider kinderrechten en huiselijk geweld bij het tot uitvoering brengen van de projecten uit de kinderrechtenmiddelen. Daarnaast is er momenteel vanuit UNICEF Nederland fulltime een medewerker aanwezig om het openbaar lichaam en de lokale organisaties van Sint Eustatius te ondersteunen met kennis (capacity building) over bescherming van kinderen en kinderrechten in het algemeen, het opzetten van trainingen en inzetten van capaciteit bij de uitvoering van activiteiten gericht op het versterken van kinderrechten.

Saba

Begin 2016 is deels uit de amendementsgelden en deels uit VWS-budget een projectleider kinderrechten en aanpak huiselijk geweld begonnen. In november 2016 is Saba gestart met het programma «versterken kinderrechten Saba 2016». Onderdeel van het programma kinderrechten is een vrij te besteden budget voor acute cliënt gerichte problemen die de rechten van het kind bedreigden. Dit budget is een aantal keer succesvol ingezet door het openbaar lichaam waardoor snel actie genomen kon worden als bijvoorbeeld een huis onvoldoende bedden had, het water van de opslagtank op was, maar ook bij het ondersteunen van JGCN bij het in veiligheid stellen van kinderen in gevallen van huiselijk geweld. Ook is twee keer de Week van de Kinderrechten op Saba georganiseerd. Het openbaar lichaam Saba (hierna: OLS) coördineerde verschillende activiteiten van stakeholders over de rechten van het kind. Daarnaast organiseerde het openbaar lichaam in samenwerking met UNICEF Nederland op de scholen de kinderrechtendag, waarbij kinderen educatie kregen over kinderrechten.

De amendementsgelden zijn tevens gebruikt voor versterking van de After School Care (hierna: ASC) en de daycare. Tien kinderen die opgroeien in armoede of in een onveilige thuis situatie kunnen naar de ASC. De ASC en de daycare ontvangen twee keer per week een pakket groente en fruit uit dit budget. In samenwerking met het Ministerie van SZW wordt gewerkt aan structurele verbeteringen van de kinderopvang en de naschoolse opvang om zo de kwaliteit en toegankelijkheid te verhogen.

De speeltuinen op Saba hadden achterstallig onderhoud en zijn tijdens de orkanen vernietigd. Een deel van het amendementsgeld is gekoppeld aan wederopbouw middelen en middelen van de GGD en VWS. Saba heeft vier nieuwe speeltuinen besteld en mede door de investering van de amendementsgelden hebben de kinderen van Saba binnen een jaar na de orkaan mooie plekken om te spelen en te bewegen.

Een ander onderdeel van het programma kinderrechten op Saba richt zich op bewegen. VWS heeft OLS middelen ter beschikking gesteld om een buurtsportcoach aan te nemen. Deze buurtsportcoach zet amendementsgelden in om sport onder jongeren te stimuleren. Zo worden er nu regelmatig zwemlessen mogelijk gemaakt en ondersteunt de buurtsportcoach sportdagen van de scholen.

De amendementsgelden hebben OLS in staat gesteld om beter te investeren in het welzijn van de kinderen op Saba. De extra beleidscapaciteit zorgt ervoor dat er beter ingesprongen kan worden op mogelijkheden voor financiering, zoals het subsidietraject «kansen voor alle kinderen», Bestuursakkoord huiselijk geweld, sport subsidies, integrale middelen, sociale agenda, etc. Hierdoor is OLS in staat geweest extra te investeren in (preventieve) hulpverleners met middelen van verschillende ministeries. De amendementsgelden hebben ontwikkelingen tot stand gebracht die nodig waren voor betere borging van kinderrechten.

UNICEF Nederland

Op alle eilanden werden de amendementsgelden gebruikt als onderdeel van het integrale jeugdbeleid. Deze gelden waren in eerste instantie dus ook bedoeld om de openbare lichamen zelf in de positie te brengen de kinderrechten te versterken. Echter, vanwege de beperkte uitvoeringskracht in Caribisch Nederland bleek het erg lastig de door hen ontwikkelde actieplannen kinderrechten tot uitvoering te brengen. Ook de afstemming met VWS, BZK en UNICEF Nederland (als onderdeel van het amendement) bleek tijdrovend en de overgang van plannen maken naar uitvoering heeft veel voeten in de aarde gehad. In 2016 heeft de Minister van BZK UNICEF Nederland gevraagd de openbare lichamen te ondersteunen. Dit aanbod is door de drie openbare lichamen omarmd. De vertraging die de beperkte uitvoeringskracht van Caribisch Nederland tot gevolg had, heeft ertoe geleid dat projecten op basis van de amendementsgelden nog steeds lopen.

Naar aanleiding van de vraag van de Minister van BZK heeft UNICEF Nederland een «menukaart» opgesteld waaruit de openbare lichamen konden kiezen. Hieruit bleek dat er behoefte was aan ondersteuning. UNICEF Nederland heeft zich gericht op drie pijlers: kinderrechteneducatie, dialoog over opvoeding en participatie. Deze pijlers maken deel uit van het programma van UNICEF (ook in de rest van de Eastern Caribbean region) met als doel het stimuleren van normen en waarden (houding en gedrag) in de samenleving. In september 2016 is UNICEF Nederland op Sint Eustatius en Saba gestart met kinderrechteneducatie op scholen en met professionals, dialogen met geestelijk leiders over opvoeden zonder geweld en publieke evenementen zoals de viering van kinderrechtendag. Bonaire kon zich pas op een later moment committeren; daar is de kinderrechteneducatie in 2017 opgestart.

In al deze activiteiten zet UNICEF Nederland in op capaciteitsversterking van lokale bestuurders, beleidsmedewerkers, NGO’s en leerkrachten. Dat doet zij door advisering maar ook door samenwerking in concrete projecten waarbij UNICEF zoveel als mogelijk een adviserende rol heeft. Door de beperkte capaciteit op de eilanden heeft UNICEF Nederland een meer uitvoerende rol dan zij gewoon is in de regio. UNICEF Nederland werkt bij al deze activiteiten in toenemende mate samen met het regiokantoor van UNICEF in Barbados.

Kinderrechteneducatie

Door middel van kinderrechteneducatie wordt de bewustwording en kennis van en over kinderrechten vergroot. Het betreft hier zowel theoretische uitleg aan leerkrachten, professionals en kinderen, als praktische toepassing om aan de slag te gaan met kinderrechten. UNICEF Nederland heeft leerkrachten ondersteund met lespakketten en trainingen, zodat zij zelf aan de slag kunnen met kinderrechten in de klas. Voorts heeft UNICEF Nederland verschillende publieke evenementen georganiseerd op Saba en Sint Eustatius. Deze evenementen werden georganiseerd in samenwerking met lokale organisaties om aandacht te vragen voor kinderrechten. Ook op Bonaire zijn alle lagere scholen getraind en zal de Middelbare school in het najaar van 2018 aan bod komen. UNICEF Nederland heeft gedurende het programma de werkwijze aangepast aan de plaatselijke situatie. Zij werkt nu bijvoorbeeld met trainers die zelf uit de regio komen en beter kunnen inspelen op de vragen vanuit leerkrachten en professionals.

UNICEF Nederland heeft naast de kinderrechtentrainingen ingezet op het integreren van kinderrechtenactiviteiten in het curriculum, in de schoolplannen voor 2017/2018 en het middelbare schoolbeleid op Saba, met het doel om kinderrechten regelmatiger en structureler te laten terugkomen tijdens het schooljaar. Door het integreren in de lopende activiteiten kost het de leerkrachten minder moeite en tijd om aandacht te besteden aan kinderrechten.

In dialoog over opvoeden

Naast educatie over kinderrechten is ook de dialoog over opvoeden, en zaken die daarin gevoelig liggen, nodig. UNICEF Nederland heeft zich in haar werkzaamheden vooral gericht op de rol van de religieus leiders. Door hun positie in de gemeenschap, zijn zij in staat een positieve rol te vervullen in het starten van gesprekken over kinderrechten, opvoeden en de rol die kerken kunnen spelen. Ook taboes kunnen zo worden besproken en worden meegenomen in de diensten. De religieus leiders worden gestimuleerd om zelf activiteiten te blijven ondernemen in hun gemeenschappen met het oog op het verder ontwikkelen van een opvoedvisie, waarin kinderen op een positieve manier gestimuleerd worden.

Participatie

Het creëren van mogelijkheden voor kinderen om hun mening te laten horen over onderwerpen die hen ook aangaan speelt een belangrijke rol in alle interventies van UNICEF Nederland. Door participatie leren kinderen dat zij onderdeel zijn van een gemeenschap en zorgt ervoor dat kinderen zich ontwikkelen tot actieve burgers. Samen met de Missing Chapter Foundation6 heeft UNICEF Nederland de Raad van Kinderen opgezet in Caribisch Nederland. Vanuit dit initiatief adviseren de kinderen van basisscholen bedrijven en organisaties rondom maatschappelijke thema’s, waardoor kinderen een stem krijgen in zaken die hun toekomst aangaan. Bedrijven en organisaties hebben de verantwoordelijkheid om de stem van kinderen serieus te nemen. Voor het opzetten van een Raad van Kinderen was het nodig lokale begeleiders te contracteren. Dit kostte meer tijd dan werd gedacht, waardoor pas in het eerste kwartaal van 2017 trajecten op Bonaire en Sint Eustatius zijn gestart. In maart 2017 zijn de eerste Raden van Kinderen gelanceerd op Bonaire. Inmiddels zijn op dat eiland zes Raad van Kinderen-trajecten uitgevoerd. Op Sint Eustatius zijn er zes trajecten uitgevoerd en op Saba één. In totaal zullen uiteindelijk 13 trajecten van de Raden van Kinderen worden uitgevoerd in Caribisch Nederland.

Kinderrechtenfilmfestival

Als onderdeel van de kinderrechteneducatie startte UNICEF Nederland eind 2017 met het Kinderrechtenfilmfestival. Het festival draagt bij aan de groei van bewustwording over kinderrechten in de gehele samenleving op een vrolijke en participatieve manier. Ook Aruba, Curaçao en zelfs Sint Maarten deden mee. Voor dit filmfestival krijgen kinderen, leerkrachten en filmcoaches allereerst een kinderrechtentraining. Daarna maken de kinderen een tekening. De winnende tekening die door de kinderen wordt verkozen is de basis van het script van hun film over een kinderrecht. Deze films maken zij onder begeleiding van een filmcoach en geeft kinderen de gelegenheid te vertellen wat zij belangrijk vinden. De premières die op elk van de eilanden zijn georganiseerd werden zeer goed bezocht. Vanuit de ouders en ook vanuit de media was er brede belangstelling. De tekeningen zijn voor UNICEF Nederland een belangrijke graadmeter voor de vraag waar kinderen zich zorgen over maken. Zo werden er relatief veel tekeningen gemaakt over seksueel misbruik, privacy, alcohol en drugsmisbruik en geweld. In april 2018 vond de finale van het kinderrechtenfilmfestival plaats op Curaçao. Meer dan 100 kinderen van de 6 eilanden waren aanwezig om samen de kinderrechten te vieren.

Rijk

Kinderrechten is een breed begrip: zoals het recht op onderwijs en het recht op een naam maar ook het recht op bescherming tegen misbruik en verwaarlozing en het recht op kinderstrafrecht. Elk vakdepartement heeft binnen zijn eigen domein een verantwoordelijkheid om de positie van kinderen op de eilanden te versterken. In de afgelopen jaren zijn, met behulp van de kinderrechtenmiddelen en inzet van de vakdepartementen, extra stappen gezet om armoede en geweld te bestrijden en participatie van jongeren te verbeteren. Naast de impuls uit de kinderrechtenmiddelen hebben de vakdepartementen de afgelopen jaren ook extra initiatieven ontplooid om de positie van kinderen in Caribisch Nederland te verbeteren:

Huiselijk geweld en kindermishandeling

In 2017 heeft het Ministerie van VWS een «Bestuursakkoord Aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Caribisch Nederland» met de openbare lichamen afgesloten. De ambitie is om te komen tot een volwaardige en duurzame aanpak om huiselijk geweld en kindermishandeling te voorkomen.

Er zijn tot 2020 prioriteiten benoemd waar de Openbare Lichamen en de rijksoverheid verantwoordelijkheid voor hebben genomen. De openbare lichamen zullen zich ieder, afhankelijk van de eiland-specifieke problematiek, richten op preventie door middel van bewustwording en voorlichting, deskundigheidsbevordering en het opzetten van een laagdrempelig meldpunt.

De rijksoverheid heeft hiervoor middelen ter beschikking gesteld en is daarnaast verantwoordelijk voor een juridisch kader waarin bestaande wet- en regeling in kaart wordt gebracht en het versterken van de hulpverlening en van de keten waaronder het inrichten van veilige opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling.

In lijn met de door VWS gesloten bestuursakkoorden met de Openbare Lichamen over de aanpak van huiselijk geweld faciliteert Justitie en Veiligheid een pilot verbetering ketenaanpak huiselijk geweld. Deze pilot moet de samenwerking tussen zorg en justitie versterken en is opgezet vanuit het Veiligheidshuis.

Kansen voor alle kinderen

Vanuit de € 100 miljoen die het kabinet in 2016 structureel beschikbaar heeft gesteld voor kinderen die opgroeien in armoede, is € 1 miljoen bestemd voor kinderen in Caribisch Nederland. Dit geld is net als in Europees Nederland bestemd voor concrete voorzieningen in natura, zodat deze kinderen mee kunnen doen op het gebied van cultuur, sport, school en sociaal. De middelen komen via de subsidieregeling Kansen voor alle kinderen 2017 direct in natura bij de kinderen in armoede terecht. Dat betreft kinderen van ouders met een laag inkomen en kinderen uit gezinnen met een laag besteedbaar inkomen, bijvoorbeeld door schulden. Vanaf 1 mei tot en met 15 mei kunnen maatschappelijke organisaties in Caribisch Nederland hun plannen voor het tweede tijdvak van de regeling indienen, bijvoorbeeld voor het beschikbaar maken van gezond eten, zwemles of een muziekinstrument voor kinderen waarvan de ouders dat niet zelf kunnen betalen.

Onderwijs

De kwaliteit van het onderwijs in Caribisch Nederland is de afgelopen jaren verder verbeterd. Alle bij het onderwijs in Caribisch Nederland betrokken partijen hebben zich via de eerste onderwijsagenda «Samenwerken aan kwaliteit» 2011–20167 en de huidige onderwijsagenda «Samen werken aan de volgende stap» 2017–20208 gecommitteerd om het onderwijs te verbeteren. Dat heeft ertoe geleid dat er grote stappen voorwaarts zijn gezet. Bijna het gehele onderwijs in Caribisch Nederland heeft inmiddels basiskwaliteit behaald. Ook de drie Expertisecentra onderwijszorg (EOZ’s) en de drie uitvoeringsorganisaties van de Sociale Kanstrajecten Jongeren (SKJ) hebben basiskwaliteit gerealiseerd. De schoolbesturen, schoolleiders en leraren zijn steeds beter toegerust om hun taken uit te voeren en er is bestuurlijke rust. Alle betrokken partijen nemen hun verantwoordelijkheid en er zijn over de hele bandbreedte positieve ontwikkelingen zichtbaar. De inzet is er nu op gericht dat de leerlingen in Caribisch Nederland in 2020 onderwijs krijgen dat niet alleen van voldoende kwaliteit is, maar waarvan ook de onderwijsresultaten aantoonbaar zijn gestegen. De Minister voor Basis- en Voortgezet onderwijs en Media zal u voor het zomerreces nader informeren over de actuele stand van zaken inzake de voortgang van het onderwijs in Caribisch Nederland.

Kinderopvang

Het Rijk en de eilanden werken momenteel samen aan de Sociaaleconomische Agenda Caribisch Nederland 2018–2021. Een belangrijk onderdeel van deze agenda betreft afspraken om de kwaliteit en financiële toegankelijkheid van de kinderopvang op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te verbeteren.

Een goede en toegankelijke kinderopvang (0–12 jaar) is belangrijk vanuit verschillende belangen:

  • Ontwikkeling en perspectief voor kinderen;

  • Voorkomen dat zij met grote achterstanden op school instromen;

  • Bevorderend voor ouders om een opleiding te volgen en aan het werk te gaan en te blijven;

  • Gerichte inkomensondersteuning aan ouders met kinderen.

SZW beziet samen met VWS, OCW, Bonaire, Sint Eustatius en Saba hoe wordt ingezet op een impuls ten aanzien van de kwaliteit en de financiële toegankelijkheid van de kinderopvang in CN. Daarbij wordt ook gekeken naar aansluiting met naschoolse opvang tot 18 jaar.

Jeugdstrafrecht

Op dit moment ontbreekt een apart jeugdstrafrecht in Caribisch Nederland. Door JenV worden voorbereidingen getroffen voor een apart jeugdstrafrecht om de pedagogische benadering van jeugdigen die strafbare feiten plegen, te borgen.

Conclusie

De kinderrechtenmiddelen hebben eraan bijgedragen dat de kinderrechten hoog op de politieke agenda zijn gekomen. Deze impuls heeft er mede voor gezorgd dat de vakdepartementen hun verantwoordelijkheden op het jeugddomein in Caribisch Nederland hebben opgepakt en gaan oppakken. Ook de openbare lichamen hebben, met hun beperkte middelen, een aantal goede trajecten in gang gezet. En mede door de inspanningen van UNICEF Nederland zijn de kinderrechten meer gaan «leven» bij de lokale bevolking. Door hierover het gesprek aan te gaan via rondetafelgesprekken met rolmodellen in de samenleving en geestelijk leiders is een groot deel van de samenleving bereikt. Dit heeft bijgedragen aan meer bewustwording van de opvoeders van kinderen over de rechten van het kind, niet alleen het recht op onderwijs maar ook het recht op gezond eten en het recht op een positieve opvoeding, zonder geweld. Het verbeteren van de kinderrechten begint immers bij de gezinnen thuis.

Nu is het zaak dat we al deze inspanningen gaan verduurzamen. Het is van groot belang dat die aandacht niet verslapt. Ook is verdere versterking van de bestuurs- en uitvoeringskracht van de eilanden nodig om de taken op het gebied van het jeugddomein die bij hen zijn belegd, op te kunnen pakken.

Met UNICEF Nederland is een constructieve samenwerking op gang gebracht. Niet alleen in de vorm van de kinderrechteneducatie en participatie maar ook in de vorm van de Taskforce kinderrechten. De jaarlijkse opvoedconferentie van de Taskforce kinderrechten is niet alleen een moment waarbij de eilanden samenkomen, ervaringen delen en van elkaar leren maar ook een instrument om de kinderrechten blijvend hoog op de politieke agenda te houden. Ik ben voornemens om vanuit mijn coördinerende rol door te gaan met de Taskforce kinderrechten. Ook verken ik met UNICEF hoe we in deze kabinetsperiode hun rol kunnen continueren. Ik denk daarbij vooral aan bewustwording, participatie en capaciteitsopbouw.

Voorts informeer ik u, in navolging van de toezegging die ik tijdens de begrotingsbehandeling heb gedaan met betrekking tot een kwalitatief onderzoek, dat UNICEF Nederland momenteel bezig is met een voorstel om in samenwerking met het regiokantoor van UNICEF in Barbados een Situational Analysis uit te voeren in Caribisch Nederland. Ik zal u uiteraard informeren over de voortgang hiervan.

Het aanpakken van de oorzaken en gevolgen van kinderarmoede en het verbeteren van de kinderrechtensituatie vergt een lange adem. Ik zal er vanuit mijn coördinerende rol op toezien dat de kinderen in Caribisch Nederland, met de inspanningen die vanuit dit kabinet worden verricht, de aandacht krijgen die ze verdienen.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstuk 34 775 IV, nr. 22.

X Noot
2

Kamerstuk 31 839, nr. 294.

X Noot
3

Kamerstuk 34 000 IV, nr. 9.

X Noot
4

Kamerstuk 31 839, nr. 499; Kamerstuk 31 839, nr. 544.

X Noot
5

Een sociale kaart geeft een overzicht aan van de welzijns- en zorginstanties die op Bonaire gevestigd zijn. Doel van een sociale kaart is inzichtelijk maken welke instanties bij een bepaalde hulpvraag ondersteuning kunnen bieden.

X Noot
6

Missing Chapter is een stichting (ANBI) met expertise in kind-inclusie en dialoog tussen generaties. Ze ondersteunen bedrijven, scholen, overheden en maatschappelijke organisaties die kinderen willen betrekken bij het nemen van besluiten. Ze geven hun partners de middelen om kind-inclusie zélf in praktijk te brengen.

X Noot
7

Kamerstuk 32 500 VIII, nr. 166.

X Noot
8

Kamerstuk 34 550 VIII, nr. 108.

Naar boven