31 793 Internationale klimaatafspraken

Nr. 78 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2013

Op 25 april 2013 stuurde ik u de brief «Reactie op rapport van JRC Carbon accounting of forest bioenergy» (Kamerstuk 31 793, nr. 77). In deze brief noemde ik het onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Alterra, dat toen nog niet gereed was. Ik had het onderzoek uit laten zetten om meer duidelijkheid te krijgen over carbon accounting in relatie tot de duurzaamheid van vaste biomassa. In de brief zegde ik u toe u te informeren over de resultaten van dit onderzoek zodra het gereed zou zijn. Dat doe ik bij deze.

Als bijlage bij deze brief vindt u het rapport «Climate effectiveness of wood use for bioenergy» van het PBL en Alterra Wageningen UR1.

Het onderzoek behandelt het verschijnsel «carbon accounting». De onderzoekers concluderen dat bij het gebruik van (vooral vers) hout voor energie aanvankelijk een aanzienlijke koolstofschuld («carbon debt») optreedt. Dit is de opgeslagen koolstof van een gekapte boom die in één keer als CO2 in de atmosfeer terecht komt als deze boom wordt gebruikt voor de productie van energie. Op de plaats van de gekapte boom kan een nieuwe boom worden geplant, maar het kan tot vele tientallen jaren duren voordat deze zoveel CO2 heeft opgenomen dat er een «koolstofwinst» optreedt ten opzichte van de fossiele referentiescenario’s. Bij het gebruik van afval- en resthout voor energie is de koolstofschuld kleiner, waardoor de koolstofschuld sneller teniet wordt gedaan.

Het onderzoek noemt cascaderingsmaatregelen, zoals het gebruik van hout in de bouw voordat het voor energie wordt gebruikt, als manieren om de koolstofbalans van bioenergie op de lange termijn te verbeteren.

In de wetenschappelijke wereld bestaat nog veel discussie over de berekeningswijze van het verschijnsel «carbon accounting». Deze discussie zal mede plaats moeten vinden in relatie tot het verwachte voorstel voor duurzaamheidscriteria voor vaste biomassa van de Europese Commissie. Indien de Commissie een voorstel presenteert, zal uw Kamer middels een BNC-fiche worden geïnformeerd over de Nederlandse reactie hierop.

Daarnaast wordt momenteel in het kader van het Energieakkoord gesproken over duurzaamheidscriteria voor vaste biomassa. Het Kabinet zal de Kamer over de uitkomsten van dit akkoord informeren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven