Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2013
Uw commissie heeft mij per brief van 28 maart jl. gevraagd om een reactie op het recent
verschenen rapport Carbon accounting of forest bioenergy
1 van het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie, en om aan te geven
welke gevolgen voor het Nederlandse klimaat- en energiebeleid aan de bevindingen uit
het rapport te verbinden zijn, gelet op de motie Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 31 793 nr. 67).
Het betreffende rapport behelst een literatuurstudie van eerdere onderzoeken.
In de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED) wordt de aanname gemaakt dat de inzet van
biomassa voor de productie van hernieuwbare energie geen effect heeft op de koolstofbalans
(carbon neutrality2). Deze aanname houdt in dat de CO2 die vrijkomt bij het verbranden van biomassa door dezelfde biomassa is opgenomen
tijdens de groei. In de JRC-studie is gekeken in hoeverre deze aanname juist is. Dit
heeft het JRC gedaan door middel van carbon accounting.
Carbon accounting is een methodiek voor het berekenen van de emissie van CO2-equivalenten en voorraden koolstof in de koolstofcyclus.
Op basis hiervan concludeert het JRC dat de aanname die in de RED wordt gemaakt ten
aanzien van carbon neutrality niet voor elke soort biomassa op de korte termijn opgaat.
Het Kabinet streeft naar duurzaamheidscriteria voor biomassa in Europees verband.
Daarmee kunnen we garanderen dat het groeiende volume aan biomassa dat in de EU wordt
bijgestookt duurzaam is. Een beleidsvoorstel van de Europese Commissie op dit terrein
wordt in juni verwacht.
Ik verwelkom dan ook het feit dat het JRC een studie naar carbon accounting heeft verricht. Het is essentieel dat een dergelijk fenomeen goed wordt begrepen willen
we in Nederland en Europa afdoende maatregelen kunnen nemen om de duurzaamheid van
bio-energie te borgen.
Daarnaast laat ik een studie uitvoeren naar de duurzaamheid van vaste biomassa, rekening
houdend met carbon accounting. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en
Alterra. De resultaten verwacht ik binnenkort. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd.
De discussie over carbon accounting zal mede plaats moeten vinden in relatie tot het
komende voorstel voor duurzaamheidscriteria voor vaste biomassa van de Europese Commissie.
Na publicatie van het voorstel zal uw Kamer met een BNC-fiche worden geïnformeerd
over de Nederlandse reactie hierop.
Het kabinet zal uw Kamer nog voor de zomer informeren over het kabinetsstandpunt inzake
de bij- en meestook van vaste biomassa. In deze brief zal tevens aandacht worden besteed
aan het duurzaamheidsaspect, rekening houdend met bovengenoemde motie Van Veldhoven.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld