31 789 Staatsdeelnemingen Fortis en ABN AMRO

Nr. 78 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 5 november 2015

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over de brief van 14 september 2015 over de uitkomst van een intern onderzoek bij ABN AMRO Dubai (Kamerstuk 31 789, nr. 75).

De vragen en opmerkingen zijn op 14 oktober 2015 aan de Minister van Financiën voorgelegd. Bij brief van 4 november 2015 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Duisenberg

De adjunct-griffier van de commissie, Van den Eeden

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief met de uitkomst intern onderzoek ABN AMRO Dubai. De leden van de fractie van de VVD vinden het een goede zaak dat er door ABN AMRO direct afscheid is genomen van de medewerker die de regels heeft overtreden. Voor frauderende bankiers is er volgens de leden van de VVD-fractie geen plek in de sector en deze moeten dan ook hard aangepakt worden. Eerder hoorde daar ook bij dat afscheid is genomen van betrokken klanten en tussenpersonen. Is dat nu ook het geval? Eerder is ook aangegeven dat de interne procedures en processen waar nodig aangepast worden. Wat is daarvan de stand van zaken?

Enige tijd geleden is er een motie (Kamerstuk 33 803, nr. 5)1 aangenomen in de Tweede Kamer om het kabinet te vragen om zich er in internationaal verband voor in te zetten dat er een zwarte lijst komt voor bankiers. Wat is de stand van zaken op dat punt c.q. wat is daaraan gedaan?

De leden van de VVD-fractie weten dat de toezichthouders in Nederland (DNB) en Dubai (DFSA) onderzoeken hebben ingesteld en lezen dat de onderzoeken binnenkort worden afgerond. De leden van de VVD-fractie vernemen graag een meer exacte datum over wanneer de onderzoeken afgerond worden en dus de Tweede Kamer ook geïnformeerd kan worden over de uitkomsten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de uitkomsten van het interne onderzoek van ABN AMRO naar incidenten bij haar kantoor in Dubai. De genoemde leden hebben nog de volgende vragen.

De genoemde leden vragen of de lokale herbeoordeling van de klantenportefeuille inmiddels is afgerond en of hierbij nog onregelmatigheden aan het licht zijn gekomen? De leden van de PvdA-fractie vragen wanneer de onderzoeken van de toezichthouders in Nederland en Dubai naar de onregelmatigheden in Dubai zijn afgerond?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister van Financiën over de uitkomst van het interne onderzoek van ABN AMRO Dubai.

Evenwel, leven er nog enkele vragen bij deze leden.

Zo bestaat er onduidelijkheid over de vraag wanneer de uitkomsten van het DNB-onderzoek en het DFSA-onderzoek kunnen worden verwacht.

Zijn de bewuste onderzoeken inmiddels afgerond? Zo ja, kunnen deze uitkomsten per direct worden gecommuniceerd met de Tweede Kamer? Zo nee, kan de Minister een indicatie geven wanneer deze onderzoeken dan wél worden afgerond, alsmede wanneer de uitkomsten hiervan kunnen worden ingezien? Klopt het dat het Deloitte-onderzoek is afgerond? Zo ja, kunnen de uitkomsten hiervan openbaar worden gemaakt?

Uit het interne onderzoek van ABN AMRO naar de onregelmatigheden in Dubai is gebleken dat, naast het op 22 juni 2015 gerapporteerde incident, nog een ander incident heeft plaatsgevonden. Werd dit incident, dat dateert van 2011, reeds onderzocht of is dit incident pas ontdekt na het instellen van het interne onderzoek? Kan de Minister aangeven of dit incident ook aan het licht was gekomen wanneer het interne onderzoek, naar aanleiding van eerdere misstanden, niet was ingesteld?

De onregelmatigheden in Dubai kwamen aan het licht na een melding van een klokkenluider en de escalatieprocedures bleken niet goed te functioneren. Is het voor de Minister noodzaak dat ABN AMRO adequate escalatieprocedures voor zijn diverse vestigingen heeft, alvorens ABN AMRO naar de beurs kan? Zo ja, is de Minister ervan overtuigd dat de huidige escalatieprocedures voldoende effectief zijn?

Niet alleen in Dubai zijn bij ABN AMRO misstanden aan het licht gekomen, ook met de strafrechtelijke verdenking (belastingfraude en witwassen) van Willem V., die als clearingbankier jarenlang actief was bij ABN AMRO, is ABN AMRO gevoelig gebleken voor intern misbruik van bevoegdheden. De leden van de SP-fractie vragen zich af of bekend is wat ABN AMRO nu concreet anders gaat doen naar aanleiding van deze cases? Gaat ABN AMRO proactiever controleren of interne regels worden nageleefd?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Financiën inzake de uitkomst van het intern onderzoek naar ABN AMRO in Dubai.

Naar aanleiding van het genoemde punt brengen de leden van de PVV-fractie het volgende naar voren.

Allereerst stellen de leden van de PVV-fractie vast dat naast het incident waarover de Kamer op 22 juni 2015 is geïnformeerd nog een incident heeft plaatsgevonden, waarmee nu in totaal negen medewerkers zijn ontslagen. De leden van de PVV-fractie willen weten hoe deze ex-medewerkers aangepakt zullen worden. Zullen zij bijvoorbeeld strafrechtelijk vervolgd worden? Hebben zij bonussen ontvangen en worden deze teruggevorderd (claw back)? Zo ja, hoe hoog waren deze bonussen?

Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie graag weten wat voor invloed dit heeft op de marktwaarde en beursgang van ABN AMRO.

Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat ABN AMRO heeft aangekondigd in 2017 een groter deel (de helft) van de winst als dividend uit te willen keren.2 De Minister geeft in zijn brief over de toekomst van de financiële sector (Kamerstuk 32 013, nr. 35) echter aan dat banken voor hun bufferopbouw op de korte termijn vooral zijn aangewezen op winstinhouding. De leden van de PVV-fractie zouden graag willen weten hoe de Minister hier tegenover staat en of de Minister wat dit betreft van standpunt is veranderd. Hoe hoog is de buffer (leverage ratio) voor ABN AMRO en hoeveel wordt hiervoor gereserveerd in de komende jaren?

Voorts stellen de leden van de PVV-fractie vast dat ABN AMRO voornemens is kapitaal te lenen dat automatisch wordt afgeschreven indien het kernvermogen van de bank onder een bepaalde minimumgrens zakt (coco’s).3 De leden vragen de Minister hier nader op in te gaan en willen tevens weten in hoeverre deze coco’s het systeemrisico vergroten.

Ten slotte vragen de leden van de PVV-fractie de Minister wanneer de onderzoeken van de toezichthouders DNB en DFSA naar de Kamer zullen worden gestuurd.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de afronding van het interne onderzoek naar aanleiding van de problemen bij het ABN AMRO-kantoor in Dubai. Deze leden waarderen het als de Minister van Financiën de Tweede Kamer ook zal informeren over de uitkomst van de onderzoeken die zijn ingesteld door de toezichthouders in Nederland (DNB) en Dubai (DFSA), zodra deze zijn afgerond. Aanvullend vragen deze leden of de tekortkomingen die eerder door DNB werden gesignaleerd op het gebied van de identificatie en mitigatie van corruptierisico’s zijn verholpen en of het beleid met betrekking tot de beheersing van het third party-risico volledig is geïmplementeerd en gevalideerd.

II Reactie van de Minister van Financiën

I Inleiding

Bijgaand treft u de antwoorden op de vragen die de vaste commissie van Financiën op 14 oktober 2015 heeft gesteld naar aanleiding van de brief van 14 september 2015 met betrekking tot de uitkomst van een intern onderzoek bij ABN AMRO Dubai.

In mijn brief van 19 maart 2015 heb ik de Kamer geïnformeerd over de onregelmatigheden bij het ABN AMRO kantoor in Dubai (Kamerstuk 31 789, nr. 50). De onregelmatigheden kwamen aan het licht bij een intern onderzoek dat ABN AMRO uitvoerde naar aanleiding van twee klokkenluidersmeldingen. Zoals ook gemeld in mijn brief van 19 maart heeft ABN AMRO direct opgetreden en passende maatregelen getroffen. Nadien zijn nog twee incidenten in Dubai aan het licht gekomen, waarover ik u op 22 juni (Kamerstuk 31 789, nr. 64) en 14 september 2015 heb geïnformeerd.

Naar aanleiding van de klokkenluidersmeldingen hebben ook de toezichthouders De Nederlandsche Bank (DNB) en Dubai Financial Services Authority (DFSA) een onderzoek ingesteld. Vandaag heeft ABN AMRO via een persbericht bekend gemaakt dat de onderzoeken naar de onregelmatigheden in Dubai door DNB en DFSA zijn afgerond. DNB legt een boete van EUR 625.000 op en de DFSA legt een boete van USD 640.000 op. De uitkomsten van deze onderzoeken bevatten verder duidelijke oordelen en aanbevelingen ten aanzien van de interne regels en gedragslijnen betreffende klantacceptatie en ter voorkoming van het witwassen van geld.

De onregelmatigheden waren ernstig. ABN AMRO heeft dan ook direct opgetreden en vervolgens op constructieve wijze aan de onderzoeken van de toezichthouders meegewerkt. De bank heeft inmiddels de nodige maatregelen getroffen die herhaling moeten voorkomen.

Deze maatregelen beperken zich niet alleen tot het kantoor in Dubai, maar zullen binnen ABN AMRO breed gehanteerd worden. In bijgevoegde antwoorden ga ik daar nader op in.

II Reactie van de Minister

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief met de uitkomst intern onderzoek ABN AMRO Dubai. De leden van de fractie van de VVD vinden het een goede zaak dat er door ABN AMRO direct afscheid is genomen van de medewerker die de regels heeft overtreden. Voor frauderende bankiers is er volgens de leden van de VVD-fractie geen plek in de sector en deze moeten dan ook hard aangepakt worden. Eerder hoorde daar ook bij dat afscheid is genomen van betrokken klanten en tussenpersonen. Is dat nu ook het geval? Eerder is ook aangegeven dat de interne procedures en processen waar nodig aangepast worden. Wat is daarvan de stand van zaken?

ABN AMRO is in aansluiting op haar interne onderzoek een omvangrijk verbeterprogramma gestart. Onderdeel van dit programma is een volledige herbeoordeling van de klantportefeuille van Private Banking in Dubai. In het kader van het hiervoor bedoelde programma, is door ABN AMRO tot op heden de relatie met ongeveer 80 klanten van Private Banking in Dubai proactief beëindigd omdat niet werd voldaan aan de hoge standaarden die ABN AMRO wereldwijd voor klantacceptatie en -transacties hanteert. Daarnaast heeft een aantal klanten zelf hun bankrelatie met ABN AMRO beëindigd omdat ze niet aan de door ABN AMRO aangescherpte eisen voor continuering van de relatie kunnen dan wel willen voldoen. Ook de samenwerking met tussenpersonen is herbezien, resulterend in beëindiging van een aantal relaties. In het kader van bovengenoemd verbeterprogramma zijn waar nodig ook interne processen en procedures aangepast. Naar verwachting zullen de belangrijkste onderdelen van het verbeterprogramma voor einde 2015 afgerond worden.

Enige tijd geleden is er een motie (Kamerstuk 33 803, nr. 5) aangenomen in de Tweede Kamer om het kabinet te vragen om zich er in internationaal verband voor in te zetten dat er een zwarte lijst komt voor bankiers. De leden van de VVD vragen wat de stand van zaken is op dat punt c.q. wat is daaraan gedaan?

Ik heb destijds, naar aanleiding van deze motie aan de Kamer laten weten dat ik bereid ben mij in internationaal verband in te zetten, niet zozeer voor het tot stand komen, letterlijk, van een zwarte lijst, maar wel, met name op Europees niveau, voor coördinatie van het beleid dat ziet op de geschiktheids- en betrouwbaarheidstoets («fit and proper-test») en voor het delen van relevante informatie in dat kader.

Ik zet mij op verschillende manieren in voor Europese coördinatie en het delen van gegevens die relevant zijn voor toetsingen. Die inzet heeft er bijvoorbeeld aan bijgedragen dat op grond van de Europese richtlijn kapitaalvereisten toezichthouders in het kader van een geschiktheids- of betrouwbaarheidstoets, een Europese database raadplegen. In die database staan de in de lidstaten opgelegde administratieve sancties, ook met betrekking tot geschiktheid en betrouwbaarheid. Een toezichthouder moet op grond van deze richtlijn dus die informatie uit een andere lidstaat meenemen bij zijn beoordeling van betrouwbaarheid en geschiktheid van een kandidaat-bestuurder. Ook zijn recent de aanbevelingen van EBA met betrekking tot geschiktheids- en betrouwbaarheidstoetsingen van bestuurders geëvalueerd en zijn voorstellen gedaan om de toetsingen door de verschillende nationale toezichtouders nog meer met elkaar in overeenstemming te brengen. Onderdelen van de Nederlandse toetsingspraktijk zijn in dat rapport opgenomen als best practice voor de andere toezichthouders.

De leden van de VVD-fractie weten dat de toezichthouders in Nederland (DNB) en Dubai (DFSA) onderzoeken hebben ingesteld en lezen dat de onderzoeken binnenkort worden afgerond. De leden van de VVD, PvdA, SP en PVV hebben gevraagd naar de stand van zaken rond de onderzoeken van de toezichthouders in Nederland (DNB) en Dubai (DFSA). Zij vernemen wanneer de onderzoeken zijn afgerond en dus de Tweede Kamer ook geïnformeerd kan worden over de uitkomsten.

De beide toezichthouders (DFSA en DNB) hebben de door hen naar aanleiding van de klokkenluidersmeldingen in Dubai uitgevoerde onderzoeken afgerond. DNB heeft ABN AMRO een boete opgelegd van 625.000 euro; DFSA heeft een boete opgelegd van 640.000 USD. Uit het onderzoek kwam onder andere naar voren dat een aantal medewerkers zich niet had gehouden aan de interne regels en gedragslijnen van ABN AMRO betreffende klantacceptatie en het voorkomen van witwassen van geld. Ook was er sprake van twee ongebruikelijke transacties waarover ik de Kamer eerder heb geïnformeerd. De arbeidsovereenkomst met negen medewerkers is beëindigd. ABN AMRO heeft reeds maatregelen getroffen om dit in de toekomst te voorkomen. Voor een meer uitgebreide toelichting verwijs ik naar bijgevoegde brief van ABN AMRO4.

De leden van de PvdA vragen of de lokale herbeoordeling van de klantenportefeuille inmiddels is afgerond en of hierbij nog onregelmatigheden aan het licht zijn gekomen? De leden van de PvdA-fractie vragen wanneer de onderzoeken van de toezichthouders in Nederland en Dubai naar de onregelmatigheden in Dubai zijn afgerond? De leden van de SP vragen of het klopt dat het Deloitte-onderzoek is afgerond? Zo ja, kunnen de uitkomsten hiervan openbaar worden gemaakt?

De herbeoordeling door ABN AMRO van de Private Banking klantenportefeuille van kantoor Dubai wordt, in lijn met wat de bank eerder heeft gemeld, naar verwachting voor het eind van het jaar afgerond. Er zijn tot op heden geen nieuwe onregelmatigheden vastgesteld, anders dan de ongebruikelijke transacties die de bank eerder heeft gemeld. Het betreft hier geen onderzoek van Deloitte, maar een door ABN AMRO geïnitieerd proces, waarbij Deloitte op verzoek van ABN AMRO ondersteuning verleent. ABN AMRO zal mij over de afronding en de relevante uitkomsten informeren. Indien daar aanleiding toe is, zal ik de Kamer vervolgens informeren. Daarbij zal rekening gehouden dienen te worden met het bedrijfsvertrouwelijk karakter en de mogelijke privacygevoeligheid van de uitkomsten. Voor het overige wordt volstaan met een verwijzing naar het antwoord op de eerste vraag.

Uit het interne onderzoek van ABN AMRO naar de onregelmatigheden in Dubai is gebleken dat, naast het op 22 juni 2015 gerapporteerde incident, nog een ander incident heeft plaatsgevonden. De leden van de SP vragen of dit incident, dat dateert van 2011, reeds onderzocht of is dit incident pas ontdekt na het instellen van het interne onderzoek? Kan de Minister aangeven of dit incident ook aan het licht was gekomen wanneer het interne onderzoek, naar aanleiding van eerdere misstanden, niet was ingesteld?

Zoals in mijn brief van de van 14 september 2015 staat aangegeven, kwam het incident aan het licht bij het onderzoek dat ABN AMRO naar aanleiding van de klokkenluidermeldingen heeft ingesteld. Tevens vermeldt de brief dat de incasso van de cheque plaatsvond bij een derde bank en dat het bedrag via rekeningen buiten ABN AMRO om zijn overgeboekt naar een rekening van de cliënt bij het ABN AMRO kantoor in Singapore. Het ongebruikelijke deel van de transactie kon dan ook niet zichtbaar zijn voor de interne controlesystemen van ABN AMRO.

De onregelmatigheden in Dubai kwamen aan het licht na een melding van een klokkenluider en de escalatieprocedures bleken niet goed te functioneren. De SP vraagt of het voor de Minister noodzaak is dat ABN AMRO adequate escalatieprocedures voor zijn diverse vestigingen heeft, alvorens ABN AMRO naar de beurs kan? Zo ja, is de Minister ervan overtuigd dat de huidige escalatieprocedures voldoende effectief zijn?

Direct na de ontdekking van de onregelmatigheden in Dubai is ABN AMRO gestart met een verbeterprogramma. Onderdeel hiervan is dat de bank maatregelen heeft getroffen om de internationale governance, onder meer via een aanscherping van rapportagelijnen en escalatieprocedures naar het hoofdkantoor, verder te versterken. Hoewel de geconstateerde onregelmatigheden te betreuren zijn, heeft ABN AMRO adequaat gehandeld en leidt dat niet tot gevolgen voor de planning van de voorgenomen beursgang van ABN AMRO.

Niet alleen in Dubai zijn bij ABN AMRO misstanden aan het licht gekomen, ook met de strafrechtelijke verdenking (belastingfraude en witwassen) van Willem V., die als clearingbankier jarenlang actief was bij ABN AMRO, is ABN AMRO gevoelig gebleken voor intern misbruik van bevoegdheden. De leden van de SP-fractie vragen zich af of bekend is wat ABN AMRO nu concreet anders gaat doen naar aanleiding van deze cases? Gaat ABN AMRO proactiever controleren of interne regels worden nageleefd?

ABN AMRO streeft ernaar dat de bank compliant is met alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving en dat de medewerkers interne en externe regels naleven. De realiteit is echter dat incidenten, waarbij medewerkers zich niet houden aan interne regels en gedragslijnen, niet altijd kunnen worden voorkomen. Daarom is er binnen ABN AMRO voortdurend aandacht voor zowel het verder versterken van het intern toezicht en de bijbehorende controles als het stimuleren van de (ook vanuit risico-optiek) gewenste cultuur en het gewenste gedrag. Waar nodig worden daarbij interne processen en procedures aangescherpt. Daarnaast zijn er maatregelen getroffen om de internationale governance, en in het bijzonder de uitoefening van de overzichtshoudende rol vanuit het hoofdkantoor in Amsterdam, te versterken. Deze maatregelen zijn niet tot Dubai beperkt. Dat geldt ook voor het voortzetten van de actieve opleiding en training van medewerkers voor het waarborgen van de naleving van regels en procedures. Ten slotte lopen er binnen ABN AMRO in diverse klantsegmenten, zowel in Nederland als daarbuiten, programma’s om de kwaliteit van de klantendossiers verder te verhogen. De programma’s voorzien onder meer in het proactief controleren van alle dossiers en het waar nodig doorvoeren van verbeteringen, ondersteund met trainingen om ervoor te zorgen dat alle medewerkers vertrouwd zijn met de geldende standaarden en procedures.

De leden van de PVV-fractie stellen vast dat, naast het incident waarover de Kamer op 22 juni 2015 is geïnformeerd, nog een incident heeft plaatsgevonden, waarmee nu in totaal negen medewerkers zijn ontslagen. De leden van de PVV-fractie willen weten hoe deze ex-medewerkers aangepakt zullen worden. Zullen zij bijvoorbeeld strafrechtelijk vervolgd worden? Hebben zij bonussen ontvangen en worden deze teruggevorderd (claw back)? Zo ja, hoe hoog waren deze bonussen?

Vanwege privacy restricties kan deze vraag niet op individueel niveau beantwoord worden. In zijn algemeenheid heeft ABN AMRO evenwel een zero-tolerance beleid. Indien interne en/of externe regels worden geschonden, neemt ABN AMRO passende maatregelen, waaronder een mogelijke niet-toekenning of terugvordering van variabele beloning met inachtneming van toepasselijke wet- en regelgeving.

Op basis van de resultaten van het interne onderzoek van ABN AMRO inzake Dubai kan niet worden geconcludeerd dat onder lokaal recht strafbare feiten zijn gepleegd. Er waren evenwel serieuze bevindingen vanuit compliance-perspectief, die zijn gemeld bij de betrokken toezichthouders. De toezichthouders kunnen zelfstandig aangifte doen, maar hebben dat – voor zover bekend – tot op heden niet gedaan.

Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie graag weten wat voor invloed dit heeft op de marktwaarde en beursgang van ABN AMRO.

Deze zaak heeft naar verwachting geen invloed op de waardering en beursgang. Hoewel de gebeurtenissen in Dubai ernstig zijn, is er door ABN AMRO adequaat gereageerd.

Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat ABN AMRO heeft aangekondigd in 2017 een groter deel (de helft) van de winst als dividend uit te willen keren.5 De Minister geeft in zijn brief over de toekomst van de financiële sector (32 013, nr. 35) echter aan dat banken voor hun bufferopbouw op de korte termijn vooral zijn aangewezen op winstinhouding. De leden van de PVV-fractie zouden graag willen weten hoe de Minister hier tegenover staat en of de Minister wat dit betreft van standpunt is veranderd. Ook vragen de leden van de PVV zich af hoe hoog de buffer is (leverage ratio) voor ABN AMRO en hoeveel wordt hiervoor gereserveerd in de komende jaren?

ABN AMRO voldoet op dit moment ruimschoots aan de nu geldende kapitaalvereisten, maar moet – net als andere Nederlandse banken – nog verdere stappen zetten om te voldoen aan de geleidelijk strenger wordende kapitaal vereisten die voortvloeien uit het Europese kapitaaleisenraamwerk CRR/CRD-IV. Deze eisen zullen in 2019 volledig zijn ingefaseerd.

Ik heb eerder aangeven dat banken op verschillende manieren hun kapitaalposities kunnen versterken. Dit kan door middel van aandelenemissies, winsthouding, de uitgifte van aanvullend tier-1 en tier-2 kapitaalinstrumenten, (verdere) kostenbesparingen en door een heroriëntatie van bedrijfsactiviteiten.

In lijn met het kabinetsbeleid, dienen de Nederlandse systeembanken uiterlijk in 2018 de leverage ratio naar minimaal 4% hebben gebracht. Deze banken hebben dit ook in de meerjarige kapitaalplannen verwerkt, die door DNB zijn getoetst op kwaliteit en haalbaarheid6. De pro forma leverage ratio van ABN AMRO bedraagt op dit moment 3,3%. ABN AMRO moet hier dus nog stappen zetten en zal – net als andere banken – bij het formuleren van haar dividendambities dus rekening moeten houden met het tijdig voldoen aan de relevante kapitaaleisen. ABN AMRO heeft dit bij het opstellen van haar huidige dividendbeleid dan ook gedaan.

Voorts stellen de leden van de PVV-fractie vast dat ABN AMRO voornemens is kapitaal te lenen dat automatisch wordt afgeschreven indien het kernvermogen van de bank onder een bepaalde minimumgrens zakt (coco’s).7 De leden vragen de Minister hier nader op in te gaan en willen tevens weten in hoeverre deze coco’s het systeemrisico vergroten.

Wanneer coco’s (contingent convertibles) voldoen aan een aantal specifieke eisen die zijn opgenomen in de Europese kapitaaleisenverordening, kunnen coco’s meetellen als aanvullende tier-1 kapitaal. Aanvullend tier-1 kapitaalinstrumenten mogen in beperkte mate meetellen bij het voldoen aan de risicogewogen kapitaaleisen8. Aanvullend tier-1 kapitaal kan ook worden gebruikt om te voldoen aan de voorgenoemde eisen ten aanzien van de leverage ratio. ABN AMRO heeft op 15 september jl. voor EUR 1 miljard aan aanvullend tier-1 kapitaal uitgegeven.

Coco’s leveren een bijdrage aan de verliesabsorptie van banken in going concern, hetgeen de stabiliteit van een bank vergroot. Wel is het belangrijk om kritisch te blijven kijken naar de vormgeving en werking van coco’s, zodat de voordelen van coco’s worden benut en de potentiële nadelen zoveel mogelijk worden ingeperkt. Voor een verdere bespreking hiervan verwijs ik u graag naar de beantwoording van eerdere Kamervragen van lid Merkies (SP) hierover.9

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de afronding van het interne onderzoek naar aanleiding van de problemen bij het ABN AMRO-kantoor in Dubai. Deze leden waarderen het als de Minister van Financiën de Tweede Kamer ook zal informeren over de uitkomst van de onderzoeken die zijn ingesteld door de toezichthouders in Nederland (DNB) en Dubai (DFSA), zodra deze zijn afgerond. Aanvullend vragen deze leden of de tekortkomingen die eerder door DNB werden gesignaleerd op het gebied van de identificatie en mitigatie van corruptierisico’s zijn verholpen en of het beleid met betrekking tot de beheersing van het third party-risico volledig is geïmplementeerd en gevalideerd.

De beide toezichthouders (DFSA en DNB) hebben de door hen naar aanleiding van de klokkenluidersmeldingen in Dubai uitgevoerde onderzoeken afgerond. Een meer uitgebreide toelichting van ABN AMRO op beide onderzoeken treft u aan in bijgevoegde brief die ABN AMRO mij hierover heeft gestuurd.

ABN AMRO heeft opvolging gegeven aan de door DNB geïdentificeerde tekortkomingen op het gebied van de identificatie en mitigatie van corruptierisico's. Voor wat betreft de opvolging van deze issues heeft ABN AMRO met DNB afspraken gemaakt wanneer deze issues opgelost zullen zijn. Het corruptierisico zal vanaf volgend jaar worden meegenomen in de reguliere controlewerkzaamheden van de bank. Het beleid met betrekking tot Third Party Anti-Bribery and Corruption Risk is inmiddels voor enkele onderdelen geïmplementeerd. Voor de rest van de organisatie zal dat, conform de met DNB gemaakte afspraak, eind van dit jaar zijn afgerond. Het third party risico wordt vanaf volgend jaar meegenomen in de reguliere monitoring en testing werkzaamheden van de bank.


X Noot
1

Kamerstuk 33 803, nr. 5.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
6

Kamerstuk 32 013, nr. 91.

X Noot
8

Europese banken dienen te allen tijde een minimale kapitaalratio van 8% van hun totale risicogewogen activa te hebben. Binnen deze 8% moet minimaal 4,5%-punt bestaan uit tier 1-kernkapitaal (eigen vermogen) en mag maximaal 1,5%-punt bestaan uit aanvullend tier 1-kapitaal (coco’s).

X Noot
9

Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 2351.

Naar boven