32 013 Toekomst financiële sector

Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2014

De Kabinetsvisie Nederlandse bankensector van 23 augustus 2013 stelt dat de Nederlandse systeemrelevante banken een hogere leverage ratio van minimaal 4% dienen na te streven in samenhang met de stijging van de risicogewogen kapitaaleisen in Basel III/het Europese kapitaaleisenraamwerk CRD-IV.1 Een belangrijke reden hiervoor is dat een hogere leverage ratio banken minder kwetsbaar maakt voor verliezen en minder sterk afhankelijk maakt van de precieze risicoweging van de bezittingen die op de balans staan.

In mijn beantwoording op vragen van het lid de Vries2, heb ik aangegeven hoe meer concreet invulling dient te worden gegeven aan de leverage ratio eis. Ik heb daarin aangegeven dat de Nederlandse systeembanken uiterlijk in 2018 een leverage ratio van minimaal 4% dienen te bereiken. Tevens heb ik aangegeven dat de betreffende banken hiertoe aangepaste meerjarige kapitaalplannen bij De Nederlandsche Bank (DNB) moeten indienen, die aantonen op welke manier zij de leverage ratio doelstelling zullen bereiken. DNB zal deze plannen vervolgens zorgvuldig toetsen op kwaliteit en haalbaarheid.

DNB en de betreffende banken hebben dit proces inmiddels vorm gegeven. In de bijlage vindt u een brief van DNB, met hierin meer informatie over de manier waarop de leverage ratio doelstelling in Nederland geïmplementeerd wordt3. DNB geeft hierin aan dat de betreffende banken inmiddels allemaal een leverage ratio doelstelling van minimaal 4% – te bereiken uiterlijk in 2018 – hebben opgenomen in hun meerjarige kapitaalplanning. Ook heeft DNB deze plannen inmiddels beoordeeld.

Dit is een belangrijke eerste stap naar het verhogen van de leverage ratio’s. De implementatie van de kabinetseis is niettemin een continue proces. Zo geeft DNB aan dat zij de voortgang van de uitvoering van de kapitaalplannen nauwgezet zal blijven monitoren. Ook zal DNB deze meerjarige kapitaalplannen – met hierin de leverage ratio doelstelling – bij de Europese Centrale Bank (ECB) inbrengen wanneer de ECB de jaarlijkse kapitaalplannen van de betreffende banken toetst. Immers, met de inwerkingtreding van het Single Supervisory Mechanism (SSM) is de ECB bij de betreffende banken eindverantwoordelijk voor deze jaarlijkse toetsing.

Met de implementatie van de hogere leverage ratio eis in Nederland, wordt een deel van de kabinetsvisie ten aanzien van de leverage ratio gerealiseerd. Zoals aangegeven in de kabinetsvisie, dienen mijns inziens echter ook EU-brede afspraken te worden gemaakt over een (hogere) leverage ratio. CRD-IV voorziet in het maken van afspraken over de leverage ratio uiterlijk in 2017, met als uitgangspunt de introductie van een bindende en geharmoniseerde leverage ratio eis in 2018. De inzet van het kabinet zal ook hier zijn dat de leverage ratio minimaal 4% dient te bedragen voor ten minste alle systeemrelevante Europese banken.

In dat licht bezien is het positief dat niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen in toenemende mate al nationale leverage ratio eisen worden gesteld dan wel worden overwogen. Zo is recentelijk in het Verenigd Koninkrijk besloten de komende jaren een leverage ratio eis in te faseren, waaraan Britse banken uiterlijk in 2019 volledig aan moeten voldoen. Daarbij geldt een minimale basiseis van 3% en zijn hier bovenop opslagen mogelijk. Afhankelijk van de systeemrelevantie van de betreffende banken en de stand van de conjunctuur, kan de leverage ratio eis hierbij oplopen tot maximaal zo’n 5%. Vanaf de jaarverslagen over 2015, die gepubliceerd zullen worden in het voorjaar van 2016, zijn Europese banken bovendien verplicht om te publiceren over de hoogte van de leverage ratio. Daar waar banken nu niet altijd gebruik maken van eenzelfde definitie, zullen ze in 2016 gebruik moeten maken van een uniforme Europese definitie die is gebaseerd op de nieuwste Bazelse definitie van de leverage ratio. Buiten de Europese Unie hebben onder meer Zwitserland en de Verenigde Staten al (hogere) leverage ratio eisen geïntroduceerd.

Het is mijn verwachting dat de ervaringen die hiermee de komende jaren in meerdere landen worden opgedaan, in positieve zin zullen bijdragen aan het komen tot stevige, Europabrede afspraken over de hoogte van de leverage ratio.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Kamerstuk 32 013, nr. 35.

X Noot
2

Kamerstukken II. Vergaderjaar 2013–2014. Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 1633.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven