31 765 Kwaliteit van zorg

34 104 Langdurige zorg

Nr. 511 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2020

Op 15 januari 2020 zond ik u de eerste versie van het advies van de commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen (Kamerstukken 31 765 en 34 104, nr. 475). Sindsdien hebben bijna 130 personen en organisaties de moeite genomen om op deze eerste versie te reageren. De commissie heeft deze commentaren en haar ervaringen in en met de zorg tijdens de coronacrisis verwerkt in haar definitieve advies, «Oud en zelfstandig in 2030. Aangepast REISadvies», dat ik u bijgaand toestuur.1 2

Het kabinet vroeg de commissie om advies uit te brengen over wat nodig is om de zorg voor thuiswonende ouderen ook in de toekomst op peil te houden, rekening houdend met demografische, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en de betaalbaarheid van de zorg. Het uitgangspunt was de motie van het lid Bergkamp (Kamerstuk 34 775 XVI, nr. 86).

De commissie formuleert in haar advies veertig aanbevelingen, die zij heeft getoetst aan wat ze de «vier REIS-principes» heeft genoemd: regie, eenvoud, integrale benadering en samenwerking. Ze vat haar advies samen in een paar hoofdboodschappen. Waren dat er in januari drie, nu zijn het er vier geworden: 1) ga (ver)bouwen, 2) ga digitaal, 3) ga samenwerken en 4) leer van de coronacrisis en behoud het goede. Zij roept ertoe op om de ervaringen die in de crisis met de toepassing van digitale middelen en in nieuwe samenwerkingsverbanden zijn opgedaan, grondig te evalueren en de lessen die eruit te trekken zijn ter harte te nemen.

De aanbevelingen van de commissie bestrijken met elkaar de brede domeinen van wonen, welzijn en zorg, geheel in overeenstemming met de motie Bergkamp. Ze zijn vooral gericht op ondersteuning van het vermogen van ouderen goed voor zichzelf en voor elkaar te zorgen. De commissie bouwt daarbij onder andere voort op het advies «De derde levensfase: het geschenk van de eeuw» van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, dat in januari 2020 verscheen. Ze pleit onder meer voor versterking van het bewustzijn in de samenleving dat mensen, mits ze zich daarop goed voorbereiden, in hun derde levensfase een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij.

De commissie kent een belangrijke rol toe aan digitalisering. Ze beveelt aan om in zorg en ondersteuning uit te gaan van «digital first». Snelle en betrouwbare internetverbindingen zouden wat haar betreft overal in het land en in alle gebouwen beschikbaar moeten zijn. Bij het realiseren van geschikte woonmogelijkheden denkt de commissie vooral aan vormen van (semi-) collectief en geclusterd wonen: woonvormen die het ouderen makkelijk maken om elkaar bij te staan.

In elke regio zou volgens de commissie één leidende visie op wonen, welzijn en zorg geformuleerd moeten worden. Meerjarige inkoopcontracten zouden vervolgens de betrokken partijen in staat moeten stellen de samenwerkingsrelaties op te bouwen die voor de realisatie van deze visie noodzakelijk zijn. De commissie bepleit om op lange termijn alle vormen van zorg en ondersteuning voor ouderen, integraal, op basis van één wet te leveren. Ze stelt voor een «no regret» toets te hanteren, dat wil zeggen: niets te doen wat een algehele integratie van zorg en ondersteuning in de weg kan staan. Om het probleem van de betaalbaarheid van de gezondheidszorg niet te vergroten doet de commissie geen aanbevelingen gericht op vergroting van het aanbod van verzorgenden en verpleegkundigen.

Een groot aantal aanbevelingen van de commissie raakt aan lopende beleidstrajecten op het gebied van langer thuis wonen, tegengaan van eenzaamheid, bevordering van samenwerking, ondersteuning van ouderen en mantelzorgers, kwaliteit en capaciteit van verpleeghuiszorg, tijdelijk verblijf, digitalisering en arbeidsmarkt. Op al deze terreinen heb ik de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. Binnen de grenzen van het huidige stelsel zijn daardoor vele inzichten verkregen en verbeteringen gerealiseerd. Maar als een ding duidelijk is – en dat spreekt ook onmiskenbaar uit het advies van de commissie – dan is het wel dat we ons desondanks in de ouderenzorg gedurende het decennium dat voor ons ligt voor een enorme uitdaging gesteld zien.

Ik zal dan ook in de komende maanden een integrale visie op de ouderenzorg voorbereiden. Het advies van de commissie zal ik daarbij betrekken. Onvermijdelijk zullen dan de grenzen van het huidige stelsel van zorg en ondersteuning in het vizier komen. Een deel van de aanbevelingen van de commissie gaat al over die grenzen heen. Ik denk bijvoorbeeld aan de aanbeveling te overwegen alle zorg en ondersteuning aan zelfstandig wonende ouderen uit de Wlz te schrappen en deze voortaan uitsluitend te leveren vanuit de Zvw en de Wmo. Met name die aanbevelingen die aanpassing van het stelsel vergen, zal ik ook betrekken bij de voorbereiding van de Contourennota. Waar de aanbevelingen van de commissie raken aan beleidsterreinen buiten VWS – zoals aan dat van SZW bij pensioensparen, van EZK bij internetverbindingen, van BZK bij wonen – zal ik in overleg treden met collega bewindslieden. Zowel de uitkomsten van dat overleg, de integrale visie op de ouderenzorg als de Contourennota kunt u in het najaar tegemoet zien.

De commissie schrijft dat een eenvoudig en eenduidig antwoord op de vraag hoe de zorg voor thuiswonende ouderen op peil kan worden gehouden niet voor het grijpen ligt, maar dat haar advies zich richt op de versterking en versnelling van een beweging in de goede richting die al gaande is. Ik ben blij met die constatering en doe wat binnen mijn vermogen ligt om die versterking en versnelling daadwerkelijk te realiseren.

Ik ben de commissie zeer erkentelijk voor haar advies en voor haar inzet voor de totstandkoming van deze definitieve versie in de veelbewogen maanden die achter ons liggen. Het advies zal naar mijn verwachting gedurende de komende maanden een belangrijke bijdrage blijken te zijn aan de beleidsvorming gericht op de toekomst van de ouderenzorg.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

De lijst van personen en organisaties die reageerden op de eerste versie is als bijlage opgenomen in het definitieve advies.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven