31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 236 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2016

In de regeling van werkzaamheden van 5 oktober jongstleden (Handelingen II 2016/17, nr. 8, Regeling van werkzaamheden) heeft u mij verzocht de op dinsdag 4 oktober jl. door het lid Leijten en het lid Volp gestelde Kamervragen te beantwoorden. Tevens is in de regeling van werkzaamheden door lid Potters en lid Keijzer verzocht om een brief waarin antwoord wordt gegeven op de vraag hoe het vervolgproces eruit ziet nu het veldpartijen onderling niet is gelukt om te komen tot een gedragen kwaliteitskader, inclusief leidraad personeel. Onderstaand ga ik daarop in en beantwoord ik de gestelde vragen (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nrs. 177 en 178). Daarbij verwijs ik volledigheidshalve ook naar mijn brief aan uw Kamer van 5 oktober jongstleden (Kamerstuk 31 765, nr. 235). Tevens heb ik het concept kwaliteitskader en de leidraad zoals deze zijn aangeboden aan het Zorginstituut bij deze brief gevoegd1.

Vervolgproces leidraad Verantwoorde Personeelssamenstelling

Zoals ik u eerder heb bericht, heeft de V&VN namens verplegenden en verzorgenden en in samenwerking met andere partijen het uitwerken van de leidraad personeel conform de motie-Leijten2 opgepakt. Het verzoek van de motie luidt: «verzoekt de regering een bezettingsnorm uit te laten werken door de beroepsverenigingen en deze op te laten nemen in de beroepsrichtlijnen; verzoekt de regering voorts, dit mede de basis te laten zijn waarop de zorg wordt ingekocht». Zoals ik in mijn brief van 5 oktober jongstleden (Kamerstuk 31 765, nr. 235) en in eerdere voortgangsrapportages heb aangegeven, is deze motie als volgt uitgevoerd:

  • Een eerdere versie van de leidraad is bij de tweede Voortgangsrapportage aan uw Kamer toegezonden (bijlage bij Kamerstuk 31 765, nr. 194);

  • In de derde Voortgangsrapportage (juli 2016) (bijlage bij Kamerstuk 31 765, nr. 215) is aangegeven dat de doelstelling was om de personeelsleidraad en het kwaliteitskader 1 oktober 2016 tripartiete (cliëntenorganisaties, aanbieders en zorgkantoren) in te dienen bij het Zorginstituut Nederland;

  • In die rapportage staat ook dat het Zorginstituut voor de toetsing van het Kwaliteitskader, waarvan de leidraad onderdeel is, een expertcommissie heeft ingericht.

  • Tot slot heb ik aangegeven dat indien het Zorginstituut van mening is dat het aangeboden Kwaliteitskader van de sector niet toereikend is, het Zorginstituut haar doorzettingsmacht na 1 oktober kan aanwenden.

  • V&VN heeft vrijdag 30 september jongstleden samen met de Patiëntenfederatie de leidraad aan het Zorginstituut aangeboden. Deze leidraad is, zoals eerder vermeld in de voortgangsrapportages, voor en door de praktijk gemaakt. Acht zorgaanbieders hebben als pilot gediend, zodat de werking in de praktijk in de teams zelf is betrokken bij de ontwikkeling.

Zoals ik u eerder heb geschreven, wendt het Zorginstituut conform bovenstaande zijn doorzettingsmacht aan en neemt het de regierol op zich. Dit geldt ook voor de leidraad dat een onderdeel is van het kwaliteitskader. Het Zorginstituut heeft de ambitie uitgesproken om per 1 januari aanstaande een eerste kwaliteitskader op te leveren, waarin in ieder geval de leidraad personeel en de basisveiligheid en indicatoren daarvoor een plek krijgen.

Resultaten uit bewonersonderzoek: grote verschillen tussen verpleeghuizen

In het programma Waardigheid en Trots is het eerste van de vijf speerpunten gericht op de bewoners, hun naasten en medewerkers. Een belangrijk onderdeel is het ophalen en online beschikbaar krijgen van ervaringen van hen met de dagelijkse zorg.3 De Patiëntenfederatie doet met de rapportage «De feiten op tafel: Tussenrapportage waarderingen binnen de verpleeghuiszorg 2015–2016» verslag van de bijna 23.000 waarderingen die zijn opgehaald (zie bijlage)4. Het gemiddelde cijfers is een 7,8. Bewoners die een 8 of hoger geven leggen de nadruk op het contact met personeel, de woonruimte en het eten. Naast deze cijfers geven ouderen ook aan dat er met betrekking tot het personeel bij aanbieders klachten zijn. Het gaat dan om bezetting, vaste krachten en opleidings- en kennisniveau. Daarbij vallen, zoals eerder aangegeven in het kader van Waardigheid en Trots de grote verschillen op. Zo wordt in de rapportage aangegeven: «We zien ook een groot verschil tussen de goed en de slecht scorende verpleeg- of verzorgingshuizen. Bij de tien best gewaardeerde verpleeg- of verzorgingshuizen komt er in slechts 6,1 procent van de waarderingen een klacht over personeelstekort voor. Bij de tien slechtst scorende verpleeg- of verzorgingshuizen is dit maar liefst 25,7 procent. Andersom geredeneerd kunnen we ook zeggen dat een goede personele bezetting zich vertaalt in een mooi cijfer op ZorgkaartNederland.»

De uitkomsten van dit onderzoek onderstrepen de inzet van het programma Waardigheid en Trots: versterken waar het goed gaat, uitbannen van slechte zorg en transparantie over de kwaliteit.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Motie Leijten, Kamerstuk 31 765, nr. 110

X Noot
3

Brief en plan van aanpak Waardigheid en trots: liefdevolle zorg voor onze ouderen blz. 3 en 9 (Kamerstuk 31 765, nr. 124).

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven