Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Verpleeghuizen boycotten IGZ-uitvraag» (ingezonden 6 oktober 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 oktober 2016)

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat verpleeghuizen de uitvraag van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) boycotten?1

Antwoord 1

Zoals in mijn brief van 5 oktober jl.(Kamerstuk 31 765, nr. 235) aangegeven, vind ik niet aanleveren onacceptabel. De IGZ gebruikt bij het risicogestuurd toezicht indicatoren waarmee een inschatting gemaakt kan worden voor het risico op onverantwoorde zorg. Dat betekent dat de IGZ mede op basis van deze indicatoren bepaalt welke instellingen extra aandacht behoeven.

Dit jaar is, zoals beschreven in mijn brief van 4 juli (Kamerstuk 31 765, nr. 215) jongstleden, uitvoering gegeven aan een onderdeel van Waardigheid en Trots door met alle betrokken partijen af te spreken naast de gebruikelijke set van indicatoren ook zes basis veiligheidindicatoren uit te vragen en transparant te maken voor (toekomstige) cliënten en naasten op ZorgkaartNederland en KiesBeter.nl. Het gaat onder andere over gebruik van psychofarmaca en toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen. Omdat de IGZ jaarlijks indicatoren uitvraagt voor het toezicht, is gezamenlijk besloten deze zes indicatoren in de uitvraag van de IGZ mee te nemen. Het openbaar maken van de indicatoren geeft cliënten de mogelijkheid om, naast informatie over cliëntwaarderingen, zich ook te laten informeren over veiligheidsaspecten. Het niet leveren van de indicatoren aan de IGZ belemmert dus niet alleen het werk van de IGZ, het zorgt er ook voor dat deze informatie niet beschikbaar komt voor cliënten en hun naasten.

ActiZ heeft in een brief van 6 oktober jongstleden inhoudelijke vragen gesteld bij de indicatoren en verduidelijking rondom de publicatie gevraagd. ActiZ staat op het standpunt dat opschorting en uitstel van de aanlevering noodzakelijk is tot er meer duidelijkheid bestaat. Het betreft:

  • De manier waarop de gegevens openbaar weergegeven worden; en

  • De wijze waarop de gegevens door de IGZ van een context voorzien worden en geduid.

Daarbij constateer ik ook dat meer dan honderd aanbieders op dit moment wel hebben aangeleverd. Conform afspraak van maandag 3 oktober jongstleden heeft de IGZ donderdag 6 oktober jongstleden extra toelichting gegeven op inhoudelijke vragen van ActiZ. Deze zijn ook beschikbaar gesteld via de website. Daarnaast vraagt ActiZ zorgvuldigheid bij de publicatie en duiding van de resultaten. Voor een reactie hier op verwijs ik U naar de brief die de IGZ inmiddels aan ActiZ heeft verzonden (zie bijlage)2.

Vraag 2

Is het mogelijk dat een sector zich onttrekt aan de (uitvraag van de) IGZ? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 2

Ik kan mij niet voorstellen dat een branchevereniging niet transparant zou willen zijn over de basisveiligheid van de sector. ActiZ heeft in zijn brief van 6 oktober jongstleden aangegeven dat zij achter de openheid staan. De dynamiek die nu gaande is binnen de verpleeghuizen herken ik van andere sectoren die deze ontwikkeling naar meer transparantie al eerder hebben doorgemaakt, bijvoorbeeld de ziekenhuizen. Ook in deze sector is de stap naar transparantie geleidelijk gezet. Zowel om maatschappelijke redenen als om formele redenen (adequaat toezicht) kan onttrekken aan de uitvraag niet aan de orde zijn. Transparantie heeft als primair doel cliënten, naasten en anderen inzicht te verschaffen in wat goed gaat in een instelling, datgene dat verbetering behoeft en op welke wijze de instelling hiermee aan de slag is. Transparantie is bedoeld om de sector verder te brengen, het helpt bij het leren en verbeteren. Dit vergt dat stakeholders op zorgvuldige wijze omgaan met deze transparantie en het daadwerkelijk komen tot het leerproces. Bovendien moeten indicatoren in hun context begrepen worden. De uitkomsten zijn niet simpelweg op te tellen en in een rangorde te zetten. Zo kan een instelling bijvoorbeeld bewust kiezen voor specialisatie op complexe zorg waardoor op het «eerste oog» de resultaten uit de toon lijken te vallen ten opzichte van andere instellingen. Tenslotte ben ik mij ervan bewust dat informatie altijd moet worden bezien in een meerjarige ontwikkeling. Dit is het eerste jaar dat informatie op basisveiligheid beschikbaar komt. Om tot inhoudelijke conclusies te komen dient niet alleen met de specifieke context rekening gehouden te worden, maar is ook de ontwikkeling meerjarig van groot belang. Bij de publicatie en interpretatie is derhalve grote zorgvuldigheid geboden.

Uiteindelijk kan de IGZ bij individuele zorgaanbieders die de indicatoren niet aanleveren de informatie vorderen en alle stappen nemen die daar bij horen.

Vraag 3

Wat is de reactie van de IGZ naar aanleiding van de aankondiging van verpleeghuizen dat zij niet langer kwaliteitsinformatie naar de IGZ sturen? Wat gaat de IGZ ondernemen naar aanleiding van deze collectieve onttrekking?

Antwoord 3

Zoals gezegd, kan ik mij niet voorstellen dat een branchevereniging niet transparant zou willen zijn over de basisveiligheid van de sector. De IGZ zal bij individuele zorgaanbieders die de indicatoren niet aanleveren de informatie vorderen en alle stappen nemen die daar bij horen.


X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven