31 597 Werkprogramma Rijksuitgaven

32 802 Toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur

Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2019

Op 21 december jl. hebben de Minister van Financiën en ik een brief met vragen over open data van de commissie Financiën van uw Kamer ontvangen. Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Financiën, de beantwoording van deze vragen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

1.

Vraag: Onderstreept u het belang van transparantie en van het ontsluiten van open data van alle Nederlandse publieke instellingen? Bent u het ermee eens dat data van Nederlandse publieke instellingen openbaar, vergelijkbaar en traceerbaar moet zijn?

Antwoord: Ik hecht sterk aan een transparante en open overheid die haar data zoveel mogelijk openbaar beschikbaar maakt. Dit vormt ook de basis van het open databeleid. Alle overheidsdata die zich daarvoor lenen, moeten door overheidsorganisaties worden ontsloten1.

2.

Vraag: Welke uitdagingen ziet u voor gebruik van data van Nederlandse publieke instellingen door derden? Zijn er verschillende uitdagingen per bestuurslaag? Vindt u het gebrek van standaardisatie van open datasets een belemmering voor gebruik van open data?

Antwoord: Ik zie het stimuleren van het gebruik van open data door derden de komende jaren als belangrijkste uitdaging voor het open databeleid. Het gebruik van open data door derden neemt toe als data makkelijk vindbaar, toegankelijk en onderling koppelbaar zijn. Dit vormt een centrale uitdaging voor alle overheidslagen en is een overheidsbrede opgave. De bestuurslagen verschillen onderling in het type data dat ze openbaar beschikbaar stellen en het aantal overheidsorganisaties dat bij de open data is betrokken. Wanneer er veel eigenaren van onderling samenhangende data zijn, zoals bijvoorbeeld het geval is bij gemeenten, is het extra belangrijk dat die data onderling koppelbaar zijn. Dit vereist verdere standaardisatie: het hanteren van dezelfde uitgangspunten en technische formats.

3.

Vraag: Hoe waardeert u de kwaliteit en de omvang van open data die door decentrale overheden is ontsloten? Welke verantwoordelijkheid hebben decentrale overheden volgens u om data actueel, vergelijkbaar en herbruikbaar te houden? Welke normenkaders hanteert u hiervoor?

Antwoord: Decentrale overheden hebben het afgelopen jaar veel meer data als open data beschikbaar gesteld. Zo is het aantal datasets op het centrale dataportaal gestegen van 2601 per maart 2017 naar 4581 per mei 20182. Deze ontwikkeling vind ik zeer positief. Ook in de kwaliteit van de open data zijn stappen gezet. Zo constateert de Europese Commissie dat voor de hele Nederlandse overheid geldt dat de kwaliteit van metadata, de beschrijving van de open data, hoog is3. Dit laat onverlet dat de kwaliteit van open data van decentrale overheden nog verder kan verbeteren. De decentrale overheden zijn zelf verantwoordelijk voor de hoeveelheid en kwaliteit van hun open data, waarbij ze dienen te voldoen aan de normen van het open databeleid.

De normen die ik hanteer zijn vastgelegd in de «Uitgangspunten open data» die door mijn ministerie in 2015 zijn opgesteld4.

Daarnaast gelden voor bepaalde data nog specifieke normen, zo worden voor financiële open data van gemeenten en provincies de zogenoemde Iv3-voorschriften gehanteerd5. Deze schrijven gedetailleerd voor hoe financiële gegevens opengesteld moeten worden.

4.

Vraag: Bent u bekend met het bericht van Civity6 omtrent de Open Data Monitor bij gemeenten waaruit blijkt dat gemeenten weinig werk maken van ontsluiting en standaardisatie van de datasets van de gemeentelijke High Value Datalijst? Wat is uw reactie op dit onderzoek?

Antwoord: Met dit bericht ben ik bekend. Uit het onderzoek blijkt dat gemeenten de data die zij openstellen nog niet op het hoogste niveau aanbieden. Dat wil echter niet zeggen dat gemeenten geen werk maken van open data en de gemeentelijke high value data lijst. Zoals het bericht ook vermeldt, stellen meer en meer gemeenten hun data open, wat de sterke toename in datasets op het centrale dataportaal (zie antwoord 3) ook laat zien. Civity wijst er wel op dat deze openstelling nog voor verbetering vatbaar is, een opvatting die ik deel, en hier wordt dan ook stapsgewijs aan gewerkt. De VNG komt in 2019 met een gemeentelijke open datastrategie die ook activiteiten zal bevatten om te zorgen voor meer gestandaardiseerde gemeentelijke open data.

5.

Vraag: Hoe gaat u zich ervoor inzetten dat ook decentrale overheden zich inzetten voor het ontsluiten en standaardiseren van datasets op deze High Value Datalijsten en daarbuiten?

Antwoord: Ik ondersteun de aanpak van CBS, Kadaster, KOOP en VNG gericht op ontwikkeling van gestandaardiseerde, landelijk dekkende datasets. Deze aanpak helpt gemeenten om hun high value data op een uniforme manier openbaar te maken. De data worden zo gemakkelijk vindbaar, herbruikbaar en koppelbaar. Binnenkort ontvangt uw Kamer de eerste Data Agenda Overheid over het data beleid (open en gesloten data) van de overheid voor de komende jaren.

6.

Vraag: Ziet u net als de overheid in het Verenigd Koninkrijk meerwaarde in het instellen van een Nederlandse Single Data list waarbij interbestuurlijk in kaart wordt gebracht welke datastromen er tussen overheden plaatsvinden en welke datasets met een verplichtend karakter conform een standaard gepubliceerd dienen te worden?

Antwoord: Ik zie meerwaarde in het opstellen en doorlopend verbeteren van high value lijsten die voor overheidsorganisaties duidelijk maken wat de maatschappelijk belangrijkste datasets zijn die zij beheren. Dat doe ik dan ook op nationale schaal. Daarnaast wordt door Nederland in Europees verband meegewerkt aan de totstandkoming van een Europese high value lijst met een verplichtend karakter7. Waar het Verenigd Koninkrijk dus op nationaal niveau opereert, wordt met deze high value lijst gezorgd voor actief openbare high value data op Europees niveau.

7.

Vraag: Bent u bereid het derde Actieplan Open Overheid integraal met de Tweede Kamer te delen?

Antwoord: Ja, ik heb deze voor u als bijlage toegevoegd8. Het actieplan is ook online beschikbaar9.

8.

Vraag: Hoe gaat u zich ervoor inzetten dat financieringsstromen tussen publieke instellingen, van overheid tot onderwijs, goed traceerbaar zijn? Bent u het ermee eens dat hier verbetering mogelijk is? Wilt u zich inzetten voor het koppelen en verbeteren van financiële datasets? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Het is zeker waar dat de traceerbaarheid van financieringsstromen tussen publieke instellingen verbeterd kan worden. Het is op dit moment nog niet goed mogelijk om op inzichtelijke wijze de publieke geldstromen aan te sluiten.

Dit is een ontwikkeling waar de rijksoverheid al aan werkt en aan blijft werken. Zo wordt er gewerkt aan de ambitie om een koppeling te maken tussen de middelen van het gemeentefonds en provinciefonds en de gemeentelijke datasets bij het CBS.

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werkt bijvoorbeeld aan het inzichtelijk maken van financiële data. Digitale technieken en standaarden, zoals SBR en XBRL, zullen mogelijkheden geven om in de toekomst de publieke middelen beter te volgen vanaf de rijksoverheid tot aan de uiteindelijke ontvanger. Zo publiceert DUO op haar website de financiële verantwoording van het onderwijs volgens de standaard van XBRL, om de uitwisseling van gegevens te vereenvoudigen en administratieve lasten te verlagen.

9.

Vraag: Ziet u een deel of de volledige informatie vanuit het Handelsregister als potentiële open data? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid de Algemene Rekenkamer te vragen naar een internationaal vergelijkend onderzoek naar de kosten van de uitvoering van de Handelsregistertaak in Nederland, vergeleken met diverse andere Europese landen, waarbij aandacht is voor de kosten en baten voor de gehele samenleving van het gratis en als open data beschikbaar stellen van het Handelsregister, zoals reeds door bijvoorbeeld Frankrijk, België en het Verenigd Koninkrijk is gedaan?

Antwoord: Een deel van het handelsregister is reeds via de website van de Kamer van Koophandel10 als open databestand te downloaden. Het antwoord op deze vraag is dus ja. Tegelijkertijd is het van groot belang om ervoor te waken dat persoonsgegevens goed beschermd zijn. Persoonsgegevens mogen alleen voor een nader bepaald doel of na specifieke toestemming van betrokkene verwerkt worden. Daarmee lenen persoonsgegevens zich in beginsel niet voor een open data bestand, aangezien een dergelijk bestand juist bedoeld is om hergebruik zonder verdere belemmeringen mogelijk te maken.

De open dataset biedt de mogelijkheid voor partijen om visualisaties en doorsnedes te maken, analyses uit te voeren voor onder andere benchmarking, strategie en beleid en om verbanden te leggen met andere bronnen. Deze dataset bevat geen persoonsgegevens en voldoet daarmee aan de privacywetgeving.

De informatie die over bedrijven, rechtspersonen en andere organisaties op basis van nationale regelgeving wordt geregistreerd in een handelsregister verschilt per land. Dit geldt eveneens voor de kwaliteit en omvang van de digitale informatiestromen binnen de nationale overheden en de kosten die daar, ook voor een handelsregister, mee gemoeid zijn.

Zoals ook blijkt uit zowel het rapport van de Kamer van Koophandel als van de TU Delft uit 201611, is een goede internationale vergelijking op basis van de beperkte openbare informatie in andere Europese landen niet eenvoudig en verwacht ik daarom niet dat dit een bruikbaar inzicht zal opleveren.

10.

Vraag: Bent u het ermee eens dat de Rijksbrede data-inventarisatie bij het Ministerie van Defensie nog tot weinig geïdentificeerde en ontsloten open datasets heeft geleid in vergelijking met andere ministeries? Zo ja, wat gaat u doen om hier verandering in te brengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord: Het Ministerie van Defensie heeft relatief weinig datasets op het centrale dataportaal. Dit komt doordat de gegevens van dit ministerie zich door de aard van de data, bijvoorbeeld om redenen van staatsveiligheid, niet lenen voor openbaarmaking. Daar heb ik dan ook begrip voor, waarbij het uitgangspunt blijft dat data die zich daartoe lenen worden gepubliceerd als open data. Het is aan het Ministerie van Defensie om hierover een afweging te maken conform het afwegingskader openbaarheid zoals dit in de wet openbaarheid van bestuur is vastgelegd12. Middels de jaarlijkse «quality-and-control» inventarisatie blijf ik de voortgang van openstelling door organisaties monitoren.

11.

Vraag: Bent u van mening dat informatie over kosten van zorgbehandelingen, wachttijden in de zorg en medicijnprijzen beschikbaar dienen te komen als open data? Zo ja, hoe gaat u hier werk van maken? Zo nee, waarom niet? Wilt u nogmaals in gesprek gaan met zorgverzekeraars om te zorgen dat kosten van zorgbehandelingen tot de grens van het eigen risico volledig beschikbaar komen als open data conform de afspraak van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport uit 2016?

Antwoord: Lang niet alle datasets in beheer bij overheidsorganisaties lenen zich voor publicatie als open data. Iedere organisatie dient te zorgen dat openbaarmaking verantwoord is conform het afwegingskader openbaarheid13. Dit geldt bijvoorbeeld voor informatie die door organisaties vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld, zoals vertrouwelijke afspraken met farmaceutische bedrijven over medicijnprijzen of informatie verkregen bij uitvoering van een toezichtstaak. Voorts kan de concurrentiegevoeligheid van gegevens (herleidbare) openbaarmaking in de weg staan.

De openbaar gemaakte datasets van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn beschikbaar via het centrale dataportaal data.overheid.nl. Ook de datasets die het RIVM gebruikt heeft voor de publicatie «Kosten van ziekten in Nederland» zijn op deze manier toegankelijk14.

Daarnaast bestaan er nog gegevens die niet in beheer zijn bij een overheidsorganisatie. In dat geval kan een beroep worden gaan op de eigenaar(s) van de informatie om deze gegevens (deels) openbaar te maken. Dit laatste is het geval bij de prijstransparantie in de medisch-specialistische zorg, waar mijn collega de Minister voor Medische Zorg en Sport uw Kamer in zijn brief van 5 juli 2018 over heeft geïnformeerd15, en bij gegevens die instellingen zelf publiceren omtrent hun wachttijden.

12.

Vraag: Hoe gaat u bevorderen dat contracten van multilaterale organisaties zoals de Verenigde Naties en de NAVO beschikbaar komen als herbruikbare open data zodat inzichtelijk is waar deze organisaties hun budgetten uitgeven en hoe het Nederlandse bedrijfsleven hiervan profiteert?

Antwoord: De rijksoverheid helpt op verschillende manieren om de toegang van Nederlandse bedrijven tot multilaterale projecten en -financiering te verbeteren. Een gespecialiseerd team binnen de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland16 (RVO) en ons diplomatieke netwerk ondersteunen dagelijks Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen om kansen te creëren en verzilveren binnen het werkveld van multilaterale organisaties. Uit klanttevredenheidsonderzoeken blijken ondernemers ook erg positief over de dienstverlening van voornoemd team van RVO. Al lange tijd wordt in contacten met dergelijke organisaties ook bepleit dat het in eenieders belang is, dat die organisaties nog completere, herbruikbare open data verstrekken over de (besteding van) niet-vertrouwelijke onderdelen van hun budgetten. De overheid zal hier in de daarvoor geëigende gremia aandacht blijven vragen.

13.

Vraag: Klopt het dat de open datasets met gegevens over de jaarverslagen en begrotingen van www.rijksfinancien.nl niet volledig zijn en in sommige gevallen niet overeenkomen met de cijfers uit de begrotingswetten en memorie van toelichting, zoals de verplichtingenbedragen en het percentage juridisch verplicht? Zo ja, wat is de oorzaak hiervan en wat bent u van plan hier aan te doen?

Antwoord: De datasets met budgettaire tabellen op rijksfinancien.nl bevatten de financiële cijfers van begrotingen en jaarverslagen bij het Rijk. Het Ministerie van Financiën ontvangt deze gegevens van de vakdepartementen, die zelf verantwoordelijk zijn voor de data. Wel doet het Ministerie van Financiën uitgebreide controles aan de hand van de begrotings- en verantwoordingsstukken om de cijfers op juistheid te controleren, voor een zo hoog mogelijke kwaliteit. Dit is een handmatig en arbeidsintensief traject dat fouten niet helemaal uit kan sluiten, maar er lopen diverse trajecten om deze handmatige controles overbodig te maken door automatisering en uitbreiding van bestaande gegevensbronnen en de regelgeving daaromtrent.

Op dit moment zijn de kasuitgaven en de ontvangsten opgenomen als open data op www.rijksfinancien.nl. Het voornemen is om op Verantwoordingsdag ook de verplichtingencijfers met betrekking tot de budgettaire tabellen uit de begrotingen en jaarverslagen van eerdere jaren verbeterd als open data te ontsluiten.

14.

Vraag: Klopt het dat de wijze van noteren van de data in de open datasets op rijksfinancien.nl niet uniform is, zoals bijvoorbeeld de wijze van noteren van het percentage juridisch verplicht of apparaatskosten? Zo ja, wat bent u van plan hieraan te doen, zodat nuttig gebruik van de datasets mogelijk is?

Antwoord: Door het ontsluiten van datasets van de verschillende departementen worden ook administratieve verschillen in de praktijk tussen de departementen zichtbaar. In 2019 en verder wordt daartoe binnen het programma «Naar een digitale begroting» gewerkt aan uniformering van de grootboekrekeningstructuur van financiële administraties van de departementen en van de budgettaire data doordat de departementen vanaf het vierde kwartaal 2019 de budgettaire tabellen uniform vastleggen in het hiertoe aan te passen interdepartementale informatiesysteem.

15.

Vraag: Wat is de tijdspanne tussen publicatie van open data op rijksfinancien.nl en de publicatie van de begrotingen, jaarverslagen etc.? Is het mogelijk de open data bij de jaarverslagen en begrotingen sneller aan te bieden, zodat deze in de toekomst ook voor bijvoorbeeld de begrotingsbehandeling kan worden gebruikt?

Antwoord: De open data met betrekking tot de data die in de begrotingen en jaarverslagen van departementen staan, gaan op respectievelijk Prinsjesdag en Verantwoordingsdag zelf tegelijk met de publicatie van de «witte» stukken op rijksbegroting.nl live. Ook worden deze gegevens in de relevante visuals ingeladen, waardoor ze direct te gebruiken zijn zonder de dataset te hoeven openen.

De onderliggende datasets (bijvoorbeeld met betrekking tot agentschappen, subsidies, fiscale regelingen, financiële instrumenten) worden zoveel mogelijk op diezelfde momenten gepubliceerd.

16.

Vraag: Is het mogelijk om de data van de suppletoire begrotingen bij Voor- en Najaarsnota als open data aan te bieden?

Antwoord: Deze data is beschikbaar in de dataset met begrotingsstaten op rijksfinancien.nl. Op dit moment wordt deze data nog niet gelijktijdig met Voor- en Najaarsnota aangeboden. Per 2018 is geregeld dat departementen deze data ook in de vorm van budgettaire tabellen aanleveren. De datasets met 1e en 2e suppletoire begroting 2018 staan reeds op rijksbegroting.nl, en zullen aanstonds ook (geschoond) op rijksfinancien.nl geplaatst worden. Streven is om dit voortaan binnen twee weken na Voor- en Najaarsnota te doen.


X Noot
1

Kamerstuk 32 802, nr. 20.

X Noot
2

Cijfers gebaseerd op meest recente data inventarisatie, beschikbaar via https://data.overheid.nl/inventarisatie-2018.

X Noot
3

European Data Portal. 2018. «Open Data Maturity in Europe: Report 2018.» https://www.europeandataportal.eu/sites/default/files/edp_landscaping_insight_report_n4_2018.pdf.

X Noot
7

Kamerstuk 22 112, nr. 2577.

X Noot
8

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
11

Zowel het rapport van de Kamer van Koophandel als het rapport van de TU Delft zijn als bijlage bij de kamerbrief van 4 juli 2016 over ontsluiting van het handelsregister als open data aan uw Kamer gezonden (Kamerstuk 32 802, nr. 28).

X Noot
12

Artikel 10 & 11 van de Wet openbaarheid van bestuur.

X Noot
13

Ibid.

X Noot
15

Kamerstuk 32 620, nr. 205.

Naar boven