31 597 Werkprogramma Rijksuitgaven

Nr. 14 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2018

De taken van de voormalige commissie voor de Rijksuitgaven zijn op 13 december 2016 formeel toegevoegd aan de vaste commissie voor Financiën (Handelingen II 2016/17, nr. 34, item 21). Het bestaande werkprogramma rijksuitgaven zag op de periode 2014–2017. De commissie heeft nieuwe prioriteiten geformuleerd voor de periode 2018–2021.

De commissie heeft de ambitie de controle van de rijksuitgaven door de Kamer de komende jaren verder te versterken. Om deze ambitie te verwezenlijken heeft een werkgroep van de commissie1 verkend waar de commissie de meeste toegevoegde waarde kan bieden. Het voorstel van de werkgroep is 21 februari 2018 met de commissie besproken en door de commissie overgenomen.

De commissie zal in de periode 2018–2021 in aanvulling op haar reguliere werkzaamheden bijzondere aandacht besteden aan:

  • de open data ten behoeve van de verantwoording;

  • het evaluatiestelsel van de rijksoverheid;

  • het verslaggevingsstelsel van de rijksoverheid;

  • de aansluiting van begrotingsinformatie op de behoefte van de Kamer.

Deze prioriteiten worden door de commissie toegelicht (zie bijlage). Tevens beschrijft de commissie per prioriteit op welke wijze zij hieraan uitvoering geeft in het jaar 2018.

De commissie neemt haar activiteiten op het gebied van de rijksuitgaven jaarlijks op in de jaarplanning van de commissie. Deze jaarplanning wordt gedurende het jaar herzien en aan het einde van het jaar geëvalueerd. De commissie zal op deze wijze geregeld bezien of de eigen activiteiten zo goed mogelijk bijdragen aan een sterkere controle van de rijksuitgaven.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De waarnemend griffier van de commissie, Tielens-Tripels

Bijlage PRIORITEITEN WERKPROGRAMMA RIJKSUITGAVEN

1. Open data ten behoeve van de verantwoording

Open data bieden zowel de Kamer als de samenleving nieuwe mogelijkheden bij de verantwoording van de overheid. De beschikbare open data zijn mede als gevolg van de inzet van de achtereenvolgende kabinetten sterk toegenomen. De commissie ziet de volgende uitdaging in het verkleinen van de afstand tussen de beschikbare data en degenen die er gebruik van zouden kunnen maken om de overheid te controleren. Daarom neemt zij zich voor bij te dragen aan initiatieven die beogen de concrete toepassing van open data te bevorderen.

De commissie geeft in 2018 op de volgende wijze invulling aan deze prioriteit.

  • In mei 2018 zal de commissie een symposium organiseren over open data bij de verantwoording van de overheid. Hiervoor zal de samenwerking worden gezocht met andere organisaties die actief zijn op dit vlak. Het doel is de stand van zaken rond het gebruik van open data op te maken en mogelijkheden te verkennen om deze te beter inzetbaar te maken voor (onder andere) het versterken van de controlerende functie van de Kamer.

2. Evaluatiestelsel van de rijksoverheid

Inzicht in de doeltreffendheid en doelmatigheid van overheidsbeleid is een essentiële basis voor de besluitvorming van de Kamer. Het kabinet onderwerpt het gevoerde beleid geregeld aan evaluaties en beleidsdoorlichtingen. De wijze waarop deze worden uitgevoerd dient te leiden tot bruikbare inzichten, waarmee de Kamer lering kan trekken voor toekomstig beleid.

De vijftiende studiegroep begrotingsruimte heeft in 2016 geconstateerd dat Nederland een scala aan instrumenten kent om inzicht te bieden, maar dat desondanks vaak niet de gewenste informatie over effecten en efficiëntie van het beleid aanwezig is. De studiegroep adviseert daarom een operatie Inzicht in Kwaliteit te starten, waarmee verschillende richtingen worden verkend om het stelsel te verbeteren. De Kamer en het kabinet hebben zich achter deze aanbeveling geschaard. De commissie zal de voorbereiding en de uitvoering van de operatie Inzicht in Kwaliteit nauwgezet volgen.

De beperkte informatiewaarde van evaluaties kan het gevolg zijn van keuzes die zijn gemaakt bij het formuleren van de beleidsplannen. De op 1 januari 2018 in werking getreden Comptabiliteitswet 2016 (Kamerstuk 34 426) schrijft voor dat bij voorstellen, voornemens en toezeggingen wordt ingegaan op de doelstellingen, doeltreffendheid en doelmatigheid daarvan. Als hieraan op een goede manier invulling wordt gegeven, kan dit ten goede komen aan zowel de besluitvorming over nieuwe beleidsplannen als aan de evaluatie van het beleid op een later moment. De wijze waarop het kabinet gehoor geeft aan deze wettelijke verplichting heeft daarom de belangstelling van de commissie.

De commissie geeft in 2018 op de volgende wijze invulling aan deze prioriteiten.

  • De commissie heeft de Minister van Financiën verzocht een nadere uitwerking van de operatie Inzicht in kwaliteit aan de Kamer te zenden en zal deze uitwerking actief behandelen in het reeds geplande algemeen overleg over rijksbrede ontwikkelingen in begroten en verantwoorden in april 2018.

  • Na het algemeen overleg zal de commissie zich beraden op de verdere wijze van betrokkenheid bij de operatie Inzicht in kwaliteit.

  • De commissie zal de Kamer waar nodig informeren over ontwikkelingen in het evaluatiestelsel en daarbij tevens, gezien de nieuwe zittingsperiode, opnieuw wijzen op de geadviseerde behandelwijze van beleidsdoorlichtingen.2

  • De commissie zal overleg voeren met de Minister van Financiën over de interpretatie en de uitvoering van de voorgenoemde bepaling (artikel 3.1) uit de Comptabiliteitswet 2016.

  • De commissie zal zich inzetten om de parlementaire controle op de voorgenoemde bepaling uit de Comptabiliteitswet 2016 te ondersteunen.

3. Verslaggevingsstelsel van de rijksoverheid

Het verslaggevingsstelsel is in hoge mate bepalend voor de informatie die de Kamer gebruikt om haar budgetrecht uit te oefenen. De Algemene Rekenkamer heeft in verschillende rapporten aandacht gevraagd voor de mogelijkheden die het baten-lastenselsel kan bieden om deze informatie te verbeteren.3

Het Ministerie van Financiën en de Algemene Rekenkamer hebben door middel van een gezamenlijke ambtelijke adviescommissie de voor- en nadelen van het toevoegen van meer baten-lasteninformatie aan het huidige verslaggevingsstelsel onderzocht.4

De commissie zal de voorstellen van de adviescommissie en de gevolgen daarvan voor de informatievoorziening aan de Kamer onderzoeken. Indien dit leidt tot aanpassingen in het huidige verslaggevingsstelsel zal de commissie de voortgang en de resultaten nauwgezet volgen en waar nodig de Kamer ondersteunen met voorlichting.

De commissie geeft in 2018 op de volgende wijze invulling aan deze prioriteit.

  • De Algemene Rekenkamer heeft een appreciatie verzonden van het eindverslag van de adviescommissie.5 De appreciatie van de Minister van Financiën wordt in het begin van 2018 verwacht. De commissie zal na ontvangst van de appreciatie van de Minister van Financiën één of meer rapporteurs aanstellen. Zij zullen zich, ondersteund door de commissiestaf en waar nodig externe deskundigen, namens de commissie verdiepen in de voor- en nadelen van aanpassing van het verslaggevingsstelsel en hierover verslag uitbrengen aan de commissie.

4. Aansluiting van begrotingsinformatie op de behoefte van de Kamer

Het budgetrecht van de Kamer is afhankelijk van accurate, vergelijkbare en bruikbare begrotingsinformatie, waarbij financiële informatie wordt voorzien van context zonder de gebruiker te overladen met informatie. De commissie ziet het als een prioriteit in de periode 2018–2021 aandacht te hebben voor de mate waarin de informatie in de begrotingen en de jaarverslagen aansluit bij de behoefte van de Kamer.

Sinds 2013 worden de begrotingen en de jaarverslagen ingericht volgens de opzet van Verantwoord Begroten. In deze systematiek wordt onder meer nadruk gelegd op een uniforme presentatie van financiële informatie en een scheiding van apparaats- en beleidsuitgaven. De Minister van Financiën heeft Verantwoord Begroten in 2014 laten evalueren.6 De Algemene Rekenkamer is voornemens de ervaringen met Verantwoord Begroten in 2018 te inventariseren. Dit biedt de commissie mogelijk nieuwe inzichten en een gelegenheid te reflecteren op de aansluiting van deze begrotingsopzet op de eigen informatiebehoefte.

Tevens zal de commissie in de komende periode aandacht besteden aan de ramingen die ten grondslag liggen aan de begrotingen. De Algemene Rekenkamer heeft in een rapport over niet-belastingontvangsten aandacht gevraagd voor deze middelen, die in de afgelopen jaren lager waren geraamd dan de uiteindelijke realisatie.7 De Minister van Financiën heeft onderzoek aangekondigd naar de achterliggende oorzaken. De Kamer heeft de Minister van Financiën voorts gevraagd in de verantwoording over het jaar 2017 aandacht te besteden aan de verplichtingen. Naar aanleiding van dit verzoek wordt informatie over de raming van verplichtingen opgenomen in het Financieel Jaarverslag van het Rijk.

De commissie constateert in het algemeen behoefte te hebben aan meer inzicht in de ramingen ten behoeve van de begrotingen en de totstandkoming daarvan. De commissie zal daarom, voortbouwend op de voorgenoemde twee thema’s, onderzoeken hoe de Kamer in den brede meer inzicht kan krijgen in de totstandkoming van de ramingen ten behoeve van de begrotingen.

De commissie geeft in 2018 op de volgende wijze invulling aan deze prioriteit.

  • De commissie zal de totstandkoming van de ramingen ten behoeve van de begrotingen en de coördinerende rol van de Minister van Financiën hierbij nader verkennen na ontvangst van het aangekondigde onderzoek naar niet-belastingontvangsten en het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2017.

  • In het geval het rapport van de Algemene Rekenkamer inzake de ervaringen met Verantwoord Begroten in 2018 wordt ontvangen, zal de commissie dit rapport actief behandelen.

Overige werkzaamheden van de commissie

De commissie vervolgt haar reguliere werkzaamheden op het gebied van rijksuitgaven ongewijzigd ten opzichte van de periode 2014–2017. De activiteiten van de commissie komen voort uit de taakopdracht zoals vastgelegd in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer en betreffen op hoofdlijnen het volgende.

  • De behandeling van aangelegenheden van rechtmatigheid en doelmatigheid van de besteding van collectieve middelen, waaronder wijzigingen van comptabele wet- en regelgeving.

  • Het adviseren van de Kamer bij de uitoefening van het budgetrecht en de financiële controle, onder meer door behandeladviezen inzake de begrotingscyclus en beleidsdoorlichtingen en het gebruik van de handreiking controle begroting en verantwoording. Ten behoeve van haar advisering aan de Kamer stelt de commissie jaarlijks een rapportage op over de begrotingscyclus.

  • Het adviseren over en ondernemen van activiteiten rondom de jaarlijkse verantwoording, onder meer door het organiseren van activiteiten, het bevorderen van de inzet van rapporteurs en de handreiking controle begroting en verantwoording en ondersteunen van de Kamer met voorlichting. Ten behoeve van de verantwoording stelt de commissie jaarlijks focusonderwerpen voor aan de Kamer. Overigens zal de commissie bij de evaluatie van de verantwoording over het jaar 2017 aandacht besteden aan de huidige werkwijze van de commissie bij de verantwoording en eventuele mogelijkheden om de effectiviteit daarvan verder te verhogen.

  • Het adviseren van de Kamer in het kader van de Regeling Grote Projecten. Met betrekking tot de Regeling Grote Projecten voorziet de commissie tevens in een jaarlijkse rapportage.

  • Aangelegenheden met betrekking tot de Algemene Rekenkamer, waaronder het adviseren bij verzoeken tot het doen van onderzoek en het vervullen van vacatures in het college, alsmede het voeren van periodiek overleg met het college van de Algemene Rekenkamer.

  • Het voorlichten van de Kamer, haar leden en commissies en de medewerkers van de fracties over rijksuitgaven, bijvoorbeeld door het (doen) organiseren van cursussen.


X Noot
1

Bestaande uit de leden Van der Linde (VVD), Slootweg (CDA), Sneller (D66) en Leijten (SP).

X Noot
2

Brief van 12 februari 2015 van de commissie voor Rijksuitgaven aan commissievoorzitters inzake beleidsdoorlichtingen; handreiking beleidsdoorlichtingen

X Noot
3

Kamerstuk 31 865, nr. 78

X Noot
4

Kamerstuk 31 865, nr. 93

X Noot
5

Kamerstuk 31 865, nr. 97

X Noot
6

Kamerstuk 31 865, nr. 65

X Noot
7

Kamerstuk 34 550, nr. 45

Naar boven