31 574 PKB Randstad 380 kV verbinding Haarlemmermeer Oost

Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2013

Onlangs heeft uw Kamer mij verzocht (Kamerstuk 31 574, nr. 28) uitsluitsel te geven over een uitkoopregeling voor woningen die zich onder of in de nabijheid van hoogspanningsverbindingen bevinden. In de zomer van 2011 heeft de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aangegeven (Kamerstukken II 2010/11, 31 574, nr. 18) een regeling uit te werken om bewoners zoveel mogelijk te ontlasten van hoogspanningsverbindingen die door woongebieden lopen en daarbij de betaalbaarheid van de energievoorziening in gedachten te houden. Deze toezegging volgde op een hoorzitting van uw Kamer en een brief van TenneT aan uw Kamer over deze problematiek.

In deze brief schets ik u het voorstel voor een verkabelingsprogramma en uitkoopregeling zoals ik dat heb uitgewerkt conform de toezegging van mijn voorganger. Het programma en de regeling zullen starten in 2017. Het kabinet kiest voor deze termijn vanwege de huidige staat van de overheidsfinanciën en de inkomensposities van burgers en bedrijven.

Aanleiding

Nederland kent een hoge bevolkingsdichtheid en een bijbehorend dicht transportnetwerk voor elektriciteit. Dit heeft ertoe geleid dat in de loop van de tijd situaties zijn ontstaan waar woningen en hoogspanningsverbindingen dicht bij elkaar staan. Deze situaties zijn niet door toedoen van één partij ontstaan. TenneT heeft op grond van de wet de verantwoordelijkheid om te zorgen voor voldoende hoogspanningsverbindingen om daarmee te kunnen voldoen aan de vraag naar transport van elektriciteit. Gemeenten hebben bestemmingsplannen vastgesteld waarmee wonen onder hoogspanningsverbindingen is toegestaan. Er zijn wijken onder of tegen verbindingen aangebouwd. Burgers hebben de keuze gemaakt om een woning te betrekken in de buurt van hoogspanningsverbindingen.

Er is in Nederland nergens sprake van een onveilige situatie. Vanuit de Europese Unie is een referentiewaarde1 ten aanzien van de magneetveldsterkte bepaald voor bescherming van burgers. Aan deze referentiewaarde van 100 microTesla wordt in Nederland op alle voor het publiek toegankelijke plaatsen voldaan, dus ook bij (bestaande) hoogspanningsverbindingen.

Wel is er sprake van verschil van behandeling tussen relatief nieuwe verbindingen en bestaande verbindingen. Vóór 2005 waren er bij de planning van hoogspanningsverbindingen en de ontwikkeling van woningbouw in de buurt van verbindingen nauwelijks beperkingen. Tegenwoordig wordt bij de bouw van nieuwe hoogspanningsverbindingen nadrukkelijker dan eerder naar de ruimtelijke inpassing gekeken. Bij het bepalen van nieuwe tracés wordt het zogenaamde voorzorgsbeginsel betrokken.2 Hierbij worden woningen (en andere «gevoelige bestemmingen») zoveel als redelijkerwijs mogelijk vermeden.

Destijds is gekozen om het voorzorgsbeginsel te beperken tot nieuwe situaties, omdat maatregelen in bestaande situaties vaak maatschappelijk grote gevolgen hebben (bijvoorbeeld de verplaatsing van woningen of hoogspanningslijnen). Daar staat tegenover dat in nieuwe situaties vaak veel meer keuzemogelijkheden aanwezig zijn en dat preventie aanzienlijk goedkoper kan zijn dan sanering.

Al met al is er op meerdere plaatsen een duidelijk verschil in ruimtelijke inpassing ontstaan tussen nieuwe en al bestaande hoogspanningsverbindingen.

Voorstel aanpak uitkoop en verkabeling

Met dit voorstel komt het kabinet vanaf 2017 tegemoet aan de maatschappelijke wens om ook in bestaande situaties bewoners te ontlasten van hoogspanningsverbindingen. Dit voorstel biedt een structurele oplossing voor de meest directe gevallen van wonen in de buurt van hoogspanningsverbindingen.

Het voorstel is een combinatie van het ondergronds brengen van verbindingen (verkabeling) en het uitkopen van woningen. Het uitgangspunt is om waar mogelijk hoogspanningsverbindingen te verkabelen. Buiten bevolkingskernen is het verkabelen van hoogspanningsverbindingen (financieel) echter niet proportioneel vanwege het relatief kleine aantal woningen. Daarom wordt buiten bevolkingskernen gekozen voor het uitkopen van het beperkte aantal woningen dat direct onder de geleiders staat. Binnen bevolkingskernen is verkabelen (financieel) wel proportioneel. Nettechnisch is verkabeling echter alleen verantwoord voor hoogspanningsverbindingen van 110/150 kV. Deze verbindingen zullen binnen bevolkingskernen dan ook worden verkabeld. Verbindingen van 220/380 kV kunnen op dit moment vanwege nettechnische redenen niet onder de grond worden gebracht. Woningen die direct onder de hoogspanningslijnen liggen bij verbindingen van 220/380 kV krijgen daarom, net als buiten bevolkingskernen, een aanbod tot uitkoop.

Verkabelingsprogramma

Hoogspanningsverbindingen van 110 en 150 kV die door bewoond gebied van een bevolkingskern3 lopen, komen in aanmerking voor verkabeling. Het gaat dus niet om verbindingen die bijvoorbeeld over een industriegebied, sportvelden of weiland lopen. Door het toepassen van deze en een aantal technische criteria, kan circa 135 kilometer bovengrondse verbinding verkabeld worden. De landelijke netbeheerder TenneT krijgt de taak om de verkabeling uit te voeren. De totale kosten voor verkabeling komen op ongeveer € 440 mln. Het totale programma zal in 15 jaar afgerond moeten zijn.

Uitkoopregeling

Woningen die direct onder de geleiders (de hoogspanningslijnen) staan van 220 en 380 kV verbindingen en 110 en 150 kV verbindingen buiten de bevolkingskernen, komen in aanmerking voor uitkoop. Hierbij is van belang dat er een structurele oplossing komt. Dat betekent dat de woning na uitkoop niet opnieuw op de woningmarkt komt. De gemeenten krijgen zodoende een nadrukkelijke rol. Een bewoner die wil verhuizen meldt zich bij de gemeente. Het Rijk stelt uitsluitend geld beschikbaar voor de uitkoopregeling aan de betrokken gemeenten als die besluiten tot verwijderen van de woonfunctie (door herbestemming en/of sloop). Op die manier kan er, afhankelijk van de lokale situatie en wensen, maatwerk geleverd worden. De regeling heeft een looptijd van 5 jaar. Het gaat bij dit voorstel om circa 400 woningen. De kosten zijn ongeveer € 140 mln.

Financiering

De totale kosten van de regelingen bedragen € 580 mln.: € 440 mln voor verkabeling en € 140 mln. voor uitkoop. Dit zijn maximale kosten, uitgaande dat alle gemeenten bijdragen aan verkabeling en dat alle bewoners uitgekocht willen worden. De kosten worden in het voorstel gedragen door de Rijksoverheid, gemeentes, burgers en bedrijven.

Voor verkabeling voorziet het voorstel in een bijdrage van de betrokken gemeenten van 25% van de kosten, omdat verkabeling lokale voordelen oplevert. De verbindingen verdwijnen immers onder de grond. Indien de gemeente niet voorziet in deze drempelbijdrage, zal de verkabeling in die gemeente niet plaatsvinden. De overige kosten (€ 330 mln) kan TenneT, na een wetswijziging, doorberekenen in de transporttarieven. Deze kosten lopen enkele tientallen jaren mee in de tarieven van TenneT. Door verkabeling stijgt de kapitaalsbehoefte van TenneT met maximaal € 100 mln. Het uitvoeren van het verkabelingsprogramma leidt tot hogere uitgaven voor burgers en bedrijven als gevolg van hogere transporttarieven voor elektriciteit.

Aan de hand van de huidige methode voor tariefregulering die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) voor TenneT hanteert, zijn de effecten van verkabeling voor afnemers berekend. Het effect op de tarieven van kleinverbruikers loopt naar verwachting tijdens deze periode op tot een maximum van ongeveer € 1,30 euro extra per jaar en zal daarna weer afgebouwd worden. Voor een gemiddelde grote industriële verbruiker, met uitzondering van de energie-intensieve industrie, stijgt de rekening volgens hetzelfde systeem tot € 15.000 per jaar. Hoewel het voor alle afnemers een verhoging van slechts 0,5 à 1 procent van de totale elektriciteitsrekening betreft, gaat het bij een klein aantal bedrijven in de energie-intensieve industrie toch om grote bedragen. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld laat ik de mogelijkheden onderzoeken om via aanpassing van de tarievensystematiek voor Nederlandse grootverbruikers een vermindering van netkosten (waaronder de transportkosten) te bewerkstelligen.

Uitkoop past niet bij de wettelijke taken van de netbeheerder TenneT, het aankopen en slopen van woningen zou een wezensvreemde taak voor TenneT zijn. De kosten kunnen daarom niet verrekend worden in de transporttarieven. Deze kosten zullen worden gedekt vanuit de algemene middelen. De uitgaven lopen via de EZ-begroting.

Gezien het koopkrachtbeeld en de budgettaire situatie heeft het kabinet besloten dat de eerste uitgaven voor uitkoop en verkabeling in 2017 plaatsvinden. Deze termijn geeft TenneT, gemeenten, burgers en het Rijk de gelegenheid om de uitkoop en verkabeling goed voor te bereiden en in 2017 ook daadwerkelijk te beginnen.

Afsluitend

Het kabinet vindt het gezien de voorgeschiedenis van belang dat bewoners en gemeenten hiermee zekerheid krijgen. Om nadere duidelijkheid te verschaffen, bereid ik in overleg met betrokken partijen een wetswijziging voor verkabeling voor en ontwerp ik een uitkoopregeling, zodat beide tijdig in werking kunnen treden.

Voor de volledigheid wijs ik erop dat met het verkabelingsprogramma wordt voldaan aan het uitruilbeginsel uit de Structuurvisie Elektriciteitsvoorziening III (SEV III). Dit beginsel houdt in dat voor elke kilometer nieuwe doorsnijding van een 220/380 kV hoogspanningverbinding ergens anders een kilometer 110/150 kV verkabeld moet worden. Bovenstaand verkabelingsprogramma voldoet ruimschoots aan dit beginsel.

Over SEV III is overigens in 2010 aan uw Kamer toegezegd (Kamerstukken II 2009/10, 31 410, nr. 17) dat het gedurende de looptijd van 2010–2020 drie keer zal worden geëvalueerd. De eerste evaluatie zou plaatsvinden in 2012. Vanwege prioritering van werkzaamheden en omdat de voorbereiding meer tijd in beslag nam dan voorzien, was het niet mogelijk om zoals toegezegd de evaluatie in 2012 te laten plaatsvinden. Inmiddels is de evaluatie gaande. Belanghebbende partijen zijn hierbij betrokken. Ik verwacht u voor het zomerreces 2013 te informeren over de resultaten van de evaluatie.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Aanbeveling (1999/519/EG)

X Noot
2

Met het voorzorgbeginsel adviseert het Rijk sinds 2005 om nieuwe situaties te voorkomen waarin kinderen langdurig worden blootgesteld aan een magneetveldsterkte die hoger is dan 0,4 microTesla.

X Noot
3

Aansluiting is gezocht bij de definitie van bevolkingskernen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Centraal Bureau voor de Statistiek, «Bevolkingskernen in Nederland, 2008», Den Haag 2012.

Naar boven