31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 512 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2022

Het lid El Yassini heeft verzocht om een Kamerbrief over het macrodoelmatigheidsbeleid in het mbo van de afgelopen jaren. Het ingezette macrodoelmatigheidsbeleid dat in 2015 met de wet Macrodoelmatigheid en bijhorende Beleidsregel is ingezet heeft gezorgd voor meer bewustwording van het belang van een doelmatig en arbeidsmarktrelevant opleidingsaanbod en het gesprek hierover binnen de sector. De verschillende onderzoeken en adviezen van de Commissie Macrodoelmatigheid MBO (hierna: CMMBO) hebben hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. Tegelijkertijd zie ik ook dat het beleid nog niet optimaal werkt en er op verschillende punten winst te behalen is.

Het uitgangspunt van het beleid is zelfregulering door de sector, verenigd binnen Stichting Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB). Op dit moment is de sector zelf aan de slag om de werkwijze ten aanzien van zelfregulering opnieuw in te richten. Hiertoe heeft SBB een taskforce opgericht met onderwijs en bedrijfsleven samen, onder leiding van Lodewijk Asscher. In het najaar worden de uitkomsten verwacht.

Omdat zelfregulering een belangrijk uitgangspunt is én om macrodoelmatigheidsbeleid te bezien in het licht van het grotere geheel van de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt, kom ik na het verschijnen van de uitkomsten vanuit de Taskforce in het najaar met een brief over het vervolg van het macrodoelmatigheidsbeleid. Hierin reageer ik op de uitkomsten van de taskforce Asscher en meld ik eventuele benodigde aanpassingen van het huidige beleid. Met deze brief in het najaar wordt u ook geïnformeerd over de motie van de leden Peters en Bisschop1 ten aanzien van een minimaal dekkend aanbod dichtbij huis, waar de CMMBO op dit moment een onderzoek naar uitvoert.

Deze voorliggende brief is vooral bedoeld om u te informeren over de inrichting van het huidige macrodoelmatigheidsbeleid en de ontstaanshistorie. Hierbij benoem ik de belangrijke aandachtspunten uit de laatste adviezen van de CMMBO, en ga ik in op hoe ik werk aan het verbeteren van de match tussen talent en de vraag van de arbeidsmarkt. In mijn brief in het najaar ga ik dan concreet in op hoe we het macrodoelmatigheidsbeleid in het mbo kunnen optimaliseren.

Macrodoelmatigheidsbeleid mbo

Het is van groot belang dat het opleidingsaanbod van het mbo goed aansluit op de vraag van de arbeidsmarkt en dat er niet teveel studenten worden opgeleid in richtingen waar op de arbeidsmarkt onvoldoende behoefte voor is. Studenten kunnen zo de opleidingen volgen die hen optimaal voorbereiden om een goede start op de arbeidsmarkt te maken en werkgevers kunnen makkelijker geschikte kandidaten vinden voor hun arbeidsmarktvraag. Ook is het van belang dat het opleidingsaanbod doelmatig is gespreid, zodat versnippering, onnodige concurrentie of een te klein aanbod wordt voorkomen. Met het macrodoelmatigheidsbeleid wordt aan deze doelstellingen gewerkt.

Met het verschijnen van het Actieplan Focus op Vakmanschap2 is macrodoelmatigheid van het opleidingsaanbod een belangrijke doelstelling van het overheidsbeleid geworden. Met de wet en beleidsregel macrodoelmatigheid mbo geldend vanaf 2015, zijn instellingen verplicht objectieve informatie aan te bieden over opleidingen (waaronder het arbeidsmarktperspectief) aan (aspirant)studenten, is de zorgplicht arbeidsmarktperspectief aangescherpt (zodat mbo-studenten na het behalen van hun diploma binnen een redelijke termijn werk kunnen vinden op het niveau van de opleiding) en is de zorgplicht doelmatigheid geïntroduceerd (met een verplichting tot afstemming door instellingen met het bedrijfsleven en andere instellingen in de regio over het opleidingsaanbod). Daarnaast is het een plicht voor instellingen om een voornemen tot starten of beëindigen van een opleiding te melden. Met dit beleid is ruimte gegeven aan instellingen om invulling te geven aan hun verantwoordelijkheid het onderwijsaanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de arbeidsmarkt. Waar dit onvoldoende gebeurt, is de mogelijkheid gecreëerd om als Minister in te kunnen grijpen bij het ontstaan van een ondoelmatige situatie en een instelling de rechten te ontnemen een bepaalde opleiding aan te kunnen bieden.

Als onderdeel van dit beleid is tegelijkertijd de CMMBO ingesteld, die een aantal taken heeft op het gebied van macrodoelmatigheid in het mbo.3 CMMBO kan op verzoek van de Minister een onderzoek instellen naar de naleving van de zorgplicht doelmatigheid dan wel de zorgplicht arbeidsmarktperspectief. Tevens kan de CMMBO op basis van het onderzoek naar naleving van de zorgplichten de Minister adviseren over het nemen van maatregelen. Ook heeft de CMMBO als taak om op verzoek van de Minister thematisch het opleidingsaanbod in het beroepsonderwijs door te lichten in verband met de naleving van de zorgplichten en op basis van deze doorlichting de Minister te adviseren.4

Landelijke aanpak doelmatigheid van de SBB

In 2018 is SBB op eigen initiatief begonnen met de aanpak op doelmatigheid, door de sector (onderwijs en bedrijfsleven samen) vormgegeven binnen SBB. In het kort komt het er op neer dat SBB jaarlijks alle opleidingen bekijkt op drie indicatoren: de twee wettelijke indicatoren met betrekking tot het percentage gediplomeerden dat werk heeft en of dit werk op niveau is, en daarnaast de indicator kans op werk van SBB. Als twee van de drie indicatoren onder de grenswaarde vallen, is er mogelijk sprake van zorg over de kwalificatie. Dergelijke signalen worden besproken en geduid door sectorale vertegenwoordigers van onderwijs en bedrijfsleven (zgn. sectorkamer). De sectorkamer adviseert het bestuur SBB welke maatregelen genomen zouden moeten worden om het arbeidsmarktperspectief van de opleiding te verbeteren. Als de voorgestelde maatregel kwantitatief van aard is, dan is het aan de mbo-instellingen binnen de MBO Raad om voor de uitwerking te zorgen en het aantal studenten gezamenlijk terug te brengen.

Evaluatie

In 2019 is de wet en beleidsregel macrodoelmatigheid geëvalueerd. De uitkomsten5 laten zien dat de verbetering van een doelmatig opleidingsaanbod langzaam op gang komt. De belangrijkste impuls op het gebied van de wet en beleidsregel is te zien via de CMMBO en met name het advies over de creatieve opleidingen. De evaluatie kwam te vroeg om al conclusies te kunnen trekken over het effect van de landelijke aanpak doelmatigheid van de SBB.

Adviezen CMMBO

Zoals benoemd heeft de CMMBO een aantal taken op het gebied van macrodoelmatigheid binnen het mbo. Zo heeft de CMMBO adviezen uitgebracht over het arbeidsmarktperspectief van mbo-opleidingen op niveau 2 en van creatieve mbo-opleidingen. Deze adviezen zijn, voorzien van beleidsreacties, gedeeld met de Kamer. In 20196 en 20217 is een tweedelig advies verschenen van de commissie naar het profiel van studenten in economisch-administratieve opleidingen. Aanleiding voor dit onderzoek was de hoge uitval en switch binnen deze opleidingen, maar ook zorgen over het arbeidsmarktperspectief.

In de kern heeft de commissie geconstateerd dat deze opleidingen een diverse studentenpopulatie kennen. Een groot deel van de jongeren stelt een geprofileerde keuze (bijvoorbeeld voor zorg of techniek) uit. Tevens wil de meerderheid van de studenten in deze opleidingen vooral doorstuderen op een hoger niveau, maar dat gaat niet altijd met succes. De adviezen gegeven door de CMMBO zijn gericht op betere (her)oriëntatiemogelijkheden op meer perspectiefrijk werk en (post-) initiële opleidingsactiviteiten en op nog beter arbeidsmarktgericht opleiden. Verder adviseert de CMMBO het gebruik van skills en een uniforme skills-taal voor de arbeidsmarkt in het mbo en een juist gebruik van moderne technologie om een actueler en vollediger inzicht te krijgen in de regionale arbeidsmarktvraag. Naar aanleiding van het eerste advies van de CMMBO is een aantal onderwijsinstellingen aan de slag gegaan met de vernieuwing van onderwijsprogramma’s van economische-administratieve mbo-opleidingen.

Over de uitkomsten van de twee deelonderzoeken bent u geïnformeerd middels beleidsreacties.8 Daarnaast heeft op 16 februari 2022 een technische briefing plaatsgevonden in de Vaste Kamercommissie. In de zomer verschijnt het laatste overkoepelende rapport van de commissie ten aanzien van dit onderzoek.

Maatregelen verbetering aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt

De aandachtspunten in de adviezen van de CMMBO sluiten goed aan op mijn bredere beleidsdoelen voor het verbeteren van de match tussen het mbo en de arbeidsmarkt. Vanuit het onderwijs gaat het met name om het vergroten van het arbeidsaanbod en het verbeteren van de match tussen talent en de vraag van de arbeidsmarkt. Ik zie vier speerpunten om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verder te vergroten, ook passend bij de adviezen van de commissie: (1) zorgen dat meer mensen meedoen, (2) jongeren en volwassenen helpen om kansrijke opleidings- en arbeidsmarktkeuzes te maken, (3) intensieve samenwerking stimuleren zowel tussen de onderwijssectoren als met het bedrijfsleven om het beroepsonderwijs uitdagend en innovatief te houden (4) en het stimuleren van op-, om- en bijscholing van de beroepsbevolking, met het oog op duurzame inzetbaarheid en een op skills gerichte arbeidsmarkt. Uw Kamer ontvangt nog voor de zomer een brief over de kaders van de werkagenda voor het mbo (Kamerstuk 31 524, nr. 511) waarin deze speerpunten verder worden uitgewerkt. Recent bent u, conform de motie van de leden Paternotte en Pieter Heerma (Kamerstuk 35 788, nr. 128), al geïnformeerd over de kabinetsbrede aanpak ten aanzien van de tekorten op de arbeidsmarkt.9

Vervolg macrodoelmatigheidsbeleid mbo

Anders dan te werken met sterke centrale sturing, is de gewenste situatie een sector waarin mbo-instellingen met het bedrijfsleven, en mbo-instellingen onderling, goede en duidelijke afspraken maken (zowel op landelijk niveau, sectoraal niveau als in de regio) over het aanbod. Mbo-instellingen en het regionale bedrijfsleven weten per slot van rekening zelf het beste wat nodig is in hun omgeving en kunnen door deze ruimte ook makkelijker inspelen op conjunctuurschommelingen, innovaties en veranderingen in beroepen. Hierbij is van belang dat de sector intensief met elkaar samenwerkt, zowel instellingen onderling als instellingen met het (regionale) bedrijfsleven. Hierbij mag onderlinge concurrentie geen rol spelen, en hoort wet- en regelgeving die deze gewenste situatie bevordert. Ik vertrouw erop dat de sector eensgezind de juiste stappen gaat zetten om de kwantitatieve en kwalitatieve aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt op een goede manier vorm te geven. Dit neemt niet weg dat ik wil vasthouden aan de mogelijkheid voor mij om in te grijpen wanneer er een ondoelmatige situatie dreigt te ontstaan, met een onafhankelijke partij die mij hierover adviseert.

Bij het macrodoelmatigheidsbeleid is het ook belangrijk te kijken naar het behouden van een minimaal dekkend aanbod in de regio, zoals ook gesteld in het regeerakkoord. Ik vind het van belang dat studenten blijvend genoeg keuzemogelijkheden behouden dichtbij huis, zeker in de richtingen die van strategisch belang zijn voor de regio’s. Naar aanleiding van de motie van de leden Peters en Bisschop10 hierover, voert de CMMBO een onderzoek uit in een aantal regio’s rondom de mogelijke mismatch tussen aanbod en vraag op de arbeidsmarkt. Over deze uitkomsten wordt u geïnformeerd in mijn brief in het najaar over het vervolg van het macrodoelmatigheidsbeleid.

Tot slot liet de evaluatie van de wet en de beleidsregel ook zien dat verbetering te behalen is in het aanscherpen/aanpassen van de criteria in de beleidsregel. Op verzoek van de toenmalige Minister is dit verder onderzocht door het CPB.11 De juiste criteria in de beleidsregel, waarmee de Minister kan ingrijpen wanneer nodig, zijn het sluitstuk van een goed werkend macrodoelmatigheidsbeleid. De komende periode zal ik daarom bezien of deze criteria verbeterd kunnen worden en zal daarbij het advies van de Taskforce betrekken. Ik informeer u hierover in de eerder genoemde brief het najaar.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf


X Noot
1

Kamerstuk 35 606, nr. 24.

X Noot
2

Kamerbrief Actieplan mbo «Focus op vakmanschap 2011 – 2015», met door het kabinet geformuleerde doelen om alle mbo-instellingen beter te laten presteren (Kamerstuk 31 524, nr. 88).

X Noot
3

Instellingsbesluit Commissie macrodoelmatigheid mbo van 18 augustus 2015 tot het instellen van een commissie macrodoelmatigheid voor het beroepsonderwijs.

X Noot
4

Naast de taken rondom macrodoelmatigheid, heeft de CMMBO heeft ook nog een taak in het adviseren over voorgenomen fusies tussen mbo-instellingen door middel van de fusietoets, op basis waarvan de Minister al dan niet toestemming geeft voor fusie. Ook adviseert de CMMBO de Minister over het alleenrecht voor kleinschalige en unieke beroepsopleidingen.

X Noot
5

Kamerstuk 31 524, nr. 395.

X Noot
6

Advies CMMBO – Profiel van mbo-studenten van economisch-administratieve beroepsopleidingen, deel 1: doorstroom binnen de beroepskolom, 2019. (Bijlage bij Kamerstuk 31 524, nr. 457).

X Noot
7

Advies CMMBO – Profiel van mbo-studenten van economisch-administratieve beroepsopleidingen, deel 2: arbeidsmarktgericht opleiden, 2021. (Bijlage bij Kamerstuk 31 524, nr. 501).

X Noot
8

Beleidsreactie «mbo-studenten in economisch administratieve opleidingen» (Kamerstuk 31 524, nr. 457) en Beleidsreactie «Reactie op tweede advies van CMMBO over economisch administratieve mbo-opleidingen» (Kamerstuk 31 524, nr. 501).

X Noot
9

Kamerstuk 29 544, nr. 1115.

X Noot
10

Kamerstuk 35 606, nr. 24.

X Noot
11

Indicatoren arbeidsmarktperspectief MBO, CPB april 2021.

Naar boven