31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 465 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2020

Hierbij doe ik u toekomen het Actieplan «Stages en leerbanen» van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB, zie bijlage 2)1. Doel van het actieplan is om te zorgen voor voldoende stages en leerbanen voor de ruim 500.000 mbo’ers, aankomende mbo-studenten en werkenden en werkzoekenden die via het mbo worden opgeleid.

SBB heeft op mijn verzoek een actieplan opgesteld om stages en leerbanen te behouden. De impact van de coronacrisis op het aanbod van leerbanen en stages zal per sector verschillen. In bepaalde sectoren die harder worden getroffen door de maatregelen zal de uitdaging om voldoende leerbanen en stages te behouden groter zijn dan in andere. De vorige economische crisis heeft ons geleerd daar tijdig actie op te ondernemen. Daar waar slechts enkele maanden geleden nog sprake was van meerdere tekortberoepen en signalen van groenpluk, wordt nu rekening houden met (sterk) oplopende werkloosheid en zware economische tijden.

Jongeren in staat stellen hun diploma te halen

Om studenten in staat te stellen hun opleiding af te ronden en niet in de knel te komen als gevolg van het wegvallen van stages en leerbanen, heb ik met de sector afgesproken dat onderwijsteams kunnen beoordelen of leerdoelen en praktijkopdrachten afgerond kunnen worden zonder dat de uren volledig gemaakt worden. Daarbij kan ook gekeken worden naar resultaten uit eerdere stages of naar alternatieve (praktijk-)opdrachten. Als voor de student dan toch een vervangende stageplek of leerbaan nodig is, kunnen studenten, ouders of de school een melding doen bij SBB. Een adviseur van SBB kijkt dan samen met de school of er een vervangende, reeds erkende stageplek bij een reeds erkend leerbedrijf in de buurt beschikbaar is. Daarvoor is het essentieel dat de beschikbare stages en leerbanen bekend zijn. SBB roept daarom erkende leerbedrijven op om informatie over beschikbare stages en leerbanen op Stagemarkt.nl te actualiseren. Ook gaat SBB leerbedrijven erkennen die niet alle werkprocessen uit een beroepsopleiding in de praktijk kunnen bieden, maar waar de student wel een deel van de gevraagde vaardigheden in een passende beroepscontext op kan doen. Zo kunnen aangrenzende of verwante beroepen en sectoren mogelijkheden bieden om (delen van) de leerdoelen van een stage of leerbaan te voldoen. Samen met de scholen en leerbedrijven kijkt SBB waar de knelpunten zijn en hoe deze creatief opgelost kunnen worden.

Bij de uitwerking van het actieplan heb ik SBB gevraagd om extra aandacht te besteden aan jongeren in een kwetsbare positie, zoals studenten in de entreeopleidingen, studenten met een niet-westerse achtergrond die relatief vaker te maken krijgen met stagediscriminatie of studenten die passende ondersteuning nodig hebben op de werkplek. Juist deze doelgroepen hebben vaker moeite om een passende stage of leerbaan te vinden, zeker als het economisch slechter gaat. Tezamen met de Minister voor Basisonderwijs, Voortgezet Onderwijs en Media heb ik SBB verzocht daarbij ook te zorgen voor voldoende stages en leerbanen voor jongeren in het voortgezet speciaal onderwijs (vso), praktijkonderwijs (pro) en het vmbo.

Om het bedrijfsleven financieel wat ruimte te geven ben ik voornemens een voorschot te verlenen op de subsidie voor de begeleiding van studenten in het huidige studiejaar (2019–2020). Normaliter wordt deze subsidie pas eind van het jaar uitbetaald. Voor het behoud van vergoedingen aan stagiairs en loon voor degenen met een leerbaan op de korte termijn kan aanspraak worden gemaakt op de NOW-regeling van SZW als over de vergoeding of het loon premies werknemersverzekeringen worden betaald. Daarnaast is voor de sectoren landbouw, horeca en recreatie voor een periode van vijf jaar jaarlijks € 10,6 miljoen beschikbaar voor een aanvulling op de subsidie praktijkleren. Hierdoor is het voor werkgevers in deze sectoren aantrekkelijker om bbl-plekken te creëren of in stand te houden.

Het verheugt mij om te zien dat vanuit een aantal sectoren, daar waar dat mogelijk is, ook maatregelen worden genomen om de bbl in deze tijd extra te steunen. Een voorbeeld is het opleidingsfonds OOM van de sociale partners uit de metaalbewerking. Dit fonds heeft een aantal maatregelen getroffen ten behoeve van de instroom en het behoud van bbl-banen, zoals het verhogen van de leerwerkbijdrage voor startende en huidige bbl’ers. Ook het O&O-fonds voor bedrijven in de metalelectro heeft de bijdrage verhoogd, zo is besloten door de vakbonden en de ondernemersorganisatie voor de technische industrie. Diverse werknemersvertegenwoordigers en branches, zoals Bouwend Nederland en de BOVAG, hebben bovendien al een oproep gedaan om bbl’ers te behouden voor de sector. Zulke steun voor de bbl is nu erg belangrijk en ik ben blij om te zien dat sociale partners zich het belang van het behoud van de bbl voor de toekomst van de sector realiseren.

Voldoende stages en leerbanen voor nieuwe studenten

Iedereen die na de zomer wil starten met een mbo-opleiding, moet zich normaliter uiterlijk voor 1 april aanmelden voor die opleiding. Alleen dan is er toelatingsrecht tot de opleiding. In overleg met de sector is deze datum uitgesteld tot 1 mei. Dit om de druk weg te halen bij opleidingsteams. Door het uitstellen van de aanmelddatum met een maand kan de logistiek rond aanmelding en intake worden bekeken en kan ook helder worden gemaakt aan studenten hoe het proces en de communicatie over intake en plaatsing zal verlopen.

Voor aankomende studenten is het van belang om goede voorlichting te ontvangen over de arbeidsmarktperspectieven behorend bij hun studiekeuze. Bij de intake is het van belang dat studenten goed worden voorgelicht over arbeidsmarktperspectieven, ook rekening houdend met de gevolgen van de crisis voor zover daar inzicht in is. Dat is deze tijd een extra uitdaging. Ook in sectoren waar nu een tekort is of dreigt aan stages en leerbanen kan het perspectief op de middellange termijn echter goed zijn. Ik ga met SBB in overleg om scholen en studenten zo goed mogelijk te informeren over de kansen op stages en de kansen op de arbeidsmarkt. Dat kan met beschikbare informatie via de studiebijsluiter, een update van feiten en cijfers over de opleiding en de arbeidsmarkt en het aanvullen van het platform KiesMBO. Dit platform biedt studiekiezers, ouders en docenten bovendien aanvullende relevante informatie onder andere over arbeidsmarktkansen en verdienvermogen van mbo-beroepen.

Daarnaast zal SBB www.leerbanenmarkt.nl lanceren. Op deze website staan alle beschikbare leerbanen bij erkende leerbedrijven, per beroepsopleiding en per regio. Ook is er informatie te vinden over welke onderwijsinstellingen welke bbl-opleidingen aanbieden. Kansrijke beroepen en sectoren worden tegelijkertijd extra belicht.

Het zal voor scholen extra inspanningen vragen om bij te dragen aan voldoende stages en leerbanen voor hun studenten. Om dat toch voor elkaar te krijgen is het essentieel een gezamenlijk en gecoördineerd beeld te hebben van de studentenaanmeldingen per school, voor zowel opleiding als locatie. Hierdoor ontstaat een nog beter inzicht in waar tekorten aan leerbanen en stages (dreigen te) ontstaan. SBB kan dan proactief en tijdig bijsturen. SBB heeft aangegeven hier samen met de scholen mee aan de slag te gaan.

Ondanks dat de crisis het voor scholen niet gemakkelijk maakt, wil ik wel het belang benadrukken dat de omvang van de instroom van opleidingen zo goed mogelijk aansluit bij de toekomstige vraag van de arbeidsmarkt. Scholen hebben daartoe met de zorgplicht arbeidsmarktperspectief een wettelijke verplichting. SBB monitort in hun werkwijze doelmatigheid welke opleidingen een goed arbeidsmarktperspectief bieden en welke niet. Indien er sprake is van zorgen over het arbeidsmarktperspectief kan SBB besluiten om de omvang van de instroom te beperken. De Commissie Macrodoelmatigheid MBO kan de naleving van deze zorgplicht onderzoeken en mij adviseren over eventueel ingrijpen.

Om het mbo in staat te stellen in te spelen op de veranderende omstandigheden, creëer ik meer ruimte om keuzedelen te volgen (ontkoppelen van keuzedelen aan kwalificaties) en experimenteer ik met cross over-kwalificaties, mbo-certificaten en regionale inkleuring van kwalificaties (experiment ruimte in de regio). Eind 2020 zal ik uw Kamer informeren over een verkenning naar een toekomstperspectief op de kwalificatiestructuur.

Voldoende leerbanen voor werkenden en werkzoekenden

SBB zet zich ook in om voor werkenden en werkzoekenden een leerbaan beschikbaar te hebben, zeker in vitale en/of kanssectoren. Voor werkenden en werkzoekenden biedt praktijkleren mogelijkheden voor om- en bijscholing (leidend tot een diploma, mbo-certificaat of praktijkverklaring) en draagt zo bij aan hun directe en duurzame inzetbaarheid. Juist nu er veranderingen plaatsvinden op de arbeidsmarkt en de werkloosheid door de crisis oploopt. Praktijkleren in al zijn vormen is in de brief Arbeidsmarkt in crisistijd aan uw Kamer van 5 juli 2019 ook benoemd als effectieve maatregel.

De impact van de coronacrisis op het aanbod van leerbanen en stages zal per sector verschillen. In bepaalde sectoren die harder worden getroffen door de maatregelen zal de uitdaging om voldoende leerbanen en stages te behouden groter zijn dan in andere. Het werven van passende leerbanen bij werkgevers, het beschikbaar hebben van een passend opleidingsaanbod bij scholen en het matchen van werkzoekenden en werkenden op de leerbanen vraagt om samenwerking in de arbeidsmarktregio tussen SBB, gemeenten, UWV, hun werkgeversservicepunten en leerwerkloketten, mbo-instellingen, werkgevers en ondersteunende partijen. De uitvoering van het actieplan van SBB gericht op werkzoekenden en werkenden zal daarom in gezamenlijkheid worden opgepakt als onderdeel van Perspectief op Werk en NLwerktdoor.nl; een nieuw platform waar werkgevers met vraag naar personeel voor (vitale) functies terecht kunnen, die wordt doorgeleid naar de (regionale) werkgeversservicepunten zodat snelle matches tot stand kunnen komen.

Ook is SBB verzocht om mede samen met de Programmaraad (een samenwerking tussen VNG, Divosa, UWV en Cedris) na te gaan welke mogelijkheden arbeidsmarktregio’s en sectoren (zoals de zorg) zien om juist in deze tijd praktijkleren in te zetten voor werkzoekenden en werkenden. Zo bieden de relatief nieuwe mogelijkheden om delen van een mbo-opleiding te doen, waarmee een mbo-certificaat of praktijkverklaring kan worden verkregen (ook na afloop van de pilotperiode in 2020), goede kansen voor het verbeteren van de directe en duurzame inzetbaarheid van werkenden en werkzoekenden. Zo wordt onder andere onderzocht of certificaten op grotere schaal kunnen worden ingezet, of de nieuwe mogelijkheden om delen van een mbo-opleiding te doen relevant kunnen zijn voor groepen die nu extra kwetsbaar zijn zoals jonge werklozen zonder startkwalificatie voor wie het diplomagerichte onderwijs geen optie is en of er nieuwe werkplekken zijn ontstaan in kanssectoren waar een leerbaan van kan worden gemaakt waar werkzoekenden kunnen worden bij- of omgeschoold.

Het nieuwe «social distancing» brengt daarnaast ook een andere manier van werken met zich mee, zowel in het contact en de afstemming tussen alle organisaties om praktijkleerroutes vorm te geven als wat de begeleiding van de kandidaat in de praktijk betreft. Deze crisis vraagt om innovatie en leren van elkaar. Ik vind het wenselijk dat alle betrokkenen daarover het gesprek aangaan en de verschillende platforms voor uitwisseling ook benutten, waaronder die van SBB, samenvoordeklant.nl van de Programmaraad en NLwerkdoor.nl.

Om de inzet van praktijkleren in de regio voor werkzoekenden en werkenden te ondersteunen, stimuleer ik met de regeling flexibilisering mbo mbo-scholen om een flexibel leeraanbod te realiseren. Leerbedrijven in het mkb en de grootbedrijven van de drie seizoensectoren horeca, landbouw en recreatie kunnen gebruik maken van de subsidieregeling SLIM van de Minister van SZW om een tegemoetkoming te verkrijgen in de kosten voor het realiseren van een leerbaan voor een werkzoekende/werknemer om een (deel van een) mbo-opleiding te doen in de derde leerweg.

Door nu extra in te zetten op het werven en matchen op passende leerbanen voor werkzoekenden en werkenden wordt zowel een start gemaakt met als een impuls gegeven aan het realiseren van de gezamenlijke ambitie van SZW, OCW, VNG, Divosa, UWV, MBO Raad, NRTO, SBB en sociale partners om praktijkleren in al zijn vormen en de daarvoor benodigde samenwerking tussen de domeinen mbo en Werk & Inkomen structureel te verankeren in de arbeidsmarktregio’s in 2022. Over dit initiatief is uw Kamer geïnformeerd met de brief over leven lang ontwikkelen.2 Voor de zomer zal ik samen met de Minister en Staatssecretaris van SZW een voortgangsbrief leven lang ontwikkelen aan uw Kamer doen toekomen.

Moties

Met het plan van aanpak van SBB wordt ook uitvoering gegeven aan de motie van het lid Westerveld c.s. (Kamerstuk 31 524, nr. 450), waarin de regering wordt verzocht in gesprek te gaan met onderwijsinstellingen en werkgeversorganisaties en hen op te roepen meer passende stageplekken te creëren voor mbo-studenten.

Voorts geef ik ook een antwoord op de motie van de leden Kuik en Smals (Kamerstuk 31 524, nr. 454). Zij hebben mij gevraagd om een overkoepelende strategie vast te stellen om mbo studenten aan te moedigen voor opleidingen te kiezen die hen een goed arbeidsmarktperspectief bieden (kansopleidingen). In de motie werd specifiek gerelateerd aan de tekortsectoren zorg, techniek en veiligheid (zie hiervoor bijlage 1)3.

Tot besluit

Alhoewel de omvang van de impact van de coronacrisis op de beschikbare stages en leerbanen nog ongewis is, verwacht ik dat met deze aanpak en het actieplan van SBB op tijd voldoende maatregelen worden genomen om grote negatieve effecten op het aanbod van stageplaatsen en leerbanen zo goed mogelijk tegen te gaan. Op deze manier werk ik er samen met het onderwijs en het bedrijfsleven aan om de impact van de crisis op de studieloopbaan van huidige mbo-studenten zo beperkt mogelijk te laten zijn en hen zicht te geven op een perspectiefvolle toekomst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 30 012, nr. 123

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven