31 516 Beleidsdoorlichting Defensie

Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2016

Hierbij ontvangt u de «Beleidsdoorlichting Marinestudie-2005: wijziging samenstelling Koninklijke marine»1. In de beleidsdoorlichting is onderzocht of het beleid uit 2005, om samenstelling en middelen van de marine te wijzigen, doeltreffend en doelmatig is geweest. Over de vraagstelling en de opzet van de beleidsdoorlichting bent u eerder geïnformeerd, te weten in de brief van 3 juli 2015 (Kamerstuk 31 516, nr. 11).

De beleidsdoorlichting concludeert dat het beleid uit de Marinestudie doeltreffend was, hoewel niet zo doeltreffend als oorspronkelijk was voorzien, omdat van de zeven onderliggende maatregelen door tussentijdse bezuinigingen en herprioriteringen één maatregel niet is uitgevoerd en één maatregel gedeeltelijk is uitgevoerd. Er is verder sprake geweest van beheerste financiële uitgaven. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat er sprake is geweest van ondoelmatige uitgaven. Door de veranderde veiligheidssituatie sinds 2014 is één van de drie uitgangspunten van de Marinestudie achterhaald. Dit oordeel is voor een belangrijk deel gebaseerd op de door de Audit Dienst Rijk (ADR) uitgevoerde deelstudie die als bijlage bij het eindrapport is gevoegd2. De beleidsdoorlichting is begeleid door de onafhankelijke deskundige Prof.dr. R.V.A. Janssens van de Universiteit van Amsterdam. Zijn eindoordeel is eveneens als bijlage bij de beleidsdoorlichting gevoegd3. Ik ben de ADR en de heer Janssens erkentelijk voor hun inbreng.

De aanbevelingen van de beleidsdoorlichting worden overgenomen. De nog lopende maatregelen uit de Marinestudie worden voltooid en daarmee komt de Marinestudie uit 2005 tot een eind. Verder zal Defensie de uitkomsten van de beleidsdoorlichting betrekken bij defensiebrede afwegingen voor de toekomst en zal bij toekomstige besluiten over kapitale wapensystemen nadrukkelijk rekening worden gehouden met de fundamentele onzekerheden in de veiligheidssituatie.

De beleidsdoorlichting eindigt met de vraag of de nieuwe samenstelling van de Marine ook in de huidige veiligheidssituatie nog optimaal is. De beantwoording hiervan betrek ik bij de vervolgstappen die het kabinet in het kader van het meerjarig perspectief voor ogen heeft. Hierover heb ik u in mijn brief van 8 maart jl. geïnformeerd (Kamerstuk 33 763, nr. 98).

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven