Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juni 2017
In de Energieagenda (Kamerstuk 31 510, nr. 64) is aangekondigd dat de Gaswet wordt aangepast zodat er geen nieuwe gasnetten meer
worden aangelegd in nieuwbouwwijken. In het bestuurlijk overleg van de Warmtetafel,
waaraan onder andere het Rijk, VNG, IPO en Gasunie deelnemen, is gekeken naar mogelijkheden
om af te wijken van de aansluitplicht op gas in de gebouwde omgeving. Ook is recent
de Green Deal Aardgasvrije Wijken ondertekend, die tot doel heeft gemeenten te ondersteunen
bij de ontwikkeling van nieuwe en bestaande wijken zonder aardgas, vooruitlopend op
een wijziging van de regels. Verder heeft uw Kamer verzocht om aan te geven hoe de
gasaansluitplicht op korte termijn geschrapt gaat worden uit de relevante wet- en
regelgeving (motie Van Tongeren en Jan Vos, Kamerstuk 34 550 XIII, nr. 54). Gelet op het brede maatschappelijke en politieke draagvlak hiervoor ben ik voornemens
om op korte termijn de aansluitplicht op aardgas voor nieuwbouw te wijzigen.
Geen verplichte gasaansluiting bij nieuwbouw
De kortste route om geen gasnetten meer aan te hoeven leggen bij nieuwbouw is aanpassing
van artikel 10, zesde lid van de Gaswet. In dit artikel is al een uitzondering op
de aansluitplicht opgenomen voor gebieden waar een warmtenet is of wordt voorzien.
Deze uitzondering kan worden verruimd, opdat ook andere warmte-opties («all-electric»)
als alternatief voor gasnetten mogelijk worden. Deze wijziging is van toepassing op
nieuwe aansluitingen. Verworven rechten rond bestaande aansluitingen worden hierdoor
niet geraakt.
Het lid Bosman (VVD) heeft met dit oogmerk een amendement ingediend bij het wetsvoorstel
Voortgang Energietransitie (VET, Kamerstuk 34 627, nr. 7). Nu uw Kamer het wetsvoorstel VET controversieel heeft verklaard en dus vooralsnog
niet in behandeling neemt, ben ik voornemens om dezelfde wijziging in de Gaswet te
realiseren met een nota van wijziging bij het voorliggende wetsvoorstel Wijziging
van de Warmtewet (Kamerstuk 34 723). De strekking van de nota van wijziging zal zijn dat een gemeente een gebied kan
aanwijzen waar geen gastransportnet wordt aangelegd indien er een warmtenet of een
andere warmtevoorziening is voorzien, en dat een regionale gasnetbeheerder in die
situatie is vrijgesteld van verplichtingen tot aansluiting. Ik verwacht de nota van
wijziging binnen ca. 2 weken bij uw Kamer in te kunnen dienen. Bij een voortvarende
behandeling van het wetsvoorstel zou deze per 1 januari 2018 in werking kunnen treden.
Decentrale keuzes en verantwoording
De wijziging van de aansluitplicht in de Gaswet sluit aan op de voorziene aanscherping
van de Europese bouwregelgeving. Nieuwe gebouwen moeten vanaf 2021 bijna energieneutraal
(BENG) zijn, met als gevolg dat er dan vrijwel geen gebouwen meer met een gasaansluiting
gebouwd zullen worden. Een algeheel verbod op gasaansluitingen voor nieuwbouw is evenwel
niet wenselijk, omdat er situaties kunnen zijn waar een ontheffing op zijn plaats
is, bijvoorbeeld voor «nieuwbouw in oudbouw» of voor individuele woningen. Om met
dergelijke specifieke omstandigheden rekening te kunnen houden, krijgen decentrale
overheden een regierol. De bevoegdheid om te besluiten over de toekomstige invulling
van de warmtebehoefte bij nieuwbouw wordt bij de gemeenten gelegd. Gemeenten hebben
inzicht in de lokale wensen en mogelijkheden en zij kunnen lokaal verantwoording afleggen
over de gemaakte keuzes. Het ligt voor de hand dat bewoners en netbeheerders van elektriciteit
en gas en (toekomstige) warmteleveranciers hierbij intensief worden betrokken.
Techniek-neutraal warmterecht
Het wijzigen van de aansluitplicht is een eerste concrete stap in de afbouw van aardgasgebruik
in de gebouwde omgeving. In de Energieagenda is aangegeven dat er wordt toegewerkt
naar een techniekneutraal recht op warmte. Invulling van dit warmterecht houdt in
dat de overheid de aanwezigheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de benodigde energie-infrastructuur
borgt. Afhankelijk van de lokale situatie kunnen eindgebruikers aanspraak maken op
een aansluiting op een (verzwaard) elektriciteitsnet, een warmtenet of een groen gasnet.
Deze veranderingen zullen zorgvuldig moeten worden voorbereid, zeker met het oog op
het gewenste draagvlak voor de energietransitie naar 2050. Bij ingrepen in een bestaande
situatie spelen issues rond eigendomsrecht en mogelijke nadeelcompensatie. Daarom
zal een integraal juridisch kader ontwikkeld moeten worden voor ingrepen in bestaande
energie-infrastructuur (elektriciteit, gas, warmte). Om deze reden is het techniekneutrale
warmterecht ook niet opgenomen in het wetsvoorstel Wijziging van de Warmtewet dat
op 22 mei jl. is aangeboden aan de Tweede Kamer. De uitwerking van dit warmterecht
is onderdeel van het transitiepad lage temperatuur warmte, zoals in de Energieagenda
aangekondigd. Ik verwacht uw Kamer eind dit jaar te kunnen informeren over de uitwerking
van de transitiepaden uit de Energieagenda.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp