34 627 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie)

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID BOSMAN

Ontvangen 1 februari 2017

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel II, onderdeel N, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde subonderdeel komt te luiden:

3. Onder vernummering van het achtste tot en met elfde lid tot het elfde tot en met veertiende lid, worden vier leden ingevoegd, luidende:

  • 7. Een college van burgemeester en wethouders kan een gebied aanwijzen als een gebied waar geen gastransportnet wordt aangelegd indien zich in dat gebied een warmtenet als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Warmtewet, of een andere warmtevoorziening bevindt of gaat bevinden.

  • 8. Een netbeheerder, met uitzondering van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, is vrijgesteld van de verplichtingen, eerste, vijfde en zesde lid, onderdeel a, indien een college van burgemeester en wethouders een besluit, bedoeld in het zevende lid, heeft genomen.

  • 9. Een college van burgemeester en wethouders meldt een besluit, bedoeld in het zevende lid, aan de Autoriteit Consument en Markt.

  • 10. De Autoriteit Consument en Markt houdt een register bij van de gebieden die op grond van het zevende lid en artikel 12b, eerste lid, onderdeel f, zijn aangewezen. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de in het register te vermelden gegevens.

2. Het vierde subonderdeel vervalt.

II

Na artikel II, onderdeel U, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ua

In artikel 12b, eerste lid, komt onderdeel f te luiden:

  • f. de gebiedsindeling van de netbeheerders ten behoeve van de uitvoering van de taak, genoemd in artikel 10, zesde lid, waarbij bepaalde gebieden kunnen worden uitgezonderd indien het een gebied betreft waar een netbeheerder niet op economische voorwaarden een gastransportnet in werking kan hebben, onderhouden of ontwikkelen.

III

Na artikel XIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XIIIa

  • 1. Gebieden die op grond van artikel 12b, eerste lid, onderdeel f, van de Gaswet zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel Ua, zijn uitgezonderd, worden gelijkgesteld met gebieden die op grond van artikel 10, zevende lid, van de Gaswet, zoals dat met artikel II, onderdeel N, komt te luiden, worden aangewezen.

  • 2. In aanvulling op artikel 10, tiende lid, van de Gaswet, zoals dat met artikel II, onderdeel N, komt te luiden, neemt de Autoriteit Consument en Markt in het register de gebieden op die op grond van artikel 12b, eerste lid, onderdeel f, van de Gaswet voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel Ua, zijn uitgezonderd.

Toelichting

Lokale overheden hebben een belangrijke regierol in de verduurzaming van ons land. Gemeenten hebben inzicht in de lokale wensen en mogelijkheden en de gemeenten kunnen daarom het beste bepalen welke energieaansluiting het beste past bij een gebied. Om de verdere verduurzaming van onze dorpen en steden mogelijk te maken moeten er stappen gezet worden. Het laten vervallen van de gasaansluitplicht in aangewezen gebieden, zodat deze gebieden geheel gasloos worden, is daar een voorbeeld van. Dit amendement regelt dat deze ambitie, die de afgelopen jaren door de VVD en de Minister van Economische Zaken is ingezet, ook in de praktijk uitgevoerd kan worden. Dit amendement zorgt er daarmee ook voor dat geen onnodige kosten hoeven worden gemaakt voor het vervangen van gasaansluitingen. Er kunnen door dit amendement slimme keuzes gemaakt worden in energieaansluitingen. Zo worden de netkosten voor huishoudens en ondernemers in de toekomst niet onnodig hoog.

Het amendement regelt dat de gasaansluitplicht vervalt in gebieden die aangewezen zijn om geheel gasloos te worden. Bij de transitie naar een duurzaam energiesysteem zullen steeds meer gebieden worden voorzien van warmte op via een andere bron dan gas. Voorbeelden zijn warmtenetten, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Warmtewet, en «all electric» gebieden, waar alleen een net voor elektriciteit aanwezig is en waar met bijvoorbeeld warmtepompen in de warmtevraag wordt voorzien. In deze gebieden hoeft geen gastransportnet te worden aangelegd en is de netbeheerder – uitgezonderd de netbeheerder van het landelijk gastransportnet vrijgesteld van de verplichtingen voor het realiseren van aansluiting en het transport.

Het amendement regelt dit door een wijziging van artikel 10 van de Gaswet. De bevoegdheid om te besluiten of een gebied geheel gasloos moet worden, wordt gelegd bij de gemeenten. Zij staan bij de uitvoering van de energietransitie aan de basis van de besluitvorming over de vraag of en in welke gebieden de aansluitplicht voor gas kan vervallen. Een college van burgemeester en wethouders kan alleen besluiten een gebied (een of meerdere straten of een of meerdere wijken) als een gasloos gebied aan te wijzen indien wordt voorzien in een alternatieve verwarmingsvoorziening. Als een college van burgemeester en wethouders hebben besloten dat een bepaald gebied gasloos zal zijn, vervallen voor de netbeheerder die actief is in het gebied waarin deze straat of wijk ligt, de verplichtingen om daar verbruikers aan te sluiten en ten behoeve van hen gas te transporteren. Indien de verbruikers er in dat gebied eerst wel aangesloten waren op het gastransportnet, vervalt voor de betreffende netbeheerder niet de verplichting om de aansluiting en het gastransportnet te verwijderen. Om inzichtelijk te hebben welke straten en wijken gasloos zijn, moeten gemeenten hun besluit melden bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM). ACM zal deze gebieden vervolgens registreren en openbaar maken op de website.

Thans biedt artikel 1b, eerst lid, onderdeel f, van de Gaswet de mogelijkheid om gebieden in de Gebiedsindelingscode gas uit te zonderen van de aansluitplicht. Omdat de bevoegdheid tot het aanwijzen van gasloze gebieden uitdrukkelijk bij de gemeenten wordt gelegd, ligt het niet voor de hand dat ACM deze gebieden in de Gebiedsindelingscode kan uitzonderen; om deze reden wordt het aanwijzen van de gebieden in artikel 10 van de Gaswet opgenomen. De tweede uitzonderingsmogelijkheid van het huidige artikel 12b, eerste lid, onderdeel f, wordt niet uit die bepaling geschrapt. Dit betreft het uitzonderen van gebieden waar een netbeheerder niet op economische, voorwaarden een gastransportnet in werking kan hebben, onderhouden of ontwikkelen.

Het voorgestelde artikel XIIIa bepaalt dat ACM de gebieden die nu op grond van artikel 12b, eerste lid, onderdeel f, van de Gaswet zijn uitgezonderd van aansluitplicht, opneemt in het register. Op deze manier wordt voorkomen dat gemeenten de gebieden die nu op grond van het voornoemde artikel zijn aangewezen omdat zich in dat gebied een warmtenet bevindt of gaat bevinden, na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel door de gemeenten moeten worden aangewezen.

Bosman

Naar boven