31 497 Passend onderwijs

Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2011

Op 16 februari heeft een algemeen overleg over passend onderwijs plaatsgevonden (Kamerstuk 31 497, nr. 55). Tijdens dat overleg heb ik toegezegd de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

  • 1. Wat is het verschil tussen aanmelding passend onderwijs en aanmelding in Amsterdam-West?

  • 2. Wat is de planning en het tijdpad van passend onderwijs?

  • 3. Wanneer wordt het onderzoek naar de middelen voor onderwijshuisvesting afgerond?

  • 4. Hebben de sectorraden een rol gespeeld in de financiering van de landelijke manifestatie passend onderwijs?

  • 5. Wat is het rapportagemoment van het innovatieproject Slim Fit?

Ook heeft de staatssecretaris in het vragenuur op 22 maart toegezegd de berekening van de bezuiniging schriftelijk toe te lichten en de volgende vragen schriftelijk toe te lichten:

  • 1. Wat zijn de bedragen van de bezuinigingsmaatregelen per kalenderjaar?

  • 2. Hoe verklaart de staatssecretaris dat de Waterlelie 30% moet bezuinigen waardoor de school onder druk komt te staan?

Daarnaast heeft het lid Ulenbelt (SP) in de handelingen van 30 maart 2011 gevraagd om binnen een week per brief te reageren op de dreigende sluiting van De Waterlelie ten gevolge van de bezuinigingen. Vanwege het feit dat dit aansluit bij de door het lid Voordewind (ChristenUnie) gestelde mondelinge vragen, neem ik de reactie daarop mee in deze brief.

Met deze brief worden deze toezeggingen nagekomen. Hieronder wordt op de afzonderlijke onderwerpen nader ingegaan.

Toezeggingen gedaan tijdens het algemeen overleg van 16 februari 2011

Centrale aanmelding in Amsterdam-West en in het samenwerkingsverband passend onderwijs

Tijdens het algemeen overleg is door het lid Klaver gevraagd wat het verschil is tussen de inschrijving in het stadsdeel Amsterdam-West en bij een samenwerkingsverband passend onderwijs.

In het stadsdeel Amsterdam-West hebben de schoolbesturen het initiatief genomen om leerlingen op basis van de postcode van hun woonadres te plaatsen op de scholen in het stadsdeel. De achtergrond voor dit initiatief is het bevorderen van integratie tussen leerlingen van verschillende komaf. Ouders kunnen om een heroverweging van de beslissing tot plaatsing op een school vragen wanneer de regels niet juist zijn toegepast of wanneer de plaatsing op de toegewezen school onbillijk uitpakt. Dit initiatief heeft betrekking op het bevorderen van integratie. Dit initiatief kan door schoolbesturen worden genomen zolang het past binnen de kaders van de wet en het kan niet door de rijksoverheid worden opgelegd1.

In tegenstelling tot Amsterdam-West kunnen ouders in het kader van passend onderwijs hun kind, ook wanneer extra ondersteuning in het onderwijs nodig is, bij meerdere scholen aanmelden. Dit kan bij scholen in verschillende samenwerkingsverbanden. Dat is nu zo en dat zal zo blijven. Met passend onderwijs zal alleen worden geregeld dat de aanmelding door ouders schriftelijk zal moeten plaatsvinden. Hierbij geven de ouders eventueel ook aan of hun kind extra ondersteuning nodig heeft2.

Schoolbesturen kunnen, op basis van gezamenlijke afspraken, een vorm van centrale aanmelding inrichten. Deze vorm van centrale aanmelding is erop gericht de administratieve handelingen voor de schoolbesturen te verminderen. Ouders kunnen zich dan bij een centraal aanmeldpunt aanmelden voor onderwijs voor hun kind en kunnen de school van hun voorkeur aangeven. Deze school heeft dan de zorgplicht. Juist omdat het voor ouders mogelijk blijft om hun kind op meerdere scholen aan te melden, kunnen schoolbesturen op deze manier zien waar ouders hun kind hebben aangemeld en welke school de voorkeur van de ouders heeft en voor wie de zorgplicht geldt. Hierdoor hoeft niet elk schoolbestuur te onderzoeken welke begeleiding nodig is.

Planning passend onderwijs

Tijdens het algemeen overleg heb ik toegezegd de planning van passend onderwijs weer te geven. Het doel is om na de zomer het wetsvoorstel passend onderwijs aan te bieden aan uw Kamer. Om dat te bereiken, moet nog een aantal stappen worden gezet. Medio maart is het concept wetsvoorstel voorgelegd aan de Onderwijsraad, het College bescherming persoonsgegevens en de ECPO. Ook wordt dan een uitvoeringstoets uitgevoerd. Daarna vindt behandeling van het wetsvoorstel in de Ministerraad en advisering door de Raad van State plaats.

Over de gehele invoering van passend onderwijs en de voortgang die daarbij wordt geboekt op de verschillende onderdelen, zult u in juni een voortgangsrapportage ontvangen.

Middelen voor onderwijshuisvesting bij gemeenten

Uit het Periodiek Onderhoudsrapport (POR) blijkt dat gemeenten de afgelopen jaren € 330 miljoen minder aan onderwijshuisvesting hebben uitgegeven dan er in het gemeentefonds beschikbaar was.

Het fictief budget voor de huisvesting van scholen in het gemeentefonds bedraagt jaarlijks circa € 1,4 miljard. De term «fictief» wordt gehanteerd omdat de bedragen in het gemeentefonds niet geoormerkt zijn. Het is aan de gemeente zelf om, afhankelijk van en toegesneden op de lokale situatie, een budget voor de onderwijshuisvesting vast te stellen. Het is niet zo dat er geld op de plank blijft liggen. Gemeenten kunnen het beschikbare budget op andere terreinen inzetten.

Het beeld is wel aanleiding geweest om te kijken wat er precies aan de hand is. In 2010 is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kader van het Periodiek OnderhoudsRapport (POR) onderzoek gestart naar de verdeling van het gemeentefonds. Onderzocht wordt de onderlinge verhouding in de omvang tussen de clusters en de verdeling binnen een cluster. Het gaat daarbij dus niet alleen om onderzoek naar het cluster Educatie, waar de onderwijshuisvesting onderdeel van uitmaakt, maar om een breed onderzoek van alle clusters in het fonds. Dit wordt naar verwachting in mei 2011 afgerond.

Landelijke manifestatie passend onderwijs

Met de PO-Raad is contact opgenomen met de vraag of de sectorraden een aandeel hebben gehad in de kosten die zijn gemaakt om de landelijke manifestatie passend onderwijs mogelijk te maken. Daaruit is gebleken dat de kosten, zoals de huur van het congrescentrum, de aankleding van de zaal en affiches en flyers, volledig door de onderwijsbonden zijn betaald. De schoolbesturen hebben wel de kosten voor het vervoer betaald.

Slim Fit

Bij het innovatieproject Slim Fit geeft een gedifferentieerd team (leerkrachten onderwijsassistenten, vakspecialisten en externe experts) les aan een eenheid van leerlingen. Voor een les wordt de groep leerlingen opgedeeld in kleinere groepen die vrijwel altijd kleiner is dan een traditionele jaargroep. Ruim 60 scholen doen mee met het innovatieproject Slim Fit. Deze scholen ontvangen hiervoor subsidie op basis van de Regeling InnovatieImpuls Onderwijs3. De projecten zijn gestart in het schooljaar 2010–2011 (januari 2011). Jaarlijks doen de deelnemende scholen verslag over de voortgang en het bereiken van de voorgenomen resultaten. Het eerste verslagjaar is 2011. De voortgangsrapportages worden jaarlijks voor 1 april van het jaar volgend op het verslagjaar ingediend. Aan het eind van de subsidieperiode (2014) stelt elke deelnemende school een definitief verslag op. Dit verslag wordt ingediend voor 1 april 2015. In het Jaarverslag van het Ministerie van OCW wordt sinds 2009 gerapporteerd over de InnovatieImpuls Onderwijs. Ook in de nota Werken in het onderwijs (WIO)4 wordt ingegaan op de Innovatie Impuls Onderwijs. In de voortgangsrapportage 2011 wordt meer over Slim Fit toegelicht.

Toezeggingen gedaan tijdens de behandeling van mondelinge vragen op 22 maart 2011

Bedragen maatregelen per kalenderjaar

Zoals ook in de brief en bijlagen over passend onderwijs d.d. 31 januari 20115 en het algemeen overleg d.d. 16 februari 2011 is aangegeven, is het kabinet voornemens om de bezuinigingen grotendeels per 1 augustus 2012 in werking te laten treden. Er zijn twee maatregelen die op een ander tijdstip in werking treden. De expertisebekostiging wordt in twee stappen afgebouwd. Per 1 augustus 2013 wordt deze gehalveerd en per 1 augustus 2014 afgeschaft6. Daarnaast wordt de subsidie aan Hoenderloo (Glen Mills) per 1 augustus 2011 stopgezet. In bijlage 1 vindt u een overzicht van de verschillende maatregelen en wanneer die ingaan.

Het is dus niet nieuw ten opzichte van de brief en het algemeen overleg dat de maatregelen grotendeels ingaan per 1 augustus 2012. Het feit dat een begrotingsjaar en een schooljaar niet gelijk lopen, maakt echter dat er in 2012 meer wordt bezuinigd dan de € 50 miljoen die in het regeerakkoord is opgenomen, namelijk € 98,6 miljoen. In 2011 wordt een klein deel van de bezuiniging ingevoerd, namelijk € 0,5 miljoen. Daarentegen wordt er in 2013 minder bezuinigd dan de € 300 miljoen die in het regeerakkoord is opgenomen, namelijk € 274,9 miljoen. Van de € 48,6 miljoen die in 2012 meer wordt bezuinigd, wordt € 25,1 miljoen in 2013 ingezet. Cumulatief resteert er in 2011 en 2012 € 24 miljoen. Dit bedrag wordt ingezet binnen passend onderwijs. Over de exacte wijze waarop, moet nog besluitvorming plaatsvinden. In de rapportage passend onderwijs die in juni naar de Kamer wordt gestuurd wordt u hierover nader geïnformeerd.

Overzicht ombuigingen per begrotingsjaar en schooljaar (in miljoenen euro’s)

Begrotingsjaar

2011

2012

2013

2014 e.v.

Ombuiging

0,5

98,6

274,9

300

Schooljaar

2011–2012

2012–2013

2013–2014

2014–2015

Ombuiging

1,1

257,4

292,6

300

De Waterlelie

De heer Voordewind (ChristenUnie) heeft in de mondelinge vragen op 22 maart 2011 gevraagd naar de positie van de Waterlelie, één van de twee epilepsiescholen in Nederland. Het lid Ulenbelt (SP) heeft bij de regeling van werkzaamheden van 30 maart 2011 gevraagd om binnen een week per brief te reageren op de dreigende sluiting van twee scholen voor speciaal onderwijs (De Waterlelie en de Berkenschutse) ten gevolge van de bezuinigingen. Hierbij een reactie op de gestelde vragen.

De epilepsieschool De Waterlelie is een school voor langdurig zieke kinderen en valt daarmee onder cluster 3. In totaal zijn er negen scholen voor langdurig zieke kinderen in Nederland. De scholen geven les aan kinderen met verschillende chronische ziekten, zoals kinderen met ernstige nierafwijkingen, kinderen met epilepsie en kinderen met kanker.

De Waterlelie wordt geconfronteerd met een bezuiniging van 27% per 1 augustus 2012. Deze bezuiniging betreft de groepsgrootte in het (voortgezet) speciaal onderwijs, de ambulante begeleiding, de cumi-middelen en de middelen voor preventieve ambulante begeleiding en terugplaatsing ambulante begeleiding. Met ingang van het schooljaar 2013–2014 wordt de extra bekostiging in de vorm van de zogenaamde expertisemiddelen gehalveerd en met ingang van het schooljaar 2014–2015 komt deze geheel te vervallen. Door de expertisebekostiging af te schaffen wordt De Waterlelie bovengemiddeld geraakt door de voorgenomen bezuinigingen. Daarom is het afschaffen van de expertisebekostiging in het huidige voorstel gefaseerd, zodat de scholen meer tijd hebben om te anticiperen op de verlaagde bekostiging6.

De expertisebekostiging is ingesteld bij de invoering van de leerlinggebonden financiering (lgf) in 2003 ter compensatie van de scholen die er daarbij financieel op achteruit dreigden te gaan. Van de negen scholen voor langdurig zieke kinderen, hebben daarbij de Berkenschutse en De Waterlelie expertisebekostiging gekregen. De andere scholen voor langdurig zieke kinderen hebben nooit expertisebekostiging ontvangen. Ook zij bieden onderwijs aan langdurig zieke kinderen voor de «normale» (hoge) bekostiging voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Nu wordt een einde gemaakt aan de ongelijkheid in de bekostiging tussen de twee scholen voor langdurig zieke kinderen met expertisebekostiging en de zeven scholen voor langdurig zieke kinderen zonder expertisebekostiging.

In april 2011 ga ik zelf in gesprek met een aantal van de scholen die bovengemiddeld worden geraakt door de bezuinigingen. In dat kader zal ik de twee epilepsiesscholen in Nederland bezoeken, zowel de Berkenschutse als de Waterlelie. In juni ontvangt u een rapportage over de voortgang van passend onderwijs. In deze rapportage zal ik ook ingaan op de uitvoering van de motie waarin de regering wordt verzocht het sluiten van scholen voor speciaal onderwijs te voorkomen8.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

BIJLAGE 1 INGANGSDATUM MAATREGELEN

1. Bezuinigen op bureaucratie, projecten en aanvullende bekostiging

  • a) Afschaffen rec’s

    1 augustus 2012: 100%

  • b) Afschaffen bekostiging steunpunten autisme

    1 augustus 2012: 100%

  • c) Niet verlengen AWBZ-compensatieregeling

    1 augustus 2012: niet verlengen regeling

  • d) Niet verlengen 10 euro regeling

    1 augustus 2012: niet verlengen regeling

  • e) Inzet enveloppenmiddelen

    1 januari 2013: 100%

  • f) Afschaffen cumi WEC

    1 augustus 2012: 50%

    1 augustus 2013: 100%

  • g) Afschaffen expertisebekostiging

    1 augustus 2013: 50%

    1 augustus 2014: 100%

  • h) Afschaffen preventieve en terugplaatsing ambulante begeleiding (PAB en TAB)

    1 augustus 2013: 100%

    1 augustus 2012: 50%

  • i) Afschaffen dubbele rugzak zeer moeilijk lerende (zml) kinderen

    1 augustus 2012: 50%

    1 augustus 2013: 100%

  • j) Stopzetten subsidie Hoenderloo (Glen Mills)

    1 augustus 2011: 100%

  • k) Tijdelijke voorzieningen: minder geld voor Op de Rails

    1 augustus 2012: 50%

2. Minder uitgeven aan ambulante begeleiding

1 augustus 2012

3. Bezuiniging door grotere klassen in het (voortgezet) speciaal onderwijs

1 augustus 2012: niet verlengen regeling


X Noot
1

Zie de antwoorden op de vragen van het lid Elias over het ontbreken van vrije schoolkeuze voor ouders in stadsdeel Amsterdam-West (2011Z02686).

X Noot
2

Zie de notitie Uitwerking wettelijk kader passend onderwijs, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 497, nr. 31.

X Noot
3

Staatscourant nr. 5852, 19 april 2010.

X Noot
4

Nota Werken in het Onderwijs 2010, Kamerstuk 2009–2010, 27 923, nr. 88, Tweede Kamer.

X Noot
5

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 497, nr. 31.

X Noot
6

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 497, nr. 43.

X Noot
8

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 31 497, nr. 37.

Naar boven