31 497 Passend onderwijs

Nr. 148 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2014

Op 23 april 2014 heb ik de Onderwijsraad verzocht te adviseren over de regionale samenwerking tussen onderwijs en zorg voor jeugd. Het doel daarvan was om te achterhalen hoe er op de werkvloer tot meer maatwerk in de ondersteuning voor jeugdigen kan worden gekomen. De raad bracht op 3 november jl. zijn advies hierover uit1. Ik dank de raad voor zijn advies en ga hieronder in op de aanbevelingen. Dit doe ik mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Op de aanbevelingen omtrent het MBO is tevens ingegaan in de brief «Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie» die onlangs, mede namens mij, door de Minister naar de Tweede Kamer is verzonden (Kamerstuk 30 079, nr. 53).

Inhoud van het advies

De Onderwijsraad geeft aan dat er meer samenhang nodig is in de ondersteuning van jongeren vanuit onderwijs en jeugdhulp. Binnen deze samenwerking is op dit moment vaak nog veel oog voor het proces en minder voor de inhoud. Om inhoudelijke samenwerking verder te ontwikkelen, is volgens de raad een gezamenlijke focus nodig. Een ononderbroken schoolloopbaan zou daarbij het uitgangspunt moeten zijn. Momenteel zijn er ongunstige condities aan te wijzen die inhoudelijke samenwerking tegen kunnen gaan en zo een risico kunnen vormen voor de schoolloopbaan van kwetsbare jongeren. Het advies van de raad richt zich op de vraag hoe de inhoudelijke samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulpverlening bevorderd kan worden. Hij doet hiervoor drie aanbevelingen:

  • 1. Vergroot de toegankelijkheid van jeugdhulpverlening voor het onderwijs;

  • 2. Trek de onderwijs-zorglijn door tot in het middelbaar beroepsonderwijs;

  • 3. Zet in op gezamenlijke deskundigheidsbevordering van onderwijs en jeugdhulpverlening.

Reactie op de aanbevelingen

Met genoegen zie ik dat de Onderwijsraad een betere samenhang tussen jeugdhulpverlening en onderwijs als uitgangspunt neemt voor zijn rapport. De wetgeving passend onderwijs en de Jeugdwet bieden veel ruimte om deze samenhang te realiseren en zo individuele ondersteuning op maat te leveren waar dat nodig is. Gepaste ondersteuning en zorg die gericht is op de specifieke behoeften van het kind en het gezin, zonder onnodig te medicaliseren. Dit kan en moet een belangrijke verdienste worden van de veranderingen in de wet- en regelgeving.

Ik zie het advies van de Onderwijsraad dan ook als ondersteuning van het beleid dat inmiddels is ingezet. Door een goede samenwerking tussen samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten, schoolbesturen en jeugdhulpinstellingen, leraren en hulpverleners kan tot integrale en effectieve ondersteuning worden gekomen. Op deze manier kunnen ook belemmeringen bij het gezond en veilig opgroeien en ontwikkelen van kinderen en jongeren, zoals kindermishandeling of huiselijk geweld in de thuissituatie, op een eerder moment gesignaleerd en aangepakt worden.

De afgelopen periode zijn er ook al stappen gezet. Er zijn «op overeenstemming gerichte overleggen» over het ondersteuningsplan van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en het beleidsplan jeugd van de gemeente gevoerd. En ook op de werkvloer zijn de eerste contacten gelegd. Zo maakt het onderwijs soms deel uit van het wijkteam, of bestaat er een tandem van een zorgcoördinator en een jeugdprofessional op school.

Maar we zijn er nog niet. Net als de Onderwijsraad zie ik dat de slag naar de inhoud nog moet worden gemaakt. Ik neem de aanbevelingen van de raad dan ook serieus. Het is positief dat er op bestuurlijk niveau afspraken worden gemaakt over de verbinding tussen onderwijs en jeugd(hulp), maar deze verbinding is nog niet overal voldoende uitgewerkt. Belangrijk is dat de bestuurlijke afspraken de komende periode inhoudelijk worden uitgewerkt en dat de samenwerking tussen de twee domeinen op de werkvloer vorm krijgt.

Vanuit het Rijk stimuleren en faciliteren wij deze samenwerking op bestuurlijk, ambtelijk en uitvoerend niveau. Dit doen we onder andere via de gezamenlijke werkagenda passend onderwijs, jeugdhulp en participatie. Dit is een stimuleringsprogramma van het Rijk, de PO-Raad, VO-raad, MBO-Raad en de VNG, waarbij het accent komend jaar ligt op de inhoudelijke vertaling van de afspraken die zijn gemaakt. Dat gebeurt vraaggericht en sluit aan bij de manier waarop betrokkenen in de regio de verbinding in en om de school willen vormgeven. Met de nieuwe regelgeving rondom passend onderwijs en jeugdhulp wordt hier meer ruimte voor geboden. Het is nu aan de regio’s om deze ruimte ook daadwerkelijk te benutten.

Hieronder ga ik op de specifieke aanbevelingen in.

Toegankelijkheid jeugdhulpverlening voor het onderwijs

De raad adviseert het bestaande lokale overleg te verbreden en te verdiepen. Hij pleit daarnaast voor verdere stappen om jeugdhulpverlening structureel onderdeel van de ondersteuningsstructuur op school te maken. Tot slot adviseert de raad de rol van de Onderwijsconsultenten te vergroten en een tijdelijk financieel vangnet in te stellen.

Ik onderschrijf het advies van de Onderwijsraad dat regionale en lokale actoren rond de tafel moeten gaan zitten om duidelijke afspraken te maken over de verantwoordelijkheidsverdeling. Voorkomen moet worden dat kinderen tussen wal en schip raken omdat niet duidelijk is wie verantwoordelijk is; de gemeente of het onderwijs. Uitgangspunt moet zijn dat het kind de benodigde onderwijsondersteuning en jeugdhulp krijgt die nodig is. Eén van de prioriteiten uit de hierboven genoemde werkagenda passend onderwijs, jeugdhulp en participatie is daarom gericht op de doorontwikkeling van de gezamenlijke (bestuurlijke) afspraken. Via bestuurlijke tafels en regionale maatwerkbijeenkomsten worden onderwijs en gemeenten uitgedaagd om met elkaar in gesprek te gaan en concrete plannen en afspraken te maken over de wijze waarop de organisatie van onderwijsondersteuning en jeugdhulp inhoudelijk beter met elkaar wordt verbonden.

Bij vragen over een passend aanbod in het onderwijs kan een beroep worden gedaan op de Onderwijsconsulenten. Deze onafhankelijke deskundigen gaan in gesprek met betrokken partijen om te adviseren over een passend aanbod voor leerlingen met een extra ondersteuningsvraag. Naast ouders, leerling en school worden waar nodig ook het samenwerkingsverband passend onderwijs, de leerplicht en eventuele jeugdhulpverlener betrokken. De huidige inzet van de Onderwijsconsulenten is daarvoor toereikend. Ik kies zodoende niet voor een uitbreiding van de taken van de Onderwijsconsulenten, zoals de Onderwijsraad adviseert.

Verder geeft de Onderwijsraad in overweging dat de centrale overheid een tijdelijk financieel vangnet inricht om, waar nodig, financiële voorzieningen te treffen voor specifieke casussen. Ook kan er volgens de Onderwijsraad aan gedacht worden om een onafhankelijke commissie van experts in te stellen die in dergelijke gevallen tijdelijke financiële tegemoetkomingen kan toekennen.

Wij zijn geen voorstander van een dergelijk financieel vangnet vanuit de overheid. Gemeenten en samenwerkingsverbanden krijgen middelen om voor alle kinderen en jongeren passende ondersteuning en zorg te bieden. Daarmee kunnen partijen individuele casussen op lokaal/regionaal niveau met de beschikbare middelen oplossen. Gemeenten kunnen door samen in te kopen en afspraken over risicoverevening te maken het financiële risico beperken en de beschikbaarheid van voldoende specialistische jeugdhulp mogelijk maken. Jeugdzorginstellingen kunnen een beroep doen op de Transitieautoriteit Jeugd (TAJ) om hen in staat te stellen samen met gemeenten verantwoorde oplossingen te ontwikkelen, waarbij de wettelijk verankerde aanspraak op continuïteit van zorg verzekerd is en noodzakelijke hulpvormen behouden blijven. Wij houden daarbij een vinger aan de pols.

Doortrekken onderwijs-zorglijn tot het mbo

De raad pleit ervoor om de bestaande zorgplicht van het middelbaar beroepsonderwijs meer in lijn te brengen met die van het primair en voortgezet onderwijs en de mogelijkheden voor het verlengen van jeugdhulpverlening na het achttiende jaar beter te benutten.

De Minister van OCW en ik zijn het eens met de analyse van de raad dat de aparte positie van het middelbaar beroepsonderwijs in individuele gevallen negatieve invloed kan hebben op de kansen van jongeren in een kwetsbare positie. Daarom heeft de Minister van OCW, mede namens mij, onlangs de brief «extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie» naar uw Kamer gestuurd. Hierin hebben wij enkele maatregelen aangekondigd om de overgang van het voortgezet onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs te verbeteren. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de verbinding met jeugdhulp.

In het kader van het advies van de Onderwijsraad worden in de brief over jongeren in een kwetsbare positie de volgende maatregelen aangekondigd:

  • In het mbo wordt, vergelijkbaar met het hoger onderwijs, een recht op toelating tot een mbo-instelling geïntroduceerd. Dit geldt voor elke jongere met de juiste vooropleiding die zich op tijd aanmeldt voor een opleiding. Hiervoor zal een wetsvoorstel worden ontwikkeld.

  • Mbo-instellingen sluiten structureel aan bij het overleg tussen gemeenten en samenwerkingsverbanden passend onderwijs.

  • Mbo-instellingen krijgen meer ruimte om kwetsbare jongeren in een speciale schakelklas te laten wennen aan onderwijs op mbo-2 niveau en extra (loopbaan)begeleiding te bieden.

Ook wijst de Onderwijsraad er terecht op dat er aandacht moet zijn voor continuïteit van het onderwijs-zorgaanbod als jongeren achttien worden. Om de overgang rondom het achttiende levensjaar te verbeteren hebben de Transitiebureaus Jeugd en Wmo daarom enkele aandachtspunten bij deze leeftijdsgrens in kaart gebracht. De informatiekaart leeftijdsgrenzen 18-/+ geeft weer op welke punten het voor gemeenten van belang is om in gesprek te gaan en afspraken te maken.2 Op basis van input van verschillende gemeenten en experts is duidelijk geworden dat de continuïteit van zorg voor jongeren na hun achttiende geborgd is als partijen hierover duidelijke afspraken maken. De informatiekaart geeft hiervoor concrete handvatten.

Gezamenlijke deskundigheidsbevordering

De raad adviseert te investeren in een professionaliseringsaanbod voor onderwijs- en jeugdhulpprofessionals samen, om zo cultuurverschillen te overbruggen en wederzijdse negatieve beeldvorming tegen te gaan die een goede samenwerking in de weg kan staan. Ik ben het hiermee eens. Het is aan de regio om daar nu uitwerking aan te geven. Indien daar hulp bij nodig is, worden vanuit de werkagenda verbinding passend onderwijs en jeugdhulp maatwerkbijeenkomsten voor jeugdhulpverleners en docenten gezamenlijk aangeboden. Regio’s kunnen een keuze maken uit een menukaart van onderwerpen die hierbij aan de orde kunnen komen. Daarbij valt te denken aan vroegsignalering (zoals bij kindermishandeling, andere problemen in de thuissituatie of een ondersteuningsbehoefte in het onderwijs), de verbinding tussen jeugdhulp en school, integraal arrangeren en overgangen tussen sectoren. Door professionals vanuit beide domeinen samen te brengen kan een goede basis worden gelegd voor een nauwere samenwerking in de toekomst. Daarnaast zullen ook ik, de Minister van OCW en de Staatssecretaris van VWS, bij de gesprekken die we voeren met onderwijs en gemeenten vanuit beide domeinen aandacht vragen voor het overbruggen van mogelijke cultuurverschillen.

Tot slot wil ik nogmaals benadrukken dat ik de lijn steun die de Onderwijsraad in zijn advies schetst. Om onderwijs en jeugdhulp succesvol te verbinden is het belangrijk een gezamenlijke doelstelling te formuleren die beide domeinen nastreven. Vanuit het perspectief van het kind geredeneerd zou het gezamenlijke doel inderdaad een gezonde, ononderbroken schoolloopbaan moeten zijn. Ik zal de ontwikkelingen op dit gebied nauw blijven volgen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

De informatiekaart is te vinden op www.voordejeugd.nl

Naar boven