31 490 Vernieuwing van de rijksdienst

Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2013

Tijdens het Algemeen Overleg van 3 juli jl. (Kamerstuk 31 490, nr. 132) over de rijkshuisvesting is mijn brief over de regionale werkgelegenheidseffecten van de reorganisatie van de Rijksdienst (Kamerstuk 31 490, nr. 128) aan de orde gekomen.

Naar aanleiding van dit Algemeen Overleg heeft uw Kamer de motie de Vries c.s. (Kamerstuk 31 490, nr. 125) aangenomen. Hierin wordt de regering verzocht om uiterlijk 1 oktober aanvullende voorstellen te doen om het verlies aan werkgelegenheid bij de brede Rijksoverheid in de provincies Friesland en Drenthe alsnog substantieel te verminderen.

Met deze brief geef ik invulling aan de motie de Vries, door hieronder te schetsen welke aanvullende bijsturingsmaatregelen in Friesland en Drenthe nog mogelijk zijn.

Aanvullende bijsturingsmaatregelen in Friesland

In mijn brief van 28 juni jl. kondigde ik al aan dat de Staatssecretaris van Financiën de vermindering van de Belastingdienst in Friesland aanpast, zodat er geen sprake is van een vermindering van 8% maar nog slechts van 4% van de nu in Friesland beschikbare Belastingdienst werkplekken. Inmiddels heb ik de Staatssecretaris bereid gevonden om de krimp van de Belastingdienst in Leeuwarden tot nul terug te brengen. Dat betekent dat 36 fte extra (totaal 72 fte) aan werkgelegenheid niet zullen verdwijnen, zoals in de eerdere plannen wel het geval was.

In de eerder aangehaalde brief van 28 juni is ook aangekondigd dat het OM tot 2016 circa 30 extra werkplekken zal aanhouden in Leeuwarden. Dit betreft enige landelijke diensten die in het kader van de ketensamenwerking met het CJIB in Leeuwarden moeten zijn gehuisvest.

Aanvullend heeft de Minister van Veiligheid en Justitie het voornemen om CJIB de uitvoering ter hand te laten nemen van de proceskosten veroordelingsregeling, genoemd in het regeerakkoord, én heeft de Minister het voornemen om extra executietaken bij het CJIB te beleggen wat leidt tot circa 50 extra werkplekken (uitgaande van de flexnorm komt dit overeen met 55–62 fte aan werkgelegen-heidsbehoud) in Leeuwarden bij het CJIB.

In totaal is met deze aanvullende bijsturingsmaatregelen sprake van een extra werkgelegenheidsbehoud van circa 100 fte in Friesland.

Aanvullende bijsturingsmaatregelen in Drenthe

Voor Drenthe kondigde ik in mijn eerdere brief al de volgende maatregelen aan:

  • EZ heroverweegt zijn plannen om met zijn kantoorhuisvesting deels uit Assen te vertrekken, waarmee ca. 300 arbeidsplaatsen in Drenthe behouden blijven.

  • Verder behoudt Emmen 113 fte’s van de Belastingdienst en wordt de uitbreiding van het archiefdepot van het Nationaal Archief in Emmen – hoofdzakelijk archiefruimte – ondergebracht.

Aanvullend hierop heeft mijn collega bewindspersoon van EZ aangegeven 54 extra arbeidsplaatsen in Assen te willen behouden, zodat het totaal uitkomt op 354 fte, en de Belastingdienst 87 extra arbeidsplaatsen in Emmen, zodat het totaal op 200 fte uitkomt.

In totaal is met deze aanvullende bijsturingsmaatregelen sprake van een extra werkgelegenheidsbehoud van circa 140 fte in Drenthe.

De door de Kamer ingediende motie en de gesprekken met de Commissarissen van de Koning en enkele burgemeesters, hebben bijgedragen aan een verscherpt beeld van de problematiek waarvoor deze provincies staan en zijn bepalend geweest voor deze bijsturingsmaatregelen. Gegeven het feit dat de rijksdienst kleiner wordt, zijn met deze aanvullende compenserende maatregelen de regionale werkgelegenheidseffecten van de invulling taakstelling Rutte I zo klein als mogelijk gehouden.

Effecten Rutte II

Naar aanleiding van dit Algemeen Overleg heeft uw Kamer tevens een tweede motie de Vries c.s. (Kamerstuk 31 490, nr. 126) aangenomen. Daarin roept u op om bij de invulling van de komende afslanking vanaf 2016 de coördinatie al op voorhand op te nemen en aan de betreffende rijksdiensten de inspannings-verplichting mee te geven dat de provincies Friesland, Drenthe, Limburg en Zeeland bij deze nieuwe operatie per saldo niet meer dan gemiddeld werkgelegenheid mogen verliezen.

Ter invulling van deze motie zal ik uw Kamer eind 2014 rapporteren over de voornemens ter invulling van de taakstellingen van het kabinet Rutte II en de regionale werkgelegenheidseffecten daarvan. Eind 2014 is ingegeven door het feit dat de plannen van de departementen om invulling te geven aan die taakstelling, in ieder geval tot de voorjaarsnota nog niet voldoende concreet zijn om de werkgelegenheidseffecten daarvan in kaart te kunnen brengen.

Op Prinsjesdag heeft het kabinet de nota «In het belang van Nederland» (Kamerstuk 33 763, nr. 1) gepresenteerd over de toekomst van de krijgsmacht. Daarmee heeft het kabinet strategische keuzes gemaakt om de Nederlandse krijgsmacht militair relevant én betaalbaar te houden, ter invulling van de taakstelling van het kabinet Rutte II. De uitwerking van die voornemens zal ik meenemen in bovengenoemde totaalanalyse van de werkgelegenheidseffecten.

Overigens zal ik daarbij de effecten van de voornemens om meer personeel uit de lage loonschalen bij het Rijk in dienst te nemen en van het beleid ten aanzien van personeel dat meer afstand heeft tot de arbeidsmarkt, meenemen in de analyse.

In het Kabinet is afgesproken dat er geen onomkeerbare besluiten worden genomen ten aanzien van de invulling van de taakstelling Rutte II die regionale werkgelegenheidseffecten kunnen hebben, totdat het totaalbeeld daarvan inzichtelijk is gemaakt en compenserende maatregelen zijn verkend.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven