31 460 Project SPEER

Nr. 25 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 20 december 2011

De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 11 november 2011 inzake de Voortgangsrapportage van het programma SPEER over de periode 15 maart tot 15 september 2011 (Kamerstuk 31 460, nr. 22).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 19 december 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van Beek

De griffier van de commissie,

Roovers

1

Kan de controllerorganisatie goed functioneren met de informatie uit FINAD (het financieel administratiesysteem)? Zijn er knelpunten en zijn die met de aangekondigde versterking van de positie van het Centraal Betaalkantoor Defensie, die in het project is opgenomen, de verdere uitrol van SPEER en eventuele aanpassingen in SPEER te ondervangen?

De controllerorganisatie kan goed functioneren met de informatie uit het financiële informatiesysteem. Er zijn geen knelpunten.

2

Zijn ondersteuning, gebruiksgemak, opleidingen e.d. zoals gerealiseerd binnen SPEER geëvalueerd? Is het mogelijk om evaluatierapporten met betrekking tot FINAD en SPEER voor de Koninklijke Marechaussee (KMar) aan de Kamer toe te komen?

Aspecten zoals ondersteuning, gebruiksgemak en opleidingen, worden regelmatig geëvalueerd. Over de materieellogistieke migratie van de Koninklijke marechaussee (Kmar) naar SAP is een afzonderlijk evaluatierapport gemaakt. Dat rapport is gevoegd als bijlage2. Ten aanzien van FINAD, het financiële deel van SAP, is geen afzonderlijke evaluatie van de Kmar uitgevoerd.

3

Deelt u de mening van de Auditdienst Defensie (ADD) inzake het onderzoek naar autorisaties MATLOG, dat de huidige inrichting de geïntegreerde bedrijfsvoering onvoldoende ondersteunt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat hier verandering in worden gebracht?

Defensie heeft de bevindingen van de ADD inzake de autorisaties ter harte genomen. De door de ADD geconstateerde toename van het aantal «rollen» is onderkend en er zijn maatregelen genomen. Bij het autorisatiebeheer is waar nodig begonnen met de vereenvoudiging en opschoning van de autorisaties.

4 en 5

Volgens de rapportage moet de bestaande kernel worden aangepast aan de nieuwe bedrijfsvoering op grond van de beleidsbrief. Betekent dit dat de uitrol van de kernel hierdoor vertraging oploopt en de ondersteuning van het besturingsmodel later in gebruik kan worden genomen? Worden er voorts extra kosten gemaakt voor de aanpassing en zo ja, om hoeveel gaat het en blijft het binnen het projectbudget?

Kunt u aangeven wat de rol en positie van het voortbrengingsteam is en wat u verwacht van de genoemde synergie?

ERP-systemen kunnen alleen goed functioneren indien er een samenhang is tussen de financiële, personele, organisatorische en materieellogistieke aspecten. Bij de komende aanpassingen van de bestaande SAP-kernel en PeopleSoft als gevolg van de reorganisaties zal het voortbrengingsteam Reorganisaties zorgen voor deze samenhang.

De aanpassing van de huidige kernel aan de nieuwe bedrijfsvoering kost inderdaad tijd. De volledige effecten zullen duidelijk zijn wanneer het voortbrengingsteam Reorganisaties klaar is met zijn onderzoek. Ik zal de Kamer hierover informeren in het kader van de voortgangsrapportages over de reorganisatie rondom de beleidsbrief Defensie na de kredietcrisis (Kamerstuk 32 733, nr. 1).

6

Kan de Kamer een overzicht ontvangen van de bij het autorisatiebeheer van MATLOG betrokken partijen (in ieder geval DMO, CDS, HDFC, BF-IVENT, SPEER, etc.) en hun verantwoordelijkheden?

Bij de vaststelling en het beheer van autorisaties zijn meer partijen betrokken. De rolverdeling daarbij is als volgt:

  • de beleidsverantwoordelijken DMO, CDS en HDFC3 stellen de eisen en richtlijnen vast; ook richten zij de monitoring in;

  • de programmaorganisatie SPEER verwerkt de rollen en autorisaties in de programmatuur volgens de eisen;

  • de beheerorganisatie IVENT verstrekt de autorisaties conform de richtlijnen van de beleidsverantwoordelijken;

  • de defensie-eenheid die SAP in gebruik heeft, draagt zorg voor een juiste uitoefening van de toegewezen rollen;

  • de ADD controleert vanuit de wettelijke taak of metterdaad aan de eisen en richtlijnen wordt voldaan.

7, 9 en 18

Zal op korte termijn gestructureerde monitoring van c.q. toezicht op autorisaties MATLOG worden opgezet? Zo ja, per wanneer en wie wordt verantwoordelijk? Zo nee, waarom niet?

Op welke wijze en op welke termijn zal een toereikende kwaliteitsborging en adequate inrichting van monitoring kunnen worden gegarandeerd?

Op welke wijze en middels het nemen van welke maatregelen zal worden gezorgd voor meer uniformiteit in het beheer van en het toezicht op monitoring? Per wanneer zal het proces van monitoring meer uniform zijn en wie is er verantwoordelijk?

Een juist gebruik van autorisaties is van belang voor onder meer de waarborging van de scheiding van verantwoordelijkheden bij het werken in SAP. De ADD en de interne controleafdelingen controleren dit daarom nauwgezet. De periodieke monitoring van het ordelijk gebruik van SAP zal op afzienbare termijn deel uitmaken van de materieellogistieke bedrijfsvoeringsprocedures. De monitoring zal in omvang toenemen naarmate SAP breder in gebruik wordt genomen en de inrichting van het processenmanagement binnen Defensie vordert. Deze monitoring zal een structureel karakter krijgen. Voor de financiële bedrijfsvoering – die al ruim drie jaar volledig wordt ondersteund door SAP – bestaat de periodieke monitoring al.

8, 14 en 16

Op welke wijze zal invulling worden gegeven aan de aanbeveling uit het «Onderzoek beheersingsmaatregelen SAP MATLOG» te zorgen voor betere borging van beheer en onderhoud van documentatie na de overdracht aan de staande organisatie?

Welke maatregelen worden genomen en op welke termijn, om er voor te zorgen dat de sturende documenten op elkaar aansluiten, herleidbaar zijn en op dezelfde manier worden beschreven? Wie zal hier verantwoordelijk voor zijn?

Kan worden gegarandeerd dat tijdig wordt gezorgd voor volledigheid van de gegevens inzake de documentatie van BAM en PVA voor de feitelijke configuratie van het systeem? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet en wat zijn hier mogelijk de gevolgen van?

Ten aanzien van de documentatie, waaronder die voor BAM (Bevoorrading en Administratief Materieelbeheer) en PVA (Projecten Verwerving en Afstoting), is het programma SPEER bezig met een inhaalslag om de kwaliteit te verbeteren. De inspanningen hebben duidelijk resultaat. De inhaalslag is erop gericht de documentatie te laten voldoen aan de kwaliteitsnormen ten aanzien van onder andere het procesontwerp, het gegevensontwerp, het autorisatieontwerp, het testontwerp en de werkinstructies voor de gebruikers. Het is een verantwoordelijkheid van het programma SPEER dat de documentaties van deze deelontwerpen op elkaar aansluiten, herleidbaar zijn en consistent zijn geschreven. Hiervoor maakt het programma gebruik van speciaal daarvoor bestemde software. Het belang is groot omdat goede documentatie bijdraagt tot een beheerste invoering van SAP in de organisatie.

De aansluiting tussen ontwerp en realisatie van het SAP-systeem en de waarborging daarvan worden bewerkstelligd door de inzet van Voortbrengingsteams (VBT). Alle nieuwe functionaliteiten die worden gerealiseerd, zijn toebedeeld aan een VBT. In een VBT zijn verscheidene disciplines en deskundigheden vertegenwoordigd en ook de beleidsverantwoordelijken maken er deel van uit. Een VBT is dan ook goed toegerust om te bewaken dat de nieuwe functionaliteit in SAP ook overeenstemt met het ontwerp. Daarnaast is besloten tot de ontwikkeling van scenario’s voor de bedrijfsvoering waarin op heldere wijze wordt beschreven hoe SAP de bedrijfsvoeringsprocessen ondersteunt. Deze scenario’s zullen houvast en richting bieden bij het dagelijks gebruik van SAP.

De bevindingen van de ADD zijn voor een groot deel te herleiden tot een onjuist of niet tijdig gebruik van de middelen om de documentatie te ontwikkelen, te actualiseren dan wel te wijzigen. Zo kan bijvoorbeeld in een testfase blijken dat zowel het ontwerp als het gebouwde systeem aangepast moet worden om de bedrijfsvoering optimaal te kunnen ondersteunen. Als in een dergelijk geval de wijziging van de ontwerpdocumentatie pas wordt doorgevoerd na de aanpassing van het gebouwde systeem in plaats van gelijktijdig, stemmen de documentatie en het systeem tijdelijk niet met elkaar overeen. Dit is ongewenst en in voorkomend geval wordt dit zo snel mogelijk opgelost.

10

Hoeveel van de meer dan twintig grote legacy systemen zijn inmiddels uitgefaseerd? Wordt de doelstelling om ze allemaal aan het eind van het project SPEER uit te faseren nog steeds gehaald?

Tot nu toe is alleen het financiële legacy systeem GVKKA uitgefaseerd. Legacy systemen in het materieellogistieke functiegebied blijven in gebruik tot het einde van het programma SPEER. Dit is het gevolg van de stapsgewijze invoering van SAP waarbij de oude informatiesystemen pas worden uitgeschakeld als alle eindgebruikers het nieuwe systeem kunnen gebruiken. Volgens de huidige planning zal de migratie van de luchtgebonden en de landgebonden eenheden in 2014 worden voltooid. Bij de maritieme eenheden zal dat eind 2013 zijn.

11, 12 en 31

Kunt u inzichtelijk maken hoe groot het deel overlap is tussen de opbrengsten van SPEER en de besparingsmogelijkheden die in de beleidsbrief zijn vastgesteld, en in welke kamerbrief dit bedrag is terug te vinden? Zo nee, waarom niet?

Kan worden geconcludeerd dat de geraamde opbrengsten worden gerealiseerd? Zo niet, wat zijn dan de opbrengsten?

Kan de Kamer een toelichting ontvangen op het jaarlijks verloop van de afname van het aantal fte's voor het programma SPEER, te beginnen met de oorspronkelijk inboeking van 1 063 fte's? Hoeveel fte's zijn er uiteindelijk bezuinigd op het programma SPEER?

De overlap tussen de besparingen uit de beleidsbrief en de besparingen van SPEER bedraagt meer dan 300 vte’n, zoals toegelicht in de brief van 22 november 2011 (Kamerstuk 27 830, nr. 97). De defensieonderdelen zijn gecompenseerd voor deze overlap met bedragen die optellen tot € 11,5 miljoen in 2015 en € 16,3 miljoen per jaar vanaf 2016.

De geraamde opbrengsten worden gerealiseerd door de inboeking daarvan in de begroting. Na de beleidsbrief lopen de opbrengsten van verschillende veranderprocessen in elkaar over. Een deel van de opbrengsten van SPEER zal samenvallen met de besparingen van de beleidsbrief. De defensieorganisatie zal de komende jaren in omvang, samenstelling en besturing ingrijpend veranderen en daarmee wijzigt de oorspronkelijke grondslag voor de berekening van de opbrengsten. Ook de implementatie van de numerus fixus speelt hierin een grote rol. Hierdoor kunnen de effecten van de beleidsbrief niet los gezien worden van de opbrengsten van SPEER en is het niet mogelijk een verband te leggen tussen de afzonderlijke maatregelen van de beleidsbrief en de implementatie van SAP. Alleen het totale effect van alle maatregelen kan per defensieonderdeel worden vastgesteld nadat de reorganisaties zijn voltooid.

Tabel 1 geeft een overzicht van het verloop van de afname van de verwachte opbrengsten in vte’n sinds het begin van SPEER.

Tabel 1 – Overzicht van het verloop van de afname van de verwachte opbrengsten in vte'n sinds het begin van het programma SPEER (opbrengsten in vte’n)
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Initiële business case (2003)

80

371

824

1 030

1 030

1 030

1 030

1 030

1 030

1 030

Eerste herijking (2007)

     

53

240

534

668

668

668

668

Tweede herijking (2010)

             

550

580

610

13

Zal er een defensiebreed normenkader MATLOG worden opgesteld? Zo ja: per wanneer, wie gaat dit doen en wie wordt verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de normen? Zo nee, waarom niet?

Ja. Juist om het defensiebrede normenkader tot een sterk instrument te maken, heeft Defensie bij het configureren van SAP geen lokale inrichtingsvarianten toegestaan. De DMO is inmiddels begonnen met de ontwikkeling van het normenkader maar deze taak kan in de reorganisaties van de beleidbrief nog worden herbelegd. Naast de waarborgen die SAP bevat op het gebied van normen zal het toezicht op de naleving ervan op verschillende niveaus plaatshebben:

  • zelfcontrole door de gebruikers;

  • interne controle door de lijnchef binnen de desbetreffende eenheid;

  • aanvullende controles door organisaties buiten de desbetreffende eenheid en door monitoring door de beleidsverantwoordelijken;

  • defensiebrede controles door de ADD;

  • onderzoeken van de Algemene Rekenkamer.

15

Voor de prognose van 2014 staat € 1,2 miljoen geraamd. In de begroting staat op pagina 77 echter € 1,4 miljoen geraamd. Hoe is dit verschil mogelijk?

De halfjaarlijkse voortgangsrapportages van SPEER geven inzicht in de tot dan toe gerealiseerde uitgaven en de verwachte uitgaven tot het einde van het programma. De raming van de verwachte uitgaven berust op actuele inzichten van de programmaleiding. De meerjarige begroting van het programma SPEER wordt samen met de begrotingen van andere projecten met een ICT-component ingepast in de defensiebegroting. Hierdoor kan de meerjarige verdeling in de begroting afwijken van die in de voortgangsrapportages. Maatgevend is het totale taakstellende programmabudget en dat verandert niet.

17

Is er bij de initiële begroting voor het programma SPEER rekening gehouden met het feit dat het nieuwe informatiesysteem naast het oude informatiesysteem zou lopen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe hoog zijn deze kosten geraamd bij de eerste begroting voor het programma SPEER?

Nee. In het begin van SPEER is wel gedacht dat de bestaande informatiesystemen nog enige tijd zouden worden gebruikt naast het in gebruik genomen SAP-systeem maar er bestond op dat moment onvoldoende inzicht in de financiële consequenties. Dat inzicht groeide in 2007 bij de vaststelling van de migratiestrategie. Vanaf 2009 zijn die financiële consequenties in de begroting verwerkt.

19

Bij speer zijn 389 defensiemedewerkers betrokken. Deze worden niet betaald met geld van het projectbudget. Kunt u vanaf de herijking in 2008 in een overzicht per jaar laten zien hoeveel defensiemedewerkers betrokken zijn geweest bij SPEER en hoeveel zij per jaar hebben gekost?

Zoals ook in het antwoord op vraag 51 naar aanleiding van de voortgangsrapportage van 13 april jl. is toegelicht (Kamerstuk 31 460 nr. 20), rekent Defensie interne personeelskosten van defensiemedewerkers niet toe aan investeringsprojecten. Wel kan met behulp van middensommen een schatting worden gemaakt. De volgende tabel geeft inzicht in het aantal betrokken defensiemedewerkers in de jaren 2008 tot en met 2011 en de bijbehorende personeelskosten. Bij de tabel horen de kanttekeningen dat het aantal defensiemedewerkers fluctueert en dat niet alle medewerkers voltijds worden ingezet. De genoemde aantallen zijn daarom een gemiddelde op jaarbasis.

 

2008

2009

2010

2011

Betrokken defensiemedewerkers

190

260

320

390

Personele lasten (in € miljoen)

9,5

13,0

16,0

19,5

20 en 21

Welke onderdelen van het SPEER programma worden onder IVENT geplaatst, en welke onderdelen worden niet onder IVENT geplaatst? Waarom is er gekozen voor deze indeling van het programma?

Waarom is er van afgezien het programma SPEER onder te brengen bij IVENT? Wat zijn hier de (financiële) gevolgen van?

Er zullen geen delen van SPEER onder het huidige IVENT gaan vallen. In de beleidsbrief is toegelicht dat een Joint IV Commando (JIVC) wordt opgericht waarin de Bedrijfsgroep IVENT van het Commando DienstenCentra (CDC) en het ressort C4I van de DMO opgaan. Het JIVC gaat alle IV- en ICT-uitvoeringsorganisaties aansturen met uitzondering van het huidige programma SPEER.

Omdat SPEER vooral de bedrijfsvoering betreft, is er voor gekozen SPEER niet bij de ICT-dienstverlener IVENT onder te brengen. Een ICT-dienstverlener is immers niet toegerust om defensiebrede veranderingen in de bedrijfsvoering tot stand te brengen. Het programma SPEER is daarom als afzonderlijke en tijdelijke organisatie ingericht. Nu de verandering in de bedrijfsvoering door SPEER allengs beklijft, kan de staande defensieorganisatie het beheer en de beoogde doorontwikkeling van SAP na afloop van SPEER weer voor haar rekening nemen. De taken die SPEER nu op het gebied van bedrijfsvoering vervult, worden dan overgenomen door de toekomstige Hoofddirectie Bedrijfsvoering (HDBV) en de IV-taken van SPEER zullen worden overgenomen door het JIVC. Het besluit om de tijdelijke programmaorganisatie SPEER niet onder te brengen bij IVENT heeft geen financiële gevolgen.

22 en 23

Hoe hoog zijn de kosten voor externe inhuur van personeel ten behoeve van het project SPEER? Welk aandeel is dit van het totaal van de uitgaven aan externe inhuur voor het jaar 2011 (te weten € 100,4 miljoen)?

Kunt u een overzicht geven van de onderverdeling van de verwachte uitgaven aan externe inhuur (€ 100,4 miljoen) over de verschillende defensieonderdelen en het programma SPEER?

De uitgaven voor externe inhuur ten behoeve van het programma SPEER bedragen in 2011 naar verwachting € 0,462 miljoen. Het betreft specifieke en tijdelijke werkzaamheden die niet door de programmaorganisatie of de SPEER-partners kunnen worden gedaan. De uitgaven vallen in de categorieën «advisering van opdrachtgevers van automatiseringsvraagstukken» (€ 0,354 miljoen) en «accountancy, financiën en administratieve organisatie» (€ 0,108 miljoen).

In het volgende overzicht zijn de totale verwachte uitgaven (€ 100,4 miljoen) in 2011 van Defensie voor externe inhuur van personeel verdeeld per defensieonderdeel en het programma SPEER.

Bedragen in € miljoen

CZSK

CLAS

CLSK

KMAR

DMO

CDC

BS

SPEER

Totaal

1,0

2,8

3,1

1,5

38,0

47,7

5,8

0,5

100,4

24

Welk bedrag is in 2012 gemoeid met de inhuur van 80 medewerkers voor het programma SPEER?

Het aantal externe medewerkers bedraagt op dit moment 80. Deze inzet betreft uitbesteed werk en geen externe inhuur. De kosten daarvan veranderen in de loop van de tijd, afhankelijk van de voortgang van de projecten en de benodigde deskundigheid. Het is nog niet bekend hoeveel externe medewerkers in 2012 bij het programma zullen zijn betrokken, maar de totale kosten van dit uitbestede werk in 2012 worden nu geschat op € 20,5 miljoen.

25

Kan de Kamer een overzicht ontvangen van het verloop van de relatie en verhouding tussen SPEER en IVENT, onder andere ten aanzien van de werkverdeling en de personele uitwisseling, voor de jaren 2009, 2010 en 2011?

Het programma SPEER zich richt op de voortbrenging van nieuwe functionaliteiten en IVENT op het beheer daarvan. Sinds eind 2009 worden het ontwerp, de bouw en het beheer uitgevoerd in het gezamenlijk werkverband OBBS (Ontwerp Bouw Beheer in Samenwerking). Daarmee zijn de kennis en de capaciteiten gebundeld en kunnen deze bij de beëindiging van het programma SPEER in samenhang worden overgedragen aan de staande organisatie.

26

Er wordt een extra inspanning geleverd om de stabiliteit van de kernel te verbeteren, om de documentatie aan de normen te laten voldoen en om de beproevingen te standaardiseren. Is er sprake van instabiliteit van de kernel en documentatie die niet aan de normen voldoen? Worden er hier extra kosten gemaakt?

De kernel wordt steeds verder vervolmaakt naarmate de bouw ervan vordert. De kwaliteit van de ontwerpdocumentatie is daarbij een belangrijke voorwaarde en om die reden is daarvoor binnen SPEER meer capaciteit vrijgemaakt. Dit heeft niet geleid tot een extra budgetbehoefte maar wel tot enkele verdringingseffecten in de planning. Zo is tijdelijk een deel van de capaciteit voor de verwerking van wijzigingsvoorstellen ingezet om de kwaliteit van de ontwerpdocumentatie te verbeteren.

27

Moet SAP worden aangepast zodra er nieuw materieel wordt aangeschaft, of kan dit meteen worden geïmplementeerd in het systeem? Hoeveel kosten zijn er gemoeid bij een eventuele aanpassing van SAP?

Nieuw aangeschaft materieel vergt geen aanpassing van SAP. Wel dienen de bijbehorende gegevens geschikt gemaakt en gevalideerd te worden voor gebruik in SAP.

28 en 29

Kan voor de verschillende «Projecten in uitvoering» inzichtelijk worden gemaakt (per project) waar op een schaal van 1 tot 10 betreffende gereedheid, waarbij 1 «gestart» betekent, en 10 «voltooid», deze projecten zich bevinden?

Kan voor de verschillende «Projecten in uitvoering» per project inzichtelijk worden gemaakt wat het verwachte uiteindelijke uitgegeven budget zal zijn?

De bedoelde «Projecten in uitvoering» bestaan uit verschillende deelprojecten. Zowel bij de drie migratieprojecten (maritiem, grondgebonden en luchtgebonden) als bij het project Detailontwerp en bouw wordt de voortgang van de deelprojecten per fase gevolgd en bestuurd. De gereedheid wordt daarbij op meerdere aspecten beoordeeld. Deze aspecten zijn niet samen te vatten in een schaal van 1 tot 10.

De budgetten van de projecten in uitvoering zijn taakstellend tot het einde van het programma. Er is op dit moment geen aanleiding te veronderstellen dat deze projectbudgetten zullen worden overschreden. De verwachte uiteindelijke uitgaven zijn dan ook zoals weergegeven in de onderstaande tabel.

Bedragen in € miljoen

Deelproject

Budget

Detailontwerp en bouw

77,1

Maritieme migratie

15,1

Grondgebonden migratie

33,6

Luchtgebonden migratie

12,2

Opleiding en training

3,7

30

Wat wordt er bedoeld dat vanwege de noodzakelijke migratievoortgang het niet geheel gelukt is om de gewenste datakwaliteit te bereiken? Wat zijn de gevolgen hiervan en wat wordt hieraan gedaan?

De integriteit en de kwaliteit van de gegevens in SAP zijn van groot belang. Bij de overgang naar SAP moeten de uit de oude systemen afkomstige gegevens worden geschoond. In 2010 bleek dat de daarbij gebruikte migratiemethode vertraging zou veroorzaken in de voortgang van de migratieprojecten. Dit had te maken met de grote hoeveelheid artikelgegevens en het te lage tempo waarin kennis en ervaring op het gebied van deze dataschoning werden opgebouwd. Als gevolg daarvan is de in 2010 gewenste datakwaliteit niet bereikt. Daarop is besloten dit tijdelijk te accepteren, maar tevens ervoor te zorgen dat de stapsgewijze schoning van data een vast onderdeel werd van de migratie. Zo is voorkomen dat de voortgang van het programma verder negatief wordt beïnvloed. Ook is de benodigde capaciteit voor en de kennisontwikkeling bij dataschoning in evenwicht gebracht met de capaciteit van het programma SPEER en die van de staande organisatie.

32

Kan per uitgevoerd onderzoek van de ADD aangeven worden welke aanbevelingen worden overgenomen, en op welke wijze de aanbevelingen zullen worden betrokken bij de doorontwikkeling van het nieuwe informatiesysteem en het beheer daarvan?

Ten aanzien van het onderzoek naar de autorisaties MATLOG verwijs ik naar het antwoord op vraag 3 en het antwoord op de vragen 7, 9 en 18. Ten aanzien van het onderzoek naar de beheersingsmaatregelen SAP MATLOG verwijs ik naar het antwoord op de vragen 8, 14 en 16. Ten aanzien van het onderzoek naar de Gegevensbeheerorganisatie verwijs ik naar het antwoord op vraag 30. Bij het onderzoek naar maatwerk SAP M&F heeft de ADD de opzet en het bestaan van de beheersingsmaatregelen als toereikend beoordeeld.

33

Wat is de huidige capaciteit van de Auditdienst binnen het ministerie van Defensie? Wat is de benodigde capaciteit van de Auditdienst binnen Defensie?

De huidige capaciteit van de Auditdienst Defensie bedraagt 72 vte’n. De benodigde capaciteit is afhankelijk van de onderzoeken die zijn opgenomen in het Auditjaarplan, de wettelijke controletaak, de vraaggestuurde audits en de tussentijds geformuleerde onderzoeksvragen. In het kader van de reorganisatie is Defensie gekomen tot een andere uitvoering van de auditfunctie. Hierbij ligt de nadruk op de centralisatie van de auditcapaciteit en een vereenvoudiging en vermindering van de regelgeving en controleactiviteiten. Daardoor is een toereikende kwaliteit van de audits gewaarborgd.

34

Zijn er voldoende SPEER deskundigen werkzaam bij Defensie die weten hoe het programma werkt en technische ondersteuning kunnen bieden indien nodig?

Er zijn binnen het programma SPEER voldoende SAP-deskundigen. Buiten het programma SPEER, dat wil zeggen in de staande organisatie, is de kennisopbouw van SAP een aandachtspunt. Met grote voorrang wordt dan ook het OTCLOG, het centrale opleidings- en trainingscommando van Defensie, gevuld met trainers. Daarnaast wordt gewerkt aan de verdere opbouw van kennis binnen de beheersorganisatie IVENT. Ten slotte zal de deskundigheid in het gebruik en beheer van SPEER toenemen door de invoering van het zogenoemde «processenmanagement» dat erop is gericht bedrijfsprocessen eenduidig vast te leggen voor alle medewerkers.

Een rijksbreed ERP-expertisecentrum zou daarnaast de loopbaanperspectieven van medewerkers kunnen verbeteren en het opleidingsrendement vergroten waardoor de afhankelijkheid van externen verder afneemt. Het departement van V&J coördineert nu de initiatieven waaraan ook BZK en Defensie bijdragen.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Beek, W.I.I. van (VVD), Voorzitter, Timmermans, F.C.G.M. (PvdA), Bommel, H. van (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Miltenburg, A. van (VVD), Eijsink, A.M.C. (PvdA), Knops, R.W. (CDA), Brinkman, H. (PVV), Peters, M. (GL), Broeke, J.H. ten (VVD), Voordewind, J.S. (CU), Jacobi, L. (PvdA), Dijk, J.J. van (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Rouwe, S. de (CDA), ondervoorzitter, Monasch, J.S. (PvdA), El Fassed, A. (GL), Holtackers, M.P.M. (CDA), Bosman, A. (VVD), Berndsen, M.A. (D66), Hachchi, W. (D66), Hernandez, M.M. (PVV) en Kortenoeven, W.R.F. (PVV).

Plv. leden: Taverne, J. (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Raak, A.A.G.M. van (SP), Dijkgraaf, E. (SGP), Dijkhoff, K.H.D.M. (VVD), Wolbert, A.G. (PvdA), Ferrier, K.G. (CDA), Helder, L.M.J.S. (PVV), Braakhuis, B.A.M. (GL), Caluwé, I.S.H. de (VVD), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Samsom, D.M. (PvdA), Irrgang, E. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Ormel, H.J. (CDA), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Grashoff, H.J. (GL), Haverkamp, M.C. (CDA), Hennis-Plasschaert, J.A. (VVD), Schouw, A.G. (D66), Pechtold, A. (D66), Roon, R. de (PVV) en Bontes, L. (PVV).

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
3

De directeur van de Defensie Materieel Organisatie, de Commandant der Strijdkrachten en de Hoofddirecteur Financiën en Control.

Naar boven