31 371 Kredietcrisis

Nr. 369 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2012

Uw Kamer is toegezegd elk half jaar een rapportage te ontvangen over de benutting van het financieringsinstrumentarium van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Hierbij stuur ik u de cijfers over het tweede halfjaar van 2011.1

Daarnaast bericht ik u over de stand van zaken omtrent de vraag naar meer gedetailleerde informatievoorziening van de kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf (MKB), ingevolge de moties Ziengs en Verhoeven2 en Van Bemmel c.s.3.

Tot slot bied ik u bij deze het tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van november 2011 aangekondigde artikel aan van prof. Duffhues, in samenwerking met dhr. Camdzic, van de Universiteit Tilburg naar kenmerken van kredietunies.1

Overzicht benutting financieringsinstrumentarium

De belangrijkste financieringsinstrumenten van EL&I zijn de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) voor het MKB en de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) voor het MKB en grotere bedrijven.

Borgstelling MKB-kredieten

De benutting van de BMKB in 2011 is de hoogste ooit: € 909 mln. Het medio 2011 tot € 1 mrd. opgehoogde jaarbudget voor borgstellingskredieten is daarmee voor 91% benut. De benutting in het tweede half jaar van 2011 ligt in de buurt van de benutting in het eerste half jaar: € 431 mln. in de tweede helft tegen € 478 mln. in de eerste.

Het kabinet zal tijdens de komende Voorjaarsbesluitvorming een beslissing nemen over het op peil houden van het BMKB budget in de jaren 2012 en 2013, eventueel met steun van het European Investment Fund (EIF). Hierbij is het van belang dat de BMKB tot een stimulans leidt voor de kredietverlening aan het MKB, bij een voor de Staat beheersbaar en acceptabel risico. Uw Kamer wordt hierover eind april geïnformeerd.

Benutting BMKB

 

2008 t/m 31/12

2009 t/m 30/6

2009 t/m 31/12

2010 t/m 30/6

2010 t/m 31/12

2011 t/m 30/6

2011 t/m 31/12

Gepubliceerd budget, in mln €

730

745

745

765

805

765

1 000

Benutting, in mln €

601

232

556

328

742

478

909

Totaal aantal

2 915

1 034

2 442

1 657

3 701

2 234

4 325

Verruimingen1, in mln €

11

67

175

90

348

236

446

Verruimingen, aantallen

39

 

534

314

1 917

1 206

2 306

X Noot
1

Dit betreft de verruimingen in de regeling in 2008 en 2010 in het kader van de crisisbestrijding, te weten: startersluik naar € 200 000, max. fte naar 250, max. garantie naar € 1,5 mln., openstelling startersluik voor gevestigden tot € 200 000.

Garantie Ondernemingsfinanciering

De lagere benutting van de GO in het eerste half jaar van 2011 ten opzichte van 2010 heeft zich in het tweede half jaar voortgezet: over het gehele jaar is € 255 mln. gefiatteerd, tegen € 528 mln. in 2010. Voor de Garantie Ondernemingsfinanciering Cure ten behoeve van Bouwfinanciering voor de curatieve sector is een bedrag van € 4,9 miljoen aan garanties gefiatteerd.

De banken hebben in 2011 minder voorstellen onder de GO aangemeld. Gezien het gebruik in 2011 echter voorziet de regeling nog steeds in een behoefte. De omvang van het gebruik in 2012 zal van meerdere facoren afhangen, zoals de investeringsbereidsheid van bedrijven, de ontwikkeling van de economie en de risicobereidheid van de banken.

Het Kabinet zal dan ook over voortzetting van de GO na 2012 tijdens de Voorjaarsbesluitvorming eveneens een beslissing nemen, en uw Kamer eind april informeren.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

 

2009 t/m 30/6

2009 t/m 31/12

2010 t/m 30/6

2010 t/m 31/12

2011 t/m 30/6

2011 t/m 31/12

Gepubliceerd budget, in mln €

1500

1259

Fiatteringen, actueel na annulering/terugname in mln €1

25,9

197

358,4

528,0

177,8

255,2

Verstrekte garanties in mln €

1,0

58

181,2

413,3

193,5

261,4

X Noot
1

De overheid staat garant voor 50%, dus de leningsbedragen zijn het dubbele hiervan.

Overige instrumenten

In bijlage 1 zijn de benuttingscijfers opgenomen van de kleinere bedrijfsfinancieringinstrumenten: de Groeifaciliteit, de SEED-faciliteit, de Faciliteit Opkomende Markten (FOM), en de Microkredieten. Verder zijn opgenomen de instrumenten die aan bedrijfsfinanciering verwant zijn (de Exportkredietverzekering (EKV) en de Innovatiekredieten). Bijlage 2 bevat de benutting van de Garantstelling Landbouw, de Garantstelling Landbouw Plus, en de Garantstelling Werkkapitaal.

Groeifaciliteit

De benutting van de Groeifaciliteit is over het gehele jaar uitgekomen op € 11,6 mln. tegenover € 24,8 mln. in 2010. De lagere benutting heeft een sterke relatie met de lagere activiteit op de markt voor overnames in 2011. Op dit moment vindt een evaluatie van de regeling plaats. Over de voortzetting van de regeling zal het Kabinet in het voorjaar een beslissing nemen en uw Kamer eind april informeren.

Innovatiekrediet

Het Innovatiekrediet kent in 2011 een volledige benutting van de beschikbare budgetten. Voor technische ontwikkelingsprojecten is een budget toegezegd van € 32,0 mln. voor 23 projecten. Voor klinische ontwikkelingsprojecten is een budget toegezegd van € 15,5 mln. voor 15 projecten. Totale benutting komt daarmee op € 47,5 mln.

Garantstelling Landbouw

De stijgende lijn die in het eerste half jaar van 2011 is ingezet is in het tweede half jaar in afgevlakte vorm voortgezet. Het beschikbare garantiebudget is bijna volledig benut. De benutting over het gehele jaar ligt iets hoger dan in 2010. Er is in 2011 € 40,6 mln. toegekend, tegenover € 36,5 mln. in 2010.

Garantstelling Landbouw Plus

De benutting van de Garantstelling Landbouw Plus is het afgelopen jaar verder toegenomen. Het toegekende bedrag ligt met € 23,5 mln. bijna drie maal zo hoog als in 2010. Toch blijft de benutting achter bij de benutting van de Garantstelling Landbouw. De oorzaken hiervan zijn divers, maar met name de verscherpte eisen aan de Groen Labelkas en de nasleep van de EHEC crisis zijn van invloed.

Garantstelling Werkkapitaal

De Garanstelling Werkkapitaal is per 31 maart 2011 gesloten. Deze regeling vond zijn Europese juridische basis in het Tijdelijk kader Economische crisis. Met het vervallen van dit kader is de regeling beëindigd.

Informatievoorziening kredietverlening MKB

De ministeries van EL&I en Financiën, De Nederlandsche Bank, de Nederlandse Vereniging van Banken, de drie grootbanken en MKB Nederland hebben in december 2011 besproken hoe de moties Ziengs en Verhoeven en Van Bemmel c.s. uitgevoerd kunnen worden ten aanzien van het aanleveren van cijfers over de kredietverlening aan het MKB. Alle partijen zien het belang in van een beter inzicht in de cijfers over MKB kredietverlening en willen daaraan meewerken. De volgende afspraken zijn gemaakt.

Op korte termijn zullen de kredieten aan MKB bedrijven ten opzichte van het 3e kwartaal 2008 zoals die in het rapport van de Taskforce Hermans4 stonden, geactualiseerd worden. Daaraan zullen zo mogelijk de cijfers inzake rekening courant voor het MKB toegevoegd worden. Daarnaast zal duidelijk gedefinieerd worden wat de cijfers inhouden en zal een gezamenlijke conclusie getrokken worden hoe de cijfers geïnterpreteerd kunnen worden.

Parallel zal een werkgroep van DNB, banken en het ministerie van EL&I rapporteren hoe op basis van de bestaande of eventueel aangepaste informatiestromen van banken naar DNB op structurele basis meer gedetailleerde cijfers over MKB kredietverlening beschikbaar gemaakt kunnen worden.

De Nederlandse Vereniging van Banken verwacht in maart de actualisatie van de kredietverlening aan het MKB ten opzichte van het 3e kwartaal 2008 te kunnen verstrekken. U ontvangt hierover bericht. De rapportage van de werkgroep zal later dit jaar beschikbaar zijn.

Artikel over kredietunies

Tijdens de behandeling van de begroting van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op 2 en 3 november 2011 heb ik toegezegd u te zullen informeren over de literatuurstudie van Prof. Duffhues inzake kredietunies.

Bijgaand treft u het artikel aan dat Prof. Duffhues en de heer Camdzic aan de hand van een literatuurstudie over kredietunies gemaakt hebben. In het artikel wordt aangegeven dat kredietunies in hun algemeenheid een nuttige functie zouden kunnen vervullen in de financiering van het MKB, waarbij met name ingegaan wordt op het dichten van de kloof die tussen kleine bedrijven en banken zou zijn ontstaan.

In het artikel wordt niet onderbouwd of kredietunies in de Nederlandse context haalbaar zijn. Het artikel adviseert onder meer om enkele pilots te ondersteunen om die haalbaarheid te onderzoeken. Dit is in lijn met de, tijdens de hiervoor genoemde begrotingsbespreking, ingediende motie Koppejan c.s.5, waarin gevraagd wordt om één of meerdere pilots op te starten waarbij private initiatieven, waaronder kredietunies, «gebruik kunnen maken van een garantiekapitaal van 25 mln., gereserveerd vanuit het BMKB-fonds». Er is eveneens een overeenkomstig amendement Koppejan6 c.s. aangenomen. Deze pilots dienen te voldoen aan de volgende criteria die ik tijdens de begrotingsbehandeling formuleerde.

Ten eerste dient het toepassen van de bestaande maatregelen voor nieuwe initiatieven minstens een even groot positief effect te hebben op de bedrijfsfinanciering als voor de bestaande gebruikers.

Ten tweede dienen de kosten van het gebruik van de garantieregeling door nieuwe toetreders niet substantieel hoger te zijn dan de huidige praktijk.

Ik zal u eind april informeren of het op korte termijn mogelijk is om zinvolle pilots binnen de genoemde randvoorwaarden te ondersteunen.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
4

Eindrapport Taskforce Kredietverlening, december 2010.

X Noot
6

33 000-XIII nr. 10, voorheen nr. 7.

Naar boven