31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 397 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2014

Op 10 en 24 april jl. heb ik met uw Kamer overleg gevoerd over de accreditatie van de opleidingen Commerciële Economie (CE) en Media en Entertainment Management (MEM) van Inholland (Kamerstuk 31 288, nr. 394 en Handelingen II 2013/14, nr. 80, item 3). Tijdens deze overleggen heeft uw Kamer zorgen geuit over de begeleiding van de studenten die langstudeerder zijn. Naar aanleiding daarvan heb ik uw Kamer met mijn brief van 22 april 2014 meegedeeld dat ik Inholland heb verzocht vervolgstappen te nemen met betrekking tot de begeleiding van en afstudeersteun voor studenten die langstudeerders zijn.1 Ik heb daarover de volgende afspraken gemaakt:

  • 1. Inholland maakt op geaggregeerd niveau een analyse van de afwegingen en oordelen van het onafhankelijk panel dat heeft geadviseerd over de toekenning van afstudeersteun. Daarbij wordt inzicht gegeven in de hoogte van de toegekende afstudeersteun en of deze is bedoeld als compensatie voor studiefinanciering en/of collegegeld. Tevens wordt gekeken naar de vooropleiding van de studenten en wordt nagegaan waarom aanvragen van studenten niet in aanmerking zijn gekomen voor afstudeersteun.

  • 2. Inholland benadert nogmaals de studenten van de opleidingen CE en MEM die langstudeerder zijn voor afstudeersteun en begeleidingsmogelijkheden;

  • 3. Inholland gaat in gesprek met studenten waarvan de aanvraag voor afstudeersteun is afgewezen.

Met deze brief informeer ik u over de stappen die Inholland heeft gezet naar aanleiding van bovenstaande afspraken.

1. Analyse van de afgewezen aanvragen

Ik heb uw Kamer eerder – in het debat op 10 april jl. en in het verslag van een schriftelijk overleg inzake de beleidsreactie op het advies van de NVAO over de accreditatie van de opleidingen CE en MEM – gemeld dat Inholland in het najaar van 2013 585 langstudeerders van betreffende opleidingen heeft aangeschreven om hen te wijzen op de mogelijkheden voor afstudeersteun.2 Om in aanmerking te komen voor afstudeersteun moet de student aan een aantal voorwaarden voldoen: in het collegejaar 2012–2013 voor het vijfde jaar of langer ingeschreven staan bij de opleiding CE en MEM, een actieve deelnemer zijn aan het afstudeerproces en gebruikmaken van de begeleidingsmogelijkheden. Het panel heeft 79 aanvragen ontvangen waarvan het 52 aanvragen heeft toegekend en 23 aanvragen afgewezen.3

Het panel heeft bij twijfel over de aanvraag in het voordeel van de student de aanvraag toegewezen. Uw Kamer heeft mij gevraagd een analyse te maken van de afwegingen en oordelen van het onafhankelijk panel dat heeft geadviseerd over de toekenning van afstudeersteun. Voor de afgewezen aanvragen geldt dat in alle 23 gevallen het panel van mening was dat de studievertraging niet het gevolg was van tekortkomingen van de opleidingen in de afstudeerfase. De afwijzingsgronden waren divers: persoonlijke omstandigheden, zoals fysieke en/of psychische problemen en/of familieomstandigheden. Daar waar sprake was van persoonlijke omstandigheden heeft het panel na behandeling van de aanvragen de studenten doorverwezen naar het decanaat, dat hen heeft gewezen op de reguliere procedure van het profileringsfonds, waarop betreffende studenten een beroep kunnen doen. Naast omstandigheden in de persoonlijke sfeer, waren drie studenten van mening dat ze meer begeleiding hadden moeten krijgen. Bij de overige studenten was sprake van een samenloop van omstandigheden, bijvoorbeeld onvoldoende specifieke motivering van de aanvraag en onvoldoende studie-inspanning van henzelf.

Inholland beoogt met de afstudeersteun de individuele student financieel in de gelegenheid te stellen in de voorliggende periode af te kunnen studeren. De afstudeersteun is volgens Inholland bedoeld als compensatie voor de studievertraging die studenten buiten hun eigen schuld om hebben opgelopen.

De duur van de toekenning van de afstudeersteun is gerelateerd aan het aantal studiepunten waarop de vertraging betrekking op heeft, in dit geval het afstudeertraject. Het afstudeertraject bestaat uit 30 studiepunten en op basis van 60 studiepunten per jaar betekent dit dat de afstudeersteun een duur van zes maanden behelst.

Inholland heeft de hoogte van de toekenning gebaseerd op die van de laatst ontvangen prestatiebeurs. De uitkeringen die Inholland tot nu toe aan deze groep studenten heeft verstrekt, variëren afhankelijk van de persoonlijke (leef)situatie van de student van 570 euro tot 5.730 euro. Het gemiddelde bedrag dat Inholland heeft uitgekeerd is 1.775 euro voor een periode van 6 maanden.

Vooropleiding van de student

Tijdens het overleg met uw Kamer op 10 april wilde u weten in hoeverre deze groep studenten een mbo-achtergrond heeft. Ik heb naar aanleiding daarvan Inholland verzocht om een analyse van de vooropleiding van deze studenten. Daaruit ontstaat het volgende beeld:

 

HAVO

MBO

VWO

OVERIG1

MEM

57%

28%

10%

5%

CE

48%

40%

7%

5%

X Noot
1

De overige studenten zijn toegelaten na een toelatingstoets en zijn van een andere HBO opleiding overgestapt.

Dit beeld wijkt niet wezenlijk af van de gewone samenstelling van de opleidingen.

2. Studenten nogmaals benaderen

Naar aanleiding van de overleggen van april jl. met uw Kamer heeft Inholland op mijn verzoek actieve langstudeerders bij CE en MEM nogmaals per brief en per e-mail benaderd. Inholland heeft deze studenten gewezen op de mogelijkheid een beroep te doen op de begeleidingsmogelijkheden en op de vereenvoudigde procedure voor het verkrijgen van afstudeersteun uit het profileringsfonds. Inholland heeft, nadat de overleggen met uw Kamer hebben plaatsgevonden, 419 studenten benaderd; 80 studenten hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Zeven van de tachtig aanvragen zijn ook bij deze ronde direct doorverwezen naar de studentendecaan, omdat hun studievertraging het gevolg was van persoonlijke omstandigheden en/of familieomstandigheden, en niet door toedoen van Inholland.

Een onafhankelijk panel, onder leiding van de heer P. Rullman (voormalig lid College van Bestuur Technische Universiteit Delft), buigt zich op dit moment over de 73 overige aanvragen en beoordeelt in hoeverre de studenten in voldoende mate aannemelijk kunnen maken dat de opgelopen vertraging is veroorzaakt door de opleiding. De studenten worden deze maand over hun aanvraag geïnformeerd.

3. Studenten van wie de aanvraag is afgewezen

Ik heb uw Kamer toegezegd dat ik Inholland zou vragen in gesprek te gaan met studenten van wie de aanvraag in het voorjaar van 2014 is afgewezen. Deze groep studenten, in totaal 23, heeft een schriftelijke toelichting gekregen op de reden van afwijzing. Daarnaast is haar ook de mogelijkheid geboden in een persoonlijk gesprek een nadere toelichting te krijgen en met de opleiding haar studiepad te bespreken. Hiervan heeft slechts één student gebruikgemaakt. Deze student heeft om een heroverweging van de aanvraag gevraagd. Het panel bespreekt dit verzoek tegelijktijdig met de behandeling van de nieuwe aanvragen. Deze maand worden de besluiten genomen. Twee studenten hebben, na afwijzing door het panel, een schriftelijk verzoek voor heroverweging ingediend bij het College van Bestuur van Inholland. Na ontvangst van aanvullende informatie van beide studenten heeft Inholland deze verzoeken toch gehonoreerd.

Maatregelen in de begeleiding

Inholland heeft, naar aanleiding van de overleggen in uw Kamer, maatregelen genomen om de begeleiding van studenten die vertraging hebben opgelopen door problemen die zich hebben voorgedaan bij de opleidingen nog verder te verbeteren. Zo hebben examinatoren in de afstudeercommissie van CE – ter ondersteuning van de studenten en begeleidend docenten – het document «Scriptiestructuur» opgesteld, waarmee aan de hand van negen bouwstenen houvast wordt geboden bij het doorlopen van het afstudeertraject. Langstudeerders die vastlopen in het schrijfproces van hun plan van aanpak of scriptie, kunnen nu gebruik maken van een intensief programma: de «focus course». Gedurende twee weken verplicht de student zich elke werkdag van 9 tot 5 uur op school aanwezig te zijn. Daar ontvangt hij «continue» begeleiding evenals een beoordeling van het plan van aanpak binnen twee dagen. Begin mei hebben ruim 40 studenten aan deze focus course deelgenomen, met als eindresultaat: zeer enthousiaste studenten en docenten. In juli 2014 staat een nieuwe focus course gepland en volgend studiejaar wordt die ten minste vier keer aangeboden. Sinds mei 2014 is de opleiding CE begonnen met een pilot met individuele coaching (op vrijwillige basis) van langstudeerders, gericht op hun motivatie en persoonlijke veerkracht. Voor MEM studenten die voor mei 2014 tweemaal gebruik hebben gemaakt van een inlevermogelijkheid voor de scriptie met beide keren een onvoldoende als resultaat, krijgen optioneel extra begeleiding: een combinatie van individuele consulten en groepsgewijze afstudeerkring bijeenkomsten gekoppeld aan een extra inlever moment eind juni. MEM blijft actieve studenten structureel begeleiden tot het moment van afstuderen. Dit heeft een positieve invloed op het slagingspercentage van de herkansingen.

Inholland heeft de gemaakte afspraken opgepakt en uitgevoerd. Inholland heeft laten zien de nodige inspanningen te leveren om studenten succesvol, en zonder aan de kwaliteit van de opleidingen te tornen, naar de eindstreep te brengen.

Uit de tussenrapportage die eind 2015 wordt opgeleverd, zal moeten blijken of de problemen die de studenten die langstudeerder zijn nu ervaren, inmiddels zijn opgelost. Zodra ik de rapportage heb ontvangen, zal ik uw Kamer nader informeren.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Kamerstuk 31 288, nr. 386.

X Noot
2

Kamerstuk 31 288, nr. 368.

X Noot
3

Voor de overige vier aanvragen geldt: één student heeft zijn/haar aanvraag ingetrokken, één student stond niet ingeschreven, twee studenten voldeden niet aan de voorwaarden.

Naar boven