31 265 Adoptie

Nr. 99 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2021

1. Aanleiding

Bij brief van 22 november 2021 heeft u mij gevraagd aan te geven wat de gevolgen zijn van het eventueel controversieel verklaren van mijn beleidsreactie op de rapporten van de Commissie van onafhankelijke deskundigen en van de ADR voor het onderzoek van de onafhankelijke commissie naar de geschiedenis van het hele systeem van binnenlandse afstand en adoptie (Kamerstuk 31 265, nr. 97), inclusief de rol die de overheid daarbij heeft gespeeld. Tevens heeft u mij verzocht te reageren op de brief van de Stichting De Nederlandse Afstandsmoeder en de Stichting Verleden in Zicht. In deze brief geef ik gevolg aan uw verzoek.

2. Gevolgen eventueel controversieel verklaren brief met beleidsreactie op de rapporten van de Commissie van onafhankelijke deskundigen inzake afstand en adoptie en van de ADR voor het onderzoek van de onafhankelijke commissie

In mijn brief van 9 november 2021 (Kamerstuk 31 265, nr. 97) heb ik benadrukt hoezeer alle betrokken partijen bij binnenlandse afstand en adoptie hechten aan een gedegen onderzoek naar de geschiedenis van binnenlandse afstand en adoptie. Dat is voor mij de reden geweest om niet alleen te besluiten om het «Verdiepend historisch onderzoek naar de impact van binnenlandse afstand en adoptie in de periode 1956–1984» te stoppen maar tevens te besluiten om een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen. Over de opdracht van deze onderzoekscommissie heb ik u het volgende gemeld: «De opdracht zal betrekking hebben op de beschrijving van de geschiedenis van het hele systeem van binnenlandse afstand en adoptie, inclusief de rol die de overheid daarbij heeft gespeeld». Mijn oogmerk is dat de onderzoekscommissie zo snel mogelijk met haar onderzoek kan starten om daarmee recht te doen aan de wens van belanghebbenden bij binnenlandse afstand en adoptie. Om dezelfde reden heb ik het WODC gevraagd om afspraken met het Verwey-Jonker Instituut te maken met betrekking tot het beschikbaar houden van onderzoekdata voor de in te stellen commissie.

Het controversieel verklaren van mijn brief met de beleidsreactie op de rapporten van de Commissie van onafhankelijke deskundigen inzake afstand en adoptie en van de ADR voor het onderzoek van de onafhankelijke commissie betekent dat instelling van de commissie niet kan plaatsvinden en het onderzoek vooralsnog niet kan starten.

3. Reactie op de brief van Stichting De Nederlandse Afstandsmoeder en de Stichting Verleden in Zicht

De Stichtingen De Nederlandse Afstandsmoeder (hierna: DNA) en Verleden in Zicht (hierna: ViZ) hebben uw Kamer een brief geschreven, waarin zij hun mening geven ten aanzien van de beleidsreactie op de rapporten van de Commissie van onafhankelijke deskundigen en van de ADR. Hieronder ga ik in op de punten die in de brief aan de orde zijn gesteld.

Fouten bij de inrichting van het Aanmeldpunt

Bij brieven van 5 juni 2020, 12 juni 2020 en 30 juni 2020 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 304; Kamerstuk 31 265, nrs. 70 en 72) heb ik u geïnformeerd over de fouten die zijn gemaakt bij de inrichting van het Aanmeldpunt en over de maatregelen die ik toen heb genomen. Met betrekking tot de vragen van DNA en ViZ over het Aanmeldpunt kan ik melden dat mij geen enkele aanwijzing bekend is dat de persoonsgegevens ergens anders terecht zijn gekomen dan bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Fiom of het Verwey-Jonker Instituut. Persoonsgegevens zijn noch bij Fiom, noch bij het Verwey-Jonker Instituut onbeveiligd bewaard en verwerkt. Ik heb u in mijn brief van 5 juni 2020 geïnformeerd dat persoonsgegevens bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid aanvankelijk onvoldoende veilig zijn bewaard. Toen dit duidelijk werd, zijn alle persoonsgegevens direct in een beveiligde omgeving gezet. Er is tenslotte geen sprake geweest van publicatie van een «samenvatting van verslagen» op een website van een derde.

Herstelprocedure

Het inrichten van een zorgvuldige procedure om alle persoonsgegevens te vernietigen en om aanmelders de gelegenheid te bieden kennis te nemen van hun aanmeldverslag is, ook nu ik besloten heb het lopende onderzoek te stoppen, een noodzakelijke maatregel om de fouten die bij de inrichting van het Aanmeldpunt zijn gemaakt te herstellen. De procedure is gebaseerd op verwerkersovereenkomsten en een uitvoerige verwerkingsinstructie. In deze procedure zijn Fiom en Verwey-Jonker Instituut de verwerkers en is het Ministerie van Justitie en Veiligheid de verwerkingsverantwoordelijke. Het ministerie is in deze procedure alleen verwerker waar het gaat om het vernietigen van persoonsgegevens die bij het ministerie op een beveiligde schijf zijn ondergebracht. De reden waarom deze gegevens nog niet zijn vernietigd, is het verzoek van uw Kamer om tot de afronding van de herstelmaatregelen geen onomkeerbare stappen te nemen. Bij de inrichting van deze procedure zijn alle aanbevelingen en opmerkingen van de ADR bij de verificatie- en correctieprocedure overgenomen. Bij het vaststellen van de procedure zijn alle functionarissen met een taak in de Wet AVG betrokken. Hun opmerkingen zijn verwerkt.

Het is juist dat de Commissie van onafhankelijke deskundigen kritische opmerkingen heeft gemaakt ten aanzien van de verificatie- en correctieprocedure. De Commissie van onafhankelijke deskundigen heeft echter haar oordeel gebaseerd op de oorspronkelijke opzet en niet op de beschrijving van de procedure waarin de aanbevelingen en opmerkingen van de ADR waren verwerkt.

Bovendien heeft de Commissie gereageerd op de verificatie en correctieprocedure die uitging van het voortzetten van het lopende onderzoek. De procedure die nu uitgevoerd zal worden is veel beknopter en gericht op het correct vernietigen van de persoonsgegevens en het desgewenst kennis kunnen nemen van die gegevens door de aanmelders.

Rol Fiom en Verwey-Jonker Instituut in de herstelprocedure

In mijn brief van 30 juni 2020, waarin ik de uitgangspunten voor de herstelmaatregelen heb toegelicht (Kamerstuk 31 265, nr. 72), heb ik aangegeven dat de herstelprocedure door Fiom en Verwey-Jonker Instituut wordt uitgevoerd, omdat alle aanmelders aan de medewerkers van Fiom en Verwey-Jonker Instituut mondelinge toestemming hebben gegeven voor de verwerking van hun persoonsgegevens.

Contacten met aanmelders

DNA en ViZ stellen dat ik in de beleidsreactie heb aangegeven dat aanmelders met emotionele problemen en trauma door het Ministerie van Justitie en Veiligheid opgevangen worden en verbinden daar vragen aan met betrekking tot onder andere opleiding van medewerkers en verwijzingen. Deze stelling is geen juiste interpretatie van mijn beleidsreactie. In de beleidsreactie staat dat ik zal zorgen voor goede contactmogelijkheden met medewerkers van mijn ministerie, zodat aanmelders vragen kunnen stellen, een toelichting kunnen krijgen en om hen een luisterend oor te bieden.

Verzoek om schadevergoeding

Tenslotte verwijzen DNA en ViZ naar hun verzoek voor schadevergoeding zoals ingediend namens Stichting VIZ en Stichting DNA op 27 september 2021. Dit verzoek is op dit moment in behandeling. Om die reden kan ik hier niet op ingaan.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven