Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2010
Naar aanleiding van het algemeen overleg van 3 december jl. (Kamerstuk 31 239, nr. 90) heeft uw Kamer een motie aangenomen, waarin wordt gevraagd om de SDE voor 2011 geschikt te maken voor biogashubs (31 239, nr. 83).
Een «biogashub» bestaat uit een aantal vergisters die ruw biogas produceren. Deze vergisters kunnen dit ruwe biogas via een
leiding aan een installatie leveren, die het ruwe biogas van meerdere vergisters opwerkt tot aardgaskwaliteit (groen gas)
en invoedt in het gasnet. In ondermeer Friesland en Groningen bestaan hiervoor plannen.
Zoals uiteengezet in mijn brief van 8 december (kamerstukken 31 239, nr. 85), is een wijziging nodig van het Besluit stimulering duurzame energieproductie (hierna: Besluit SDE) om deze beter geschikt
te maken voor biogashubs.
De definitie van «productie-installatie» in het huidige Besluit SDE staat namelijk niet toe dat verschillende vergisters
gebruik maken van gezamenlijke infrastructuur.
Als gevolg daarvan kan een aanvraag voor een biogashub volgens het huidige Besluit SDE alleen goedgekeurd worden als de hub,
inclusief alle vergisters, in één keer een aanvraag indient, als ware het één productie-installatie. Dat heeft als gevolg
dat alle vergisters:
De bestaande plannen voor biogashubs gaan echter uit van een ingroeimodel, waarbij gestart wordt met een aantal vergisters
en geleidelijk wordt uitgebreid. Daarnaast wil men verschillende typen vergisters aan kunnen sluiten op de hub.
De afgelopen tijd zijn in overleg met een aantal partijen die betrokken zijn bij plannen voor biogashubs, mogelijke aanpassingen
van het besluit in beeld gebracht. Hieronder zal ik de voorgenomen wijziging van het Besluit SDE kort inhoudelijk toelichten.
Ik bereid momenteel een wijziging van het Besluit SDE voor, waardoor iedere vergister die aangesloten wordt op een biogashub
een eigen subsidiebeschikking kan aanvragen. Daarvoor moet in het besluit worden toegestaan dat men gebruik maakt van gezamenlijke
infrastructuur (leidingen, opwerk- en invoedinstallatie) in plaats van een geheel eigen «productie-installatie». Deze oplossing
biedt flexibiliteit, omdat het mogelijk wordt gemaakt om verschillende typen vergisters een verschillend, passend, subsidiebedrag
toe te kennen. Daarnaast kan elke vergister op zijn eigen moment starten met produceren. Door de flexibele groeimogelijkheden
die hieruit voortkomen, zijn de biogashubs budgettair goed beheersbaar en is er ruimte voor grotere en kleinere hubs.
Ik zal op korte termijn de wijziging van het Besluit SDE in gang zetten, zodat de hierboven geschetste subsidiëring van biogashubs
vanaf 2011 mogelijk wordt gemaakt.
De minister van Economische Zaken
M. J. A. van der Hoeven