31 066 Belastingdienst

Nr. 416 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2018

De vaste commissie voor Financiën heeft mij verzocht schriftelijk te reageren op een artikel uit de Volkskrant van 18 juni 2018 («Plannen kabinet in gevaar door problemen met computersystemen Belastingdienst») over de ICT-systemen bij de Belastingdienst. In deze brief geef ik een inhoudelijke reactie op het artikel waarin ik het artikel op een aantal onderdelen zal nuanceren.

Verouderde ICT-systemen

In mijn brief «Beheerst vernieuwen» ben ik uitgebreid ingegaan op de problemen rondom de ICT-systemen van de Belastingdienst.1 De Belastingdienst heeft te maken met complexe en verouderde ICT-systemen die de primaire processen betreffen. De Belastingdienst heeft de afgelopen jaren veel tijd gestoken in het onderhoud van de systemen om de continuïteit te borgen. Op het vlak van modernisering van de systemen en vernieuwing van de processen is minder voortgang geboekt. Het blijven boeken van voortgang is essentieel voor de uitvoering van wetgeving. De combinatie van technische en functionele wijzigingen voor de beheersing van ICT-projecten is risicovol, maar onvermijdelijk gegeven het jaarlijkse Belastingplan. In mijn Fiscale beleidsagenda heb ik aangegeven dat de uitvoerbaarheid van wet- en regelgeving en een beheersbare implementatie door de Belastingdienst mijn speciale aandacht heeft.

ETM

Het huidige inningssysteem Enterprise Tax Management (ETM) is verouderd. Dit systeem is belangrijk voor de uitvoering van 25 regelingen in 2020 met een fiscale opbrengst van circa € 12 miljard per jaar2 van de totale belastinginkomsten. Het gaat onder andere om de inning van de overdrachtsbelasting, de verhuurdersheffing en de schenk- en erfbelasting.3

In de 21e Halfjaarsrapportage is een risico gesignaleerd ten aanzien van het automatiseringssysteem ETM, omdat het vervangende systeem niet tijdig klaar is (Kamerstuk 31 066, nr. 401). Het systeem is destijds aangeschaft van een buitenlandse leverancier en het onderhoudscontract met die leverancier loopt af per 1 januari 2020.

De Belastingdienst is in gesprek met de leverancier over de mogelijke voortzetting van het onderhoudscontract. In het artikel van de Volkskrant wordt naar mijn mening ten onrechte de suggestie gewekt dat de leverancier het onderhoudscontract bij voorkeur niet verlengt. Ik heb daar een ander beeld bij. De onderhandelingen tussen de Belastingdienst en de leverancier verlopen in constructieve sfeer. De verkennende fase wordt naar verwachting eind juni afgerond. Inmiddels is bekend dat het technisch mogelijk is om de applicatie langer te onderhouden. Dit is een belangrijke stap om te komen tot een voldoende basis voor de onderhandeling waarbij de beoogde afronding met een contract begin oktober is.

Het is voor mij belangrijk te benadrukken dat het ETM-systeem de afgelopen jaren stabiel is gebleken. Zoals ik in de antwoorden op de feitelijke vragen over de 21e Halfjaarrapportage heb aangegeven (Kamerstuk 31 066, nr. 408), zijn in de periode vanaf 2014 in elf gevallen door de leverancier aanpassingen geleverd op het pakket ETM voor het verhelpen van onvolkomenheden in het systeem. Het betrof hier grotendeels reguliere onderhoudswerkzaamheden. In geen van deze situaties is de continuïteit van de dienstverlening aan burgers of bedrijven direct in het geding geweest.

Het artikel wekt voorts de indruk dat er na het aflopen van het onderhoudscontract voor ETM geen wijzigingen meer mogelijk zijn in de belastingen waarvan de inning via ETM verloopt. Dat beeld herken ik niet. Mocht het onderhoud onverhoopt wegvallen dan kan ETM nog altijd gebruikt blijven worden. Naar verwachting is het in dat scenario niet meer mogelijk om wijzigingen in het inningssysteem door te voeren. Wijzigingen binnen de belastingen blijven echter wel mogelijk, omdat het hier om de heffing gaat. Hierbij kan uw Kamer denken aan parameteraanpassingen, wijzigingen van een heffingspercentage in de energiebelasting of de invoering van een extra heffingsvrijstelling zoals bij de verhuurdersheffing. Dit staat los van de inning, die via ETM loopt.

Uitvoeringstoetsen

In mijn brief Fiscale beleidsagenda heb ik aangegeven dat bij de uitwerking van wet- en regelgeving – zo ook voor maatregelen vanuit het regeerakkoord – uitvoeringstoetsen worden opgesteld die definitief inzicht moeten geven in de gevolgen voor de uitvoering.4 Hieronder vallen ook de implementatietermijnen. Ik merk daarbij op dat na de verdere uitwerking en concretisering van de voorstellen een uitvoeringstoets door de Belastingdienst plaatsvindt die bijvoorbeeld mogelijk tot een andere fasering kan leiden. De uitvoeringstoets is belangrijk om zorgvuldig af te kunnen wegen hoe de maatregelen verantwoord en beheersbaar kunnen worden ingepast in het werkpakket van de Belastingdienst. De uitkomst van de uitvoeringstoets is, zoals vaker aan uw Kamer gemeld, voor mij leidend.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 403.

X Noot
2

Saldo van circa € 16,8 miljard aan fiscale opbrengsten en circa € 5 miljard aan teruggaven.

X Noot
3

Daarnaast gaat het om de volgende belastingen en middelen: Teruggaaf kerken en instellingen, Dividend (Teruggaaf dividendbelasting, Dividendbelasting), Milieu (Afvalstoffenbelasting, Kolenbelasting, Energiebelasting, Belasting op leidingwater), Mijnbouw (Cijns, Oppervlakterecht, Winstaandeel), BPM (aangifte en teruggaaf), BPM parallelle import, Bankenbelasting, Landinrichtingskosten, Landinrichtingsrente, Kansspelbelasting, Assurantiebelasting, BTW compensatiefonds, Papieren uitval Loonheffing, Papieren uitval Omzetbelasting, Privé gebruik auto. Er is nog een zevental belastingmiddelen waar ETM nu nog voor wordt gebruikt, maar waarvan de inning vanaf 2020 niet meer via ETM lopen.

X Noot
4

Kamerstuk 32 140, nr. 33.

Naar boven