31 066 Belastingdienst

Nr. 1338 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 februari 2024

Op 15 februari aanstaande is een commissiedebat met uw Kamer gepland om de stand van zaken bij de Belastingdienst te bespreken. Ik kijk er naar uit voor het eerst met uw nieuw geïnstalleerde Kamer over dit onderwerp te spreken. Naar gebruik informeer ik uw Kamer voorafgaand aan het commissiedebat over de voortgang op een aantal actuele en lopende onderwerpen. Deze onderwerpen worden in bijlage 1, «Actuele onderwerpen, moties en toezeggingen», nader toegelicht. In deze bijlage geef ik ook een toelichting bij de andere meegestuurde bijlages. In deze brief licht ik enkele onderwerpen voor u uit.

Voor het kerstreces heb ik u de Stand van de uitvoering 2023 en het jaarplan 2024 van de Belastingdienst gestuurd.1 De Stand van de uitvoering vestigt de aandacht op het belang van uitvoerbaarheid en doenlijkheid van nieuwe wet- en regelgeving op basis van signalen van binnen en buiten de Belastingdienst. De Stand laat zien hoe het signalenproces is ingericht en hoe de Belastingdienst aan signalen opvolging geeft en/of heeft gegeven. In het jaarplan heb ik u een overzicht gegeven van de voorgenomen activiteiten in 2024.

Toekomstgericht en toekomstbestendig

Bij mijn aantreden als Staatssecretaris was er een stevige opgave voor de Belastingdienst. Er moest op verschillende plekken achterstallig onderhoud worden weggewerkt. Er lag een ambitieus coalitieakkoord en er was een noodzaak om een stabiele meerjarige koers in te zetten: richting een moderne en meer flexibele Belastingdienst.

Deze kabinetsperiode hebben we die route uitgewerkt en belangrijke stappen gezet. Zo is het voor burgers en bedrijven steeds makkelijker om belastingzaken snel en eenvoudig te regelen, met extra ondersteuning voor wie dat nodig heeft. Het aantal fysieke punten waar een belastingplichtige een medewerker van de Belastingdienst om hulp kan vragen is in korte tijd bijna verdubbeld van 21 in juli 2021 tot 41 eind 2024. Met onze digitale balie bieden we daarnaast videobellen aan om persoonlijke hulp te krijgen. Ook kunnen burgers en bedrijven in steeds meer situaties een vordering direct betalen via iDeal.

Daarnaast heeft de Belastingdienst werk gemaakt van het herstellen van fouten waardoor burgers en bedrijven benadeeld zijn. Zoals bij de Fraude Signalering Voorziening (FSV) en de zogenaamde «selectie op de belastingaangifte». Dit betrof het selecteren van aangiften inkomensheffing met een verhoogd risico op systeemfraude tussen 2012 en 2019 op andere dan fiscale kenmerken. Het onderzoek naar deze «selectie op de aangifte» is nu voltooid. Bij circa 2.500 aangiften konden geen voor fiscaal toezicht relevante en objectieve criteria worden teruggevonden. Dit betekent dat het risico bestaat dat aangiften onterecht zijn geselecteerd en daarmee burgers mogelijk geen gelijke behandeling hebben gehad. Dit spijt mij en daar bied ik mijn welgemeende excuses voor aan. De hierdoor getroffen burgers komen in aanmerking voor een compensatie en worden hierover persoonlijk geïnformeerd in februari en maart 2024. Meer informatie hierover vindt u in bijlage 1.

Zoals ik uw Kamer eerder heb bericht,2 staat de Belastingdienst momenteel voor een aantal grote opdrachten, met name op het gebied van personeel, ICT en de privacywetgeving.

De Belastingdienst heeft een grote wervingsopdracht, mede door de leeftijdsopbouw van het huidige personeel. Tot en met 2028 zal ongeveer 45% van de medewerkers uitstromen door het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Ondanks de structureel krappe arbeidsmarkt lukt het nog steeds om voldoende medewerkers te werven. Naast het aantrekken van personeel is het belangrijk om personeel te behouden. Dit is in 2023 goed gelukt. Op 31 december 2023 was de bezettingsgraad 97%. Ondanks de formatie die bijna op orde is, moet de Belastingdienst keuzes blijven maken waar medewerkers op ingezet worden. Er wordt veel werk verricht, maar niet alles kan. Ik blijf hiervoor begrip van uw Kamer vragen.

De noodzaak tot het maken van keuzes geldt ook voor de activiteiten op het gebied van ICT. In het Meerjarenportfolio, de langetermijnplanning van ICT-activiteiten, is in elk geval tot eind 2026 substantiële capaciteit gereserveerd om de noodzakelijke modernisering van de systemen door te voeren. Om deze modernisering volgens planning door te voeren is stabiele financiering, rust en ruimte noodzakelijk. In bijlage 1 ga ik meer in detail in op de stand van zaken van de modernisering van het systeem voor omzetbelasting. De komende jaren moet de ingezette modernisering van de ICT afgemaakt worden, zodat de technische schuld door verouderde software conform planning wordt weggewerkt. Dat betekent dat daarna weer ruimte ontstaat voor nieuw beleid in bijvoorbeeld de ketens Vennootschapsbelasting, Inkomensheffingen en Loonheffingen.

De Belastingdienst verwerkt persoonsgegevens van miljoenen Nederlanders, waarbij de privacywetgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), in acht gehouden moet worden. Het werk aan compliantie aan de AVG vordert volgens planning. Zo is een vaktechnische structuur voor privacy-recht ingericht ter ondersteuning van medewerkers in de uitvoering, is een Functionaris Gegevensbescherming (FG) aangesteld en worden datalekken tijdig gemeld en afgehandeld. Ook is een inhaalslag gemaakt in de afhandeling van AVG-inzageverzoeken. Voor dit laatste is het proces (inclusief sturing) op tijdige afhandeling aangescherpt.

Een belangrijke actie voor het voldoen aan de AVG is de beoordeling van alle in productie zijnde bedrijfsprocessen op compliantie. Nadat in 2022 en 2023 alle 791 bedrijfsprocessen zijn geïdentificeerd en gedetailleerd beschreven, is inmiddels 28% van de bedrijfsprocessen getoetst aan de AVG. Eind 2024 is de toetsing afgerond en zullen in ieder geval alle hoog risicovolle tekortkomingen met tijdelijke of permanente maatregelen zijn afgedicht.

De Belastingdienst heeft de keuze gemaakt zich meer op zijn kerntaken te concentreren. Niet-fiscale taken vallen buiten de kerntaken en doen een beroep op de bestaande ICT- en personele capaciteit. Bij verzoeken voor nieuwe niet-fiscale taken geldt daarom het uitgangspunt «nee, tenzij». In dit licht is ook besloten een aantal niet-fiscale taken buiten de Belastingdienst te organiseren. De uitgeplaatste taken hebben betrekking op de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, op de economische handhaving van een aantal andere wetten en voor een nieuwe (niet-fiscale) toezichtstaak in het kader van de modernisering sanctiewetgeving. Deze komt tijdelijk bij de Belastingdienst te liggen, maar zal ook onderdeel zijn van de uitplaatsing. Voor deze uitplaatsing van taken is een kwartiermaker aan de slag om in overleg met andere ministeries een geschikte organisatie voor de taken te creëren. Een tweede kwartiermaker heeft als opdracht binnen de Belastingdienst de taken gereed te maken voor uitplaatsing. In samenwerking met de medezeggenschap zetten beide kwartiermakers het transitietraject in gang.

Bij de plannen voor de toekomst is de Belastingdienst ambitieus. De ambitie van de Belastingdienst is om door te groeien tot een organisatie die niet alleen de basis op orde heeft, maar die ook weer voorop loopt. Ook in de toekomst blijft het samenspel van politiek, beleid en uitvoering van doorslaggevend belang. De Belastingdienst is gebaat bij blijvende aandacht voor de uitvoerbaarheid bij het ontwerpen en invoeren van beleid en wet- en regelgeving. Die uitvoerbaarheid van beleid heeft enerzijds betrekking op de beschikbaarheid van expertise en mogelijkheid om de ICT er tijdig op in te richten binnen de Belastingdienst, anderzijds op de duidelijkheid en doenlijkheid van nieuwe regels voor burgers en bedrijven.

Andere relevante informatie

In bovengenoemde bijlage 1, «Actuele ontwikkelingen, moties en toezeggingen», informeer ik u over een groot aantal onderwerpen. Graag licht ik er enkele voor u uit:

  • Bij behandeling van het Belastingplan heeft uw Kamer de motie Van der Lee over de relatieve positie in de inkomensverdeling aangenomen.3 Uit een analyse van de Belastingdienst blijkt dat uitvoering van deze motie complex is en niet op korte termijn gerealiseerd kan worden. Dit is in de bijlage nader toegelicht. In overleg met het Kamerlid zal ik nader bezien hoe deze motie invulling te geven.

  • In de vorige stand-van-zakenbrief heb ik u geïnformeerd over mijn voornemen om de tijdelijke vernietigingsstop van het fysiek archief op te heffen. Deze vernietigingsstop is in 2020 ingesteld naar aanleiding van de foutieve vernietiging van een aantal documenten, maar staat op gespannen voet met de Archiefwet. Hiermee informeer ik u over het vervolg.Ook geef ik u een update over de hersteloperaties waar de Belastingdienst aan werkt. Daarbij kan ik melden dat het herstel van te veel geïnde vervolgingskosten nagenoeg voltooid is en het herstel van de te veel geinde invorderingsrente in het eerste kwartaal van 2024 van start gaat.

  • Bijlage 1 bevat ook een korte toelichting bij de OESO-studie Tax Administration Series 2023 (bijgevoegd als bijlage 8). Op basis van informatie uit de kalenderjaren 2019 t/m 2021 zijn belastingdiensten van 58 landen met elkaar vergeleken. Opvallend voor Nederland is de hoge mate van compliantie.

Met het oog op het commissiedebat breng ik verder graag de volgende brieven onder uw aandacht:

  • Gelijktijdig met deze stand-van-zakenbrief ontvangt u een brief met het reguliere overzicht van de stand van coronabelastingschulden (kamerstuk 31 066 en 35 420, nr. 1337).

  • Ook ontvangt uw Kamer gelijktijdig een brief over de uitvoering van het amendement Omtzigt over inzage in het fiscaal dossier met een bezwaar- en beroepsmogelijkheid (Kamerstuk 36 418, nr. 131).

  • Op 25 januari jl. heb ik een Kamerbrief gestuurd waarin u bent geïnformeerd over de reacties op de internetconsultatie werkelijk rendement box 3 (Kamerstuk 32 140, nr. 179).

  • Op 2 februari jl. heeft uw Kamer de eerste halfjaarsrapportage ontvangen van de kwartiermaker Belangenbehartiger voor belastingplichtigen en toeslaggerechtigden, waarmee het fundament is gelegd voor een laagdrempelige onafhankelijke fiscale rechtshulp (Kamerstuk 31 066, nr. 1332).

  • Het onderzoek van de Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane naar op de zaak betrekking hebbende stukken bij rechtszaken is inmiddels afgerond en de beleidsreactie hierop is op 6 februari jl. aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 31 066, nr. 1335).

  • Over handhaving heeft uw Kamer op 7 februari jl. een technische briefing gekregen. Daarbij is voortgebouwd op de informatie in de brief over handhaving4 die ik uw Kamer in oktober 2023 heb gezonden.

  • Op korte termijn ontvangt uw Kamer namens mij en de Staatssecretaris van Toeslagen en Douane een brief over de voortgang bij de uitwerking van de invorderingsstrategieën van de Belastingdienst en Dienst Toeslagen.

  • Daarnaast zal uw Kamer binnenkort een brief ontvangen over de voortgang van het traject Wet waarborgen gegevensverwerking Belastingdienst, Toeslagen en Douane.

Daarnaast zal ik in maart uw Kamer een brief sturen over de tegemoetkoming voor burgers die onterecht zijn afgewezen voor de Minnelijke Schuldregeling Natuurlijke Personen (MSNP). Hierover vindt u meer informatie in bijlage 1.

In juli 2023 bent u geïnformeerd over het eerste deel van het onderzoek naar de werkwijze van het voormalig CAF (Kamerstuk 31 066, nr. 1262). Het tweede deel van het onderzoek heeft vertraging opgelopen, en wordt in maart 2024 opgeleverd. Uw Kamer wordt zo spoedig mogelijk na de oplevering van het onderzoek geïnformeerd.

Tot slot

De Belastingdienst heeft belangrijke voortgang gerealiseerd in de afgelopen jaren, maar staat nog voor enkele grote opdrachten voor de toekomst. Naast het uitoefenen van de kerntaken blijven de AVG, werving en behoud van gekwalificeerde medewerkers en modernisering van de ICT vol onze aandacht houden. Deze zijn te meer van belang omdat de Belastingdienst hierop ambities voor de toekomst heeft. Met deze stand-van-zakenbrief heb ik u over een groot aantal actuele ontwikkelingen geïnformeerd. Ik zie er naar uit hierover met u in gesprek te gaan tijdens het commissiedebat op 15 februari aanstaande.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij


X Noot
1

Kamerstukken II, 2023/24, 31 066, nr. 1327

X Noot
2

Zie bijvoorbeeld het Jaarplan Belastingdienst 2024: Kamerstukken II, 2023/24, 31 066, nr. 1327

X Noot
3

Kamerstukken II, 2023/24, 36 418, nr. 77

X Noot
4

Kamerstukken II, 2023/24, 31 066, nr. 1314

Naar boven