Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36418 nr. 131 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36418 nr. 131 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2024
Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2024 op 26 oktober 2023 heeft uw Kamer het nader gewijzigde amendement van de leden Omtzigt c.s. over een recht op inzage in het eigen dossier, met daarbij een bezwaar- en beroepsmogelijkheid aangenomen1. Ik heb toegezegd uw Kamer begin dit jaar te informeren over de praktische aanpak ten aanzien van het voorstel om een recht op inzage van het eigen fiscale dossier met bezwaar- en beroepsmogelijkheid in de wet op de nemen2. Met deze brief geef ik uitvoering aan deze toezegging.
De leden Omtzigt c.s. creëren met het amendement een wettelijke grondslag waarmee een belastingplichtige of inhoudingsplichtige kan verzoeken om inzage in gegevens die op hem betrekking hebben (het «eigen fiscaal dossier»). Daarnaast voorziet dit amendement in een bezwaar- en beroepsmogelijkheid tegen de beslissing op het verzoek tot inzage. Hierdoor wordt het mogelijk dat een beslissing op inzage rechterlijk getoetst wordt, wat leidt tot een sterkere rechtspositie van de belastingplichtige. De wettelijke grondslag voor het recht op inzage in gegevens treedt in werking met ingang van 31 december 2025 of eerder op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Het doel van het amendement onderschrijf ik, dit heb ik ook aangegeven in mijn brief van 8 november 2023, waarin ik een toelichting heb gegeven op de aangenomen amendementen bij het pakket Belastingplan 2024.3 Openheid en transparantie van de overheid naar burgers en bedrijven is erg belangrijk, het uitvoeren van dit amendement zal daar zeker aan bijdragen. Tegelijkertijd heb ik in deze brief ook benoemd dat het amendement grote impact heeft op de uitvoering (personele capaciteit en ICT). De manier waarop we inzage in het «eigen fiscaal dossier» gaan organiseren zal dan ook een aandachtspunt blijven en vraagt om keuzes. Belangrijk is dat we werkenderwijs verder invullen hoe en in welke volgorde we zaken gaan organiseren. Daarom heb ik een programma-organisatie laten opzetten die hier verder invulling aan gaat geven.
Ik heb in mijn brief van 8 november 20234 aangegeven een uitvoeringstoets te laten doen (in het eerste kwartaal 2024) die de impact op de uitvoering en kosten in beeld moet brengen. Voor het doen van een uitvoeringstoets is het nodig dat de beoogde concept algemene maatregel van bestuur (AMvB) is ingevuld en de keuzes in de programmafase zijn gemaakt. Daarnaast is een uitvoeringstoets een ingeregeld en standaardproces, dat plaatsvindt aan het eind van het wetgevingstraject, als formeel sluitstuk op een definitieve wettekst. Omdat ik graag nu al in de ontwerpfase een eerste beeld wil vormen van de gevolgen voor de uitvoering, hanteer ik daarom een andere werkwijze. Ik kom in juni met een stappenplan, waarin ik aangeef hoe stapsgewijs informatie uit het fiscaal dossier inzichtelijk gemaakt kan worden. Ik zal de uitvoerbaarheid hiervan, vooruitlopend op de uitvoeringstoets, globaal laten toetsen met een uitvoeringsanalyse.
In deze uitvoeringsanalyse laat ik op hoofdlijnen een beeld schetsen van hoe de inrichting van het amendement eruit kan komen te zien en welke gevolgen er zijn voor de uitvoering. De uitvoeringsanalyse gaat hiermee nader in op de volgende hoofdvragen:
– Hoe kan het amendement worden uitgevoerd?
– Is helder wat de opgedragen taak is en/of worden er knelpunten voorzien? Zijn er bij gesignaleerde knelpunten passende oplossingsrichtingen?
– Is de organisatie voldoende toegerust voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering?
– Wat is een eerste inschatting en bandbreedte van de kosten voor realisatie en uitvoering?
– Wat zijn de verwachte effecten van de regeling?
– Is voorzien in duidelijke, uitvoerbare en kosteneffectieve alternatieven voor delen die nog niet zijn ingeregeld (zoals handmatige processen)?
– Welke mogelijkheden zijn er om bij te sturen indien de aannames die gedaan zijn in de vragen alsnog niet blijken te kloppen?
Daar waar nog nader onderzoek nodig is, zal dat in de uitvoeringsanalyse worden uitgelicht en in een vervolgproces worden meegenomen.
Programma-aanpak inzage in het fiscaal dossier
Er is binnen het Ministerie van Financiën een programma opgezet bestaande uit betrokkenen vanuit beleid, wetgeving en uitvoering. Het programma brengt, onder leiding van een programmadirecteur van de Belastingdienst, in kaart welke stappen genomen moeten worden om het amendement uit te kunnen voeren.
Het programma laat ik de komende periode langs de volgende sporen uitwerken:
I: Inventarisatie en analyse (januari – april 2024):
• in samenwerking met het programma «Informatiehuishouding op Orde» van het Ministerie van Financiën een verkenning uitvoeren naar wat het geven van inzage aan burgers en bedrijven in hun dossiers precies inhoudt en wat dat betekent voor organisatie, processen en systemen;
• door middel van een marktonderzoek verkennen welke informatiebehoefte belastingplichtigen zelf hebben en of hier een wenselijke volgorde voor implementatie in zit;
• definiëren wat de onderdelen zijn van een «eigen fiscaal dossier» (inhoud) waar inzage in verleend moet worden en wat, wanneer per dossier inzichtelijk is of inzichtelijk moet worden gemaakt (plan).
• De complexiteit zal per informatiestroom verschillen, zo is bijvoorbeeld veel informatie rond de aangiften inkomstenbelasting al beschikbaar, terwijl binnen andere informatiestromen nog veel georganiseerd moet worden;
• het programma betrekt in de aanpak welke mogelijkheden burgers nu al hebben om inzage te krijgen in hun eigen gegevens en hoe zich dit verhoudt tot dit amendement. Door zoveel mogelijk gebruik te maken van lopende processen van inzageverzoeken op basis van de AVG kunnen we leren van reeds uitgewerkte werkwijzen en van daaruit verder bouwen. Daarbij dient uiteraard nadrukkelijk oog te zijn voor het feit dat dit amendement veel ruimer en breder is dan bestaande grondslagen.
II: Planvorming en uitvoeringsanalyse (mei/juni 2024):
• inzicht krijgen en vergelijken van de (informatie)behoefte van belastingplichtigen, verkregen uit marktonderzoek, met al bestaande initiatieven binnen de Belastingdienst en het Ministerie van Financiën;
• het – op basis van deze inzichten – uitvoeren van een uitvoeringsanalyse en een passend plan. Dit plan zal zich enerzijds richten op het gebruik van ingezette bewegingen binnen de Belastingdienst en anderzijds op de noodzakelijke aanvullende acties hierop. Zo zal al doende geleerd worden, onder andere met visuele representaties van een mogelijk eindresultaat en tijdpaden;
• het opleveren van de uitvoeringsanalyse, inclusief een stappenplan waaruit duidelijk wordt welke onderdelen, wanneer zullen worden aangeboden.
De resultaten van de uitvoeringsanalyse zijn ook nodig voor het vormgeven van de AMvB en geven nader inzicht welke uitzonderingen op het recht wenselijk zijn. Daarbij wordt ook gekeken wat het amendement betekent voor de Douane en de dienst Toeslagen. Verder wordt ook de invordering betrokken, waarbij de wenselijkheid van een vergelijkbaar inzagerecht in de invordering wordt onderzocht en zo ja, onder welke voorwaarden en op welke termijn een dergelijke grondslag realiseerbaar en uitvoerbaar is.
III: Uitvoering stappenplan en realisatie van de doelstellingen (tot eind 2025):
• het samenstellen van de inhoud van de AMvB en de hierop gebaseerde uitvoeringstoets;
• in overleg met de Raad voor de rechtspraak in beeld brengen van de mogelijke werklastgevolgen voor de rechtspraak. Hierbij zal rekening worden gehouden met de gevolgen van het instellen van rechtsmiddelen tegen een afwijzende beslissing op bezwaar naar aanleiding van een inzageverzoek. Dit volgt nadat de AMvB in concept gereed is;
• in fasen zal toegewerkt worden naar een geïmplementeerd verzoek- en inzageproces voor het «eigen fiscaal dossier» van burgers en bedrijven (beoogde implementatiedatum uiterlijk eind 2025).
In het programma «Informatiehuishouding Op Orde Belastingdienst» is in hoofdlijnen de visie op de toekomstige inrichting uitgewerkt en is een aanpak voor de komende jaren opgesteld. Tegelijkertijd besef ik dat het tijdsplan hiervan niet geheel overeenkomt met de voor dit amendement benodigde tijdspaden.
Ik heb de Belastingdienst dan ook gevraagd met het programma «inzage fiscaal dossier» te laten zien welke versnelling en alternatieven mogelijk zijn zodat tegemoet kan worden gekomen aan de toegezegde implementatiedatum van het amendement. Ik zal bewaken dat in dit stappenplan ook zichtbaar is met welke tussenstappen deze eindsituatie gaat worden bereikt.
Een belangrijk onderdeel van het opgezette programma voor de uitvoering van het amendement is om in de komende periode verder te definiëren wat het «eigen fiscale dossier» voor een belastingplichtige inhoudt, welke onderdelen vallen hier wel en niet onder, op welke periode ziet de informatiebehoefte en wat de reikwijdte hiervan is. Er bestaat op dit moment namelijk geen integraal fiscaal dossier per belastingplichtige. Bij de Belastingdienst wordt gewerkt langs de lijn van individuele administraties van de verschillende belastingmiddelen en de informatie-uitwisseling die hierbij plaatsvindt met de belastingplichtige. Zodra dit beeld er is, moet uitgewerkt worden wat nodig is om inzage te organiseren. Met de verwachte omvang van bijvoorbeeld ca. 10 mln. particulieren die aangifte inkomstenbelasting doen, is nu al duidelijk dat dit handmatig niet uitvoerbaar is. Om deze reden moeten er keuzes gemaakt worden ten aanzien van wat, wanneer, op welk moment informatie uit het fiscaal dossier inzichtelijk kan worden gemaakt voor burgers en bedrijven. Dit vraagt om een passende groeiaanpak, waarin stap voor stap wordt gewerkt aan uitbreiding met een geprioriteerde volgorde. In het programma zal werkende weg getoetst worden of de vormgeving en inrichting passend is voor de doelgroep en de uitvoeringsorganisatie.
Samenhang met het IV-portfolio Belastingdienst
Uw Kamer is op meerdere momenten geïnformeerd over de modernisering van het ICT-landschap. Onderdelen van het beoogde «fiscaal dossier» bevinden zich in meerdere applicaties en verspreid over meerdere ketens. Voor de korte termijn, namelijk voor de beoogde implementatiedatum van 31 december 2025, wordt onderzocht wat mogelijk is om inzage in het fiscaal dossier te realiseren op basis van de aanpak van andere inzagemogelijkheden en met de huidige ICT-voorzieningen. Parallel wordt onderzocht wat de structurele aanpak op de langere termijn zou moeten worden om gegevens en documenten die tot het fiscaal dossier van burgers en bedrijven behoren eenvoudig inzichtelijk te maken met ondersteuning van ICT-voorzieningen.
De voor de structurele aanpak mogelijk noodzakelijke aanvullende activiteiten zullen dan, rekening houdend met de moderniseringsopgave en prioriteiten in het meerjarenportfolio, worden uitgewerkt en ingepland.
Tot slot
Door in te zetten op het inzichtelijk maken van informatie die tot het «eigen fiscaal dossier» van burgers en bedrijven behoren kom ik tegemoet aan de toenemende behoefte van de samenleving naar openheid en transparantie van de overheid. Het inzagerecht kan een bijdrage leveren aan het vergroten van het vertrouwen dat burgers en bedrijven hebben in de overheid. Ik neem uw Kamer mee in de daarvoor benodigde stappen en dilemma’s, bijvoorbeeld voor de ICT van de Belastingdienst. Zoals eerder in deze brief genoemd, is het volgende moment na de uitvoeringsanalyse.
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36418-131.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.