31 066 Belastingdienst

35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 1117 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2022

In mijn brief van 8 september jl. (Kamerstukken 31 066 en 35 420, nr. 1102) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de vormgeving van de versoepeling van de betalingsregeling (corona)belastingschuld.

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 22 september jl. heeft uw Kamer een motie aangenomen (Handelingen II 2022/23, Stemmingen Moties Algemene Politieke Beschouwingen) met betrekking tot de versoepeling van de betalingsregeling. Met deze motie van de leden Hermans en Pieter Heerma (Kamerstuk 36 200, nr. 17) wordt de regering onder meer verzocht om een betaalpauze van zes maanden in te voeren voor ondernemers die op 1 oktober 2022 moeten starten met het aflossen van de (corona)belastingschuld en hierbij geen bureaucratische toets in te voeren.

Het kabinet herkent dat voor ondernemers met (tijdelijke) aflossingsproblemen een verruiming van de betaalpauzemogelijkheid, van drie naar maximaal zes maanden, kan helpen in deze uitzonderlijke tijden. De versoepeling van de betalingsregeling zal zo worden aangepast, dat ondernemers met belastinguitstel eenmalig een betaalpauze van maximaal zes maanden kunnen krijgen. Om hiervoor in aanmerking te komen wordt de ondernemer gevraagd om een schriftelijk gemotiveerd verzoek in te dienen waaruit aflossingsproblematiek blijkt. Daarnaast geldt als voorwaarde dat de reguliere betalingsverplichtingen (zoals de maandelijkse afdracht omzetbelasting en loonheffingen) vanaf 1 april zijn nagekomen.

Het deel van de motie van de leden Hermans en Heerma dat ziet op de verruiming van de betaalpauze wordt met deze brief afgedaan.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij

Naar boven