30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nr. 43 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 11 oktober 2018

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief van 27 juni 2018 over de beleidsdoorlichting Algemene nabestaandenwet (Anw) (Kamerstuk 30 982, nr. 38).

De vragen en opmerkingen zijn op 18 juli 2018 aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorgelegd. Bij brief van 10 oktober 2018 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Rog

De adjunct-griffier van de commissie, Sjerp

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de opmerkingen en vragen van de leden van de fracties van CDA en D66 bij de brief inzake de Beleidsdoorlichting van artikel 9 Nabestaanden van de SZW-begroting (Kamerstuk 30 982, nr. 38). Onderstaand beantwoord ik de vragen. Hierbij heb ik de beantwoording van de vragen thematisch geclusterd.

Vragen over veronderstellingen en historische analyse

De leden van de CDA-fractie missen een historische analyse waarbij wordt gekeken of de veronderstellingen destijds bij de afschaffing van de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) en inwerkingtreding van de huidige Algemene nabestaandenwet (Anw) zijn uitgekomen. De leden van de CDA-fractie vragen of daarbij ook wordt gekeken naar de positie van wezen en half-wezen binnen de AWW en de Anw.

Antwoord

De beleidsdoorlichting van artikel 9 Nabestaanden van de SZW-begroting richt zich, conform de Regeling voor periodiek evaluatieonderzoek, op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid dat wordt gevoerd op grond van het beleidsartikel in de afgelopen jaren. De vorige beleidsdoorlichting van dit artikel van de SZW-begroting is in 2013 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 30 982, nr. 9). Daarmee richt de beleidsdoorlichting zich op de uitvoering van de publieke nabestaandenvoorziening gedurende de periode 2013–2017.

Om vast te kunnen stellen of het huidige beleid gedurende de onderzoeksperiode doeltreffend en doelmatig was, wordt onder andere teruggegrepen op het doel van het beleid en de veronderstellingen die aan het beleid ten grondslag liggen. Deze analyse maakt onderdeel uit van de beleidsdoorlichting. Zo wordt bijvoorbeeld de ontwikkeling in de arbeidsparticipatie gedurende de onderzoeksperiode bezien tegen de achtergrond van de veronderstelling aangaande de arbeidsparticipatie die ten grondslag lag aan het beleid. Dit geldt ook voor de opvattingen en verwachtingen (van destijds) over de eigen verantwoordelijkheid van mensen voor het regelen van een private nabestaandenregeling. Beschikbare onderzoeken zoals het onderzoek «Nabestaandenpensioen. Versnipperde vormgeving vertroebelt risico’s»1 van Netspar en «Verzekering Overlijdensrisico»2 van Centerdata worden daartoe in de beleidsdoorlichting betrokken. Hiermee wordt mijns inziens tegemoet gekomen aan de wens van de leden van de CDA-fractie.

Zoals ik in mijn brief van 27 juni jl.3 heb aangegeven wordt de inkomens- en arbeidsmarktpositie van de groep (half-)wezen, gezien de omvang van deze groep, niet apart onderzocht. Wel wordt onderzoek gedaan naar de ervaringen van de groep wezen met de Anw.

Vragen over de samenhang van de verschillende nabestaandenregelingen

De leden van de fracties van CDA en D66 wijzen op de samenhang van de Anw met nabestaandenregelingen zoals het nabestaandenpensioen en private verzekeringen. De leden van de CDA-fractie hechten er aan in de beleidsdoorlichting de Anw te bezien in samenhang met deze private regelingen. De leden van de CDA-fractie vragen of het gehele gebouw van nabestaandenregelingen in ogenschouw wordt genomen. Ook de leden van de D66-fractie vragen waarom de zogenaamde tweede en derde pijler niet zijn opgenomen in de opzet van de beleidsdoorlichting.

Antwoord

Wanneer mensen worden geconfronteerd met het overlijden van een partner heeft dat financiële gevolgen. De omvang en aard van deze gevolgen is afhankelijk van hetgeen (door sociale partners) is geregeld in de vorm van een nabestaandenpensioen en wat door mensen zelf in de vorm van een private nabestaandenregeling is geregeld. Een afgebakende groep nabestaanden heeft daarnaast recht op een (tijdelijke) inkomensafhankelijke uitkering op basis van de Anw. De vragen van de leden van fracties naar de samenhang van de diverse nabestaandenregelingen zijn daarmee begrijpelijk.

Zoals aangegeven richt de beleidsdoorlichting zich primair op doeltreffendheid en doelmatigheid van de publieke nabestaandenregeling, de Anw. Hiertoe wordt de inkomenspositie van alle groepen nabestaanden, dus niet alleen nabestaanden met een Anw-uitkering, voor en na het overlijden van de partner onderzocht. Het CBS voert dit onderzoek uit. In dit onderzoek komen ook inkomsten uit bijvoorbeeld private nabestaandenregelingen in beeld. Door de inkomens en de inkomenscomponenten van de verschillende groepen nabestaanden te vergelijken, kan in het licht van de uitgangspunten van het beleid en de veronderstellingen over eigen verantwoordelijkheid en arbeidsmarktparticipatie een uitspraak worden gedaan over de mate waarin de Anw-uitkering de financiële bescherming biedt die wordt beoogd. Bij deze analyse worden ook de bevindingen uit de eerder genoemde onderzoeken «Nabestaandenpensioen. Versnipperde vormgeving vertroebelt risico’s»4 en «Verzekering Overlijdensrisico»5 betrokken.

Vragen over inhoud en vormgeving nabestaandenpensioen en private verzekeringen

Naast vragen over de samenhang tussen de publieke en private nabestaandenregelingen hebben de leden van de CDA-fractie vragen over de wijze waarop pensioenfondsen en CAO-onderhandelaars rekening houden met de structuur en financiële bescherming die de Anw biedt en vragen over de financiële gevolgen van zogenaamde life-events (scheiding, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid). De leden van de CDA-fractie vragen ook of voldoende wordt gekeken naar de financiële bescherming van nabestaanden voor en na de AOW-leeftijd. Ook wordt gevraagd of wordt bekeken in welke mate derde pijler producten beschermen en in welke mate de groep zelfstandigen financiële bescherming regelt voor de partners. Tot slot vragen de leden van de fractie of wordt gekeken naar de kennis van burgers over de financiële gevolgen bij het wegvallen van de partner.

Antwoord

De beleidsdoorlichting richt zich primair op de publieke nabestaandenregeling, de Anw. Deze vragen van de leden van de CDA-fractie hebben betrekking op de inhoud en vormgeving van het nabestaandenpensioen en private nabestaandenregelingen. In het AO pensioenen van 20 juni jl. (Kamerstuk 32 043, nr. 421) zijn deze vragen ook aan de orde gekomen. De Minister heeft in dit AO toegezegd in september met een brief te komen waarin wordt ingegaan op deze thematiek. Ook is het kabinet door uw Kamer om een reactie gevraagd op de initiatiefnota6van de Kamerleden Omtzigt en Bruins over het nabestaandenpensioen waarin eenzelfde thematiek wordt geagendeerd. De Minister heeft in zijn brief van 27 september jl. (Kamerstuk 32 043, nr. 424) aangegeven op korte termijn een inhoudelijke reactie te geven op de betreffende initiatiefnota en de voortgang van de toezeggingen die in het kader van het nabestaandenpensioen zijn gedaan.

Vraag over een internationale vergelijking

De leden van de CDA-fractie vragen of de beleidsdoorlichting aandacht besteedt aan de financiële bescherming van nabestaanden in vergelijking met andere EU-landen.

Antwoord

De beleidsdoorlichting richt zich op de Nederlandse overheidsvoorziening voor nabestaanden. Een internationale vergelijking is slechts beperkt van waarde. Dit omdat de vormgeving en hoogte van de financiële bescherming in de diverse landen moeilijk vergelijkbaar zijn. Ik zal echter in de beleidsdoorlichting wel op globale wijze weergeven hoe in een aantal andere EU-landen door de overheid invulling wordt gegeven aan publieke nabestaandenregelingen.

Vraag over de verrekeningssystematiek

De leden van de D66-fractie informeren of de verschillen in verrekening van Anw met aanvullend nabestaandenpensioen, inkomen uit arbeid en inkomen uit overige uitkering onderdeel is van de beleidsdoorlichting.

Antwoord

De beleidsdoorlichting geeft inzicht in de systematiek van de Anw en in de mate waarin deze aansluit bij de andere sociale zekerheidsregelingen. Een vergelijking waarbij ook de verrekeningssystematiek wordt meegenomen, is daarvan onderdeel.


X Noot
1

Netspar occasional paper 2017/06, oktober 2017.

X Noot
2

Centerdata, december 2014.

X Noot
3

Kamerstuk 34 982, nr. 38.

X Noot
4

Netspar occasional paper 2017/06, oktober 2017.

X Noot
5

Centerdata, december 2014

X Noot
6

Kamerstuk 34 996, nr. 2.

Naar boven