30 982 Beleidsdoorlichting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nr. 24 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2015

Conform de uitwerking (Kamerstuk 34 000, nrs. 52 en 59) van de motie Harbers c.s. (Kamerstuk 34 000, nr. 36) licht ik u met deze brief in over de opzet en vraagstelling van de beleidsdoorlichting van artikel 6 (Ziekte en zwangerschap) van de SZW-begroting welke medio 2017 naar uw Kamer zal worden toegestuurd.

Begrotingsdoelstellingen

De algemene doelstelling van artikel 6 luidt «De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van ziekte en stimuleert hen het werk te hervatten. De overheid beschermt werkenden tegen de financiële gevolgen van zwangerschap». De overheid vindt dat mensen die ziek worden en bij wie de loonbetalingsverplichting bij ziekte voor de werkgever niet van toepassing is, ook verzekerd moeten zijn van een tijdelijk loonvervangend inkomen. Zij kunnen het verlies aan inkomen daarom voor een periode van twee jaar, gelijk aan de periode van de loonbetalingsverplichting, opvangen met een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Door middel van verzuimbegeleiding en re-integratie stimuleert de overheid deze werknemers om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Ook tijdens de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof voorziet de overheid in een tijdelijk loonvervangend inkomen. Op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) komen zwangere werkneemsters en vrouwelijke zelfstandigen gedurende deze periode in aanmerking voor een uitkering.

Artikel 6 omvat daarnaast ook de TAS-regeling en de Ziekteverzekering BES, waarvan de begrotingsdoelstellingen als volgt luiden:

  • Mensen die lijden aan de ziekte maligne mesothelioom of asbestose door blootstelling aan asbest, kunnen van de overheid een tegemoetkoming of een voorschot op een schadevergoeding ontvangen op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS-regeling).

  • Werknemers in Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap met loonderving geconfronteerd worden, ontvangen een uitkering op grond van de Ziekteverzekering (ZV BES).

Met de uitvoering van artikel 6 is in 2015 circa € 2,6 miljard gemoeid. De ZW betreft ruim 57% van deze uitgaven. Met de WAZO is ruim 42% van de uitgaven onder het artikel gemoeid.

Afbakening en planning

1. ZW

Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar de (effecten van de) modernisering van de ZW (die geregeld is in de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters, die grotendeels in 2013 is ingevoerd) ten behoeve van de evaluatie van deze wet. In deze wet zijn diverse maatregelen getroffen om het ziekteverzuim en de WIA-instroom van vangnetters terug te dringen en hun re-integratie te bevorderen. De hoofdvragen van deze evaluatie modernisering ZW luiden: in hoeverre heeft de modernisering ZW bijgedragen aan het verkleinen van de instroom in de ZW en de WIA? En in hoeverre heeft de modernisering ZW bijgedragen aan het vergroten van de uitstroom uit de ZW en WIA? Deze evaluatie vertoont dus een grote overlap met de beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 6. Daarom wil ik dit evaluatieonderzoek benutten als input voor de beleidsdoorlichting. De geplande oplevering van de aanbieding van dit evaluatieonderzoek aan uw Kamer is eind 2016 voorzien. Dit leidt ertoe dat ik de beleidsdoorlichting van artikel 6 niet eind 2016, maar medio 2017 aan uw Kamer kan toesturen. De beleidsdoorlichting beslaat de periode vanaf 2012.

2. WAZO

In de WAZO is de bescherming geregeld tegen de financiële gevolgen van zwangerschap, zowel voor werkneemsters als voor zelfstandigen. Werkneemsters ontvangen gedurende het zwangerschaps- en bevallingsverlof per dag een uitkering ter hoogte van het dagloon. De zwangerschapsuitkering voor zelfstandigen (ZEZ) is sinds 2008 geregeld in de WAZO. De ZEZ is in 2013 geëvalueerd. De bevindingen van deze evaluatie zullen betrokken worden bij de beleidsdoorlichting.

Het hoofdaccent in deze beleidsdoorlichting ligt op de ZW, maar ook de bescherming van werknemers en zelfstandigen tegen de financiële gevolgen van zwangerschap, zoals opgenomen in de WAZO, zal dus aan de orde komen.

3. TAS en ZV BES

Voorts zal ik ingaan op de TAS en de ZV BES. Deze regelingen kennen ieder hun eigen specifieke voorgeschiedenis, krachtenveld, evaluatie en dynamiek. De TAS en de ZV BES zullen op hoofdlijnen in deze doorlichting aan de orde komen, maar zullen niet volledig (conform de RPE) worden doorgelicht.

De TAS is laatstelijk geëvalueerd in 2005. Deze evaluatie heeft er uiteindelijk toe geleid dat de regeling in 2014 is uitgebreid met de ziekte asbestose. Op deze uitbreiding is geen evaluatie voorzien, gezien de beperkte omvang en kleine aantallen.

Voor de ZV BES geldt dat Caribisch Nederland haar eigen sociale zekerheidsregelingen kent. In 2010 zijn de toenmalige Landsverordeningen omgezet naar Nederlandse wetgeving. De totale omzetting wordt nog dit jaar geëvalueerd.

Opzet en vraagstelling

Gelet op het vorenstaande, zal de hoofdvraag van de onderhavige beleidsdoorlichting luiden: in hoeverre is de beleidsdoelstelling van artikel 6 behaald en is het hiervoor ontwikkelde beleid doeltreffend en doelmatig gebleken?

Dit wordt onderzocht aan de hand van twee deelvragen. Deze luiden: In hoeverre heeft de overheid werknemers tegen inkomensgevolgen van ziekte verzekerd hen gestimuleerd het werk te hervatten en hoe doeltreffend en doelmatig is dit beleid? En: In hoeverre heeft de overheid werkenden beschermd tegen de financiële gevolgen van zwangerschap en hoe doeltreffend en doelmatig is dit beleid?

In totaal beslaat deze doorlichting hiermee dus 99% van de uitgaven onder het begrotingsartikel 6.

Voor de beantwoording van deze vragen zullen de 15 onderzoeksvragen, die de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek1 voor elke beleidsdoorlichting voorschrijft, beantwoord worden in de onderhavige beleidsdoorlichting. De beleidsdoorlichting resulteert in een beschouwing op mogelijke maatregelen om de doelmatigheid en doeltreffendheid verder te verhogen en een verkenning van beleidsopties om structureel 20% op de kosten van de ZW en de betrokken onderdelen van de WAZO te besparen.

Deze beleidsdoorlichting voert mijn departement zelf uit. Tevens zal ik aan onafhankelijke deskundigen vragen om een oordeel te geven over de kwaliteit van de beleidsdoorlichting.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

25-09-2014, Staatscourant 2014, 27142 (specifiek artikel 3)

Naar boven